Header / Cover Image for '[Dagboek] Jij moet het eerst zeggen'
Header / Cover Image for '[Dagboek] Jij moet het eerst zeggen'

[Dagboek] Jij moet het eerst zeggen

Ik schrijf normaal gesproken geen “dagboek” voor mijn boeken. Ik schrijf immers improviserend, dus ik heb geschreven … wat ik uiteindelijk heb geschreven. En er is weinig interessant aan achteraf vermelden “hier had ik moeite mee” of “deze paragraaf heb ik drie keer herschreven”.

Maar dit boek is anders. (Bezoek hier de officiële pagina: Jij moet het eerst zeggen.)

Het boek heeft een hele bijzondere structuur en hangt eigenlijk geheel af van één idee. Het “trucje” of het “geheim” als je wilt.

Dus bij dit boek moest ik meer van tevoren plannen en concrete plannen maken. Hieronder leg ik kort uit hoe dat in z’n werk is gegaan 🙂

Ja, ik zeg kort, en waarschijnlijk lach je me uit omdat dit dagboek op zichzelf bijna een boek is. Maar dat laat zien hoe ongelofelijk veel en moeilijk werk het schrijven van een boek is. Dit is echt een hele korte samenvatting van het hele proces.

Dit dagboek bevat WERKELIJK ALLE SPOILERS! Lees het op eigen risico.

Wat was het originele idee?

In veel boeken, zeker ook jongerenromans, heb je een relatie (romantisch of vriendschappelijk) die begint, opbloeit, en dan tragisch eindigt.

Het idee voor dit boek ontstond toen ik dacht: dit is cliché, maar wat als je het omdraait?

De relatie tussen de twee hoofdpersonen is binnen de eerste paar hoofdstukken al begonnen, opgebloeid, en toen geëindigd (toen één van hen stierf). En dan moet je de rest van het boek nog.

Eerst leek dit een trucje, maar niet meer dan dat. Het voelt onrealistisch: zó snel verliefd worden en samen wegrennen. En de lezer heeft veel te weinig tijd om echt te geven om de personages.

Maar al vrij snel kreeg ik een paar extra ideeën die, eventueel, alles konden laten werken.

Het belangrijkste idee hiervan was natuurlijk: het boek begint met dat persoon A sterft … maar helemaal aan het einde komt de plot twist dat eigenlijk persoon B is gestorven.

Het zou een boek worden over hoe het andere personage “stopt met leven”, depressief wordt, het opgeeft, vanwege het verlies van die ander. Maar dan aan het einde een manier heeft geleerd om toch weer vol te gaan leven.

Hoe maken we het realistisch?

Hoe zorgen we ervoor dat het niet gek voelt? Zomaar iemand ontmoeten, meteen een relatie beginnen en samen weglopen?

Ik ken meerdere methodes:

  • Je benoemt dat het gek is. Het personage denkt het zelf ook, de ouders/vrienden zeggen dat ze gek zijn en niet zomaar met een vreemde moeten meegaan.
  • Je zet de personages neer als improviserende, spontane personen die zoiets zouden doen.

Dat werd het hoofdthema van het boek. Het feit dat iedereen hen gek noemde dat hun relatie zó snel ging … terwijl alle andere personages almaar “wachten” totdat hun leven leuker wordt.

Jij moet het eerst zeggen. De beste zin die ik kon vinden om dit allemaal te bevatten.

En zo ging ik nadenken over andere verhaallijnen waarin een relatie op spanning staat, of juist nooit opbloeit, omdat ze allebei wachten tot de ander (of iets anders) de eerste stap neemt.

(Dit is één van de hoofdregels van de kunst: repetition legitimizes. Alles wat je herhaalt, wordt waar. Dus door alle verhaallijnen rond hetzelfde thema of misschien “gekke” idee te laten draaien, wordt het ineens “normaal” voor de lezer.)

De uitgestippelde route

Een tijd geleden schreef ik een artikel hierover. Een techniek om ervoor te zorgen dat je boek van begin tot eind boeiend blijft en goed tempo houdt.

Samengevat is het idee: zorg dat er een zichtbare route is van begin tot eind, en elk hoofdstuk doe je een stapje vooruit.

Voor dit boek had ik de volgende twee routes.

Route 1: Het mobieltje. Hierop staan de dingen waarmee de hoofdpersoon zich jaren bezighield, dit bevat extra informatie. Maar er staat natuurlijk een wachtwoord op. Gedurende het boek proberen ze te vinden wat dat zou kunnen zijn.

Route 2: De fatale gebeurtenis. Stukje bij beetje gaat het onderzoek natuurlijk verder, leren ze steeds meer over wat zich heeft afgespeeld toen één van hen stierf (en de dagen daarvoor waarin ze waren weggelopen).

Dus het doel was om elk hoofdstuk beide routes een stapje vooruit te zetten. Voor de rest was het verhaal volledig vrij. (Behalve natuurlijk de plot twist aan het einde, die niet uit het niets moet komen, maar ook niet voorspelbaar moet zijn.)

Ik vind het leuk (misschien té leuk) om een algemene structuur aan een boek te geven, zoals elk hoofdstuk beginnen met een plaatje of een cryptische tekst.

Dus ik besloot om route 1 grotendeels te laten lopen via plaatjes. Elk hoofdstuk begint met een telefoonscherm en het volgende wachtwoord dat ze proberen. (Met steeds “X pogingen over”, waarbij X lager en lager wordt.)

De plot twist

Dit was het moeilijkste deel.

