Header / Cover Image for 'Filmrecensie: Oppenheimer (2023)'
Header / Cover Image for 'Filmrecensie: Oppenheimer (2023)'

Filmrecensie: Oppenheimer (2023)

De wonderen zijn de wereld nog niet uit: ik heb eens een film in de bioscoop gezien! Ik ben al langer fan van Christopher Nolans werk, net als de rest van mijn gezin. Ook ben ik altijd geïnteresseerd in films met een grote (wetenschappelijke) uitvinding aan de grondslag, aangezien ik een rare combinatie ben van een wetenschapper en een kunstenaar.

Maar bovenal vroeg ik me af: hoe heeft Nolan het in hemelsnaam voor elkaar gekregen … om een drie uur durend drama, met niets dan dialoog, neer te zetten als een blockbuster die wereldwijd door iedereen wordt bezocht en goede recensies krijgt?

Om al die redenen ging ik mee naar de bioscoop om deze film te kijken. Wat vind ik ervan?

Ik geef de film 8.5 / 10. Als we het dan toch moeten afronden, zal ik het naar een 9 afronden, gewoon om te belonen dat een filmmaker een poging doet tot zo’n grandioos verhaal en uniek script.

★★★★★★★★★☆
De film houdt een hoog tempo erin van begin tot einde, door scenes die het plot vooruitduwen constant af te wisselen met scenes over de emotionele staat van Oppenheimer. De visuele kant is prachtig en de race om als eerste de bom te maken effectief. Het is, echter, jammer dat het meest interessante deel (het middelste uur) nauwelijks ingaat op de wetenschap achter de bom en tijd verliest aan een laatste uur dat korter had gekund.

Deze recensie bevat spoilers! (Hoewel iedereen die zijn geschiedenis goed kent natuurlijk al weet hoe dingen aflopen!)

Wat is het idee?

De film volgt eigenlijk het hele leven van Oppenheimer. Van zijn begin aan de universiteit, totdat hij hoofd wordt van het Manhattan Project, tot alles wat gebeurt na de oorlog.

De drie uur zijn daardoor eigenlijk verdeeld in drie losse aktes met compleet andere doelen.

  • Hij begint aan de universiteit en groeit zijn bekendheid.
  • Hij overziet het Manhattan Project en bouwt de bom.
  • Hij moet omgaan met de rotzooi die daarna kwam.

Zoiets kan al snel onsamenhangend voelen. Alsof drie losse films aan elkaar zijn gelijmd.

Maar Nolan verweeft alles met elkaar met zijn favoriete schrijftrucje: spelen met tijd. De film springt constant heen en weer tussen de drie verschillende tijdlijnen. Soms laat het zelfs een scene meerdere keren zien, de ene keer in zwart-wit vanuit Strauss, de andere keer in kleur vanuit Oppenheimer.

Deze film is een drama over het leven van een gecompliceerd en moreel grijs persoon. Een biopic. Slimme marketing heeft genoeg mensen overtuigd dat het meer is dan dat, maar er is slechts één moment van actie in de hele film: de bom.

Wat vond ik goed?

Audio & Video

Ten eerste is het audiovisueel compleet op orde. De algemene locaties zijn niet spectaculair, maar dat hoeft ook niet. Vooral de momenten dat je in Oppenheimers hoofd zit (met zijn “visies” van kwantummechanica) zijn prachtig gefilmd, evenals de explosie van de bom en enkele andere kleine effectjes.

(Bijvoorbeeld, de film begint met Oppenheimer die kijkt naar een plasje water waarin regendruppels vallen. Even later, als wordt gesproken over de impact/radius van de bommen, verandert de wereldkaart voor zijn ogen in diezelfde plasjes.)

Het feit dat het geluid van de bom zoveel later kwam dan de explosie is zowel realistisch (geluidsgolven reizen langzamer dan lichtgolven) als effectief om het moment langer uit te rekken en echt binnen te laten komen.

De muziek die overal onder zit is constant passend en opzwepend, maar zonder in de weg te gaan zitten of te “bombastisch” te voelen. Een goede mix tussen iets dat past bij een drama en iets dat past bij een blockbuster.

Goed te volgen

Ik vond de film heel goed te volgen. Maar misschien ben ik niet de beste graadmeter, want ik ken zo’n beetje het hele verhaal van Oppenheimer (vanwege onderzoek dat ik deed voor mijn eigen project de Levenssaga) en lees regelmatig vrij complexe boeken.

Dus ik vroeg het aan de anderen en zij vonden gelukkig hetzelfde. Ondanks een compleet gebrek aan kennis over dit deel van de geschiedenis of deze wetenschap, vonden ze de film van begin tot eind makkelijk te volgen.

