Header / Cover Image for '[Dagboek] Piraat Raadselbaard'
Header / Cover Image for '[Dagboek] Piraat Raadselbaard'

[Dagboek] Piraat Raadselbaard

Welkom! In dit dagboek leg ik uit hoe ik het boek Piraat Raadselbaard heb geschreven.

Wat was het idee? Waar liep ik vast? Waarom heb ik sommige keuzes gemaakt? Hoe heb ik de wereldkaart gemaakt? (En andere anekdotes die ik grappig vind.)

Ik schrijf dit soort dagboeken in eerste instantie voor mezelf, want het helpt met voortgang bijhouden en oplossingen vinden, maar doe altijd moeite om het zo kort en leesbaar mogelijk te houden. Hopelijk vind je het interessant of kan je er iets van leren!

Natuurlijk zit dit dagboek vol met alle spoilers!

(Ik switch soms van verleden tijd naar tegenwoordige tijd, en weer terug. Sorry daarvoor. Sommige stukken van het dagboek schrijf ik terwijl/voordat ik schrijf, en andere de avond nadat ik heb geschreven. Ik probeer er in de toekomst op te letten.)

Wat was het idee?

Ik was al een tijdje bezig met “deductie bordspellen”: er ligt ergens een schat verstopt, alle spelers krijgen een andere geheime hint, maar als je ze allemaal weet wijzen ze precies naar de schat! (Je wint natuurlijk door dit als eerste te achterhalen.)

Tegen de tijd dat ik er twee had gemaakt (Pirate Drawingbeard, Pirate Riddlebeard) kreeg ik een idee: zou ditzelfde systeem, met wat aanpassing, niet goed werken voor een interactief kinderboek?

Ik dacht van wel. Dus ik begon met schrijven.

Het idee waarmee ik begon was:

  • Tijdens het verhaal zijn er bepaalde plekken om te vinden. (Een schat, de mysterieuze Piratenraad, etcetera.)
  • Ook krijg je tijdens het verhaal hints. (Ze beginnen overduidelijk, om te leren hoe het werkt, maar worden steeds breder of moeilijker te vinden.)
  • Als je er genoeg hebt, wijzen ze naar een vakje, en weet je dus waar iets ligt. (In eerste instantie is dit gewoon grappig en om te oefenen, later in het verhaal krijg je een keuze. Denk je dat de schat in A ligt? Ga naar pagina X. Denk je dat het in B ligt? Ga naar pagina Y.)

Ik had géén idee wat het verhaal ging zijn. Alleen dat ik het Piraat Raadselbaard wilde noemen, dat leek me logisch. En dat ze tijdens het verhaal meerdere dingen moeten zoeken op andere locaties, anders werkt het interactieve systeem niet.

Het begin

Ik schrijf improviserend. Als ik van tevoren een plan bedenk, heb ik al geen zin meer. Dus ik begon.

Ik wilde een heel kort en mysterieus eerste hoofdstuk, haast een proloog.

Dus ik schreef over een jong meisje, wiens ouders lange tijd weg waren maar eindelijk thuiskwamen. Met een gigantische schat. Dus ze zijn blij, eindelijk zijn ze niet meer arm, eindelijk hebben ze succes. Maar dan … blijkt de schat leeg.

Het hoofdstuk erna wilde ik onze hoofdpersoon (Temata) en het algemene interactieve idee introduceren. Ik probeer altijd efficiënt te schrijven, dus deze twee dingen hangen samen:

  • Temata telt alles en heeft een obsessie met kaarten (die ze ook heel goed visueel kan onthouden)
  • Daardoor ziet zij meteen iets bijzonders aan de schat dat een hint kan zijn

Hier maakte ik de keuze dat de schat moet zijn verwisseld, vlak nadat ze hem vonden. Waarom?

  • Als de schat al vanaf het begin leeg was … hadden ze dat wel gemerkt. (En wat is dan het punt van die schat verstoppen?)
  • Als het op elk moment kon zijn verwisseld … waren de opties te groot. Nu kon ik het terugbrengen naar “iemand anders uit de Piratenraad heeft het gedaan”, wat een soort van moordmysterie opzet, maar dan “wie was de schatwisselaar?”

We hadden nu twee hoofdstukken zonder actie, waarbij haar ouders een grote rol spelen. Dus het derde hoofdstuk wil ik altijd definitief het verhaal in gang zetten, met iets van actie, en haar ouders buitenspel zetten :p

(De aanwezigheid van ouders is ongewenst voor de meeste kinderverhalen, want zij voorkomen dat ze, zeg maar, op avontuur kunnen. Let er maar eens op. Iedereen is een wees, of zit bij een pleeggezin dat ze haten en dus van weglopen, of hun ouders sterven halverwege het verhaal.)

Ik besloot dat ze wakker werd in een leeg huis, in paniek rent naar de haven, naar het schip van haar ouders, maar als ze daar aankomt … staat het schip er nog, maar zijn haar ouders er niet.

Deze trilogie van hoofdstukken (samen slechts tien pagina’s, met groot lettertype) vormen de basis en introductie van het verhaal.

De eerste hints

Ik wilde haar niet alleen op het schip hebben. Ze moest wel iets van een mentor hebben, een tegenspeler, iemand die helpt of juist tegenwerkt.

Mede doordat haar ouders haar dus nooit mee hadden genomen op zee. Ze wéét veel, maar ze heeft geen ervaring met zeereizen en een schip besturen.

Dus ze vindt iemand anders op het schip. Het liefst iemand die compleet anders is dan haar, mysterieus, je weet niet of hij nou goed of slecht is.

(Het alternatief is dat ze het meteen goed kunnen vinden en hetzelfde denken over dingen, wat het hele nut van een tweede persoon teniet doet.)

En toen had ik hints nodig naar de Piratenraad. Dat is de eerste plek waar ze haar ouders zou zoeken, waar ze misschien de echte schat vindt (voordat die werd verwisseld).

Om eerlijk te zijn, dit is allemaal improvisatie. Er zijn zoveel opties, de wereldkaart is letterlijk nog leeg, dus je moet gewoon iets kiezen. Ik koos voor hints die Temata’s vaardigheden en persoonlijkheid goed zouden neerzetten, en in mindere mate die van haar tegenspeler (Taartbaard). Simpele dingen die zij zouden weten op basis van hun kennis, als ze even nadenken en onderzoek doen.

Dus elk hoofdstuk hier eindigt met dat ze de volgende hint vinden/ontrafelen. De rest van de tijd zitten ze samen op een schip en hebben interessante en belangrijke interacties.

Ik hou van verhalen met veel (sterke) dialoog, scenes waarin mensen alleen maar praten en tóch is het spannend en interessant.

Maar het blijft een kinderboek, en afwisseling is fijn, dus ik besloot dat er een wilde horde vissen (groot en klein) langs hun schip komt en het scheef zet. Wat betekent dit? Ik had nog geen idee, maar ik schreef de notitie op “een natuurlijke ramp, een ongeluk, een vloek die alle vissen wegjaagt van een gebied???”

Land in zicht

Er is maar zoveel dat je kunt doen op een klein vervallen schip met twee personen. Bovendien was ze natuurlijk niet voorbereid: geen eten ingeslagen, geen wapens, etcetera.

Dus ik liet hen naar een eiland gaan. Hier moest het eerste echte gevaar komen voor Temata.

Uiteindelijk koos ik voor iets dat enigszins cliché is, maar het verhaal ook wat simpeler houdt: de soldaten van de koning zitten achter haar aan, want ze is een piratendochter, en zij jagen natuurlijk op piraten.

Daarnaast wilde ik haar verwondering laten zien. Ze is nog nooit ver buiten haar eigen stad geweest. Dus deze haven, deze eilandstad, vindt ze prachtig. Ze raakt daardoor ook meerdere keren afgeleid van het plan.

Ik brak dit bezoek in twee hoofdstukken, omdat het twee delen had: aankomst en de stad ingaan, vluchten en de stad weer uitgaan. (En ik probeer hoofdstukken echt flink kort te houden.)

Op dit punt, tot zover, ziet Temata dit als een avontuur. Ze ziet het als een spelletje. Het wordt nu iets serieuzer, maar nog niet genoeg om die gedachte te veranderen.

Op diezelfde manier is Taartbaard tot zover een verdacht persoon, maar je hebt niks concreets tegen hem. Na het bezoek van dit eiland zou je zowel kunnen denken dat hij stiekem voor de koning werkt, als dat hij helemaal aan Temata’s kant staat. Ik hou van dat soort twijfel/conflict aan de lezer geven :p

Als laatste gebruikte ik deze hoofdstukken om meer informatie over de piraten te geven. Dingen die zij en Taartbaard niet zouden weten of niet logischerwijs zouden bespreken. (Zoals het feit dat piraten een herkenbaar logo/embleem hebben, dat haar moeder een zus heeft die haar helpt, dat Caratriz de zwaarbewaakte gevangenis van de koning is.)