Bij het ene personage (James) moeten de hoofdstukken worden geschreven alsof hij gestorven is terwijl hij nog leeft.

Bij het andere personage (Ginty) moeten de hoofdstukken worden geschreven alsof ze nog leeft terwijl ze dood is.

Als je dit té strak doet, en werkelijk alle zinnen/referenties supervaag maakt, weet een lezer ook wel waar het heen gaat.

Dus ik probeerde in elk hoofdstuk een stukje te zetten dat lijkt te bewijzen dat iemand nog leeft/dood is, maar als je iets beter kijkt alsnog klopt met de plot twist.

Bijvoorbeeld: persoon A stelt een vraag aan persoon B. Ginty zegt er iets tussendoor. Persoon B lijkt te antwoorden op Ginty, maar diens antwoord is gewoon op persoon A. (Want, onthoudt, Ginty leeft niet meer en is dus niet fysiek in de scene.)

Nou, ik probeerde zoveel mogelijk verschillende manieren te vinden om dit te bereiken.

Het grote probleem dat overblijft is natuurlijk dat beide personages dus praktisch géén invloed meer kunnen hebben op het verhaal. Wat ze zeggen wordt niet gehoord, ze kunnen niet fysiek iets verplaatsen, etcetera.

Ik zag enkele oplossingen:

  • Ginty krijgt een zus die héél veel op haar lijkt. Dus in een paar situaties denken mensen haar te hebben gezien, dat is niet zo.
  • James en Ginty veroorzaken vooral dingen door wat ze achterlaten (teksten, geheimen, etcetera)
  • Beide hebben ouders/vrienden die soort van hun “stand-in” zijn. Ze doen/zeggen wat die ander zou hebben gezegd in situaties.

Maar de grootste oplossing is simpelweg om het verhaal vooral te laten draaien om de mensen die nog wel leven. Die moeten dan maar alles op zich nemen en het meeste doen.

De verhaallijnen

Op dit punt heb ik de eerste twee hoofdstukken geschreven, en een iets beter idee van hoe het gaat zijn.

Dit zijn de abstracte schetsen van de verhaallijnen voordat ik verder schreef:

James is aan het begin “dood” (doet en zegt letterlijk niks), maar tegen het einde wordt hij dus weer actief, en dan ontdek je dat hij nog leeft. (En zichzelf tegenhield uit rouw en spijt.)

Ginty doet hetzelfde: ze begint in rouw om James, maar tegen het einde van het boek lijkt ze weer tot leven gewekt, wat betekent dat ze loslaat en eindelijk stopt met als geest ronddwalen.

De ouders van Ginty ontdekken langzaam hoe slecht ze haar hebben behandeld en dat ze stiekem geniaal was en heel veel moeite deed om er iets van te maken. (Ik overweeg haar zus een mentale ziekte te geven, waarvoor Ginty al die jaren een oplossing zocht … en misschien zelfs vond.)

De moeder van James “leert” dat ze niet langer moet wachten. Ze neemt de sprong en vraagt een kennis van haar, waarmee ze stiekem al jarenlang samen wilde zijn, of hij met haar verder wil.

De beste vriendinnen van Ginty—Alissa en Yin—zijn woest op elkaar en uit elkaar gegroeid door een voorval van vroeger. Ze wachten allebei tot de ander het goedmaakt. Maar aan het einde hebben ze geleerd hoe stom dat is en leggen het bij.

(De beste vriend van James, Benjamin, idealiseert James en zijn talent nogal, terwijl hij zelf verschuilt in zijn boeken. Leert over tijd dat James ook maar een mens was, en dat hij nu zelf in de schijnwerpers mag stappen en gaan leven.)

Er is nog steeds véél onduidelijk. Maar dat ontdekken we dus terwijl we schrijven. Ik mis vooral de echte spanning: dit is nogal gebaseerd op emotie/mentale staat/karakter, maar zonder veel actie/plot/spanning.

Dus dat is de volgende vraag!

Hoe stoppen we dit in een plot?

Ik zie enkele punten waaruit actie kan komen:

  • Hun probeersels om James/Ginty’s informatie en verleden te achterhalen, ook al wordt het verboden of afgeraden. (Zoals: langs een shady winkel gaan waar ze mobieltjes kunnen kraken.)
    • Waarbij zowel James als Ginty dus niet zo “foutvrij” zijn als men denkt.
  • De groeiende haat tussen Alissa en Yin. Dit kan uitlopen op serieuze acties, fysiek geweld, iets.
  • (De spanning voor Benjamin om zichzelf te ontdekken en zelf op het podium te gaan staan. Zoals je merkt: dit is meer een klein verhaallijntje.)

Maar het komt toch vooral terug bij dat eerste punt, bij die rode draad: wat is er gebeurd die avond en wat staat er op die versleutelde mobiel?

En dat is niet gek, want het is gebaseerd op een gebeurtenis uit mijn eigen leven.

Wat de rode draad moet blijven

Mijn broer is onverwacht overleden. Hij was gaan wielrennen, zoals hij zo vaak deed, en driekwartier later stond de politie voor de deur om te zeggen dat reanimatie was gestopt.

Wat volgde was een wilde rit waarin men probeerde uit te vogelen wat er was gebeurd. Waarin we probeerden in zijn mobiel te komen, want daar hield hij veel bij (zoals zijn precieze locatie tijdens het fietsen), zonder succes.

Hoewel ik natuurlijk veel verander voor zo’n verhaal, moet dit de kern blijven. De meeste stappen op die “route” zijn dan ook dingen die echt zijn gebeurd, geprobeerd of overwogen.

