Onlangs kwam LAKS (Landelijk Aktie Komitee Scholieren) met een taalgids naar buiten. Het stelt voor om bepaalde woorden niet meer te gebruiken, of te vervangen door dingen die zij aardiger of inclusiever achten. “Jongens en meisjes” kan vervangen door “iedereen” of “allemaal”. “Zittenblijven” kan je vervangen door “doubleren”.
Ik stel het op prijs dat ze benadrukken dat het adviezen zijn en dat taal organisch (of dynamisch) is. Hoewel dat natuurlijk hun advies om bepaalde taal niet meer te gebruiken (door het altijd te vervangen door iets anders) enigszins tegenspreekt. (“Ik geef je het advies om nooit meer X te doen en altijd Y”, is natuurlijk hetzelfde als zeggen dat je X slecht vindt en wil dat de ander het aanpast.)
Ook zijn veel voorgestelde veranderingen korter of directer. Efficiënte taal kan ik altijd waarderen.
Jammer genoeg is dat het enige dat ik kan prijzen.
Ik vind het altijd lachwekkend, op een ietwat cynische manier. Het onderwijssysteem is een gigantische rotzooi, maar de organisaties die iets van invloed zouden kunnen uitoefenen besteden tijd aan dingen zoals een taalgids met adviezen.
De reden achter de adviezen is dat men in de hedendaagse wereld enorm bang is voor onderscheid. Iemand zou maar iets zijn dat jij niet bent. Iemand zou maar iets kunnen dat jij niet kunt, met zijn kop boven het maaiveld uitsteken. Dus de taaladviezen omvatten vooral het advies om iedereen te zien als dezelfde, grijze, abstracte “leerling” zonder eigenschappen of persoonlijkheid.
Achterstandsleerling? Nee joh, we doen net alsof jij precies even slim bent als de rest en geen achterstand hebt. Ook al is dat niet de waarheid.
Zittenblijven? Joh, als we het een Frans woord geven (doubleren) lijkt het ineens alsof niemand ooit is blijven zitten, toch? Het is net alsof je wél bent overgegaan en niet nog een jaar van je leven mag verspillen met hetzelfde opnieuw doen! Ook al is dat niet de waarheid.
Het eerste probleem
Daar zal ik natuurlijk nooit achter staan, maar dat is niet eens het probleem. Deze adviezen zijn compleet onhaalbaar omdat het hele onderwijssysteem is ontworpen op basis van onderscheid en in hokjes proppen.
De taaladviezen willen niet meer dat je leerlingen aanduidt op basis van niveau, op basis van stroming, op basis van hoog- of laagopgeleid. Maar het hele systeem is ingericht op kinderen (en jongeren) zo vroeg mogelijk, zo strak mogelijk, in precies die hokjes stoppen. De keuze om HAVO te doen in plaats van VWO—eentje die je maakt als je 14 bent, met allerlei externe factoren die meespelen—kan betekenen dat jij de rest van je leven niet de banen kan krijgen die je zou willen. En die je waarschijnlijk zou kunnen.
Dat los je niet op door het weg te zwijgen via zo’n taalgids. Je maakt het alleen maar erger, want je verstopt het probleem. Het onderwijs moet daadwerkelijk, in de regels en de wetten, afstappen van dit soort onderscheid. Want weet je wat er dan automatisch gebeurt? De woorden die we ervoor nodig hebben verdwijnen als sneeuw voor de zon! Want ze zijn niet meer nodig!
Adviezen (of wetten) die zeggen dat bepaalde taal moet veranderen, doen __in het beste geval niks, en in alle andere gevallen verstoppen ze het echte probleem waardoor het erger wordt. Dus zelfs als hun taalgids vol stond met rake observaties die ik kon begrijpen, zou ik nog ertegen zijn.
Het tweede probleem
Ik ben een schrijver die miljoenen woorden heeft gelezen en geschreven. Vrijwel iedereen in mijn vakgebied zegt op dit punt een uitspraak zoals “taal maakt uit” en “woorden hebben échte impact op de wereld”.
