De laatste tijd heb ik véél (bord)spellen gemaakt en een patroon gemerkt. Dit patroon zorgt dat je regels simpeler en korter worden, terwijl het gratis en voor niets extra strategie toevoegt.
Ik noem het: de verplichte actie.
Veel spellen maken acties of handelingen optioneel.
- “Als jij het meeste geld hebt deze ronde, mag je een extra kaart pakken”
- “Als jij de laatste kaart pakt, mag je twee goudstukken pakken”
- Enzovoort.
Dit lijken simpele en goede regels. Je geeft spelers een keuze—altijd goed, toch? Tegelijkertijd verplicht je spelers tot niets—mensen houden niet van verplichting, toch?
Maar het maakt veel spellen juist ingewikkelder en bereikt, strategisch gezien, niks. Waarom?
Je kan acties indelen in drie categorieën: altijd goed, altijd slecht, soms goed en soms slecht.
- Als een actie altijd goed is … waarom zou je de speler dan een keuze geven? De speler kiest altijd de actie, want hij is altijd goed!
- Als een actie altijd slecht is … waarom zou je de speler dan een keuze geven? Waarom de actie überhaupt toevoegen? De speler doet hem nooit.
- Als een actie soms goed en soms slecht is … wat doet deze regel dan precies? De regel test of de speler begrijpt wanneer de actie goed is en wanneer slecht (en daarop handelt). Dat heeft zin, in een spel.
Zo’n regel is dus alleen zinvol bij het derde soort acties: soms goed, soms slecht. (Afhankelijk van hoe het spel eruitziet.)
Maar zelfs dat is niet ideaal. Deze regel is een extra keuze die los staat van de rest. Het is een extra regel die je altijd een makkelijke uitweg geeft: niks doen.
Jij hebt zojuist de laatste kaart gepakt, maar je wilt helemaal geen extra geld? (Want dat is slecht, in het spel, om een of andere reden.) Tja, dan doe je lekker niks. Het is toch optioneel.
Hoe verbeter je dit? Door het verplicht te maken.
- Het maakt de regel korter en directer: “Jij pakt de laatste kaart? Ontvang 2 goudstukken.”
- Het voegt extra strategie toe, want nu moet je vooruit denken. Als jij de laatste kaart pakt, gebeurt er sowieso iets. Dus als jij denkt dat het gevolg slecht gaat zijn, moet je nu al de juiste zetten doen om niet de laatste kaart te pakken.
Oftewel, door de regel simpeler te maken, voeg je stiekem veel meer diepgang toe aan het spel. En dat kan dus bijna altijd.
Sinds het afgelopen jaar let ik hierop. Als ik een regel opschrijf die zegt “als X gebeurt, mag je Y doen”, vervang ik hem direct door de verplichte variant. Het heeft me eigenlijk nooit teleurgesteld.
Ik zal een laatste voorbeeld geven om het af te maken. Ik ontwerp een spel waarbij je een soort van Pokémon in je hand hebt (wezens met een bepaald type en kracht). Tijdens je beurt, kies je een tegenstander, en speelt een paar van die wezens tegen elkaar. Degene die het sterkste team neerzet, wint natuurlijk dat gevecht.
In eerste instantie schreef ik op: “degene die de meeste actie icoontjes heeft (op diens kaarten), mag die acties uitvoeren”
Lijkt een prima regel, is het dus niet. Het opent de deur tot niks doen (als de acties je toch niet bevallen), waardoor dat hele deel van het spel door de spelers wordt genegeerd. Het betekent dat ik alleen maar acties moet bedenken die heel sterk zijn, want dan wil je ze uitvoeren, maar dat maakt ze weer “overpowered”.
Pas de verplichte actie toe en je krijgt een beter resultaat: “De speler met de meeste actie icoontjes, voert één daarvan uit.”
Een kortere regel. Nooit “overpowered”. Maar omdat je weet dat je sowieso een actie moet doen (als je de meeste icoontjes hebt), kunnen goede acties in andere situaties ineens slecht worden. Een actie zoals “wissel een kaart met je tegenstander” is goed als je slechte kaarten hebt, maar slecht als je tevreden bent met je hand en niks kwijt wilt.
Zo worden acties automatisch “soms goed, soms slecht”. En dat levert de meest interessante spellen op.
Dat was mijn snelle tip voor game design!
Ik ben overigens behoorlijk extreem als het gaat om korte regels. Mijn spelregels zijn de laatste jaren vrijwel nooit langer dan één of twee pagina’s. Dat is inclusief plaatjes, voorbeelden, groot lettertype, enzovoort. Als ik andere spelregelboekjes lees, denk ik altijd “dit had ook in de helft van de pagina’s gekund” en “wie leest dit en onthoudt dit allemaal?”
Dus ja, als ik vijf woorden kan schrappen uit een zin, dan doe ik dat. Want het resultaat is al snel véél minder pagina’s aan regels, zonder dat je verder iets verliest. Dat is hoe je bordspellen leuk, simpel en toegankelijk maakt.