Maar als schrijver vertel ik natuurlijk niet alleen het verhaal van anderen, het is ook een expressie van mezelf.

Dus ik wilde deze rode draad vooral laten draaien om "(digitaal) nalatenschap".

Vrijwel alles deze dagen gebeurt digitaal. Al mijn werk, van jongs af aan, staat op harde schijven of USB-sticks. (Ik heb lange tijd nergens back-ups van gemaakt! Hoe stom!)

Het gevolg is dus dat, mocht je ineens sterven, of anderzijds je spullen kwijtraken, dan laat je dus niks achter. Daar was ik een tijd best wel bang voor. En het is denk ik een reële angst, iets dat veel mensen niet inzien.

Ik denk dat we meer terug moeten naar de fysieke wereld. Je moet dingen doen in de echte wereld, niet op een of ander online platform. Dus daar gaat het ook over.

Een paar details

Ik hoop dat, zodra je het boek uit hebt en de plot twist weet, je het boek opnieuw wilt lezen. Maar dan met deze kennis, om te zien hoe het verhaal dan ineens anders wordt.

Dit werkt alleen als het boek lekker kort en vluchtig is. Dus ik zei tegen mezelf dat 50,000 woorden een absolute max is, en het liefst nog een stuk korter.

Ook zijn hoofdstukken erg kort en verspil ik weinig tijd met omschrijvingen van hoe mensen eruitzien, herinneringen oprakelen die informatie geven, of dat soort dingen.

Conclusie? Ik probeer in 40,000 woorden gewoon zoveel mogelijk te laten gebeuren volgens de ideeën die ik hierboven schreef.

That’s the plan.

Update: halverwege

language: nl

Ik ben nu net over de helft van het boek (~30,000 woorden).

Ten eerste: het is echt heel lastig om een boek te schrijven met als perspectief twee personages waarvan je niet definitief mag laten doorschemeren of ze dood of levend zijn. Dit was misschien een foute keuze.

Tegelijkertijd is het natuurlijk het meest logisch om het vanuit deze personen te schrijven. Zij zijn essentieel voor het hele verhaal, van begin tot eind. Dus ik heb deze eerste helft geprobeerd alle trucs toe te passen om dit een realiteit te maken.

Maar toen besefte ik dat ik sowieso een ander perspectief nodig had voor een bepaalde scene. (Het was gewoon écht niet logisch dat James of Ginty daar in het echt bij zou zijn.)

Dus ik nadenken, nadenken, nadenken. Toen realiseerde ik dat het boek dus het thema “jij moet het eerst zeggen” heeft, wat betekent dat de hoofdpersonages (op verschillende momenten) eindelijk realiseren wat ze wel/niet moeten doen.

Wat nou als ik, elke keer als een personage deze grote realisatie heeft, een hoofdstuk vanuit hun perspectief doe? Het is een fijne, unieke structuur. Het zou me heel erg helpen. Dus dat doen we.

(De eerste is Benjamin. Op dit punt is zijn geweldige beeld van James helemaal kapotgegaan, hij is rijp voor het moment dat hij breekt en eindelijk zichzelf wordt :p)

Dit veranderd in de volgende regel: zodra een personage eindelijk diens (foute) beeld van James/Ginty loslaat, krijgen ze hun eigen hoofdstukken.

Twee aktes

Ik bedenk altijd muziek terwijl ik verhalen schrijf. Het plan is dan ook, als tijd/vraag/geld het schikt, om veel van deze boeken ook in musicalvorm te gieten.

Eén eigenschap daarvan is de structuur met twee aktes: rond 50%-66% van het verhaal eindigt de eerste helft op een of andere cliffhanger, na de pauze gaat het verhaal verder.

Ik vind dit eigenlijk ook heel handig in boeken. Het zorgt dat er een duidelijk middelpunt is met iets interessants om de lezer vast te houden.

Dus ik ging nadenken over waar deze eerste akte zou eindigen. Dit was behoorlijk lastig. Alle verhaallijnen gaan immers vooral over die langzame realisatie.

Uiteindelijk heb ik veel scenes die ik pas richting het einde had ingeschat, naar voren geschoven. Toen ik er eens goed naar keek, besefte ik pas hoe enorm druk (en overweldigend) het einde zou worden, dus dit voelde als twee vliegen in één klap.

Zo kwam ik uit op het volgende:

  • Benjamin heeft net besloten James links te laten leggen.
  • Yin zit in een diep gat, belt Benjamin om te zeggen dat hij haar moet helpen en bij haar moet blijven, wat uitloopt op dat hij “vreemdgaat” met haar.
  • Alissa, Benjamins vriendin, komt erachter. (Hoe ze erop reageert wil ik denk ik pas na de eerste akte laten zien.)
  • James’ mobiel is, in een wanhoopspoging, afgeleverd bij een niet te vertrouwen zaakje ergens.
  • Pipi krijgt een voicemail van Gerard—de kennis waar ze eigenlijk verliefd op is—dat hij een kans heeft op een groot vijfjarig project in een ander land en dat hij die gaat pakken.

(Dit gebeurt natuurlijk niet allemaal op hetzelfde moment, of in één hoofdstuk. Dat zou overweldigend zijn. Het “einde van Akte 1, begin van Akte 2” is verspreid over zo’n 3 hoofdstukken.)

De moeilijkste verhaallijn

Ik weet dat dit al vrij veel is. Maar dit is hoe ik verhalen schrijf, en ik heb het idee dat ik er steeds meer grip op krijg en beter de verhaallijnen kan gebruiken.