Waar staan we nu?

Hier stopte ik even. Want ik wist niet hoe het verder moest en wilde andere projecten afmaken.

Want waar staan we nu?

  • Er is nog één laatste hint nodig om de Piratenraad te vinden.
  • Temata en Taartbaard werken samen, maar weten niet of ze elkaar nou vertrouwen.
  • Haar ouders zijn spoorloos, maar de zus die ze tegenkomt op het eiland suggereert dat ze nog leven en in de buurt iets aan het doen zijn
  • En de soldaten van de koning kennen haar nu van gezicht en zitten achter hen aan.
  • (Langzaam bouwen we hints op naar andere dingen, zoals de échte schat, maar erg weinig.)

Dat is best veel, maar tegelijkertijd zijn het allemaal routes waarop we langzaam een klein stapje zetten.

Ik wilde haar ouders uit de weg hebben, dus gaat ze haar ouders snel terugvinden? Nee, natuurlijk niet. Dus er komen langzaam hints binnen waar ze zijn, wat ze doen, wat er met hen is gebeurd (iets dat ik op dit punt dus totaal niet weet), tot ongeveer het einde van het boek.

Tijdens deze pauze vormden zich wel enkele ideeën over “wat het hele mysterie betekent”. Een daarvan bleef steken en wilde ik sowieso verwerken.

Als haar ouders weg waren, had Temata een oppas. Dat blijkt Piraat Raadselbaard. Hij is om haar gaan geven alsof het zijn eigen dochter is, dus hij stuurt haar hints naar waar dingen liggen, hij leerde haar om kaarten te bestuderen en te tellen.

Het idee was op dit moment als volgt: hij wilde Temata een kans geven om op avontuur te gaan, in plaats van thuis te zitten en haar ouders te missen, dus hij verwisselde de schat, hield haar ouders op afstand, en gaf haar de hints.

Hierin zitten wat gaten. Is dit niet super gevaarlijk? Zouden haar ouders dit accepteren, ik denk het niet? Waarom niet zelf meegaan op het avontuur?

Maar het kernidee was op de plek.

De Piratenraad

Aankomst

Ik wilde hints langzaam “vager” of “moeilijker” maken, in plaats van dat ze letterlijk zeggen “de Piratenraad ligt niet in een gebied met bergen!”

Het leek me tijd voor de volgende stap. Dus de laatste hint naar de raad komt van Taartbaard en dankzij niets anders dan logisch nadenken (en zijn kennis van aanvalspatronen van piraten).

We zijn nu erg lang met deze twee personages op pad geweest. Er was niks meer voor hen om te doen, dus ik wilde een derde persoon erbij.

Eentje die hen hielp de precieze locatie/ingang van de raad te vinden.

De eerste optie is natuurlijk: een andere piraat die toevallig ook op weg is en hen meeneemt. Maar dat is saai, matig, onlogisch. (De raad is één van de best bewaakte geheimen, waarom zou iemand anders hen in vredesnaam doodleuk in de armen sluiten en meenemen?)

Dus de tweede optie is: maak het interessanter en dringender. Het schip zinkt langzaam vanwege schade (na het vluchten van dat eiland). De piraat die ze tegenkomen is door zijn eigen bemanning van het schip gegooid, omdat hij naar de Onbekende Gebieden wilden, maar zij vonden dat een héél slecht idee.

Dus uiteindelijk drijven ze met alle moeite, met een kapot schip, en een doodvermoeide Sterbaard, de raad binnen.

Een veel leukere binnenkomst! (En je leert alvast één van de piraten kennen, die ik dan later in het verhaal belangrijker ga maken.)

Eerste indruk

Oké, we zijn bij de raad. Wat nu?

Eerder in het verhaal noemde ik Vuurbaard. Hij was blijkbaar een hele wrede piraat, die hele dorpen langs de kust in brand stak, en Taartbaard heeft hem uiteindelijk gevangen. Daar is hij trots op. Temata is boos, want voor haar is Vuurbaard een held.

Ik zag het als een klein stukje worldbuilding, iets dat hun karakters uitdiept. Maar waarom zou het niet terugkomen?

Ze drijven de raad binnen … en Taartbaard ziet tot zijn verbazing dat Vuurbaard daar doodleuk op de troon zit, terwijl hij levenslang in Caratriz zou moeten zitten.

Op dit punt merkte ik hoeveel je verbetert in schrijven als je het jarenlang steeds meer doet. Vroeger zou ik dit heel letterlijk hebben opgeschreven. Taartbaard denkt: Waarom zit hij hier? Ik heb hem gevangen, hij hoort in de gevangenis te zitten! Of Vuurbaard zegt zoiets: “Tja, Taartbaard, ze lieten me vrij toen ik duizend goudstukken aanbood.”

Maar in plaats daarvan begint Taartbaard nu een dialoog om tijd te winnen en af te tasten. “Ah, fijne Vuurbaard, zeg, hoeveel dagen zitten er in een jaar?” “En hoe lang moest jij ook alweer je straf uitzitten?” Hij stelt enkele vragen om uiteindelijk iedereen op de conclusie uit te laten komen dat Vuurbaard vervroegd is vrijgelaten vanwege omkoping.

Meet the members

Nou goed. Temata krijgt haar volgende moeilijke beslissing: red ze Taartbaard? Het antwoord is ja. Natuurlijk. Ik ga niet na tien hoofdstukken één van de twee hoofdpersonen bruut laten vermoorden in een kinderboek.

En zo zien we langzaam alle andere leden. Nou ja, niet allemaal, want dat was overweldigend. Ik besloot slechts een handjevol te beschrijven en iets te laten zeggen.

Als eerste Vuurbaard. Alleen vuur kunnen stichten zoals een normaal mens is niet een recept voor de wereld overheersen, maar om hem magie te geven om zomaar vuur te maken was te sterk en niet interessant. Dus ik bedacht: hij moet goudstukken vreten om zijn vuurmagie aan te spreken.

En dan ben ik zo iemand die hetzelfde patroon herhaalt met de rest. (Hoewel ik dit niet meteen wilde verklappen, dat komt later.) Je leert Zwaardbaard, Zwaluwstaart, en Verhaalstaart kennen. Allemaal hebben ze een kracht waarvan ik dacht: het is simpel, het is niet té cliché, en ik kan het later wel gebruiken.

De overige piraten worden niet genoemd of krijgen geen details. Dat komt in latere hoofdstukken wel.

Maar weet je wat nog beter is dan piraten introduceren? Hen in actie zien!

De eerste slag

Het is tijd voor de eerste zeeslag. Taartbaard heeft dus stiekem de hints die Temata ontrafelt teruggestuurd naar zijn leidinggevende. Zo hebben soldaten van de koning eindelijk de piratenraad gevonden.

Dus ze moeten uit de grot breken en van hen winnen. Deze slag heeft meerdere doelen:

  • Weer actie na wat rustige hoofdstukken
  • Laten zien hoe sterk de piraten zijn, wat hun magie is, hoe ze samenwerken.
  • De druk erop houden, mede via het jagen van de koningsoldaten.
  • Temata kans geven om zich te laten en zichzelf te willen bewijzen …
  • … wat vervolgens omdraait als ze ziet hoe heftig zo’n slag is en hoeveel geweld er bij het piratenleven komt kijken.

Ook deze slag is in twee delen gesplitst, omdat het wederom twee logische delen heeft: uit de grot breken en de slag beginnen, daarna vechten + winnen en afronden.

Inmiddels zijn enkele serieuze thema’s erin geslopen. Het contrast tussen het avontuur van piraten en hun wreedheid. Temata’s idoliseren van Vuurbaard, terwijl het gewoon een heel wreed persoon is. Haar haat jegens de koning puur en alleen omdat hij een hekel heeft aan haar soort.

Ik … kan nou eenmaal geen hele lichte verhalen schrijven. Mijn leven heeft te veel shit gezien om dat te doen. Mijn verhalen worden automatisch iets diepgaander, iets grijzer, iets meer realistisch. Dus hoewel het een avontuurlijk kinderboek blijft, besluit ik deze dingen toe te staan.

Om deze thema’s uit te werken, bedacht ik dat Temata een jonge soldaat van de andere kant redt. Ze spaart hem, verstopt zijn uniform, en doet alsof hij er niet bij hoorde. (Later in het boek leren ze elkaar beter kennen, leer je via hem meer over de andere kant, en ik kan vast een belangrijke functie vinden voor deze persoon.)

Als laatste hebben we een eerste hint nodig naar Temata’s ouders. Ik speelde al met het idee dat zij de losers van de groep waren, ook al denkt zij natuurlijk dat haar ouders super stoer zijn en geweldig. Hier ging ik nu op door: de hint die ze vinden suggereert ook dat haar ouders misschien samenwerken met de koning, iets dat Vuurbaard natuurlijk razend maakt.