Wel zit er een zekere haast in de film. Karakters praten doorgaans nogal snel. Er wordt razendsnel geknipt tussen allerlei verschillende scenes, locaties en tijdlijnen. Hoewel alles echt wel genoeg tijd krijgt en goed te volgen blijft, zit er overduidelijk een hoger tempo in dan de meeste films.

De enige momenten waarop ik een beetje afdwaalde was vanwege al die afkortingen van verschillende groepen of commissies. Als iemand een lange zin zegt over de AEC en de FAECT en de dat en de zus en de zo … dan ben ik het ook even kwijt.

Altijd voorwaarts momentum

Ook was iedereen (begrijpelijkerwijs) wat angstig over de lange speelduur. Drie uur lang? Gaat dat wel al die tijd boeien? Gaat de pijn in mijn kont het niet na twee uur winnen van de zoveelste dialoog over een atoombom?

Gelukkig heeft deze film vrijwel altijd een voorwaarts momentum. Elke scene leidt snel naar de volgende scene. Zeker wanneer het Manhattan Project begint, heb je als kijker altijd een heel duidelijk doel: sneller een werkende atoombom krijgen dan de Duitsers. Dat helpt enorm met het stroomlijnen van het verhaal en stappen vooruit zetten.

Ik telde zo’n vier momenten in de film waarin de bioscoopzaal een soort gezamenlijke pauze nam. Vier momenten waarop de film ietsje langzamer gaat, eventjes het beeld op zwart laat, en je hoort iedereen uitademen en een nieuwe positie vinden in hun stoel. Verder zat ik er eigenlijk constant in. (En die paar adempauzes zijn niet eens een slecht teken. Ik denk dat ze erg nodig zijn in een verhaal en waarschijnlijk expres erin gestopt.)

De film blijft niet hangen in lange, contemplatieve shots. Niks wordt onnodig lang uitgerekt. Elke scene is kort en snappy.

Een nadeel hiervan is natuurlijk dat sommige beslissingen nogal “plotseling” of “radicaal” voelen. Omdat er geen lange opbouw is. Omdat bijna elke scene een cruciale, belangrijke beslissing moet laten gebeuren. Daarover dadelijk meer.

De Nolantrucjes

Eigenlijk probeert de film een enorm technisch en psychologisch verhaal te verpakken in iets dat spannend is en constant conflict oplevert. Het gebruikt een trucje—heen en weer gaan in de tijd—om dit voor elkaar te krijgen.

Deze tijdsprongen verpakken de film in een paar overkoepelende mysteries.

  • Wat zei Oppenheimer tegen Einstein?
  • Wie probeert hem neer te zetten als spion en een slechte naam te geven?
  • Wat is het probleem met Strauss en waarom zit hij in het verhaal?

Dit werkt enerzijds best goed. Natuurlijk wil je weten wat Einstein tegen Oppenheimer heeft gezegd. Natuurlijk wil je weten hoe het verder ging na de atoombom en waarom “Oppie” van profeet en god naar een soort martelaar ging. Natuurlijk wil je weten of hij echt een spion was en/of zijn naam kan worden gered. Het is immers de persoon die je de hele film intens volgt en probeert te begrijpen.

Anderzijds werkt dit maar half. Laten we nu gaan praten over de minpunten …

Wat vond ik minder?

De verpakking werkt maar half

Dit hele gedoe met Strauss werkte maar half voor mij.

Het voelt inderdaad als een verpakking, geen integraal deel van het verhaal. Het meest interessante en cruciale deel van het verhaal—dat middelste uur met het Manhattan Project—wordt ingekort voor iets waarom je, zeker aan het begin van de film, eigenlijk niet zoveel geeft.

Het is het typische probleem van “wat heeft de hoofdpersoon te verliezen?”

In het ergste geval raakt Oppenheimer zijn “security clearance” kwijt. Is dat écht zo’n probleem? Is dat heftig genoeg om meer dan een uur schermtijd aan te besteden?

Pas richting het einde wordt duidelijk gesuggereerd dat Oppenheimer misschien wel een spion was. Dat zou veel grotere problemen meebrengen! Dat is een stevigere beschuldiging! Maar het wordt genoemd en meteen weer vergeten.

Als ze vanaf het begin duidelijk hadden gemaakt dat “Oppenheimer misschien een spion voor de Russen was, en als we dit kunnen bewijzen krijgt hij zware straf” … dan had hij écht iets te verliezen.

Dit wordt verergerd door het tweede typische probleem van “je geeft ons een personage in de problemen, maar we kennen diegene niet genoeg om er iets om te geven”. Strauss krijgt pas later in de film meer persoonlijkheid en motivatie. Oppenheimer moeten we ook nog maar leren kennen. En zolang we de karakters niet kennen, geven we ook niet om dat ze eventueel iets te winnen of verliezen hebben.

Misschien is dat de beste conclusie. De verpakking werkt wel, maar niet perse in deze uitvoering.

