Eindelijk, eindelijk. Vorig jaar schreef ik een boek voor een schrijfwedstrijd. Uiteindelijk is het ingestuurd naar twee wedstrijden en heeft het allebei niet gewonnen (maar wel redelijk goed gescoord en nuttige feedback gekregen).
Dus ik heb een laatste grote revisie gedaan en het zelf uitgegeven. Het heet De Vijf Eilanden (en andere rekenfouten).
Die “subtitel” is belangrijk. Enerzijds omdat het leuk is en mensen interesse geeft, anderzijds omdat het een belangrijke invloed heeft op hoe je het verhaal interpreteert. (Want nu weet je al dat het getal “vijf” misschien niet klopt.)
Bezoek hier de officiële pagina, waar je het boek kunt kopen of plaatjes bekijken.
Hieronder wil ik wat interessante dingen vertellen over dit project!
Pas op! Spoilers! Vooral voor de eerste ~5 hoofdstukken.
Ook heb ik twee oudere artikelen …
- Over de eerste versie
- En over de feedback van de schrijfwedstrijd
De voorkant
Ik vond dat mijn ontwerpen nogal hetzelfde eruit zagen de laatste jaren. Ik ging niet echt uit mijn comfort zone, terwijl—laten we eerlijk zijn—mijn comfort zone qua “tekenen met de hand” nou niet bepaald van het allerhoogste niveau is :p
Dus ik wilde per se iets anders doen. Zelfs al was het cliché of minder persoonlijk, ik wilde een voorkant met een dromerig geschilderd “eiland (landschap)”.
De oplettende lezer, die misschien technologisch nieuws volgt, weet al waarheen dit gaat. Ik heb de voorkant laten genereren door AI.
(Of we het willen of niet, ik weet zeker dat dit de toekomst is en dat het verstandig is om nu te leren hoe het werkt en wat je ermee kan. Ik ben een kunstenaar—ik voel me ook bedreigd door deze ontwikkelingen en heb hier en daar mijn bedenkingen. Maar wie niet mee beweegt … )
Eerste Poging
Ik wist nauwelijks wat ik deed. Dus na een paar pogingen was ik tevreden, toen ik iets had waarvan ik dacht: “hé, dat ziet eruit als een voorkant van een fantasy boek” Ik genereerde een tweede plaatje dat erbij kon (de achterkant).
Toen verbond ik ze met elkaar. (Kleuren afstellen. Aan de randen stukjes bijtekenen zodat het mooi in elkaar “overgaat”. Achter de tekst, vooral op de achterkant, de schilderingen donkerder maken zodat het contrast beter is.)
Dus nee, het is niet “klik op een knop en klaar”. Je hebt verstand nodig van algemene designdingen: compositie, kleuren, lettertypes, etcetera.
Maar het komt héél dicht in de buurt.
Ik vond de voorkant zo professioneel genoeg. Maar, zoals altijd, was ik alsnog niet tevreden.
Tweede poging
Waarom was ik niet tevreden? Dit is een nogal typische fantasy voorkant. Het zegt eigenlijk … niks.
Toen ik checkte of ik geen copyrightbreuk maakte, vond ik honderden plaatjes die niet hetzelfde waren … maar wel nogal in dezelfde stijl.
Ook is het wat donker, “moody”, iets té mysterieus of agressief vergeleken met de inhoud van het boek. Oftewel: het zijn mooie plaatjes, maar dat is niet het belangrijkste doel van een boekvoorkant. Het moet geïnteresseerde lezers vinden door te communiceren waarover het boek gaat. Het moet wel passen.
Voordat ik besloot AI te gebruiken, wilde ik eigenlijk deze voorkant maken:
- Een berenpoot
- Waarvan de tenen eilanden zijn of vallende stenen.
- (Ik wilde nog iets verder gaan: als je de eilanden omgekeerd bekeek, dus met het boek ondersteboven, dán zag je dat het die vallende stenen waren.)