Zo eindigen we deze reeks hoofdstukken in een andere, maar net zo vervelende situatie:

  • Temata kan zich geen misstap meer veroorloven, want dan doet Vuurbaard haar iets aan. (Niet zo handig als ze een soldaat van de koning stiekem op haar schip heeft … )
  • De helft van de piraten, inclusief haar, gaat op zoek naar de ouders. Mede op basis van de hint, maar zo kan ik de komende hoofdstukken ook de backstory van haar ouders geven.
  • De andere helft gaat op zoek naar “de missende piraat”. Er is één piraat die al tien jaar niet bij de raad is verschenen en die ze terug willen vinden. Ze denken nu dat hij in de Onbekende Gebieden moet zijn, want dat is de enige plek waar ze niet zochten, dus daar gaan ze heen.

Ik twijfelde lang of ik niet een tweede personage moest hebben die meeging op deze reis. Zodat ik allebei de kanten kon laten zien vanuit het ik-perspectief. Maar ik doe het niet. Ik wil het hele boek alleen vanuit Temata vertellen. En op deze manier kan ik de Onbekende Gebieden extra mysterieus laten: later in het boek komen ze de andere groep weer tegen … en slechts één schip heeft het overleefd, met kleerscheuren en alles.

“De missende piraat” is natuurlijk Raadselbaard. Maar zo makkelijk wil ik dat niet weggeven.

Dus ik benoem expres meerdere keren dat piraten wel eens van naam zijn veranderd. (Ze krijgen hun naam van anderen op basis van hun prestaties. Als ze iets nieuws leren, of iets anders groot verrichten, kan het veranderen.)

Zodoende kent zij de missende piraat als “Wreedbaard” en ontdekt ze later pas dat alle andere piraten hem “Raadselbaard” zijn gaan noemen, omdat het een raadsel was waar hij zich verschuilde.

Het uitvogelen van mysteries

Zoals je merkt worden nu steeds meer gaten ingevuld. Dingen die ik opende krijgen (halve) antwoorden. Meer backstory ontwikkelt zich.

Dat is logisch, want als ik dit boek de standaardlengte van een kinderboek wil houden, gaan we nu richting de helft. Dus ik moet antwoorden gaan vinden, dingen aan elkaar knopen.

(Het is goed mogelijk dat het boek anderhalf tot twee keer zo lang wordt. Het ligt eraan hoe diep ik wil ingaan op haar avontuur, hoe veel bijzondere plekken ik wil bezoeken.)

Dus ik neem weer een paar dagen afstand om hierover na te denken. Meestal verschijnen dan automatisch een paar “Eureka” momenten waarop dingen ineens kloppen. (Lange tijd gebeurt er niks, dan ineens besef ik vier dingen tegelijkertijd, dan weer lange tijd niks.)

Eureka #1: “All treasures are cursed.” Ik schreef dit in blokletters bovenaan mijn notitieblok na een lange douchesessie. Alle piraten van de raad hebben een (grote) schat gevonden, die gaf hen hun magische kracht, maar tegen betaling. Dat is hun vloek. Behalve Temata’s ouders: die vonden dus nooit een schat, tot die ene nacht, maar toen werd hij verwisseld.

Eureka #2: “(Bijna) iedereen is de misdadiger.” Deze gedachte rolt daar meteen uit voort. Als schatkisten een vloek hebben, waarom zou iemand het willen stelen? Die andere piraten weten wat er zal gebeuren? Dus het is juist andersom. Zij hielpen haar ouders de schatkist te stelen, ze deden het met plezier, zodat zij eindelijk hun magie en hun vloek zouden krijgen. (Dit noemde ik al in het eerste hoofdstuk. Ik twijfelde toen of het wel logisch was: piraten die met plezier elkaar helpen? Maar nu klopt het ineens.)

Eureka #3: “Raadselbaard verwisselde de schat, en dat was goed.” Raadselbaard wilde geen vloek over Temata’s ouders gooien, zeker niet over hun dochter. Dus hij verwisselde de schat om hen te beschermen.

Eureka #4: “Raadselbaard had het effect van de schat onderschat (no pun intended)”. Hij was van plan om de schat te openen, de dag erna Temata thuis op te zoeken, alles uit te leggen, en het goud aan haar ouders te geven. Maar de vloek van de schat was zo heftig dat het hele plan in de war werd geschopt. (Hoe precies weet ik nog niet.)

Eureka #5: “Raadselbaard heeft zelf alle schatten verstopt.” Hij heet Wreedbaard omdat hij vroeger de meest wrede was van iedereen. Hij richtte de raad op. Hij verzamelde daardoor bergen goud en juwelen. Maar hij was wreed, dus hij verstopte dit in schatkisten mét een vloek. (Ja, zijn eigen vloek komt dus terug om hem in de kont te bijten. Daar zit een morele les denk ik.) Dus hij wéét dat elke schatkist een vloek heeft. Hij wéét al hun locaties. Zo kon hij Temata’s ouders ook redden.

(Zo waarschuwde hij hen ook om niet te gaan op hun laatste missie. Althans, ik ben van plan om dat ergens te onthullen.)

Eureka #6: “Raadselbaard doet zijn naam eer aan.” Ik stoeide met het idee van “de grote vloek”. (Je weet wel, dat ene dat alle vissen op hol sloeg eerder in het verhaal.) Wat is het? Is het nodig? Maakt dit het verhaal niet té lang?

Toen schreef ik de scene waarin de piraten zeggen “we dachten dat het een verhaaltje was, sprookjes die men elkaar vertelt, maar het wordt steeds meer waarheid”

En toen realiseerde ik dat dit het centrale thema kan zijn: mensen luisteren niet als je iets direct zegt. Raadselbaard waarschuwde zijn piraten direct, maar ze negeerden hem. Dus hij besloot hints te verstoppen. Raadsels die overal naar boven kwamen. Toen pas namen de piraten het serieus, want toen werd het mysterieus, onzeker, alles.

Dus zo doet hij zijn naam eer aan. Hij verstopt alles met raadsels, stopt hints in de wereld, omdat hij merkt dat mensen dan pas geïnteresseerd raken.

(Dit heeft dan ook weer te maken met het thema van Temata: hoe haar ouders haar altijd thuis hebben gehouden en niks toestonden. Dat werkt niet. Uiteindelijk vond Raadselbaard dat ze toch echt zelf de wereld in moest om zelf te ervaren wat het is om op zee te leven en piraat te zijn.)

Nou, lang verhaal, veel denkwerk, veel notities. Maar dit verklaart al een heule hoop van wat er eigenlijk aan de hand is. Het bevat interessante wendingen, onthullingen, samenhang.

Dus hiermee kan ik wel even verder.

De wereldkaart

Ik weet het, ik ben dom, maar ik ben nu pas begonnen aan de wereldkaart. Maar het heeft een reden: ik heb nog nooit een kaart gemaakt voor een verhaal, dus ik was het vergeten en dacht niet dat het nodig was.

Maar nu heb ik hem sowieso nodig (om de gebieden aan te geven waarnaar de hints dus verwijzen).

Ik had geleerd (van een ander project) dat het fijn is om wereldkaarten een algemene vorm te geven. Dus de grote continenten/eilanden op de kaart vormen samen zo’n doodshoofd (schedel + botten). Daaromheen zijn wat kleinere eilanden, vaag in de vorm van zwaarden, of voeten, of zoiets.

Temata’s thuis staat in het midden van de kaart. Ietsje verderop moet dat eiland zijn dat ze bezoeken. En vanuit daar naar het noorden vind je de Piratenraad. Met zulke restricties—inclusief de hints natuurlijk—vulde ik langzaam de grote vlakken in.

En toen dacht ik: wat is de meest interessante route? Het heeft geen zin als Temata’s groep ongeveer in dezelfde richting gaat als de andere groep piraten. Die gaan zijwaarts naar de Onbekende Gebieden. Dus Temata gaat omhoog of omlaag.

Als je omlaag gaat, dan voelt het een beetje stom, want je gaat terug langs waar je al bent geweest. Dus ze gaan omhoog.

Ik plaats de geboortestad van Temata’s moeder in die richting. Ik plaats de gevangenis Caratriz in de buurt. Waarom? Ik moet hem ergens kwijt. En nu moeten ze dus langs de gevangenis varen, wat spannender is dan, tja, een lege open zee.