Wat had ik liever gezien?

  • De hele film heeft als belangrijkste verhaallijn het Manhattan Project. (Dat is de kern. Daar zit de meeste vooruitgang en spanning in. Zo kan je eindigen met de Trinity Test en het laten vallen van de bommen.)
  • Tussendoor leer je wat daarvoor gebeurde en wat daarna gebeurde. (Het gevecht met Strauss komt pas later, maar ook de poging tot vergiftiging van Oppenheimers professor. Die conflicten komen erbij zodra we de personages kennen en de film al lekker op gang is.)

Dat laatste uur? Op zich prima, maar ik denk dat het een half uur had kunnen zijn. Ze hadden meer “stukjes” van het einde kunnen verplaatsen naar de eerste 50%, zodat ze de Trinity Test richting de climax van de film konden verplaatsen. Het verlies van Strauss en de openbaring van zijn plan konden dan in slechts ~20 minuten een bevredigende afronding zijn van de film.

Het feit dat Strauss hele probleem met Oppenheimer komt omdat hij denkt dat hij iets negatiefs over hem zei tegen Einstein … is enerzijds hilarisch en anderzijds best passend. Het is kinderachtig om zoiets kleins op te blazen tot een heksenjacht van een decennium. Het is ook precies wat machtige, rijke, egoïstische mannen doen op weg naar de top. Dus daar had ik niet zoveel problemen mee.

Weinig wetenschap

De andere reden voor mijn ideeën hierboven, is dat ik de hoeveelheid uitleg of wetenschap in de film nogal karig vond. Wederom, misschien heb ik een vertekend beeld als wetenschapper én kenner van Oppenheimers verhaal. Het uitblijven van diepere uitleg maakt de film waarschijnlijk meer toegankelijk voor iedereen.

Maar er is een lange reeks cruciale uitvindingen (in korte tijd) die leidde tot de mogelijkheid van een atoombom.

Dit is een geweldig pad voor een verhaal! Van begin tot eind kan je de uitvindingen elkaar laten opvolgen, de vooruitgang laten opstapelen, totdat het culmineert in die eerste bom. Doordat de kijker dit meemaakt, is het niet overweldigend. Je kan immers elk kleine stapje vooruit uitleggen met één of twee korte scenes.

In plaats daarvan worden een paar doorbraken razendsnel genoemd. Zo snel dat de mensen waarmee ik keek het eigenlijk niet hadden geregistreerd als een doorbraak.

Dit vond ik jammer. De film focust echt veel meer op Oppenheimer als persoon en zijn mentale staat, dan op de atoombom en hoe die daadwerkelijk tot stand kwam. Dit is een keuze. Dit maakt het dus echt een biografisch drama in mijn ogen.

Ik denk alleen dat een focus op de atoombom en die reeks uitvindingen zoveel meer actie en constante vooruitgang in het verhaal hadden kunnen stoppen. Je plot wordt sneller en interessanter, terwijl de kijker ook daadwerkelijk begrijpt hoe het ongeveer werkt en waarom dat een big deal is.

Bijvoorbeeld, als je nu naar de middelbare school gaat, wat leer je dan? Over atomen. Over dat ze protonen, elektronen en neutronen hebben. Dit wordt onderwezen als een legendarisch feit, letterlijk de kerntheorie van onze wetenschap, iets dat we al eeuwenlang weten en op voortborduren.

Dit is niet zo.

Niels Bohr, die voorkomt in de film en een rol speelt, heeft dat atoommodel bedacht.

De ontdekking van het bestaan van neutronen … was in 1932. Precies terwijl dit verhaal afspeelt! Het was een cruciaal onderdeel dat atoombommen überhaupt mogelijk maakte! Het zal dus ook een woord zijn dat de gemiddelde kijker herkent.

Maar de film zegt hier niets over. Het zit vol legendarische namen die de dingen hebben bedacht die wij nu op school leren als de belangrijkste wetenschappelijke theorieën. Die mensen leefden op dat moment en vele van hen hebben direct meegewerkt aan de atoombom (voor de VS of voor de Duitsers).

Het is een ongelofelijk rijke omgeving die elke kijker een nieuw besef van wetenschap en ontdekkingen had kunnen geven. In ieder geval van de afgelopen eeuw. Ik vind het gewoon jammer dat de film dit compleet negeert en vervangt door aangedikt drama.

Albert Einstein heeft bijvoorbeeld ook best een belangrijke rol. De reactie daarop is eigenlijk wel grappig. Mijn zusje zei van “ja, je leert alleen over die mensen uit schoolboeken, dus je vergeet eigenlijk dat het geen fictieve personages zijn of superhelden”.