Dit is namelijk het icoontje dat door het hele boek terugkomt. Het is uniek én geeft hints naar mysteries binnen het verhaal. (Dat maakt het ook een minder goede voorkant, want oplettende lezers kunnen dit zien als spoilers :p)
Ik kan dit met de hand tekenen … tot op zekere hoogte. Schilderen, meer realistische landschappen, het gaat me allemaal (vooralsnog) de pet te boven.
Dus kon ik AI de moeilijke onderdelen laten overnemen? Blijkbaar wel.
Ik tekende de “hele ruwe versie” van deze voorkant, met alle onderdelen geschetst. Dat was … hopeloos.
Toen tekende ik een “ruwe versie” die zelf al wat detail toevoegde en alleen focuste op het allerbelangrijkste. Dit werkte veel beter.
Dit is het simpele plaatje waarmee ik de generatie “begon”. De kleuren, het lichte gradiënt, de ruwere lijnen—het bleek allemaal cruciaal om de AI mij sneller te laten begrijpen.
Ik probeerde allerlei verschillende beschrijvingen en instellingen (iets van 20-30 generaties) totdat de computer precies begreep wat ik wilde.
- Het behield de originele compositie (berenpoot)
- Voegde op een logische manier de vallende stenen en eilanden toe
- En dat in een coherente, mooie, geschilderde stijl
Om dit te bereiken, speelde ik voornamelijk met …
- Hoe “trouw” de generatie is aan het origineel. (Percentages tussen 65%-75% lijken ideaal voor zo’n beetje alles.)
- De precieze woorden die ik gebruik. (De belangrijkste onderdelen? 1) Namen van bekende fantasy schilders; 2) Geen woorden die kunnen “afleiden” en de generatie een verkeerde afslag laten nemen.)
Bijvoorbeeld, in eerste instantie schreef ik dus overal “islands in the shape of a bear paw”. Het gevolg? De helft van de tijd voegde de computer op een compleet willekeurige plek een beer toe :p Dan had ik een prachtige illustratie … maar links stond heel groot een of andere cartoon teddy beer, en dat kon ik niet gebruiken.
Zulke dingen weghalen en vervangen door iets dat meer … coherent is (en dezelfde kant op wijst), hielp enorm.
Toen ik iets moois had, ging ik “outpainten”. Je selecteert een vak deels binnen het originele plaatje, en deels erbuiten. Waarom? Dan probeert de generatie het “lege gedeelte” in te vullen zodat het aansluit op wat je al hebt.
Dit was wederom … tricky. Selecteer te weinig van het origineel, en het sluit geheel niet aan. Als je de “prompt” (het originele tekstje) niet verandert, is de kans groot dat je gewoon twee keer nagenoeg hetzelfde krijgt, in plaats van iets dat “aanvult” of “verder tekent”. Kostte ook wat probeersels.
Maar het eindresultaat vond ik unieker, passender en mooier dan de eerste poging. (Meer open, minder donker, minder cliché.)
Conclusie
Uiteindelijk is het inderdaad een vrij typische “fantasy voorkant” geworden. De controle over het eindresultaat is niet altijd even groot.
Maar het is compleet anders dan alles dat ik hiervoor deed. Ik heb weer het een en ander geleerd over foto’s bewerken, effecten, etcetera.
Maar toch voelt het als valsspelen. Het voelt … raar. Ik typ iets als: “five islands, dreamy fantasy book cover” Binnen vijf pogingen had ik plaatjes waarmee ik wel iets kan. En het is beter dan ik had kunnen schilderen als ik een volle week achter mijn tekentablet had gezeten.
Toen ik dit aan anderen liet zien, reageerden ze allemaal zo van: “wow dit voelt echt als een professioneel fantasy boek” (Met de subtiele ondertoon dat al mijn vorige werk dus een beetje “meh” was, maar oké.)
En het enige dat ik heb gedaan is …
- Slim plaatjes generen en compositie kiezen
- Lettertype zoeken en op mooie manier samen plaatsen
- Alle kleuren op elkaar afstemmen
- Een hoop effecten, gradiënten, kleurwisselingen, etcetera om contrast te verhogen en alle elementen samen te smelten
Ja, dit vereist alsnog kennis over “visuele kunst”. Ja, het is niet perfect, want het is mijn eerste cover op deze manier.