De zoektocht naar haar ouders

We zijn nu een paar hoofdstukken weer op zee. Deze doelen wil ik bereiken:

  • Temata leert langzaam meer over de andere piraten, die geheimen van Vuurbaard en co, en de jongen die ze heeft gered. => Uiteindelijk is ze vooral op zoek naar de misdadiger, de persoon die haar schatkist heeft verwisseld
  • Temata probeert alsnog het vertrouwen te winnen van Vuurbaard en te laten zien dat zij toch écht een goede piraat is. Ze overtuigt hem om een slimmer, maar minder wreed, plan te gebruiken als ze moeder zoeken.
  • Tegelijkertijd ziet ze weer hoe wreed ze zijn. Vuurbaard brandt alles af langs de kust, omdat hij daar zin in heeft, maar hij gebruikt het “smoesje” dat hij goudstukken nodig heeft (voor zijn magie).
  • Er komt nog een hint binnen (over haar ouders, of over de echte schat, zoiets)
  • In de geboorteplaats van haar moeder komt weer de volgende actiescene. Daar leert ze over de backstory, ze gebruikt weer haar kennis van steden (de plattegrond van deze stad kent ze ook uit haar hoofd), terwijl Vuurbaard natuurlijk dreigt het hele dorp plat te branden als ze moeder niet opgeven. (Haar ouders zijn hier wel geweest, maar zijn er nu niet meer, dus dat wordt lastig.)

Zoals je merkt, schrijf ik nogal in “sequenties”: meerdere hoofdstukken na elkaar die samen een mini-verhaal vormen. Een soort groepje, een eigen avontuur.

Dit is op natuurlijke wijze ontstaan, maar ik vind het eigenlijk héél handig, en het levert goede verhalen op.

Binnenin zo’n groepje kan ik dus actie en rustige scenes balanceren. Ik kan focussen op één thema, of één personage, en daar vooral op inzetten.

En zo’n groepje eindigt altijd met een grote cliffhanger, of plot twist, of simpelweg verandering die het volgende groepje mogelijk maakt.

Tijdens het schrijven van de dialogen met Vuurbaard, komt die meer grijze kant van mezelf weer naar boven. Hij is wreed, slecht, gemeen, make no mistake. Maar hij is ook een mens, met redenen achter wat hij doet, redenen die Temata kan begrijpen. Het maakt hem meer een grijs figuur dan een oppervlakkige slechterik.

Hier ontstaat ook de uitspraak: “liegen tot je barst, stelen met je hart, vechten voor het zwart” Het klinkt als iets dat piraten onder elkaar zouden schreeuwen, elke keer als ze een missie doen. Dus ik ben van plan om het ook op andere plekken in het verhaal terug laten komen.

En tijdens het schrijven van de laatste scene komt de backstory van haar moeder samen:

  • Zij is als kind juist helemaal vrijgelaten door haar ouders. Ze liep doodleuk rond met explosieven, speelde met vuur, etcetera. Ze was vrolijk, ze was vrij, ze had een lieve familie.
    • Overigens had ik haar allang de naam “Springstaart” gegeven, ook al had ik geen idee waarom. Pas later bedacht ik de connectie tussen haar en “springstof”.
  • Zo heeft zij per ongeluk een deel van Caratriz opgeblazen. Wie ontsnapte daardoor? Je raadt het al: Wreedbaard.
  • Ineens was haar leven voorbij. Ze werd gezocht. Ze werd onderdeel van de piraten. En ze had geen andere keuze dan haar oude leven opgeven en piraat worden.
  • (Hoe ze Temata’s vader ontmoette is nog niet duidelijk.)

Je kunt wel raden waar we in het volgende groepje hoofdstukken naartoe gaan …

Intermezzo

Versimpelen

We zijn nu echt in “the muddy middle” van het boek. Dus er zijn net iets te veel verhaallijnen, net iets te veel openingen, net iets te weinig dat wordt afgesloten.

Teveel mysteries met hints: Er lopen drie sets hints:

  • Waar zijn haar ouders?
  • Waar is de echte schat?
  • Waar hangt de missende piraat / Raadselbaard uit?

Dat is te veel. Dus ik besloot het laatste stuk, voor nu, helemaal weg te laten. (Het mysterie blijft, maar er verschijnen nog geen hints daarvoor en het blijft in de achtergrond.)

Mysteries blijven te lang open: Daarnaast zijn dit allemaal mysteries die ik, instinctief, pas aan het einde wil afronden. Dat werkt niet. Dan blijven ze te lang openstaan en gaat het verhaal een beetje meanderen.

Dus ik besloot dat ze haar ouders over een paar hoofdstukken alweer tegenkwam. Dat betekent niet dat ze terug in het verhaal komen. Het betekent simpelweg dat deze hints en dit mysterie eindigt. Ze ziet haar ouders, maar voordat ze worden herenigd gaan haar ouders weer weg. (Maar dit keer weten we precies waarheen, dus het mysterie sluit zich volledig.)

Zodra dit is opgelost, is er dus weer ruimte om door te gaan met “waar hangt de missende piraat uit?”

Te veel personages: we zijn nu wel zo’n beetje aan het maximum qua personages. Ik moet proberen een deel opzij te schuiven, of een deel definitief uit het verhaal te halen op een bepaald punt.

Het splitsen van de groep was een slim idee. (Daardoor kan het verhaal dus een paar hoofdstukken op de helft van de personages focussen.) Maar zodra ze weer samenkomen, wil ik eigenlijk dat er iets mysterieus/ergs is gebeurd met de andere piraten en dat er misschien maar eentje terugkomt.

Op die manier probeer ik constant te focussen op een deel van de personages, om alles te versimpelen.

Dit is waarom een kaart handig is

Toen ik de tocht tekende die Temata’s ouders aflegden … zag ik twee problemen.

  • Hij leek verdomd veel op die van de piraten. (Letterlijk langs elkaar, maar dan over land.)
  • Het is nogal onwaarschijnlijk dat twee mensen, te voet, inclusief een ziek persoon (Raadselbaard die ze meeslepen), net zoveel afstand afleggen als een stel piratenkoningen die hen opjagen.

Dus ik zocht een betere optie. Een veel kortere route, waarbij …

  • Ze een ander deel van de wereld afreizen
  • Ze alsnog door de woestijn gaan ( > een vroege hint zegt dit)
  • Ze drie belangrijke punten doorlopen: de hoofdstad, de zeesterren (waar Sterbaard zijn schat vond), en Koningspoort.

Waarom zijn dit belangrijke punten? Nou, inmiddels had ik uitgevogeld wat er aan de hand was met ouders. Ze willen twee dingen:

  • Hulp voor Raadselbaard die ernstig ziek is. (Hoofdstad heeft de koning en veel geld, de Zeesterren zijn dus geneeskrachtig, Koningspoort heeft de beste artsen/helers.)
  • Hun stiekeme samenwerking met de koning doorzetten en zo snel mogelijk de Piratenraad uiteen laten vallen. (Dus ze bezoeken de koning, inclusief springstof, en ze bezoeken de stad waar Vuurbaard op af gaat.)

Dus dit is een logische route, het past redelijk qua tijd, ik kan er makkelijker hints voor bedenken.

(Uiteindelijk valt hun plan/deal alsnog uiteen, daarom komen ze Temata heel kort tegen, voordat ze worden gevangen.)

De ontbrekende hoofdstukken

Het hele verhaal wordt verteld vanuit Temata. Maar zij krijgt dus maar een deel mee. We zien niet direct wat haar ouders deden, of die piraten die in de onbekende gebieden gaan zoeken. (We horen alleen achteraf wat relevant wordt, tijdens onthullingen.)

Voor mij is dit wat lastig bijhouden, want het betekent dat sommige dingen in het verhaal staan (op volgorde), en de rest staat in een lange lijstjes met punten/ideeën in mijn notities.

Dus ik dacht: kan ik niet de ontbrekende hoofdstukken gewoon schrijven? Zo krijg je een soort mini avonturen van misschien 10 hoofdstukken die ik altijd later nog kan publiceren (eventueel gratis op dit blog). Zo kan ik makkelijk opslaan en onthouden wat er precies gebeurde ergens.

Ik weet niet of ik dit ga doen voor dit boek. (Ik had het eigenlijk vanaf het begin moeten doen, nu is het wat veel nawerk.) Maar het is iets om een keer te proberen.

De twee-akte structuur

Een van de beste technieken om het midden van een verhaal spannend en op tempo te houden, is door het te behandelen als een voorstelling: een deel vóór de pauze en een deel ná de pauze. Twee aktes.

En wat gebeurt er altijd? De eerste akte eindigt met een gigantische cliffhanger, een gigantische verandering, zodat je er in de pauze over kan praten en wilt weten hoe het verder gaat.

We zijn nu op de helft van het boek. Het begint inderdaad iets te meanderen. Dus we hebben zo’n groots moment nodig!

Ik speelde dus al met het sneuvelen van enkele piraten. Misschien wel haar “mentor” op dit punt: Sterbaard. Ik denk dat dit het moment is. Het kantelt het verhaal definitief naar: iedereen heeft iets verloren, het is nu echt serieus, dit is hoe het tweede deel eruit gaat zien.