Dat is waar. Maar ze hebben alleen impact omdat sommige mensen besluiten dat ze impact hebben. Net zoals jij volledig besluit of jij je beledigd voelt door iets of niet. Net zoals jij besluit of jij je iets aantrekt van iemand anders die je uitscheldt of namen noemt.
Woorden zijn niet hetzelfde als daden. Als iemand jou een klap in je gezicht geeft, dan gebeurt dat, en dan heb je pijn. Dat is niet iets dat je besluit om te hebben (of niet). Hetzelfde met wetten of regels die je benadelen, hetzelfde met hoe iemand je (fysiek) behandelt.
Woorden? Kies ervoor om andere mensen te laten zeggen wat ze willen. Als ze iets zinvols zeggen, luister je ernaar. Zo niet, negeer je het, en het heeft nul effect op je leven.
Ik kan het nog erger maken. Ik heb al praktisch mijn hele leven een chronische ziekte waardoor ik niet kan vertrouwen dat ik een stem heb. Het verbaast mij enorm hoeveel waarde mensen hechten aan wat iemand anders zegt. Het zijn maar klanken. Mensen bedenken ter plekke wat ze zeggen, en hoe, en verspreken zich regelmatig. Ik hang pas echt waarde aan woorden als iemand ze heeft opgeschreven, na lang erover nadenken en de mogelijkheid fouten eruit te halen. Gesproken woorden zijn té wisselvallig en willekeurig om iets van waarde aan te hangen.
Ook om die reden vind ik zo’n taalgids een verspilling van tijd, energie en geld. Middelen die hadden moeten gaan naar een veel beter onderwijssysteem. Daden veranderen, geen woorden.
(Ook begrijp ik niet helemaal wat een “aktie komitee” voor scholieren doet met het geven van taaladviezen aan alle onderwijsinstellingen. Maar oké, scholieren—en hun welzijn—zijn natuurlijk zeer nauw verbonden met docenten en de school. Toch hoop ik niet dat ze hun macht langzaam uitbreiden en binnenkort in allerlei sectoren adviezen lopen te geven :p)
Het derde probleem
Als laatste kloppen natuurlijk de meeste veranderingen of argumenten erachter niet. Ik zeg natuurlijk, omdat ik dit keer op keer zie bij voorgestelde veranderingen.
Bijvoorbeeld, ze willen af van het predicaat “excellente scholen”. Ten eerste heb ik dit woord vijf keer in mijn hele leven gehoord, en volgens mij allemaal uit een artikel of film, dus ik weet niet of dit nou zo’n groot probleem is. Ten tweede is hun redenering dat “het suggereert dat sommige scholen beter zijn dan andere, wat natuurlijk niet zo is. Ze doen dingen misschien anders, maar dat maakt het niet beter of slechter.”
Ja daaaaag.
Er zit een ongelofelijk verschil in kwaliteit tussen scholen. Er zit zelfs een ongelofelijk verschil in kwaliteit tussen docenten en vakken op dezelfde school in hetzelfde leerjaar.
De ene persoon heeft zes jaar aan verhalen over alles dat op hun school gebeurde dat écht niet kon. Hoe ze een half jaar geen natuurkunde hadden omdat school geen zin had een vervangende docent te regelen. Hoe school de boel niet op orde had, waardoor roosters, cijfers en vakkenpakketten steeds niet klopten. Hoe ze de helft van de tijd paars zagen van de kou want de centrale verwarming was niet op orde in die vleugel van het gebouw.
De andere persoon heeft weinig te klagen en toevallig de beste docenten gehad z’n hele leven. Zo weet ik zeker dat mijn liefde voor gave verhalen uit de geschiedenis, waardoor ik mij laat inspireren voor mijn eigen boeken, komt van die ene geschiedenisdocent die heel goed kon vertellen en elke les afsloot met het volgende stuk van een of andere mythe. Alle andere geschiedenisdocenten deden het niet. Dat ene jaar haalde ik véél hogere cijfers.