Desondanks worstelde ik met een laatste onderdeel. Dat “medicijn” dat Ginty had ontwikkeld was een probleem. Hoe weten ze dat het werkt? En als ze dat weten, waarom is het nergens meer te vinden, zodat ze het simpelweg kunnen namaken? En als dit medicijn nu bekend wordt, dan heeft Ginty’s moeder echt geen reden meer om boos op haar te zijn, of wel dan?

Tegelijkertijd miste ik de actie in dit verhaal. Deze verhaallijnen zijn leuk en spannend, maar allemaal op een manier die géén actie veroorzaakt. Voor de variatie is zo’n scene eens in de zoveel tijd toch wel nodig.

Enkele hoofdstukken hiervoor introduceerde ik een klasgenoot die overduidelijk een meer criminele insteek heeft. Vooral omdat het nuttig was en een grappige scene opleverde. Maar ik wil de rol eigenlijk vergroten.

Want ik besefte dat het goed paste bij het thema: heel veel jongeren gaan de criminaliteit in als reactie op iets dat hen is aangedaan. Een slechte jeugd, arm opgegroeid, discriminatie, etcetera.

Het probleem is natuurlijk dat de cyclus zo nooit stopt. “Jij moet het eerst zeggen”. Iemand moet besluiten “ja, er is mij van alles aangedaan”, maar ook “nee, ik gebruik het niet als excuus voor criminaliteit, ik ga hard werken om erbovenop te komen in de toekomst”

Dus als we die persoon wat meer tijd willen geven, met deze reden, dan lijkt me dat de geschikte plek voor actie.

Mijn eerste idee is om een inbraak plaats te laten vinden bij James. Er zijn immers twee mogelijke daders: de ouders van Ginty die informatie willen, en die groep halve criminelen die zojuist hebben ontdekt dat er waardevolle spullen zijn.

Maar ik was niet heel tevreden daarmee. Het helpt ook niks met het “medicijn”-verhaallijn oplossen. Dus ik besloot er een nachtje over te slapen.

Ik realiseerde dat het hele mysterie van “wat is er die drie dagen gebeurd?” nauwelijks vooruit was gegaan voor lange tijd. Dus ik besloot deze groep hangjongeren daar in te zetten: Ginty heeft haar doosje pillen verkocht voor geld, zij lopen over straat en hebben hen dus veel gezien, het leek me grappig om een scene te hebben met die opgeschoten jochies op het politiebureau.

Hoe gaan we verder?

Ik ga proberen akte 1 af te sluiten met deze ideeën, en dan moet elk verhaallijn zo snel mogelijk naar een einde toe.

Ten eerste: het boek moet sowieso versimpeld. Het voelt een beetje té wazig op sommige plekken. Maar ik kan dat nu niet overzien, daarvoor moet het verhaal eerst af zijn.

(Bijvoorbeeld: de verhaallijn van James is dat hij jaren van digitaal werk heeft wat ze maar niet kunnen vinden. Maar dat is eigenlijk een beetje vaag. Het is verspreid over allerlei apparaten.

Het lijkt me beter om te focussen op één ding: James heeft verteld dat hij één geweldig boek af heeft dat sowieso een bestseller zal worden. Zijn verhaallijn gaat alleen over het vinden van dát boek.)

Ten tweede: wat is het einde? Goede vraag. Geen idee. Dit voelt als het moment dat we dit moeten uitvogelen.

Maar, je weet toch al hoe alle verhaallijnen eindigen? Ja, maar ik moet het nog steeds in een vorm gieten. Nog steeds de manier kiezen waarop het plot dit doet.

En deze manier moet nauw samenhangen met de onthulling dat James dus al die tijd leefde en Ginty is gestorven.

Dit was wederom pittig. Na lang nadenken bedacht ik het volgende:

  • James loopt opnieuw weg van huis. (Eventueel gaat hij mee met een nieuw meisje, bijvoorbeeld degene die de positieve reactie achterliet op zijn website.)
  • Iedereen in rep en roer. Ze werken nu samen om erachteraan te gaan en manieren te vinden hem te overtuigen dat hij thuis moet blijven, dat hij daar geliefd is.
  • Zo krijgen we een paar hoofdstukken waarin ze dus in de achtervolging zijn, hem proberen te stoppen voordat het te laat is.
  • En die achtervolging eindigt op het kerkhof. Waar Ginty als het ware “in haar graf” stapt, eindelijk accepteert dat het voorbij is en dat ze kan gaan. En James eroverheen staat, huilend.

Dat is het algemene idee. Het zal wat puzzelen vereisen om alle stukjes op de juiste plek te krijgen. Maar als dat lukt, lijkt me dit sterk en niet moeilijk om goed af te ronden.

Ook moet ik het dus zo schrijven dat de lezer denkt dat Ginty is weggelopen, in plaats van James. Daarvoor moet ik nog een slim trucje vinden.

Zo, nu kan ik het niet langer uitstellen, het is tijd om deel 2 van dit boek te schrijven!

Een jaar later

Ha, grapje! Er kwam iets tussen. Er kwam heel veel tussen. Ik maakte allerlei andere projecten (waaronder boeken) af, totdat deze op de lijst stond.

We zijn nu bijna een jaar verder.

In de tussentijd heb ik dus weer véél geleerd over schrijven. Ik heb wat fouten gevonden (en hopelijk opgelost) in mijn taalgebruik, karakterontwikkeling, vormgeving, etcetera. Ook heb ik nu flink afstand gehad van dit project.

Helemaal opnieuw

Het resultaat? Ik besloot om helemaal opnieuw te schrijven.

