Afgelopen December heb ik razendsnel (in minder dan drie weken) een fantasy boek geschreven voor een schrijfwedstrijd. Het was een ware test van doorzettingsvermogen en planning, maar het is uiteindelijk gelukt!
En toch was ik niet zo tevreden, het moment dat ik de laatste zin typte. Het boek voelde afgeraffeld en gehaast, met veel gaten en weinig creatieve ideeën. Een logisch gevolg van zo’n strakke deadline: je hebt geen tijd om ergens even een nachtje over te slapen.
Maar dan gebeurt iets bijzonders. Ik denk niet “laat ik het verbeteren” noch “ik ben een waardeloze schrijver en moet een andere carrière zoeken”.
Ik denk: “dit project is niet geweldig geworden, laat ik het opnieuw proberen met een volgend boek”
Dit gebeurt niet alleen met boeken. Ik denk dit bij al mijn projecten. Wat ik net heb gedaan is shit, laat ik het opnieuw proberen en beter doen.
Op zich is dit een positieve, nuttige mindset. Het is beter dan in de put zitten of jezelf naar beneden praten. Het is beter dan opgeven. Het is beter dan denken dat je nooit meer beter wordt.
Maar het nadeel is dus dat je constant nieuwe dingen begint en weinig motivatie hebt om je oude dingen te verbeteren en definitief af te maken.
Het moment dat ik die laatste zin typte? Ik had mijn folder met “verhaalideeën” al geopend om het volgende boek te starten! Mijn hoofd ging al langs alle mogelijkheden voor mijn volgende project!
Maar dan zou deze cyclus zich slechts herhalen. Ik zou dat volgende boek starten, en een maand later is het af maar niet zo goed als ik wilde, dus ik begin wéér iets nieuws.
En daarmee heb ik een heel stom probleem. Ik héb wel motivatie voor nieuwe boeken, maar ik moet het onderdrukken zodat ik mijn oude projecten ook afmaak. Want anders zou ik nooit meer iets uitbrengen.
Dit probleem gaat nooit eindigen, want er bestaat niet zoiets als een perfect boek. Je gaat nooit met je eerste poging, je eerste versie, een 100% kloppend en professioneel boek schrijven. Zelfs als je enorm goed bent, kan je altijd beter worden.
Dus ik denk dat de meeste kunstenaars dit probleem hebben en simpelweg ermee moeten leren leven. Je hebt altijd de neiging om het opnieuw te proberen, om een nieuw project te starten, maar deze keer beter. Deze keer zonder al die domme fouten die je hiervoor maakte. Deze keer met die extra tips en tricks die je ondertussen hebt opgepikt.
En het zal ook beter zijn! Jarenlang was het eerste hoofdstuk van mijn volgende boek overduidelijk beter dan het hele vorige boek dat ik schreef. Als ik jou de eerste paar paragrafen van mijn laatste tien boeken geef, denk ik dat je ze precies op de juiste (chronologische) volgorde kan zetten.
De vraag is dan ook: hoe ga je hiermee om?
- Je kunt de neiging onderdrukken. Je dwingt jezelf om alles eerst écht af te maken, voordat je het “opnieuw probeert” bij een volgend project. Het gevolg? Je verspilt je motivatie en hebt een veel mindere leuke tijd, elke dag dat je hieraan werkt.
- Je kunt je motivatie volgen. Je begint steeds dat nieuwe project, je schrijft al je oude werk af als “niet goed genoeg” en gaat door. Het gevolg? Je behoudt motivatie en productiviteit, maar maakt weinig af of hebt niks dat je ervoor kan laten zien.
Terwijl ik hierover nadacht, las ik toevallig wat quotes van Brandon Sanderson. Hij vertelde over hetzelfde probleem! En, niet geheel verrassend, vertelt hij dat hij een tussenweg heeft geleerd.