Waar komt deze bezetenheid vandaan met alles gelijktrekken? En dat ook nog eens, ironisch genoeg, onder het nom van diversiteit?
Mensen zijn verschillend. Mensen zijn beter in sommige dingen, slechter in andere. Een docent die hard werkt en nadenkt over diens lessen, zal beter zijn en __de school beter maken, en dient daarvoor te worden beloond.
Een school is een ongelofelijk ingewikkeld systeem waar honderden mensen zich mee bemoeien. Je gaat hele goede scholen vinden, en hele slechte scholen. En dat probleem maak je alleen maar groter door het niet meer te benoemen.
Hetzelfde argument kan toegepast op de meeste veranderingen. Geen “jongens en meisjes” meer, of welke identificatie op basis van geslacht dan ook. Ondanks het feit dat mensen nou eenmaal een geslacht hebben en dat dit uitmaakt. (En dat verzonnen geslachten niets meer zijn dan … verzonnen.)
Wetenschappelijk onderzoek toont aan dat meisjes eerder volwassen worden dan jongens. Het huidige onderwijssysteem is overweldigend ingericht op meisjes. Vanaf het moment dat ze volledig mee mochten doen, zijn ze de jongens voorbij gestreefd op vrijwel alle prestaties.
Er is al jaren een roep om jongens een jaar achterstand te laten houden, zodat ze minder blijven zitten en meer kans hebben zodra ze van school gaan. (Een roep die, in mijn ogen terecht, wordt genegeerd vanwege de voordelen van geslacht en niveau mengen in een klaslokaal.) Gemiddeld genomen leren en ontwikkelen jongens en meiden zich net wat anders, en in een competitieve, gemaakte omgeving zoals school worden dit soort verschillen uitvergroot.
De eerste oplossing is natuurlijk het schoolsysteem radicaal veranderen. De tweede oplossing is bij de feiten blijven: een wereld waarin 99,999% van de mensen het biologische geslacht man of vrouw heeft, en waarin je op basis daarvan positieve discriminatie kan toepassen. Iemand hulp bieden die precies zij nodig hebben, vanwege bijvoorbeeld geslacht.
Een taalgids die zegt dat je eigenlijk moet doen alsof geslacht niet bestaat en alle leerlingen dezelfde grijze bekenisloze blob zijn, precies even intelligent en even dom … is niet de oplossing.
Conclusie
Dit was bedoeld als kort artikeltje over de LAKS aankondiging die toevallig voorbij kwam. Het liep een beetje uit de hand.
Ik probeer echt te begrijpen waarom mensen dit doen. Maar ik zie het niet. Er is geen wetenschappelijke onderbouwing, via onderzoek of praktische statistieken. Er is geen logische onderbouwing. Er is geen redelijke aanname dat zulke veranderingen nodig zijn of meer goeds dan slechts opleveren. Vrijwel iedereen valt over zulke aankondigingen heen, met simpele uitspraken waarover ze duidelijk langer hebben nagedacht dan LAKS over deze taalgids.
Ze mogen het doen, natuurlijk. Het zijn maar woorden (en adviezen). Klanken en zinnetjes die je kan negeren, zoals je nu van mij weet. Misschien bewijzen ze mijn ongelijk en zijn deze veranderingen wél wat nodig is. Maar er is geen enkele reden om dat nu te denken.
En al die tijd wordt hier geld en aandacht in gestoken, terwijl verhalen naar buiten komen van kleine kinderen die niet meer eten omdat ze niet genoeg pauzetijd meer krijgen op de basisschool. Van jongeren die nog liever zelfmoord plegen dan langer in het schoolsysteem zitten. Van het belachelijk hoge percentage burn-out onder docenten. Die, laten we wel wezen, natuurlijk wél duidelijk worden onderscheiden van leerlingen. Alle leerlingen hetzelfde—de docenten net een beetje beter.
Ik snap het niet.