  • Ik open de huidige versie (15 hoofdstukken; 24,000 woorden) links op het scherm.
  • Ik typ het over in een leeg document. Maar ik verander wat nodig is. (Dingen toevoegen uit mijn notities, dingen aanpassen die niet meer kloppen, taalgebruik verbeteren.)

Dit voelt misschien wat zinloos. Maar ik was zo lang weg van het project, en sommige delen waren zo’n rotzooi, dat het echt beter was zo. (De lijst aan “dingen die moeten veranderen” was héél lang.)

Ook zag ik hierbij een kans om over te stappen naar mijn moderne manier van boeken schrijven: als websites.

Dus ik ben niet aan het overtypen in een Word document. Tijdens het herschrijven maak ik meteen die simpele website structuur aan en zet alles om.

Waarom doe je dit? Omdat het vele malen sneller en krachtiger is dan Word. Ik kon nu, bijvoorbeeld, met één simpele regel code alle hoofdstuktitels aanpassen naar iets beters, en al die plaatjes aan het begin van hoofdstukken goed neerzetten. (Iets dat vele handelingen, klikken, en frustratie kost in Word.) Het is net zo makkelijk om van het boek een ebook of PDF te maken.

Lay-out Veranderingen

Met mijn nieuwe “website als boek”, vond ik ook dat de lay-out beter moest.

Enerzijds is dat sowieso een goed idee. Je ziet je werk in een nieuw, fris licht. Daardoor zie je fouten waarvoor je eerst blind was—want het voelt ineens als een “ander boek”.

Daarnaast was het nodig. De huidige versie gebruikte “Hoofdstuk X” als kopjes voor hoofdstukken (nogal saai en betekenisloos), een lettertype dat ik al had gebruikt bij een eerder boek en gewoon had laten staan, en nog meer twijfelachtige beslissingen.

Tijdens mijn onderzoek naar nieuwe lettertypes … kon ik maar geen keuze maken. Ik vond een paar goede. De ene paste goed als hoofdstuktitels, maar niet als de tekst zelf. De andere paste goed bij James z’n karakter, maar niet bij die van de andere personages.

Tja, misschien zie je het al aankomen: waarom doe ik niet een uniek lettertype per karakter? Dus elk hoofdpersonage—dat uiteindelijk z’n eigen hoofdstukken krijgt, als ze eindelijk losbreken van hun verleden—heeft een lettertype. Eentje die leesbaar is en nog een beetje lijkt op de rest, maar ook zeker uniek en anders eruitziet.

Op dezelfde manier weet ik niet of het nog handig is om hetzelfde plaatje te gebruiken aan het begin van ieders hoofdstuk. Misschien moet dit ook veranderd op basis van het personage. Maar … daarover twijfel ik nog. Ik moet het niet weer te ingewikkeld maken.

De voorkant van het boek staat nu nog open. Ik wilde iets doen met een kaart, een uitgestippelde route, zwierende letters die de titel erdoorheen schrijven, en dat allemaal in een soort “vintage jaren 50” stijl. De vraag is of ik dit kan en of het een goed idee is. Ik wil in ieder geval kijken of ik de hulp kan inroepen van die visuele AI (DALL-E, Midjourney, etc.) die het afgelopen half jaar groots zijn geworden.

De belangrijkste veranderingen

De belangrijkste veranderingen zijn, zoals altijd:

  • Duidelijkheid / simpliciteit
  • Contrast
  • Écht uniek perspectief en taalgebruik per karakter

James uniek? Hij ziet alles als zijn volgende grootse boek of gedicht. Dus heel erg gericht op taal. Mag dus wat meer woordgrapjes maken, of moeilijke worden gebruiken/kennen.

Ginty uniek? Ja, zij heeft nog weinig personage gekregen. Dat was ook lastig, want ik wist nog niet precies wat haar geheime projecten en haar verhaallijn nou eigenlijk was. Maar het is nu duidelijk dat ze een wetenschapper is, een geniale biologe/scheikundige, die de onrust in haar hoofd niet aan kan. Dus zij mag de wereld maar op die manier bekijken.

James versimpeld? In de huidige versie worden er drie of vier projecten opgeworpen waaraan James werkte (en die men probeert terug te vinden op z’n digitale apparaten). Dat moet teruggebracht naar één groots project.

Ginty contrast? In de huidige versie zet ik Ginty’s zus neer als iemand met bipolar disorder … maar dat is eigenlijk maar één korte scene. Daarbuiten lijkt ze een compleet normaal persoon (die nogal hetzelfde is als Ginty). Dat kan dus extremer, met meer contrast.

Benjamin versimpeld én contrast? Benjamin mag James nóg meer ophemelen. Ook hij is nu wat “wishy-washy”: constant twijfelen over James, over zijn eigen schrijfvaardigheden, enzovoort. Dat kan beter! Nu krijgt hij aan het begin de kans om mee te doen aan een grote schrijfwedstrijd, inclusief deadline. Zo wordt zijn verhaal doelgericht én tijdsgebonden.

Want dat miste ik vaak in oude verhalen. Ik had conflict, ik had iets om te winnen of verliezen … maar geen enkele urgentie.

Met ongeveer 2 pagina’s aan notities (voor grote veranderingen), en 10 pagina’s algemene notities, heb ik dus deze eerste vijftien hoofdstukken opnieuw geschreven.

Daarnaast lag al een redelijk plan klaar tot het einde. Dat heb ik uitgebreid en iets gedetailleerder opgeschreven. (Want “dat ene hoofdstuk waarin James moeder X realiseert” is een vrij vage basis om mee te werken.) Zo kon ik meteen doorschrijven.