Maar écht veel werk is het ook niet.
Daarom doe ik het ook voor dit boek. Ik wil experimenteren en leren voordat ik een boek uitgeef waarvan ik écht wil dat het succesvol wordt. Dan wil ik die fouten niet meer maken.
Zo leerde ik hiervan:
- Titels gebruiken vaak alleen maar hoofdletters. En dan vaak in combinatie met “small caps”: dus de eerste letter is een grote hoofdletter, en de andere letters zijn ook hoofdletters maar dan geschaald alsof het kleine letters zijn. Zeker voor dit lettertype zag dat er véél professioneler uit dan als ik de normale letters had gebruikt.
- Zelfs dan, wil je wat kleurverschillen of effecten op de letters. Subtiel genoeg dat je het misschien niet bewust merkt. Want anders zijn de letters één vlak van exact dezelfde kleur, en dat past niet bij de schilderingen op de achtergrond.
- De AI kan ook kleine plaatjes groter maken, zonder pixelig te worden, met “upscaling”. Dat werkt goed en is nodig, want print heeft een veel hogere resolutie dan schermen. (De plaatjes van deze voorkant waren eerst postzegelgrootte op mijn scherm.)
Wat is de toekomst hiervan? Zal dit in de toekomst copyrightproblemen opleveren? Wat gebeurt er met die AI en kunst in het algemeen? Géén idee. Maar ik wilde het minstens proberen en met de tijd meegaan. Ik heb er alles aan gedaan om dit verantwoordelijk te gebruiken, verder is de toekomst zo onzeker als altijd.
De inhoud
De feedback op het boek was vaak tegenstrijdig. (De ene persoon vond het te snel gaan, de andere te langzaam. De ene persoon vond de emoties te weinig neergezet, de andere te veel. Het ene jurylid was lovend over de diepgang en dialogen, de andere stopte na tien pagina’s omdat er alleen maar heel veel informatie op de lezer afkwam.)
Dat betekent vaak niets anders dan dat je de juiste balans hebt en smaken verschillen.
Maar twee dingen kwamen eigenlijk constant terug:
- Geen globale verhaallijn, vanaf het begin, die je door het boek loodst. (Het begint dus op vijf losse eilanden die over tijd met elkaar verweven raken.)
- De personages lijken nog iets te veel op elkaar, qua spreekstijl en gedachten.
Ik kon dit niet helemaal oplossen. Want het hele boek is opgezet zodat je vijf unieke eilanden hebt die pas later samenkomen. Maar ik kon het verzachten.
- Waar mogelijk liet ik personages hun eigen woorden gebruiken. Hun eigen manier van praten, gezegdes, bijzondere perspectief op een situatie. (Dat deed ik al, maar verre van genoeg. Het nadeel van een slechte gezondheid is dat ik niet zoveel variatie heb in de mensen die ik dagelijks ontmoet, dus het is moeilijk om diverse manieren van denken en spreken over te nemen :/)
- De eerste hoofdstukken heb ik veel weggehaald, zodat je sneller van informatie naar actie gaat. (Dit was wederom al vrij snel, maar alles kan beter. Zeker het eerste hoofdstuk bleef nét te lang hangen in een dialoog.) => Ik probeerde de regel “je moet de lezer binnen vijf pagina’s interesseren” te hanteren, maar het lukte niet. Hoofdstuk 1 werd 7 pagina’s en het kon echt niet met minder.
- De eerste 10-15 hoofdstukken heb ik geprobeerd altijd één of twee zinnetjes te hebben die duidelijk verwijzen naar een groter gevaar of naar het globale gevaar dat eraan zit te komen.
Uiteindelijk komt dit allemaal neer op “promises to the reader”. (Zo schreef ik het ook, in dikgedrukte letters, bovenaan mijn notities.)
