Header / Cover Image for 'De Levenssaga: hoe maak je evolutie spannend?'
Header / Cover Image for 'De Levenssaga: hoe maak je evolutie spannend?'

De Levenssaga: hoe maak je evolutie spannend?

Dit jaar schreef ik de tweede cyclus voor mijn Levenssaga project. Dat betekent tien nieuwe korte verhalen over iets belangrijks van het leven (tot nog toe), zoals hoe een bepaalde diersoort ontstond, of waarom de Romeinen een of andere oorlog uitvochten.

Inmiddels durf ik wel te zeggen dat ik het bedenken en schrijven van korte verhaaltjes onder de knie krijg. Dus ik was alweer op de helft van de cyclus toen ik mij zorgen begon te maken over een ander probleem: de verhalen kloppen niet.

Het doel van het project is óók om leerzaam te zijn en dingen uit te leggen. Vaak lukt dat (redelijk). Ik doe onderzoek, ik vertaal het naar iets simpels en spannends (in verhaalvorm), en blijf dicht bij de werkelijkheid.

Maar bij misschien wel het belangrijkste element van het leven—evolutie—wilde dat maar niet lukken. In de verhalen tot nog toe werden evolutionaire stappen meestal uitgelegd alsof ze met intentie waren gedaan. De goden evolueerden een diersoort om een probleem op te lossen. Een dier deed iets slims of creatiefs en kreeg zo een nieuwe kracht.

Maar dat is dus juist niet wat er gebeurt. En ik maakte me steeds meer zorgen dat dit mensen dus het verkeerde uitlegt en het hele doel teniet doet.

Evolutie: de flitsuitleg

Want hoe werkt evolutie?

  • Elke keer als onze cellen verdubbelen, is er een kleine kans op een mutatie. Een foutje in het kopiëren, waardoor je DNA een klein beetje is veranderd.
  • Als deze mutatie goed blijkt te zijn en helpt met overleven, zal het dier met deze verandering dus langer leven en meer kinderen krijgen.
  • De verandering wordt doorgegeven aan de kinderen, die ook langer leven en meer kinderen krijgen. Die geven het weer door aan meer kinderen die langer leven dan andere van hun soort. Enzovoort, enzovoort.
  • Totdat alle dieren van die soort alleen nog de goede verandering hebben, en niet meer het originele DNA. Ta da: je soort is geëvolueerd.

Oftewel, natuur gooit zand tegen de muur totdat iets blijft plakken. Er is geen intentie, geen doel, geen “laten we ons aanpassen aan de omgeving”. Willekeurige foutjes ontstaan, over miljoenen jaren, en alleen de goede zullen overleven en zo de nieuwe “normaal” worden.

Het is zowel dodelijk simpel als niet voor te stellen. (“Mensen, met onze hersenen en ogen en alles, zijn ontstaan door toevallige foutjes!?”)

Tja. Zet dat maar in spannende verhalen :p (Ik vraag mij ook regelmatig af waarom ik altijd aan hele experimentele en moeilijke projecten begin.)

Vooralsnog heb ik het eigenlijk een beetje ontweken. Er zijn een paar verhalen die zijdelings noemen hoe dit werkt of hoe een diersoort over tijd veranderde in een ander, maar ik had gepland om ergens in de eerste paar cycli een verhaal te doen dat helemaal gaat over evolutie (en mutaties of “natural selection”). Goede verhalen en opzet komen eerst, de waarheid of de educatieve waarde komt op de tweede plek.

Bij nader inzien was dit een slecht plan.

  • Dit is té belangrijk om te beperken tot één verhaal.
  • Zo’n verhaal is moeilijk goed en spannend te maken. Het zou dan eerder voelen als een college.
  • Iemand moet maar net toevallig dat verhaal hebben gelezen, uit de tientallen korte verhalen van de levenssaga.
  • En als het zo belangrijk is, moest dit verhaal dan niet als een van de allereerste komen!?

Op dit punt kreeg ik weer een halve crisis omtrent dit project. Moest ik de hele eerste cyclus opnieuw doen? Bij elk tijdperk datgene pakken dat echt het méést cruciaal en belangrijk is, en volledig daarop focussen?

Het voelde enerzijds als de beste optie, anderzijds als waanzin. Want wat is het meest belangrijk? Blijf ik dan niet eindeloos perfectioneren? Ik noem nu evolutie als “het meest belangrijke”, maar zo kan ik wel honderd dingen noemen. Hoe complexe cellen ontstonden, hoe planten ontstonden, fotosynthese, hoe natuurwetten in elkaar steken, de ontwikkeling van mensen, de ontwikkeling van een duim aan onze handen (niet te onderschatten hoe belangrijk dat was, nu konden we dingen vastpakken en complexe bewegingen uitvoeren), etcetera, etcetera.