Richting een afgerond verhaal

Het kostte drie dagen om het huidige manuscript terug te lezen, over te typen (en regelmatig dus flink te veranderen), en zo weer “up to speed” te komen met het boek.

Ik merkte dat ik veel negatiever dacht over het boek dan dat het daadwerkelijk was. Eigenlijk had ik weinig aan te merken op veel van de hoofdstukken. Op een lekker tempo werd vooruitgang geboekt, iets uitgelegd of gebruikt, afgewisseld met wat actie. Het blijft een wat langzaam boek waarbij je vooral in het hoofd zit (van die twee tieners) en psychologische spelletjes worden gespeeld. Maar dat is de kern van het verhaal en de manier van vertellen, dus dat gaat er nooit uit.

Dus eigenlijk had ik het niet zo lang hoeven uitstellen :p Mijn angst voor hoe slecht het boek was, in mijn geheugen, was eigenlijk ongegrond.

En toen kon ik verder schrijven. Ik merkte hoeveel ik wel niet had geleerd het afgelopen jaar. Ik had vrij snel een soort “routekaart” richting het einde. En door die simpelweg … uit te schrijven (zo goed als mogelijk, met hier en daar ruimte voor creatieve invulling) haal je makkelijk 5,000-6,000 woorden per dag. Dat zijn drie hele hoofdstukken waarin weer een hoop gebeurd.

Ik heb hier wel eens eerder over geschreven. Voor mij, mijn persoonlijkheid, mijn schrijfstijl, werkt het idee van routes gewoon zeer goed bij het schrijven. Het idee is dat je, aan het begin van het boek een stuk of 5 routes vaststelt:

  • Een beginpunt
  • Een eindpunt
  • En alle stapjes, zo klein of interessant mogelijk, die je van het begin tot het eind brengen

Als je dit hebt, hoef je elk hoofdstuk alleen een stapje te zetten (op één of twee routes). De rest kan je vrij invullen. De rest kan je ter plekke improviseren. Maar met die stapjes, zorg je voor een rode draad, voor altijd vooruitgang, voor overzicht (qua lezen en qua schrijven).

Dus voor mijn “website als boek” programmeerde ik een pagina die voor mij alle routes bijhoudt. Bij elk hoofdstuk kan ik makkelijk taggen welke paar routes een stapje vooruit gaan.

  • Ik kan niks taggen bij een hoofdstuk? Dan is het dus een zinloos hoofdstuk! Er is niet genoeg vooruitgang!
  • Ik moet teveel taggen? Er gebeurt te veel, splits het in twee hoofdstukken, of versimpel het
  • En nu heb ik een overzicht van precies welke stappen al zijn gezet, en welke nog moeten komen, waardoor ik goed richting het einde kan plannen.

Dus, tja, niet zo heel spectaculair, dat heb ik gedaan. Drie hoofdstukken per dag betekent 4 dagen schrijven. En dan is het hele boek af.

Natuurlijk is het nog steeds veel improviseren. Ik merkte dat mijn planning niet klopte voor drie hoofdstukken: de timing/locaties klopten niet, waardoor een personage ineens op twee plekken tegelijkertijd was. Dat realiseerde ik pas toen ik ’s ochtends opstond en verder wilde schrijven.

Maar ik heb geleerd dat twijfel en niks doen het grote kwaad is, dus dan bedenk ik een oplossing (hoe imperfect ook) en schrijf die paar hoofdstukken. Meestal is die oplossing hartstikke prima. Sterker nog, die restricties leveren extra creativiteit of grappige scenes op. De lezer merkt er in ieder geval niks van aan het einde.

De ouders wegkrijgen

Verhalen voor jongeren hebben een uniek probleem. Ouders/volwassenen spelen een gigantische rol in hun leven, maar jongeren willen natuurlijk niet lezen over ouders/volwassenen.

Dus aan het einde van dit boek probeer ik de ouders weg te moffelen. Subtiel krijgen ze een verhaallijn die zorgt dat ze eigenlijk buitenspel worden gezet en de kinderen alle belangrijke dingen moeten doen en oplossen.

Ik heb gemerkt dat dit echt een groot verschil maakt. Ouders mogen best belangrijk zijn, veel voorkomen, hun eigen verhaallijn hebben. Maar het overgrote deel—het belangrijkste deel—moet worden gedaan en beleefd door de kinderen alleen.

En dan kan je zeggen: vertel dan alles via de kinderen, via momenten dat ze alleen op de slaapkamer praten. Maar dan vergeet je hoe enorm controlerend ouders/school is en op alle momenten, op alle manieren de levens van jongeren binnendringt. (Probeer het maar eens. 60,000 woorden waarin alleen tieners alles doen, zonder ouders, en zie hoeveel opties je overhoudt.)

Pipi’s kant was makkelijk. Zij (de moeder van James) bouwt al het hele boek op naar het moment dat Gerard (een man die ze al vijftien jaar leuk vindt, maar niet durft te vragen op een date) vertrekt naar een baan ergens anders in het land. Dus in de climax van het boek, krijgt ze de voicemail dat hij definitief vertrekt, en dan overtuigt ze haarzelf eindelijk om erachteraan te gaan. Dus zij racet in haar auto weg en is de hele climax niet beschikbaar om de kinderen te helpen.

