Technologie draaft altijd denderend vooruit. Waar de natuur bijvoorbeeld seizoenen kent waarin het warmte en groei afwisselt met kou en slaap, gaat de technologie altijd vooruit. Elke nieuwe uitvinding is een verbetering of uitbreiding van iets wat al eerder was uitgevonden. Elke nieuwe stap in de wetenschap borduurt voort op andere onderzoeken. En elke nieuwe smartphone krijgt een nog groter beeldscherm.
Omdat er dus altijd wel iets nieuws te beleven is, behoort technologie vooral tot de jeugd. Smartphones, internet, draadloos dingen doen, virtual reality—de jongeren van nu zijn er mee opgegroeid en kennen de wereld niet zonder deze dingen. Ouderen, daarentegen, kennen wel degelijk de wereld vóór deze vernieuwingen, en klampen daar vaak aan vast. Niet iedereen natuurlijk; sommige “volwassenen” zijn helemaal gek van nieuwe gadgets en kopen meteen de nieuwste iPhone als ie verschijnt, of willen elk jaar weer een nieuwe smart TV. Ze proberen de ontwikkelingen bij te houden en zichzelf te doceren. Maar, het gros van de volwassenen vindt smartphones maar lastige dingen en mist de “echte knopjes”. Ze snappen niet dat dingen op het internet niet altijd goed bedoeld zijn, of dat een computer in het stopcontact moet maar een laptop niet (altijd). En dit is vervelend, en jammer.