Tegelijkertijd schieten de twee dreigingen op de achtergrond—de soldaten van de koning en de “grote vloek”—naar de voorgrond. Nu worden ze echt opgejaagd. De soldaten zijn inderdaad belachelijk sterk geworden. Ze vinden weer een tekst over de vloek, en pats boem, hij wordt meteen werkelijkheid.

Zoiets. Ik vul de details later wel in.

De knoop ontrafelen

Dus ik dacht een paar dagen na, schreef van alles op, zocht oplossingen, totdat ik deze knoop had ontrafeld.

Dit gebeurde als volgt:

  • De vlucht naar Koningspoort wordt gespreid over iets meer hoofdstukken. Daarin leert Sterbaard Temata allerlei dingen (zoals zwaardvechten). Daarin gaat haar verhaallijn van “stiekem een soldaat meesmokkelen” en “doen alsof ze een spion voor de piraten was” verder naar een hoogtepunt.
  • Daarin gaan ze over de Noordpool, wat een actiescène oplevert en hun schepen/voorraden flink beschadigd.
  • De laatste piraat (Fluisterstaart) wordt geïntroduceerd én krijgt meteen belang. Zij heeft een geweldig gehoor en overhoort dus Temata als ze met die gesmokkelde jongen praat. Aan het einde van de knoop is deze piraat zwaargewond, en dat is Temata’s schuld.
  • Hierdoor zijn alle piraten van deze groep nu weggezet als “zij kunnen de schat niet hebben verwisseld”.
  • Sterbaard sterft. Hij is op dit moment het meest belangrijke personage in Temata’s wereld, in het verhaal. En dat is het beste moment om een personage te laten sterven: “deaths should happen to people when they are most relevant to the story”
    • Overigens heb ik wel een paar eerdere hoofdstukken ietsje aangepast om hem meer tijd/karakter te geven. En “foreshadowing” toe te voegen dat hij zal sterven.
  • Als ze eenmaal uit gevaar zijn, komen ze langs Boranura. Een klein exotisch eilandje, daar waar haar ouders de schat vonden.
  • Hier kunnen dus nieuwe hints komen over hen, over de echte schat, over wat daar is gebeurd. Hints op een andere manier dan briefjes. Het heeft extra betekenis. Tegelijkertijd zien we Vuurbaard, de grote wrede slechterik tot nog toe, huilen om het verlies van Sterbaard.

Op deze manier worden veel verhaallijnen goed voortgezet, en ofwel afgerond, ofwel naar een belangrijk keerpunt gebracht.

Vuurbaard is op z’n meest kwetsbaar. Daardoor is hij meer onvoorspelbaar, maar staat ook meer open voor Temata’s strategische plannen. (Dit geldt trouwens voor de hele piratengroep.)

Temata is op haar meest kwetsbaar. Ze is de enige persoon kwijt die haar redde van de gemene piraten om haar heen. Ze worstelt met het feit dat ze zelf steeds meer veranderd in een gemene piraat.

Zo, nu door naar de tweede akte van dit boek.

De belegering van Koningspoort?

Wie en waar is haar vader?

Op dit punt heeft haar vader geen enkele invulling gekregen. De naam van moeder (Springstaart) wordt al heel vroeg genoemd en later uitgewerkt. Inmiddels weten we dus waar ze vandaan komt.

Maar ik weet niks van haar vader.

Het leek me logisch als ze hierna de geboortestad van haar vader opzoeken. (Mede omdat de hints die zij ontrafelt wijzen naar een gebied in die streek.)

Het leek me ook logisch als hij iets te maken heeft met de koning. Misschien was hij zelf soldaat. Misschien komt hij eigenlijk uit een rijke adelfamilie.

Waarom? Het is interessant en nieuw. Het zorgt dat ik de “koning jaagt op piraten” verhaallijn weer kan aansterken. Die jongen die Temata heeft gered kan hier worden teruggegeven aan zijn familie, waarvoor ze natuurlijk dankbaar zijn.

Ergens wordt genoemd dat Temata’s ouders piratenkoningen zijn omdat ze hen enorm hebben geholpen in het verleden. Van haar moeder weten we al wat dat was: Wreedbaard laten ontsnappen.

Inmiddels was ook duidelijk dat Verhaalstaart vroeger in Koningspoort woonde. Dus het lijkt me logisch om die dingen ook te verbinden.

  • Temata’s vader heeft Verhaalstaart ooit geholpen met iets dat ze deed in die stad.
  • Hij komt uit een rijke familie, heeft daar connecties, en heeft toentertijd de piraten geholpen door de politiek en de bewakers te manipuleren in die stad.
  • Ook hij leidde dus een ongelofelijk vrij leven, zorgeloos, veel geld. Toen Koningspoort werd belegerd door piraten, was iedereen zo verstandig om binnen te blijven. Maar zijn ouders? Die lieten de deur gewoon open, letten niet op hem, dus hij liep naar buiten en werd door de piraten gezien.
  • (Eventueel liep een broer of zus van hem mee naar buiten, of die was nog buiten, maar die sterft.)

Ik overwoog even om haar ouders ook uit elkaar te halen, maar dat werd te ingewikkeld. Het lijkt me handiger als ze het hele boek reizen als “één groep”.

De gevaren onderweg

Inmiddels is de kaart steeds verder ingevuld. Ik wist dus dat ze langs ijsbergen moeten om daar te komen (ze gaan over de Noordpool, in zekere zin) en in gevaarlijke wateren komen. Hier wil ik dus iets meer actiescenes op zee, met zeemonsters, of magische plekken, of weet ik veel wat. (Tegelijkertijd komt het gevaar van leven op zee naar voren: hun eten raakt op, schepen breken af, etcetera.)

Hier kan Temata dan ook steeds meer opstaan als “strategisch brein”. Haar kennis van kaarten, haar kennis van de ijsgebieden, haar slimme ideeën helpen hen erdoorheen.

De andere groep piraten

In eerste instantie wilde ik de groepen pas laten samenkomen na Koningspoort. Maar ik vond dat de andere groep nu al lang genoeg buiten zicht was gebleven. Hun verhalen waren klaar, hun personages uitgediept, ik vond dat de rest terug moest komen.

Dus nu komen de groepen weer bij elkaar vlak voordat ze Koningspoort bereiken. (Maar zoals eerder gezegd: de andere groep heeft slechts onheil gekend en maar één schip keert terug. Dus we hebben geen probleem dat we ineens met té veel personages zijn.)

Koningspoort

Oké, dus we gaan op Koningspoort af. Maar wat is de situatie?

  • Kapotte schepen, verzwakte bemanning, conflicten onderling …
  • … tegen misschien wel de grootste en best verdedigde stad van de wereld

Zie jij wat ik zie? Een mogelijkheid om Vuurbaards zwakte te laten zien: hij ziet geen andere optie dan koningspoort alsnog aanvallen, ook al roept de hele bemanning dat het zelfmoord is.

Dus Temata komt met een beter plan. En voor het eerst volgt men haar.

Eerst had ik het idee dat dit een “zwakke oplossing” was. De belegering van koningspoort zou een hele coole actiescène zijn geweest, met gigantische gevolgen, maar nu ontwijken we dat conflict.

Maar toen realiseerde ik dat dit geen botsing tussen handelingen is, maar een botsing tussen intenties. Het conflict komt niet van verschillende dingen die verschillende mensen hebben gedaan. Het conflict komt omdat verschillende mensen iets anders willen gaan doen.

En toen ik er langer over nadacht, besefte ik dat dit een soort subtieler broertje is van de ander.

Je kunt niet een heel verhaal lang mensen laten botsen qua handeling. Want dan gebeurt er constant superveel, het gaat allemaal mis (of langs elkaar heen), alle conflict is hetzelfde. Door een groot deel van de tijd intenties/wensen te laten botsen, breng je variatie, zorg je dat men uiteindelijk alsnog uitkomt __op één handeling (wat het verhaal versimpelt).

Bijvoorbeeld: ik zou kunnen zeggen dat Vuurbaard Koningspoort aanvalt, maar dat de rest vlucht en hem achterlaat. Botsing van handelingen. Meest interessant, grootste gevolgen. Maar dan heb ik het verhaal wéér gesplitst in twee onderdelen, wéér ingewikkelder, terwijl Vuurbaard—toch wel de grote slechterik—domweg achterblijft in een gevangenis ergens, of sterft. (Het is alsof Voldemort, in de Harry Potter reeks, ergens halverwege de serie al op een domme manier zichzelf vermoorde.)

Dus ik kies nu voor de “zwakkere oplossing” zodat ik later in het verhaal ruimte heb voor de “grotere oplossing”.

Wat happens in Koningspoort, stays in Koningspoort

In zekere zin was dit de tweede “knoop” die ik moest ontrafelen. Alle verhaallijnen komen hier samen, hier gebeurt iets groots en belangrijks, maar ik wil niet langer dan een paar hoofdstukken in deze stad blijven. (We zijn al vrij veel op het land en in dorpen/steden voor een piratenverhaal.)