Ginty’s ouders waren lastiger. In de ogen van de lezer, is zij nog in leven. En zij loopt dus (opnieuw) weg in de climax. Natuurlijk gaan haar ouders achter haar aan, toch? Toen keek ik naar mijn “routes”, en een daarvan was het groeiende conflict tussen Ginty’s ouders en James’ moeder. Steeds meer wantrouwen naar elkaar, steeds meer afgezonderd onderzoek doen. Dus ik bedacht: Ginty’s ouders zien Pipi ineens de straat uit racen in paniek. Ze gaan erachteraan, want ze denken dat ze iets stiekems gaat doen, denken dat ze zo “het geheim” (van wat er met hun dochter is gebeurd) kunnen achterhalen.

Maar ik vond dat niet genoeg. De lezer denkt (hopelijk) nog steeds dat Ginty nog leeft, en James dood is. Zouden haar ouders Ginty doodleuk achterlaten om achter James’ moeder aan te gaan? Wat voor geheimen kan ze hebben? Rijden ze daarvoor het hele land door?

Nee, ik denk het niet. Dus ik veranderde de situatie.

  • Ginty “stapt in” bij Pipi, rond het begin van haar race naar Gerard.
  • In werkelijkheid komt Pipi toevallig langs Shila (Ginty’s zus) en stapt zij in.
  • Als lezer denk je dat Ginty’s ouders achter Pipi aankomen omdat ze hun dochter ontvoerd.
  • In werkelijkheid heeft Pipi Shila meegenomen, en komen de ouders natuurlijk dáár achteraan.
  • (Een tweede reden daarvoor is dat ik Shila in die laatste scene wil hebben, als Pipi Gerard achterhaalt, zodat ze haar verhaallijn kan afronden met haar ouders.)

Ik heb oprecht geen idee of de lezer op dit moment helemaal doorheeft dat Ginty eigenlijk dood is. Of dat dit té verwarrend of mysterieus is. Maar het was de beste keuze die ik had, dus ik schreef ermee door, en uiteindelijk viel alles best prima op de plaats. (Zeker omdat ik al vanaf het begin heb opgezet dat Ginty en Shila qua uiterlijk enorm op elkaar lijken.)

Alle volwassenen hebben nu een goede reden om op hun eigen race door het land te zijn. Dus de jongere hoofdpersonages moeten de laatste paar hoofdstukken alles helemaal zelf regelen en oplossen.

Informatie comprimeren

Ik merkte dat het boek toch langer werd dan ik wilde. Dus enkele van de laatste hoofdstukken zijn vrij kort. En waar ik eerst misschien twee hoofdstukken had (“in A leren we dit en dit, en dan in B wordt onthuld dat sus en zo”), voegde ik deze samen tot één hoofdstuk.

Ook merkte ik dat sommige delen van mijn plan richting het einde niet meer hoefden. Tijdens het herschrijven van die eerste ~15 hoofdstukken, had ik sommige informatie al eerder onthuld. Informatie die ik dus eigenlijk pas in de climax wilde onthullen :p Dat kwam deze keer heel goed uit, want zo kon ik het dus inkorten en versimpelen aan het einde.

Met één hoofdstuk kwam het niet uit. Ik wilde een scene doen waarbij de hangjongeren (Hamdi en co), een stel opgeschoten jochies, met tegenzin in een verhoorkamer zouden zitten. Een grappige scene, maar ook eentje waarin eindelijk hun cruciale deel van het verhaal werd verteld. Maar … hun kant was nu al 50% verteld. Dus zoveel hadden ze niet te melden aan de politie. Dus die scene werd ook behoorlijk kort.

Gelukkig had ik een oplossing. Het hoofdstuk daarna wilde ik “Hamdi’s hoofdstuk” maken: meer motivatie, een beetje discussie over criminaliteit en hangjongeren, etcetera. Maar dat hoofdstuk was behoorlijk volgepland. Ik was bang dat het veel te lang zou worden.

Nu kon ik de helft van die discussie naar een hoofdstuk eerder verplaatsen! De politie kan natuurlijk alvast beginnen over hun gedrag, over hun gevolgen, en meer van Hamdi blootleggen.

Zoals je merkt, is het afschrijven van zo’n boek—proberen alle verhaallijntjes bij elkaar te brengen zonder het boek tweehonderd pagina’s te lang te maken—een rommeltje van dingen verschuiven, samenvoegen, steeds betere argumenten vinden voor waarom een personage iets doet, en vooral problemen oplossen.

De afwerking

Het boek is dus af. Dit was al de tweede versie, dus ik zie geen reden meer om nog een keer erdoorheen te gaan. Dat betekent niet dat het perfect is.

Toen ik de laatste zin schreef, had ik nog steeds meerdere pagina’s aan notities. “Moet dit niet meer aandacht krijgen? Moet dat personage niet een unieke praatstijl krijgen? In H18, langer stilstaan bij de hacker want X en Y?”

Meestal neem ik een dag afstand en verwerk daarna de problemen op de lijst die ik nog écht een probleem vindt. Dat betekent meestal enkele paragrafen toevoegen, weghalen of veranderen door het hele boek heen.

Bijvoorbeeld:

  • Sommige delen (zoals de dreigbrieven en het stuk school dat is afgebroken) komen eigenlijk te laat in het verhaal. Daardoor lijken ze uit het niets te komen, en worden ze afgerond voor dat de lezer überhaupt kan meedenken over het mysterie. Dus toen ging ik terug door de eerste ~8 hoofdstukken om daar links en rechts alvast te vertellen dat dit is gebeurd, misschien iets verdachts te noemen hierover.
  • Meestal weet je pas aan het einde van het boek hoe je personages in elkaar steken. En dus ook hoe ze zouden praten of denken. Dus dan ga ik achteraf terug door de hoofdstukken om her en daar iemand op een meer unieke, herkenbare manier te laten praten. (Zoals Benjamin die “dikke buddies” als favoriete uitspraak heeft. Eerst kwam dat maar twee keer voor in het hele boek. Nu iets van tien keer.)