Dat is het hele probleem: de Levenssaga heeft een plan liggen waarvoor misschien wel 40 cycli nodig zijn, want ik heb al deze grote stappen al links en rechts ingedeeld, en toen zat het al behoorlijk vol. Er is nauwelijks ruimte meer voor “grappige eenmalige verhaaltjes” :p

Hoe lossen we dit op?

Zoals altijd, schrijf ik dit soort problemen op en probeer door alle voordelen en nadelen heen te denken.

Het stukje hierboven legt uit waarom één verhaal over evolutie (of per belangrijk onderwerp) niet voldoende is. (Je kan het missen, het verhaal zelf zal erg technisch en bomvol informatie zijn, het laat niet genoeg zien hoe belangrijk het is.)

Dus we zullen regelmatig verhalen hebben die (weer) over evolutie gegaan. Het moet een terugkerend element zijn, één of twee keer per cyclus. Het zit door het hele leven heen—dus ook door de hele levenssaga.

Wat maakt het schrijven van zulke verhalen zo lastig?

  • Een verhaal over miljoenen jaren, waarin dus de hele tijd praktisch niks gebeurt, is natuurlijk niet interessant.
  • De evolutionaire stap zal vaak al duidelijk zijn. (“Hé, deze dieren hebben nog geen poten, de schrijver noemt het keer op keer. Zullen ze aan het einde van het verhaal voor het eerst poten krijgen? Ik denk ’t wel.”)
  • En omdat evolutie zo simpel en hetzelfde is, zal elk verhaal dus nogal hetzelfde zijn. Je weet al hoe het begint, loopt, en afloopt. De enige afwisseling is het ene element dat evolueert. Die ene situatie die ervoor zorgt dat een bepaalde mutatie goed is en blijft bestaan.
  • Omdat het toevallig is, valt er weinig verhaal van te maken. Mensen haten het als dingen toevallig of “uit het niets” gebeuren in verhalen. Het voelt als valsspelen en alsof de schrijver ter plekke improviseert.

Hoe kunnen we dit verbeteren of verzachten?

  • Tijdsprongen (of een niet-chronologische vertelstructuur). Alle verhalen zijn nu lekker rechtlijnig en vinden vaak plaats over een paar dagen of weken. Misschien kan ik experimenteren met sprongen maken of dingen in een andere volgorde vertellen, zodat die “miljoenen jaren niks” simpelweg eruit worden geknipt.
  • Er is altijd een tweede verhaallijn. Iets dat compleet los staat van die evolutie en dus niet voorspelbaar of repetitief kan zijn. (Dit deed ik al op zekere hoogte.)
  • Gebruik de traditionele “ja, maar” structuur. Ja, de evolutionaire stap is al duidelijk. Maar er is een onverwacht gevolg, of de manier waarop is bijzonder, of er zitten andere haken en ogen aan.
  • Bedenk altijd een (magisch?) trucje dat het toeval weghaalt en een beetje intentie terugbrengt. Dit moet, echter, een bijzaak zijn en niet ondersneeuwen dat evolutie toevallig is. (Op dezelfde manier zou je een trucje kunnen bedenken dat tijd inkort, om zo evolutie sneller te laten gebeuren.)

Nou, deze dingen heb ik dus geprobeerd voor een paar verhalen. (Ik schreef alvast de eerste verhalen van volgende cycli. Want latere verhalen zijn dus uit latere tijdperken, waarin evolutie nauwelijks meer een rol speelt.)

Ik zal hieronder een voorbeeld geven van hoe ik dit toepaste bij één verhaal en wat ik daarvan leerde.

Voorbeeld: De Hengel van Gif

(Spoilers voor dit specifieke verhaal, obviously.)

Het doel van dit verhaal was om het ontstaan van gif uit te leggen. (En hoe rond dit tijdperk de meeste dieren jaagden door te vissen, vandaar het hengel gedeelte.)

Mijn eerste plan was, wederom, om hier een intentie achter te zetten.

  • Een of andere slang vindt een magisch boek van de goden. (Het bestaan hiervan is in een eerder verhaal uitgelegd.)
  • Daaruit ontcijferen ze, na een paar hoofdstukken proberen, hoe je gif moet maken.
  • Ta da: aan het einde van het verhaal kan deze slang ineens véél grotere dieren overwinnen met diens gif.

Maar dit gaat dus in tegen alles dat evolutie is. Het doet alsof onze natuur wordt beheerst door goden/dieren die bewust besluiten om dan maar effetjes te evolueren.

Bovendien klopte de tijdlijn niet: het eerste dier met vergif bestond nog vóór de dinosaurussen er waren, en dat is het vorige tijdperk in mijn Levenssaga. Slangen—en dit verbaasde mij ook—zijn vrij recent qua evolutie, en zijn sinds hun ontstaan ook eigenlijk nauwelijks veranderd. Dit patroon zie je bij alle giftige diersoorten: blijkbaar is het bezit van gif een reden om nooit meer te hoeven aanpassen (op significante wijze).

Hoe schrijven we dit om naar een beter verhaal? En bovendien eentje die de evolutie goed neerzet?