Er moeten veel antwoorden komen op vragen (die de lezer waarschijnlijk heeft), maar ook niet té veel, want we moeten nog 1/3 boek.

De focus van deze hoofdstukken ligt dus op de kant van de koning. (Hiervoor zagen we de kant van de piraten, de kant van Temata, maar nooit de koning/diens soldaten/de inwoners van deze wereld.)

Uiteindelijk koos ik voor dit groepje:

  • Ze volgen Temata’s voorstel: in vermomming de stad binnengaan. Ze ontdekken dat soldaten van de koning best aardig kunnen zijn. Vuurbaard ontdekt dat je ook goud kan krijgen door te handelen. De sfeer, de unieke cultuur, de mensen van deze stad krijgen even tijd.
    • Temata krijgt dus steeds meer gezag binnen de piraten, terwijl zij steeds meer menselijk worden en iets nieuws willen proberen
  • Temata levert de gesmokkelde jongen af. Via hun familie, leert ze meer over Koningspoort én wat haar vader ermee te maken heeft. De piraten halen nieuwe voorraden, checken wat de koning allemaal aan het doen is.
  • Ze bezoeken de bibliotheek (een plek van belang voor Verhaalstaart, al meerdere keren genoemd) op zoek naar antwoorden. Over de “Onbekende Gebieden”. Over de “Grote Vloek”. Over de vroegere wrede daden van Wreedbaard. Hier wordt definitief onthuld dat “elke schat is een vloek”, dat er een lange tijd was waarin nog geen enkele schat was gevonden (wat suggereert dat ze dus allemaal door één iemand zijn geplaatst).
  • Hier overhoort Temata een gesprek tussen haar ouders en iemand anders, ze gaat ernaartoe, ziet hen, maar dan worden ze gevangen genomen. Haar schreeuw van paniek geeft de piraten weg, en ze moeten meteen weer vluchten uit Koningspoort. (Immers weten we inmiddels, vanwege vaders backstory, dat zijn familie naast de bibliotheek woonde. Daarnaast zijn de piraten op weg naar een arts/heler voor Fluisterstaart, en haar ouders zijn op zoek naar een heler voor Raadselbaard, dus dát is de plek waar iedereen elkaar ontmoet.)

Ik had één groot probleem: hierna gaat Temata op zoek naar het huis van “de missende piraat” (in de Onbekende Gebieden). Maar dat doet ze, net als het hele boek, op basis van hints die gebieden afstrepen.

Het probleem? Tot nog toe heeft ze niet één hint gekregen naar zijn locatie. En deze keer zouden hints niet over een gebied gaan, maar over een specifieke plek in een gebied.

Dat is een vervelende manier om het patroon te breken. Kan dat anders?

Eigenlijk weten ze al vele hoofdstukken eerder zo goed als zeker dat haar ouders in Koningspoort zijn. Er komen ook geen nieuwe hints meer over hen. Dus vanaf dat moment kan ik alvast hints geven over “de missende piraat”.

Daarnaast verander ik het alsnog naar “hele gebieden”. Pas als je 2 of 3 hints hebt, weet je dat hij in Onbekend Gebied #1 moet zijn. (Waar hij dan specifiek is, daar kan Temata toevallig op stuiteren tijdens het zoeken, of dat kan misschien samenhangen met haar eigen herinneringen of logisch nadenken.)

Oh, nee, ik had nog een groot probleem. Het idee van het verhaal is dat Temata onschuldig begint (veel te eerlijk, naïef, denkt dat ze een grappig avontuur gaat doen), maar langzaam ziet ze de realiteit, wordt ze meer een “echte piraat”, leert te doen wat nodig is om te overleven. Hoe ver wil ik daarmee gaan? Het blijft een kinderboek, redelijk kort en avontuurlijk. Maar als dit niet duidelijk genoeg wordt neergezet, kan het er net zo goed niet zijn.

Dus uiteindelijk koos ik een tussenweg. Nee, onze hoofdpersoon gaat nooit mensen actief vermoorden, of lichaamsdelen afhakken, of iets in die richting. Dat is véél te wreed, luguber, niet kindvriendelijk. Het zou ook onrealistisch voelen, dat een jong meisje zo snel zo heftig veranderd. Maar ze doet wel dingen die overduidelijk niet goed zijn. Ze steelt, ze liegt, ze verraadt mensen en breekt beloftes, ze doet mensen pijn en geeft hen verwondingen in een zwaardgevecht.

Ik denk dat dit een balans is die werkt én nodig is voor het verhaal. Misschien gaat het net te ver, of misschien is het juist te soft. Dat zal moeten blijken als ik de tweede versie doe, als ik het anderen laat lezen, etcetera. Maar daarvoor gaan we.

Stilte voor de storm

Ze vluchten uit Koningspoort, maar de “Grote Vloek” is inmiddels steeds meer opgezet, en de enige plek waar ze heen kunnen zijn de “Onbekende Gebieden”. Dus Temata raakt, in een chaotische situatie, los van de rest.

De Onbekende Gebieden zijn de welbekende “stilte voor de storm”. Vrij letterlijk. Het is een mistig, mysterieus, akelig gebied waar niemand dus eerder doorheen durfde (of levend uit terugkwam). Het is doods. Het is vervallen.

Op dit punt is Temata helemaal alleen. Haar dieptepunt. Het stilste punt.

Dus zelfs de actie in deze hoofdstukken is meer van een subtiele variant. Magische gebieden waar ze doorheen gaat. Bijzondere wezens die ze niet begrijpt. Constante angst dat ze wordt omringd door enge beesten, maar tot zien/vechten komt het nooit.

Als ik hier constant grote gevechten of vluchtscènes laat plaatsvinden, valt de climax van het boek (die hierna komt) tegen, en wordt het simpelweg vermoeiend en eentonig.

Tegelijkertijd is dit natuurlijk het moment waarop onze heldin weer groeit. Na de val komt opstaan. Ze herinnert wat ze allemaal heeft geleerd op dit avontuur. Ze bedenkt weer plannen, ze gaat ervoor, ze wordt haar eigen soort piraat. (In metaforische zin: ze komt uit de Onbekende Gebieden als een ander persoon dan hoe ze erin ging.)

Ik moest even nadenken hoe ik dit wilde doen. Ik wilde dus iets anders dan de rest van het boek. (We hadden bijvoorbeeld al een storm gehad, een zeemonster, ijsbergen, allerlei soorten gevaren.) Maar het moest wel serieus genoeg zijn. Mysterieus, maar ook passend binnen het thema van het boek.

Uiteindelijk bedacht ik het volgende:

  • Deze onbekende gebieden zijn onbekend puur omdat niemand erin durft. Wreedbaard had allerlei gevaren om zijn thuis te verdedigen, daarom probéérde überhaupt niemand meer hiernaartoe te gaan.
  • Het gebied is niet daadwerkelijk vervloekt. Het is een klein beetje magisch, omdat de Zeegod hier vroeger woonde. Door legende en angst is dit gevaar opgeklopt.
  • Dus Temata is eerst doodsbang, hoort gekke geluiden om haar heen, ziet schaduwen van gigantische wezens die ze niet kent. Ze heeft geen eten of drinken, kan Raadselbaards huis maar niet vinden.
  • Ze is hopeloos verloren.
  • Maar dan komt ze erachter dat in deze gebieden dus een heel eigen ecosysteem is begonnen, los van het gevaar van mensen. Die wezens zijn dus ook totáál niet bang voor haar.
  • Ze maakt er misbruik van, steelt hun fruit, of eieren, of wat dan ook. De dieren zijn vooral heel … verbaasd.
  • (Als ze even later terugvaart, ziet ze dat de dieren haar agressief benaderen en wegjagen.)

Ik worstel hier nog een beetje mee. Want ik weet niet precies waar haar karakter nou heen gaat en hoe het verhaal eindigt. Maar vooralsnog verandert ze, gedurende het boek, steeds meer in “een typische piraat” (die dus steelt, liegt, vecht, etcetera)

Nou, we zijn weer een denksessie verder. En ik denk dat ik alles aan elkaar heb geknoopt:

  • Vlak voor “de stilte voor de storm” besluit ze te stoppen met liegen. Dit was al een belangrijke verhaallijn in het boek. Ze vertelt eerlijk alles dat ze heeft gedaan, rondt dingen af, en krijgt haar piratennaam: “Waarstaart”.
  • Ze is klaar met liegen tegen anderen … maar ze liegt nog steeds tegen haarzelf!
  • Dus de scenes daarna doet ze nog steeds gemene dingen, maar gebruikt smoesjes om het goed te praten voor haarzelf, is trots op haarzelf omdat ze toch “zo eerlijk is nu”.
  • Pas tijdens de climax van het boek komen deze twee dingen in botsing. Ze heeft de kans om in één klap haar vijanden weg te vagen en macht te krijgen: door de Zeegod te commanderen, zoals Raadselbaard voor haar deed. Ze bedenkt het, ze wil het doen … en dan beseft ze wat er van haar is geworden. Dat ze ook moet stoppen tegen haarzelf liegen. Dat haar beeld van een “piraat” moet worden aangepast.
  • En zo spaart ze hun levens, wordt een betere “piraat”, eindigt deze ontwikkeling.