Dit boek verandert als het ware, gaandeweg, in een heel ander boek. Je kan denken: “leuke verrassing, lekker gevarieerd”. Maar de realiteit is: “hey, dit is niet het boek dat ik oorspronkelijke wilde lezen, ik voel me voor de gek gehouden door de schrijver”
Het begint fantasy, maar is richting het einde eigenlijk een mix van fantasy en science-fiction. Het begint met karakter. Elk karakter een eigen probleem op een eigen eiland, maar eindigt dus met iedereen samen voor hetzelfde probleem.
Dus ik heb geprobeerd om het verhaal consistenter te maken. Vanaf het begin al hinten naar samenwerking, naar een globaal probleem, naar “science-fiction” elementen. Dingen die ik later (tijdens het schrijven van de eerste versie) improviseerde en belangrijk werden, nu al vast eerder noemen of invoeren.
Zoals ik al zei: ergens moet je een grens trekken. Het boek uitgeven, door naar je volgende. Dus niet alles is aangepast, het is niet alsof ik denk dat het boek nu “probleemloos” is, maar het was goed genoeg.
Een voorbeeld
Ik probeerde in elk van de eerste 5 hoofdstukken (na de eerste) iets te stoppen dat direct terug verwijst naar het vorige hoofdstuk. Om alles meteen met elkaar te verbinden. Om de lezer duidelijk te maken: het gaat allemaal samenhangen, de eilanden gaan elkaar beïnvloeden, etcetera.
- Hoofdstuk 2: Lagg ontvangt een mysterieus boek. (Dit stond al in de eerste versie.) Nu is deze “geïnspireerd door Titjana”, de hoofdpersone van Hoofdstuk 1. Op dat eiland is iedereen geniaal als ze worden geboren, maar vergeten alles naarmate ze ouder worden. Dus het is best logisch dat Titjana dit zelf is vergeten.
- Hoofdstuk 3: Zemya’s clan draait om verhalen vertellen. (Dit stond al in de eerste versie, hoewel matig uitgewerkt.) Nu herinnert ze een verhaal van Setoro—de grootste verhalenverteller—over een jongen die alleen is achtergelaten op een eiland. Dat verwijst natuurlijk naar Lagg.
- Hoofdstuk 4: Krais komt in een discussie met zijn mentor over waarom ze in hemelsnaam Vliegboten moeten bouwen. (In de eerste versie komt deze discussie pas in hoofdstuk 3 echt op gang, ik heb het vooral naar voren verplaatst.) Daarin praat de mentor zijn mond voorbij en onthult dat hij wéét van eiland 3 en de monsters daar (Druki).
- Hoofdstuk 5: Dit zijn plaatjes. Hoe verwijs je dan terug? Nou, ik besloot een naam onder het plaatje te krassen. Alsof deze plaatjes zijn getekend door zo’n geniale baby van eiland 1. (Ze zijn eigenlijk getekend door de Hum, dus dit is een hint dat zij verschijnen later in het boek.)
Al deze “veranderingen” kon ik alleen maar doen omdat ik het einde van het boek al had en wist dat ze klopten.
(Bijvoorbeeld, hoe weet die mentor van eiland 3? Later in het boek wordt onthuld dat hij als kind verdwaalde in de verboden Leslatuin. En als je zo’n doos aanraakt, krijg je allerlei magische krachten, zoals zien wat er op andere eilanden gebeurt. Dit zit allemaal al in het verhaal. Maar omdat ik het later improviseerde, is er geen enkele hint hiernaartoe in de eerste 1/3 of 1/2 van het boek.)
Oh ja, en nog wat kleine dingetjes:
- Al die plaatjes van eiland 5 werden geüpdatet. (Ze waren nu vrij kaal en minimaal, want tijdgebrek. Ik heb ze ietsje opgeleukt.)
- Ik besloot om dingen zoals “Vliegboot” met een hoofdletter te schrijven. Zoiets maakt duidelijk aan de lezer: “nee, dit is geen Nederlands woord dat je niet kent of verkeerd leest, het is verzonnen voor dit verhaal”
- Ik heb een hoop woorden weggehaald of zinnen ingekort … maar net zoveel bijgeschreven of toegevoegd. Dus het uiteindelijke woordenaantal tussen de eerste en de laatste versie is eigenlijk praktisch hetzelfde gebleven.
