De meeste mensen hebben het talloze keren gezien. Je wilt inloggen op een website, of een pagina bekijken, en je moet ineens bewijzen dat je geen robot bent!
Misschien moet je een onduidelijk geschreven woord overtypen. Of alle plaatjes aanklikken met een stoplicht. Of simpelweg het vakje aanvinken met “ik ben geen robot”.
Dit is bij de meesten bekend onder captcha of recaptcha. Sommige hebben er een hekel aan, anderen zijn er niet zo goed in, maar de meesten lijken te denken dat het werkt.
Toen dit voor het eerst werd ingevoerd, werkte het inderdaad. Dat is lang, lang geleden. Toen internet en computers nog baby’s waren. Toen waren er inderdaad geen programma’s of robots die zulke taken konden doen. De eerste captchas waren dan ook véél simpeler dan de moderne varianten: je kreeg vaak maar twee letters, héél goed te lezen, die je moest overtypen.
Maar over tijd werden robots slimmer, dus de taken moesten moeilijker worden. Ineens moest je hele zinnen overtypen die eruit zagen alsof iemand inkt over je scherm had gekotst. Je kreeg maar liefst 16 vierkantjes waarop je alle stoplichten moest aanvinken. Tegelijkertijd kreeg je ook dat ene vakje dat je moest aanvinken—en hoe kan dat ooit robots buiten de deur houden?
Het verbaast mij dat de meesten geen flauw idee hebben hoe dit werkt of wat erachter schuilgaat. Dus ik zal het verklappen.
Captcha is van Google. Het idee is allang niet meer om robots buiten de deur te houden. Sterker nog, robots kunnen de testjes vaak beter doen dan mensen :p
Nee, Google vond dit systeem en zag—hoe kan het ook anders—een kans om data te verzamelen en gebruikers het werk te laten doen.
Die woorden en zinnen die je moest intypen? Niet zomaar woorden. Delen van (slecht) gescande boeken, die jij gratis en voor niets voor Google hebt vertaald.
Die plaatjes die je moet aanvinken? Niet zomaar plaatjes. Trainingsdata voor robots, om te leren hoe verschillende voorwerpen eruitzien.
Dat vakje dat je moet aanvinken? Dat is gebaseerd op het idee dat een mens imperfect is. Een computerscript zal zo’n vakje direct aanklikken, zonder fout, zonder aarzeling. Een mens moet eerst de muis er (enigszins wiebelend) naartoe bewegen en klikt pas even later. Dus wat doet het vakje? Het registreert hoe jij over de pagina beweegt.
Zo, nu weet je het. Als jij drie keer opnieuw moet aanvinken welke tegels een blauwe auto hebben, dan is het niet omdat je de eerste twee keer een fout maakte. Het is niet omdat ze denken dat je een robot bent. Het is omdat Google dacht: “deze persoon lijkt het serieus te nemen, diegene mag nog wat werk verrichten voor ons!”
Deze check is een soort statussymbool geworden. Oh, als je dit niet hebt, dan ben je onveilig, of dan ben je niet professioneel genoeg.
In werkelijkheid slaat het dus nergens op. Robots kunnen deze dingen minstens net zo goed invullen als mensen, en dat kunnen ze al jarenlang. Als je het tegenkomt, ben je dus Google aan het helpen met data verzamelen.
Geniaal, natuurlijk. Hoe ze gratis arbeid van miljarden mensen—elke dag—hebben geregeld, en het óók nog verkocht alsof ze een geweldige service aanboden. Hier zit een geweldige les qua marketing en hype, zo heb ik het idee.
Maar ook iets dat nu wel voorbij mag zijn. Ik spendeer iets te veel tijd met Google gratis arbeid leveren, terwijl ik gewoon wil inloggen op mijn eigen accounts.
Misschien, als genoeg mensen dit eindelijk weten, kunnen ze weer verdwijnen van het internet.