Hoe dan ook, in het hart van de Onbekende Gebieden komt “het grote gesprek”.

Ze vindt het huis van Raadselbaard. Het is leeg … met uitzondering van Verhaalstaart. (De persoon die niet terugkwam, de persoon waarvan ze dachten dat ze was gesneuveld in de Onbekende Gebieden.)

Hier wordt een hoop uitgelegd. Hoe zij allang samenwerkte met Raadselbaard. Hoe hij haar oppas was. Zijn verleden. Waarom hij in raadsels communiceert. Dat soort dingen. Zoals altijd is het hier zoeken naar een balans tussen informatie onthullen en niet slaapverwekkend zijn.

Gelukkig had ik dit al voorzien, dus veel van de informatie en hints zitten al door het hele boek heen en hoeven hier niet genoemd. De hoofdstukken werden daardoor relatief kort en consistent interessant.

De climax: deel 1

Elke keer als ik een verhaal schrijf, is de climax/het einde een groot zwart gat. Ik begin vol onzekerheid (en onwetendheid) en hóóp maar dat ik antwoorden heb tegen de tijd dat ik hier ben.

Soms werkt dat perfect. Meestal valt het vies tegen.

Ja, veel puzzelstukken stonden op hun plek. Nee, ik had nog steeds geen heel specifiek idee wat “de grote vloek” inhield en hoe het einde vorm zou krijgen.

Dus wat doen we dan? De kaart erbij pakken, alle losse problemen teruglezen, en lang nadenken.

Het hele boek heeft als thema “wat/wie is goed of kwaad?” De piraten tegen de koningen. Allebei beweren ze dat ze zichzelf verdedigen tegen de ander. Tegelijkertijd is het hele mysterie dus gebaseerd op Raadselbaard, op dat hij vroeger heel wreed was en magie had die hij in schatkisten stopte.

Dus dan is de vraag: hoe komt hij aan die magie? Waarom was hij zo wreed? En vanuit daar probeerde ik “De Grote Vloek” te ontdekken.

Diezelfde dag schreef ik een hoofdstuk waarin ik ter plekke iets improviseerde over de “Zeegod die misdadigers strafte” en “Oude Magie”. (Ik weet niet, het klonk interessant en paste in de scene.)

Dus die twee dingen combineerde ik:

  • Raadselbaard was vroeger een eerlijke, succesvolle handelaar op zee.
  • Maar hij werd keer op keer afgejaagd en afgebroken. De koning vond dat hij een deel van zijn rijkdom moest afstaan. Soldaten vonden dat ze zijn waren mochten hebben zonder ervoor te betalen.
  • Zo gebeurde het dat hij op een dag alles kwijtraakte, gewond en straatarm achter bleef.
  • Hij moest overleven, moest weer zijn rijkdom opbouwen, dus hij beging kleine misdaad. Eten stelen, een schip stelen.
  • De Zeegod zag hem nu als misdadiger. Die leidde hem naar zijn thuis om hem daar te straffen.
  • Maar Raadselbaard wist hem te vangen en diens magie te gebruiken. Dáár komt zijn magie vandaan die hij in de schatkisten stopte.
  • Tegelijkertijd was hij door zijn ervaringen dus een heel bitter en wreed persoon geworden. Daarom heet hij Wreedbaard en was hij de verschrikkelijkste piraat.
  • Maar hij wist ook dat de Zeegod ooit terugkwam. Als hij stierf, als hij hem niet meer kon tegenhouden, zou hij losbreken. Dus dat is de Grote Vloek waarvoor hij probeerde te waarschuwen, want piraten zijn natuurlijk gigantische misdadigers in de ogen van de Zeegod.

Ik moet een paar hoofdstukken eerder in het boek aanpassen om dit verhaal alvast op te zetten, maar verder lijkt het goed te passen.

De Grote Vloek is dus letterlijk de Zeegod die terugkomt, werkelijk iedereen als misdadiger ziet en hen probeert te vernietigen.

De climax: deel 2

Oké. Praktisch het hele boek is geschreven. Alle puzzelstukken staan op hun plek.

Maar hoe ronden we het af?

Dit is de situatie:

  • De Zeegod is definitief losgebroken en staat op het punt om iedereen te vermoorden (want iedereen op zee is een misdadiger in de ogen van de god)
  • Temata en Verhaalstaart komen terug uit het Onbekende Gebied, hebben net iedereen gewaarschuwd/een bericht gestuurd.
  • De piraten hebben we een paar hoofdstukken geleden voor het laatst gezien, toen ze Taran teruggaven aan de koning en een “soort van vrede” sloten.
  • Een vloot koningsschepen moet dus in de buurt van hen zijn.
  • (Bero is onderweg met zijn eigen vloot, maar dat weet de lezer nog niet.)

Ik heb mezelf drie hoofdstukken gegeven voor deze climax. Een laatste actiescene waarin al deze verhaallijnen samenkomen en ze de zeegod verslaan.

Maar hoe? Hoe? Die vraag stel ik mezelf al een paar dagen, inmiddels kan ik het niet langer uitstellen.

Dus ik kijk naar de dingen die ik zeker weet:

  • Temata moet dus haar moment krijgen waarop ze “bijna iedereen kan vermoorden”, maar dan realiseert ze wat voor wreed persoon ze is geworden, en het dus niet doet.
  • Temata’s belangrijkste eigenschap (waarheid vertellen, dingen tellen, plattegronden kennen) moet onderdeel zijn van de manier waarop ze winnen.
  • Ze moeten aan de verliezende hand zijn, totdat Bero aankomt met zijn hulp.
  • De zeegod begint relatief zwak. Want diens magie is afgepakt en zit dus in de piraten. Eén of twee van de piraten moeten dus tijdens het gevecht sterven, zodat die magie vrijkomt en de zeegod ineens twee keer zo sterk wordt.
  • De zeegod is, tja, geen mens en heeft geen lichaam. Dus het is niet alsof ze kunnen winnen door de zeegod in elkaar te slaan of te laten exploderen.

Het probleem is dat ik eigenlijk alle mysteries heb opgelost tegen dit punt. Er is dus geen los eindje, geen stukje informatie eerder in het boek, dat ik nu kan gebruiken voor het “trucje” om de zeegod te verslaan. (Ook een bijzondere gebeurtenis voor mij. Meestal staat er nog héél wat open op dit punt.)

Niemand weet hoe Raadselbaard vroeger de god heeft gevangen en ze kunnen het niet vragen. Daarnaast is het “vangen” van de god geen goede afronding, in mijn ogen. Het verschuift het probleem simpelweg naar mensen in de toekomst (als hij weer loskomt). Daarnaast is de god niet slecht—het probeert niets anders dan de zee vrijhouden van misdadigers—dus een verhaal eindigen met zo’n boodschap is ook niet goed.

Na een brainstormsessie, had ik deze opmerkingen:

  • Er zijn tien piraten en Raadselbaard heeft tien schatkisten verstopt. Maar … omdat Temata’s ouders samen zijn, is er dus één schatkist nog niet gevonden => daar kan ik iets mee
    • Misschien dwingen ze de zeegod om deze schatkist te openen, waardoor deze ook ziek/zwak wordt, net als Raadselbaard. => Niet dwingen, maar Temata vertelt de waarheid (“deze schatkist bevat magie: een geweldige kracht, maar ook een geweldige vloek”), de zeegod gelooft haar niet (“want alle piraten zijn leugenaars en dieven”), opent alsnog de schatkist en verslaat zo zichzelf
    • Misschien moet Temata ergens de moeilijke keuze maken: deze laatste schatkist openen in de hoop een kracht te krijgen waarmee ze winnen, of niet.
    • Ik vind dit een geweldig idee, omdat het dus klopt met alles dat je eerder hebt gehoord hierover, én het bevestigt weer het thema van “Temata telt alles goed en lost zo dingen op”
    • Bovendien moet Temata de locatie hiervan weten, want ze is in Raadselbaards huis geweest, waar een kaart is met alle schatkisten.
  • Er is een Zeegod die gelimiteerd is tot de zee. Dus je hebt het idee dat er ook andere goden moeten zijn met hun eigen domein. Het idee dat er misschien iets extra’s speelt en dat deze god daar pissig over is. => daar kan ik misschien iets mee, maar het moet niet ineens allemaal extra informatie toevoegen.
  • Het hele boek wordt het conflict tussen piraten en koning opgezet en uitgediept. Het voelt dus niet passend als ze dikke vriendjes zijn ineens. Aan het begin van het gevecht krijgen deze schepen de opdracht om de piraten te verraden en in de rug aan te vallen.
    • Maar Taran is een hoge generaal, dus die kan wat goedmaken.
  • Er is een ontwikkeling die ik graag afmaak. In het begin neemt Vuurbaard Temata’s ouders totaal niet serieus, lacht ze uit. Halverwege is hij ineens wat serieuzer. Aan het einde wil ik dat hij doodsbang is voor hoe sterk haar ouders zijn.
    • De vraag is hoe? Haar ouders zijn gevangen. Waarom zouden ze bij dit gevecht zijn? Misschien gebruiken ze Temata’s ouders als gijzelaars? “Val ons niet aan, want dan gaan jullie medepiraten eraan”?
    • Misschien is Vuurbaard niet zelf bang, maar hij zegt tegen de koning “waag het, waag het deze twee piraten in gevaar te brengen, en zij zullen je de keuze laten betreuren”

Tja, verhalen schrijven bestaat vooral uit heel veel problemen opsommen, oplossingen bedenken, beseffen dat je al veel te lang twijfelt en keuzes maken. (In ieder geval als je richting het einde gaat.)

