Ik onthoud mijn dromen meestal niet, mede omdat ze alle kanten op gaan elke seconde. Maar laatst had ik een droom die mondharmonica’s nogal belangrijk leek te vinden.
Het begon met een doodnormale scene. Ik was samen met mijn vrienden. Eentje lag nog te slapen, en ik speelde een spelletje met een ander.
Totdat die ander ineens, uit diens broekzak, een mondharmonica pakt en begint te spelen.
Ik ben verbaasd. Maar oké, mooi liedje, zal wel.
Eén van mijn vrienden wordt wakker. Van onder de lakens verschijnt ook plotseling een mondharmonica! Nu zijn er al twee aan het spelen, samen.
Niet veel later komt een andere vriend binnen, via de deur. (Wat ik raar vind, want net sliep diegene nog, en die deur betekent dat hij van buiten komt om 9 uur ’s ochtends.) Maar je raadt het al: mondharmonica tegen de lippen, en nu zijn er drie mensen samen aan het spelen.
Dit gaat een tijdje door. Ergens voegt ook de laatste persoon in deze scene zich bij het spontane muzikale gezelschap.
En ik denk alleen maar: waar komt in hemelsnaam deze droom vandaan? Ik heb geen muziek geluisterd met mondharmonica, niet in de laatste maanden. Ik heb het zelf nog langer niet gespeeld. Ik heb er niks over gelezen, niet over nagedacht.
Waarom haalt iedereen in deze droom een mondharmonica van de raarste plekken en begint erop te spelen?
Ik schrik wakker. Misschien van deze frustratie over mijn eigen droom, misschien ook niet.
En ik weet het meteen.
Voor ons huis staat een vrachtwagen te ronken. Een oude, schurende, piepende vrachtwagen.
En dat gepiep? Klinkt bijna exact zoals een mondharmonica.