Marketingtekst
In het originele artikel noemde ik hoe moeilijk het was om een tekstje op de achtergrond van het boek te plaatsen. Het zijn vijf eilanden, vijf losse verhaallijnen, wat doe je daarmee?
Ik was er toen redelijk van overtuigd dat ik ze allemaal moest noemen. Elk eiland één zinnetje die uitlegt waarom ze bijzonder zijn of hoe ze in elkaar steken.
Het probleem?
- De tekst is daardoor overweldigend.
- Het heeft te veel ruimte nodig. (Zeker in het nieuwe ontwerp, met meer plaatjes en elementen, kan ik geen lap tekst op de cover doen. Moet je ook helemaal niet willen.)
- De eerste 5 hoofdstukken zijn eigenlijk al … verklapt.
Dus dat is ook veranderd. De marketing voor dit boek …
- Legt nu alleen het eerste eiland uit. (Daar begint het. En in de feedback, van jury en anderen, ontdekte ik dat ze die vrijwel allemaal het meest intrigerend vonden.)
- En geeft daarna twee korte zinnetjes die het globale idee geven. (Ze zullen elkaar moeten vinden en een globaal gevaar verslaan. Maar dat is misschien wel nog gevaarlijker dan op je eiland blijven.)
Dat maakt het kort maar krachtig. En functioneert zonder iets te verklappen.
Taaldingetjes
Zo’n boek teruglezen (dat je 1-2 jaar geleden schreef en compleet bent vergeten) onthult een paar “slechte gewoontes” qua taalgebruik. Niks ernstig, maar ik ben blij dat ik het nu zie en verbeter. Want elke pagina één zin “beter leesbaar” maken zorgt natuurlijk voor een véél beter boek uiteindelijk.
Dit waren de ergste.
Plakzinnen => in plaats van losse zinnen schrijven, plakte ik deze vaak met komma’s aan elkaar vast. De zin klopte grammaticaal (99% van de tijd), maar was onnodig ingewikkeld. Vaak moet je dan verbindingszinnetjes toevoegen die het nóg langer maken.
“Terwijl ik overeind krabbel, springt het monster op me af, raak ik weer uit balans, en rol ik over de reling.” => “Ik krabbel overeind, maar het monster springt op me. Ik verlies mijn balans en rol over de reling.”
“Pas als we de bosrand eindelijk hebben bereikt, durf ik weer te spreken” => “We bereiken eindelijk de bosrand. Ik durf weer te praten.”
Je kan dit vaak opbreken in meerdere zinnen. Dat is korter, dat is duidelijker.
“Ik probeerde om X” => het voorbeeld hierboven stond eigenlijk nog slechter in het boek. “Terwijl ik probeerde om overeind te krabbelen, …” Dat is natuurlijk ook overbodig! Proberen is hetzelfde als iets doen. Dus dat hele proberen kan vrijwel altijd weggelaten.
“In mijn ooghoek zie ik X” => dit stond echt honderden keren in het boek. Terwijl het ook nog eens onnodig lang is! “In mijn ooghoek zie ik het monster naderen” is hetzelfde als simpelweg “in mijn ooghoek nadert het monster”. Maar zelfs dan is deze specificatie, dat het in je ooghoek gebeurt, vaak overbodig => “Het monster nadert.”
“Ik stap naar voren / Ik deins naar achteren” => ****ook iets dat ik té vaak herhaalde. En het kan versimpeld naar “Ik stap vooruit / Ik deins achteruit”.
“De moeder van X” => is natuurlijk korter als “X’s moeder”. Zelfde voor vader, docent, broer, verzorger, etcetera. Ik laat het alleen staan als de zin anders onhandig leest (om wat voor reden dan ook).
Ook heb ik inmiddels een hekel gekregen aan zinnetjes met heel veel korte woordjes. Het leest alsof je stottert, alsof je steeds op pauze wordt gezet of hapert. Officieel mag je veel woordencombinaties aan elkaar schrijven in het Nederlands. Bijvoorbeeld: het is niet “ik loop er naar toe”, maar “ik loop ernaartoe”. Daar geef ik nu de voorkeur aan. Het leest veel fijner en consistenter.