Ik had één alternatief plan: de Zeegod heeft een “hart”. Raadselbaard wist dit hart naar voren te brengen, toen hij zijn zielige verhaal vertelde aan de zeegod, en zo nam hij hem gevangen. Temata doet hetzelfde, praat en vertelt verhalen totdat het hart tevoorschijn komt. Het verschil is dat zij het dus niet gevangenneemt, maar teruggeeft aan de Zeegod, met de afspraak elkaar te helpen.

Waarom? Nou, omdat er anders niks is om voor te strijden. Wat is iedereen de hele tijd aan het doen? Vechten met een zeegod die ze niet kunnen raken of doden? Het maakt niet uit hoe vaak je water slaat, of kanonnen erin vuurt, het doet niks. Maar op deze manier kan men proberen de zeegod af te leiden, men probeert dit hart te raken, kleine groepjes zijn op zoek naar die schatkist en dergelijke terwijl de rest de aandacht trekt.

Dus dit tweede plan is vooral nodig om uit te leggen waarom er constant actie is en een constant gevecht. In plaats van dat mensen alleen maar op afstand wachten tot iemand “de oplossing” bedenkt.

Ik kon niet kiezen, beide routes hadden wel iets moois en passends. Dus tja, toen deed ik ze allebei. Ik kan altijd later een paar stukken uit de actiescene snijden, het is moeilijker om later iets toe te voegen om grote gaten te dichten.

Dus toen was het tijd om te schrijven. Ik probeerde zoveel mogelijk de speciale krachten van piraten op een creatieve manier te gebruiken. Ik heb het gevecht expres bij de botbruggen laten plaatsvinden, zodat we een goede mix van zeegevecht en landgevecht kregen. (We hebben al heel wat actiescenes op het water. En als iedereen in dezelfde boten zit, met dezelfde wapens vecht, op hetzelfde water, wordt het al snel eentonig.)

Dit was erg lastig, want er moest zoveel gebeuren, maar ik wilde netjes onder de woordenlimiet van 50,000 woorden blijven. (Dit hele boek leest sowieso op een zéér rap tempo.)

Maar uiteindelijk, als je een beetje doorzet, krijg je een eerste versie op papier.

Het einde

Het einde van dit boek stond natuurlijk vast vanaf het moment dat ik de eerste mysteries had opgezet en uitgedacht:

  • Ze vindt de echte schat
  • Zij en haar ouders worden herenigd en zijn eindelijk rijk, eindelijk weer vrij
  • Raadselbaard sterft van de vloek die hij over zichzelf heeft afgeroepen in een verdrietig afscheid
  • Temata is haar eigen soort piraat en heeft piraten in het algemeen een soort “hervorming” gegeven.

Dus dit gedeelte ging vooral om het afschrijven. Zorgen dat ik niks vergeet. Mooie zinnen vinden waar nodig. Niet te lang doorgaan, alles uitleggen, etcetera.

Voor een improviserende schrijver zijn eindes altijd een beetje … saai. Ik weet dat ik alles netjes heb afgerond, en dat het een prima einde is, maar omdat ik meer ben van een verhaal beginnen voelt elke einde van elk boek stom. Dus ik ben hier vrij snel doorheen gegaan zodat het boek in ieder geval compleet af is, de tweede versie mag dit nog veranderen.

Conclusie

Poeh, dat was weer een boek. Mijn kortste afgemaakte werk ooit! Mijn eerste werk voor kinderen dat géén prentenboek is!

Maar de lengte maakte het juist extra lastig: alles moest efficiënt geschreven en uitgedacht. (Wie de dagboeken van vorige werken heeft gelezen, weet dat ik eerder de neiging heb om alles véél te lang te maken.)

Ik heb weer véél geleerd over schrijven, plotten, karakter, het hele proces. Ik zie nog veel verbeterpunten, maar merk ook dat ik echt wel vooruit ben gegaan over de jaren.

(Als ik dit vijf jaar geleden had geprobeerd, was het ofwel nooit afgekomen vanwege “the muddy middle”, ofwel alsnog drie keer zo lang geworden. En zelfs dan was het minder duidelijk en diepgaand dan zoals het nu is, omdat ik allemaal tijd zou verspillen met veel te lange zinnen en onbelangrijke scenes.)

In eerste instantie wilde ik dit boek nóg meer interactief maken. Door eens in de zoveel tijd een keuze te geven. (Denk je dat de schat in gebied A ligt? Ga naar pagina 69. In gebied B? Ga naar pagina 30.)

Maar het verhaal zelf werd te lang en diepgaand, waardoor keuzes eigenlijk nergens goed passen. Je zit middenin een emotionele scene … en dan moet je ineens een keuze maken en de verhaallijn splitsen? Het hele boek wordt een bepaald thema opgebouwd rondom het hoofdpersonage … maar als je aan het einde een andere keuze maakt, wordt hele thema weer vergeten?

Nee, als ik dit wil doen, moet ik dat echt van tevoren definitief bepalen. Dan moet het verhaal zelf heel simpel zijn, opgedeeld in korte stukjes, zodat keuzemomentn altijd logisch en passend zijn.

(Daarnaast kan het boek niet veel langer worden als het nog “acceptabele kinderboeklengte” moet blijven. Het is nu 42,000 woorden. De tweede versie gaat sowieso ~5,000 woorden toevoegen aan extra informatie die ik kwijt wil op verschillende plekken. En de maximum is toch wel ~50,000 woorden.)

Op dezelfde manier wilde ik in bonuslocatie verstoppen via hints die héél moeilijk te vinden zijn. Maar ik ben bang dat het op dit punt vooral voelt als een goedkoop trucje.

Dus de enige interactiviteit van het boek is dat je de wereldkaart hebt waarop je zelf kan meedenken. In de toekomst maak ik een boek met die andere elementen, zodat ik ze goed kan doen.

De tweede versie

Zoals altijd, het boek blijft een paar maanden ergens liggen, en daarna doe ik de tweede versie.

De revisies van dit boek waren relatief klein. Personages werden iets meer naar extremen getrokken (wat hen ook duidelijker neerzet). Een zinnetje hier erbij voor verduidelijking. Een zinnetje daar weg omdat het té veel van het mysterie weggeeft. Gaten dichten, controleren of ik niks vergeten ben, kijken of zinnen mooier of scherper kunnen.

Er waren een paar grote gaten. Dingen waarvan ik achteraf zag “oh dat ben ik hélemaal vergeten” of “dit personage heeft het halve boek eigenlijk niks te doen”. Dat kostte de meeste tijd om op te lossen op een goede manier. Meestal betekent het namelijk dat je, door het hele boek heen, hier en daar een extra paragraaf wil toevoegen of handeling aanpassen. Maar ja, hoe eerder in het boek je iets aanpast, hoe meer dat alles veranderd dat daarna komt.

Ik ben in het algemeen slecht in grote veranderingen aanbrengen tijdens een tweede versie. Zoals hele verhaallijnen omgooien, hele personages weg, etcetera.

Maar hier zag ik echt geen noodzaak. Mede omdat ik dus op een soort hybride manier schrijf: ik neem regelmatig pauzes om te bedenken wat nou de beste volgende hoofdstukken zijn. Ja, het kost tijd en moeite, en haalt je soms uit je “flow”. Maar het gevolg is dat ik vrijwel nooit tien hoofdstukken schrijf en vervolgens in de tweede versie denk: “nee, deze hele verhaallijn is belachelijk slecht, ik schrap het allemaal”.

Ik zeg niet dat het perfect is. Dat is het nooit. Maar ik vind het zo goed genoeg om uit te geven, dus dit project is af!