- Als hij een project begint, maakt hij het ook af. Hij is toegewijd, want het niet afmaken is simpelweg geen optie. (Het is dan net alsof het boek nooit heeft bestaan. En zijn inkomen hangt ervan af.)
- Maar als hij vastzit of geen zin heeft, begint hij een tweede project dat compleet anders is en waaraan geen enkele verwachting vastzit.
Bijvoorbeeld, hij schrijft doorgaans van die dikke “epic fantasy” boeken. Je weet wel, 500+ pagina’s, gedetailleerde wereld en magische systemen, veel karakters. Maar toen hij daarmee vastliep, besloot hij regelmatig een luchtige reeks boeken voor tieners te schrijven. (Uiteindelijk heeft hij die Alcatraz boekenreeks ook uitgebracht, maar zo was het origineel niet bedoeld. Het begon als een vrij schrijfexperiment zonder verwachtingen.)
En ik denk dat dit de beste optie is.
Als je wilt leven van je creatieve werk, moet je het afmaken. Er is geen weg omheen. En met afmaken bedoel ik ook echt afmaken: het is niet genoeg om het einde van je boek af te raffelen en het snel uit te geven, je moet de tijd nemen voor een tweede versie, een derde versie, zoveel als nodig is om het een professioneel werk te maken.
Maar creatieve mensen leven van die passie voor nieuwe dingen proberen, voor experimenteren en verbeteren. En als je die onderdrukt, schiet je jezelf in de voet. Dus als je de neiging voelt om iets anders te gaan doen, sta jezelf toe om dat te doen. Met één cruciale restrictie: zonder verwachting. Want als jij een tweede project begint waarvan je ook denkt “het moet afkomen en het moet uitgegeven” … heb je weer hetzelfde probleem, maar nu letterlijk keer twee.
Je bent niet minder productief. Want ook al komt dat tweede project misschien niet af, het zorgt ervoor dat je motivatie en momentum behoudt voor je eerste “belangrijkste” project.
Die restrictie is cruciaal, maar ook extreem lastig :p Want natuurlijk wil je elk project aan de wereld tonen, en je wilt productief zijn, en alles moet nut hebben.
Ik moet dit ook nog leren. Soms lukt het mij, soms niet.
Zo heb ik van meerdere “experimentele” boeken de eerste paar hoofdstukken liggen, totdat ik door mijn blokkade voor het hoofdproject kwam en die boeken liet voor wat ze waren.
Maar sommige werken van mij begonnen als zo’n tweede project, totdat mijn stomme hoofd vond dat ik ze moest afmaken, zoals Vierkante Ogre. (Het is een interactief prentenboek met een experimenteel idee dat misschien 20 pagina’s had moeten worden. Gewoon ter afwisseling of als test. Maar het werd 100+ pagina’s en ik heb er echt veel te lang aan gewerkt.)
Tot zover mijn gedachten over dit syndroom (dat menig kunstenaar plaagt) en hoe je het kan oplossen.
Ik denk dat er veel waarde is in “jezelf creatief uiten puur voor jezelf”. In onze wereld wordt heel erg onderwezen dat je geld moet verdienen en commercieel slimme keuzes moet maken. Dat je elke dag zo nuttig en productief mogelijk moet zijn, waarbij productief vaak wordt gezien als “je maakt dingen die geld opleveren”.
Maar de meeste mensen zijn niet om die reden kunstenaar geworden. Ze hebben hun hele jeugd waarschijnlijk hun vrije tijd opgemaakt aan schetsen, of verhaaltjes schrijven, of muziek maken, puur voor zichzelf. Omdat ze het leuk vonden om te doen, niet omdat iets “af” moest komen of geld moest opleveren.
Naarmate ik ouder word, zie ik dat die instelling veel te waardevol is om te verliezen. Dus ik probeer, met mate, toe te geven aan die impuls die ik krijg de seconde dat ik een project soort-van-af heb: laat ik het meteen opnieuw proberen.