Ik denk dat ik nu beter begrijp waarom sommige juryleden (in de feedback) zeiden dat sommige zinnetjes wat raar liepen. Je kan soms erg blind zijn voor je fouten in het verleden.
Als ik het allemaal opnieuw mocht doen …
Het is niet ondenkbaar, maar wel zeldzaam, dat een schrijver een boek helemaal opnieuw schrijft.
(Neem, bijvoorbeeld, deel 1 van “The Stormlight Archive” van Brandon Sanderson. Hij schreef de eerste versie toen hij heel jong was. Jaren later vond hij té veel fouten en besloot hij dus met een compleet nieuw document te beginnen en letterlijk het hele boek opnieuw te schrijven.)
Dat heb ik dus ook niet gedaan. Ik zou én meer moeten verwachten van dit boek én te veel fouten moeten zien met de huidige versie.
In werkelijkheid is dit een boek van “net niet”. Het is behoorlijk goed geschreven, goed in elkaar gezet, het is allemaal prima … maar “net niet” in mijn ogen.
Bijvoorbeeld, zoals ik hierboven zei: het eerste hoofdstuk is nét te lang en heeft nét te veel dialoog om dingen op te zetten. Dit is ook waar voor een paar andere vroege hoofdstukken.
Als ik het allemaal opnieuw mocht doen?
- Breng het terug naar drie eilanden. Desnoods breng je de tweede en de derde pas later. (Dus je begint met 10 hoofdstukken alleen de eerste.)
- Begin met één dreiging die het hele boek terug blijft komen. Alle subplots versterken die algemene dreiging, in plaats van dat ze 100 pagina’s lang compleet los kunnen staan.
- Werk met “grote gebeurtenissen” eens in de zoveel tijd, in plaats van “elk hoofdstuk één semi-belangrijke kleine gebeurtenis”. Want dat tweede maakt het boek altijd spannend … maar ook veel voller en chaotischer. En achteraf kan je niks meer editen, want elke verandering maakt de rest van het boek onjuist. Alles heeft invloed op elkaar, elke bladzijde, elke paragraaf. Tja, dat is gewoon een ingewikkeld web waaraan je helemaal niet moet willen beginnen.
- Herschrijf die eerste vijf hoofdstukken, desnoods vijf keer. Want die zijn het belangrijkst. Die moeten nieuwe lezers interesseren en overtuigen de rest te lezen. Ik spendeer vaak te veel tijd aan de overige 95% van het boek goed te maken … waardoor juist die belangrijke eerste 5% ondermaats blijft.
- Voeg losse groepen samen. In de eerste verhaallijn, bijvoorbeeld, valt de hoofdpersone eigenlijk door drie verschillende groepen mensen over tijd. (Haar klas, de Redders, de President en co.) Het is prima, maar het kon simpeler en sterker als dit allemaal dezelfde groep was. Dat ze haar klas bijvoorbeeld had overgehaald om met haar de Redders te zijn. Zulke manieren om verhalen efficiënter te vertellen zie ik nu beter dan twee jaar geleden (toen ik dit verhaal verzon).
Maar deze dingen heb ik meegenomen bij de boeken die ik hierna heb geschreven. Dit project is voor mij nu af.
Conclusie
Een lastig boek om te schrijven of uitgeven. Ik snap dat de jury het overweldigend en chaotisch vond. Maar ja, mijn domme hoofd moest natuurlijk weer iets bizars bedenken. (Vijf losse verhaallijnen, compleet anders, komen gaandeweg samen. Oh ja, en het vijfde eiland gaat met plaatjes in plaats van tekst.)
Dat er een redelijk coherent, op zichzelf staand, niet al te lang fantasy verhaal uit is gekomen is eigenlijk een godswonder :p
Veel van geleerd. Nu is het af. Hopelijk verblijd ik hiermee mensen die net als ik een wat hyperactief hoofd hebben en véél van een verhaal verwachten.
Op naar de volgende paar boeken van de stapel. (Die af zijn, maar extra revisie nodig hebben. En dan natuurlijk de officiële uitgave.)