Ja! Inderdaad! Die mensen hebben gewoon bestaan. Einstein ging op de fiets naar de universiteit. Je kon ze tegenkomen, terwijl ze gewoon hun normale leven leidden. Het is dat we nu, honderd jaar later, hun naam in onze schoolboeken hebben omdat ze achteraf gezien geweldige dingen hebben uitgevonden.

De losse verhaallijntjes komen niet allemaal samen

Dit stipte ik al kort aan bij de pluspunten. Het laatste uur gaat vooral over het feit dat ze Oppenheimer willen neerzetten als een communist en een spion voor de Russen. Maar tegen de tijd dat je dit doorhebt en “bang” wordt dat het misschien waar is, is de film eigenlijk al voorbij.

Op dezelfde manier hinten ze steeds naar het “Chevalier-incident”, alsof dat personage iets is overkomen of iets heftigs heeft gedaan. Maar uiteindelijk … is diegene simpelweg verdwenen uit Oppenheimers leven en dat was dat. Hij heeft één keer gesuggereerd dat Oppenheimer misschien informatie kon doorspelen aan de Russen, halverwege de film. Dat was het.

Waarvoor al die opbouw? Wat maakt het uit? Dat gevoel had ik met een aantal losse eindjes.

Zo wordt het hele einde mogelijk gemaakt doordat ene onderzoeker genaamd Hill een verklaring aflegt tegen Strauss. Deze persoon is echt twee keer kort in beeld geweest. Er is géén reden om te denken dat hij aan Oppenheimers kant staat of überhaupt zou worden opgeroepen. Meer opzet van dit karakter en hoe belangrijk hij is, ja, dat had wel gemogen.

Maar ik vind het geen gigantisch probleem, omdat het echt kleine “eindjes” zijn. Dingen die sowieso al weinig aandacht kregen en een soort mini-mini-verhaallijn waren. Ze bestonden achteraf vooral om tijdelijke spanning te krijgen of een voetnoot te worden in de zaak tegen Oppenheimer.

Ik had simpelweg gehoopt dat die scenes (ook diegene over zijn vreemdgaan) waren voorbestemd voor meer dan dat.

Dit had ik liever gezien:

  • Vanaf het begin wordt Oppenheimer aangepakt op verdenking een spion te zijn. Hij dreigt alles te verliezen dat hij had opgebouwd.
  • Nu is de rest van de film automatisch spannend en gestroomlijnd. Alles dat je leert over zijn communistische banden (of die van zijn vrouw) wordt bewijs vóór of tégen deze waarheid. De film werkt toe naar een duidelijk einde: hij wordt vrijgesproken óf veroordeeld.
  • (Hetzelfde voor zijn vreemdgaan met communistische vrouwen, wat hij blijkbaar maar niet kon laten.)
  • En omdat Strauss achter deze hele heksenjacht zit, is zijn verhaal ook meteen duidelijk verweven met de rest.

Maar ach, dat is gebaseerd op mijn persoonlijke manier van verhalen vertellen. Achteraf praten is altijd makkelijk.

Conclusie

De film heet Oppenheimer. Dat is de juiste naam, want hij gaat ook echt over Oppenheimer, niet perse over kwantumfysica of atoombommen.

Audiovisueel is het sterk. Ook al is het drie uur dialoog, het blijft constant op hoog tempo en stuwt het verhaal voorwaarts. De trucjes eromheen, om het verhaal meer gewicht te geven (en minder voorspelbaar te maken, want we weten al dat de atoombom wordt ontdekt), werken grotendeels maar niet helemaal.

Ik had graag meer wetenschap gezien. Ik had graag het Manhattan Project gezien als de rode draad door de hele film. Dit had mede geholpen met een laatste uur dat ietwat voelt als een slap aanhangsel. Het is dan ook geen film voor iedereen en geen “perfecte” film.

Maar daarbuiten? Daarbuiten heb ik weinig aan te merken. Het is een enorme prestatie, een gewaagde prestatie, een unieke film over een man en ideeën die zeker het nadenken waard zijn.

Het weet emotioneel te zijn, zonder cliché of melodramatisch te worden. Het weet de Trinity Test neer te zetten als een moment waarop je uit je stoel wilt springen en juichen voor al deze personages. Het weet toegankelijk te zijn voor iedereen, maar tegelijkertijd de diepgang en de morele kwesties van de atoombom te raken.

De conversatie waarmee het eindigt, tussen Oppenheimer en Einstein, vind ik het perfecte einde.

Als schrijver heb ik altijd moeite gehad om conflict en vooruitgang te creëren zonder actie of fysiek geweld. (Een probleem voor velen. Je weet het niet meer? Je verhaal loopt vast? Laat iets exploderen! Laat iemand sterven!) Deze film laat zien dat het kan. Dat je drie uur lang dialogen kunt hebben en het heeft allemaal vooruitgang en conflict erachter. Daar heb ik veel van geleerd.

Vandaar mijn hoge rating.