Dan besluit ik voor mezelf dat het zo goed is.

Maar dan is zo’n boek natuurlijk niet af. We hebben nog een voorkant nodig.

Hoofdstukplaatjes

En, voor dit boek, plaatjes. In die website hield ik natuurlijk ook, per hoofdstuk, bij welk woord er op die mobiel moest staan. En toen dacht ik: hé, waarom zou ik hier met de hand plaatjes van maken? Ik heb superveel ervaring met visuele generatie (door de computer). Ik laat die plaatjes ter plekke door de website zelf genereren!

Ik denk niet dat iemand dit ooit eerder heeft gedaan. Maar het was echt supersimpel.

  • Ik maakte een achtergrond voor die mobiel. (Het scherm, de knoppen eromheen, etcetera.)
  • Ik vroeg de computer om dat woord (dat ik zelf had ingevoerd bij elk hoofdstuk) te schrijven in mijn gekozen lettertype, en te plaatsen over dit achtergrondplaatje.
  • Dit combineer ik tot één plaatje.
  • Dit doe ik voor elk hoofdstuk. En pas als dat klaar is, geeft de website een seintje dat “het hele document is geladen”. (En dat ik dus veilig een PDF of ebook ervan kan maken, want alle plaatjes bestaan en zijn juist.)

Ik ga dit in de toekomst sowieso proberen uit te breiden. Want vroeger heb ik vaak ideeën niet uitgewerkt omdat ik ze te veel werk vond. (“Moet ik voor elk hoofdstuk van de vijftig zo’n soortgelijk plaatje maken?!”) Maar nu weet ik: als ik iets bedenk dat een patroon volgt, kan ik de computer dat patroon leren en die met één druk op de knop alle vijftig plaatjes laten maken. Interessant.

Uploads 2023 03 ginty
Uploads 2023 03 ginty

Cover

Ik had dus enkele ideeën opgeschreven voor mogelijke stijlen, lettertypes of kleuren. Ik heb vage schetsen daarvan gemaakt en toen zo’n AI gevraagd of die het kon verbeteren (of gewoon extra detail/ideeën toevoegen).

Nou, dat was een redelijke ramp. De AI kon maar niet begrijpen hoe je twee mensen (een jongen en een meisje) op dezelfde fiets zet. Of dat een fietser, tja, niet allebei de benen aan dezelfde kant kan hebben :p Of dat, als een meisje achterop zit, ze nog steeds armen nodig heeft die iets vasthouden.

Ik heb een hoop verschillende aanpakken geprobeerd. Uiteindelijk wist ik een paar plaatjes te krijgen die bruikbaar waren, maar tegen die tijd had ik al besloten om maar met de hand de voorkant te maken. Dus ik had ze niet per se nodig en heb de meeste ook niet gebruikt.

Het enige dat de AI voor me heeft gedaan is “frutseltjes” genereren. Ja, zo noem ik dat. Na jaren van ontwerpen heb ik geleerd dat het verschil tussen een “oké” ontwerp en iets dat sprankelt komt van het toevoegen van honderden kleine details: bloemetjes in de hoeken, extra schaduwen, kleine tekeningetjes links en rechts, etcetera. Maar ja, dat is nou typisch iets dat een computer beter en sneller kan dan mensen: een mooi patroon onthouden en dat keer op keer herhalen.

Dus daarvoor heb ik het gebruikt.

De enorme oekel die ik ben, heb ik het allerbeste plaatje dat ik kreeg niet opgeslagen. Ik dacht dat ik het al had gedaan, dus ik genereerde de volgende. Pas later realiseerde ik dat ik nou juist dat ene resultaat waar ik enigszins tevreden mee was nergens had. Het was een prachtig plaatje van een jonge meid, precies zoals ik mij Ginty voorstelde, die haar fiets vasthoudt in een overduidelijk Nederlandse stad, bij zonsondergang. Jup, dat plaatje had ik écht moeten opslaan :p

Voor een langer artikel (met plaatjes van alle stappen en uitleg), lees: hoe ik de voorkant van JMHEZ ontwierp. (JMHEZ is natuurlijk de afkorting voor “Jij moet het eerst zeggen”.)

Want over deze cover heb ik veruit het langste gedaan van al mijn covers. (Zo’n 3 tot 4 dagen, hoewel ik constant pauzes nam of even wisselde met een ander project. Je kan maar zo lang naar dezelfde cover/plaatjes/samenraapsel van visuele ideeën kijken op een dag voordat je gek wordt.)

Conclusie

Dat was het dagboek voor “Jij moet het eerst zeggen”!

Hopelijk was het interessant en ben ik niks vergeten te vertellen. Ik heb in ieder geval weer véél geleerd over schrijven en een boek geproduceerd wat definitief anders is dan alles dat ik daarvoor maakte. Dat is namelijk de manier waarop je blijft groeien.

Als ik alleen maar dezelfde boeken, met dezelfde opmaak/structuur, in hetzelfde genre, zou schrijven … dan zou ik daar héél goed in worden en verder een absoluut waardeloze schrijver zijn. Ik zit nog vroeg in mij carrière, ik zit nog niet vast aan contracten of verwachtingen, dus dan is dit het moment om die “rare” boeken te maken.

Tot het volgende boek!