Het eerste hoofdstuk is een proloog. Hier zien we het eerste wezen met gif ontstaan. Diegene heeft een afwijking aan hun mond, waardoor giftige stoffen daar worden aangemaakt, en dat geeft een voordeel. Dit __is zo correct als ik het kan maken.

Dan maken we een sprong in de tijd. De rest van het verhaal speelt wél af in het juiste tijdperk.

Het verhaal wordt nu verteld vanuit een kleinkind (over vele generaties) van dit eerste wezen. Sterker nog … elk hoofdstuk maken we een sprong in de tijd en vertellen het vanuit het volgende (klein)kind.

(Om dit simpel te houden, geven hun namen duidelijk de volgorde aan. Elk kleinkind begint met de volgende letter van het alfabet en heeft een langere naam.)

Door deze diersoort loopt een soort mythe. Ergens zijn ze hun gif weer kwijtgeraakt, waardoor ze nauwelijks meer overleven en bijna uitsterven. Van ouder op kind wordt steeds hetzelfde verhaal vertelt: “het wezen dat een krokodil kan doden, zal het gif terugvinden”

(Krokodillen kloppen ook met de tijdlijn. Tevens een diersoort die nauwelijks is veranderd sinds al die miljoenen jaren geleden, omdat ze dat blijkbaar nooit nodig hadden. Yes, I am fun at parties. Sinds ik de Levenssaga begon tien jaar geleden zit mijn hoofd vol met miljoenen feitjes over geschiedenis en evolutie :p)

Hopelijk zie je het verhaal nu al voor je.

  • Kind op kind probeert het geheim achter gif te ontrafelen en terug te krijgen. Kind na kind vecht met een krokodil en verliest.
  • Totdat het uiteindelijk wel lukt. Ze krijgen gif terug, veel sterker dan eerst, en het wordt veel breder beschikbaar onder de diersoorten.
  • (En dat magische godenboek kan hier best terugkomen. Dat ze dat in hun bezit hebben, maar simpelweg niet kunnen lezen tot het laatste hoofdstuk. Want ja, primitieve dieren, symbolen van de goden, dat is ook lastig ontcijferen.)

We hebben zowel de evolutie correct uitgelegd, alswel tijd versneld, alswel een verhaal eromheen gezet (met een simpel trucje). Als lezer volg je het mysterie van “wat is er toen gebeurd?” en het duidelijke doel “als kleine diersoort toch winnen van een krokodil”.

Dit 10 hoofdstukken lang, echter, zal erg repetitief worden. Vandaar dat de meeste verhalen een tweede thema hebben, wat in dit geval vissen (als methode van jagen op voedsel) was. Halverwege het verhaal lukt het om ineens héél veel gif vrij te maken … waardoor plots de hele rivier giftig wordt, met alle problemen van dien.

Oftewel, de “ja, maar” constructie. Ja, ze evolueren (terug) naar dieren met gif. Maar dankzij hen hebben andere diersoorten nu óók gif, en door het vervuilen van de rivier is de omgeving voorgoed veranderd: steeds meer diersoorten stoppen met vissen en gaan jagen op het land.

Op dit soort manieren probeer ik de Levenssaga te sturen en waarheidsgetrouw te houden. Zulke restricties zorgen altijd tijdelijk voor een crisis bij mij, maar ik wéét dat het uiteindelijk een creatiever verhaal oplevert dan mijn eerste idee/poging.

Vergelijk de twee outlines met elkaar. De eerste is een rechttoe rechtaan verhaal met een voorspelbaar einde en repetitieve stappen. De tweede heeft meer diepgang, doel, en een zinvol einde.

(Het is wel echt een outline, natuurlijk. Het verhaal zelf kent veel meer detail dan dit, vooral omtrent het visthema.)

Conclusie

Dat wordt dus het plan vanaf nu. Zoveel mogelijk bij de waarheid blijven over grote onderwerpen, maar met een paar aanpassingen de verhalen toch zo goed en leuk mogelijk krijgen. Niet één verhaal over evolutie (of bijv. fotosynthese), maar het op verschillende manieren terug laten komen in meerdere verhalen.

Ik weet niet of het de juiste keuze is. Misschien was dit project legendarisch goed en succesvol als de eerste 10 verhalen puur over de 10 belangrijkste biologische onderwerpen gingen. Maar het is een keuze die ik kan onderbouwen en uitvoeren. Het daagt me uit om andere verhaaltypes te proberen en te groeien. En zoals gezegd: wat zijn de belangrijkste onderwerpen?

Hopelijk was dit interessant of leerzaam om te lezen! Hopelijk gaf mijn voorbeeld een idee van hoe je verhalen kan aanpassen of vormgeven om een bepaald doel te bereiken.

Zo, dit waren (waarschijnlijk) mijn artikelen over de Levenssaga voor dit jaar. De tweede cyclus is helemaal af, de derde cyclus “voorbereid” (met dit soort regels of structuren voor mezelf). Tot dan!