Header / Cover Image for 'Schrijftip: dreiging is sterker dan actie'
Header / Cover Image for 'Schrijftip: dreiging is sterker dan actie'

Schrijftip: dreiging is sterker dan actie

Als ik vroeger verhalen schreef, dacht ik dat er elke scene iets actiefs moest gebeuren. Een gevecht moest uitbreken. Iets moest kapotgaan. Ze moesten ergens inbreken of een grote spreuk gebruiken die alles verandert.

Het idee is goed. Maar het is ook vermoeiend en onnodig. Binnen de kortste keren raakt de lezer gewend aan al die actie en voelt het dus niet meer spannend of verrassend. Ze kunnen nooit eens bijkomen, een adempauze nemen, want om de paar pagina’s is wéér iemands leven in gevaar.

Dus de laatste paar jaar, waarin ik véél verhalen heb geschreven, leerde ik een belangrijke les: de dreiging is sterker dan de actie.

De actie zelf is meestal maar één zin in een boek. Hoogstens een paragraaf. Soms lees ik een boek en mis ik die enorm belangrijke actie, omdat het maar een zinnetje is waar ik per ongeluk overheen lees!

Maar de dreiging? Dat is de rest van de scene. Dat is de opbouw naar die ene zin. Als je goed opbouwt, komt die zin binnen. Als je dat niet doet, kan de actie nog zo geweldig zijn beschreven, het komt niet binnen.

Neem zoiets simpels als een klap in het gezicht. Dat is één zin: “Henk slaat Jan in het gezicht.” Je kan het nauwelijks uitbreiden of meer maken dan dat. Je kan de gevolgen beschrijven, zoals een rode wang, of Jan die omvalt. Maar dat staat eigenlijk los van de actie én is ook snel voorbij.

Nee, het hart van elk verhaal, de kern die het goed maakt, zit in de dreiging. De dreiging die je constant opbouwt, benoemt, beschrijft … maar die slechts eens in de zoveel tijd uitmondt in een belangrijke actie.

Eigenlijk komt al ons entertainment daarop neer: tension and release. Spanning opbouwen en ontladen, waarbij het ontladen ons plezier geeft en goed voelt.

Bijvoorbeeld, het meest gebruikte akkoordenschema in popmuziek eindigt met een akkoord dat spanning oplevert. Het klinkt nét een beetje vals met de rest en “wil terug” naar het eerste akkoord. Constant, het hele nummer lang, wordt er dus kort spanning opgebouwd en losgelaten. (Hetzelfde voor de algemene structuur: het couplet is rustig, het refrein bouwt meer spanning op, en bij de bridge/solo wordt al deze spanning ontladen.)

Hetzelfde geldt voor verhalen. Je kan niet alleen maar dreigen, want dan komt nooit die ontlading. Maar zonder de dreiging? Zonder genoeg dreiging? Dan komt de ontlading (of afronding) dus ook nooit.

Dit is een lastig principe. Want het is een hele onzichtbare regel die verhalen goed maakt. Ik heb genoeg boeken gelezen die ik écht goed vond, een hele ervaring, maar waarvan ik achteraf niet kon vertellen wat er nou gebeurde in het boek. Er was constant dreiging, constant verandering, maar slechts zelden actie die het oploste.

Dus terwijl ik mijn eigen verhalen schrijf, worstel ik hiermee. Ik voel dat een scene dreiging en spanning heeft. Maar als ik de dag erna teruglees wat ik heb gedaan, denk ik: “dit is saai, er gebeurt al twee hoofdstukken niks (dat een impact heeft)!”

Uiteindelijk ben ik de “rule of threes” gaan gebruiken. Twee hoofdstukken dreiging, een ontlading. Het is niet heilig—ik houd me er vaak genoeg niet aan—maar het is een goede richtlijn. Als je dit proces vertrouwt, zal er uiteindelijk een solide boek uit komen.

Dit stelt je in staat om de dreiging er flink op te gooien, zonder twijfel.

Ik zal een voorbeeld geven.

  • Hoofdstuk 1: een groep dieven praat over inbreken in een zwaarbewaakte kluis. Ze noemen alle redenen waarom het niet gaat lukken, de obstakels, de uitdagingen. Er zijn meningsverschillen tussen leden.
  • Hoofdstuk 2: er komt nog een obstakel bij, onverwacht, op het laatste moment. Ze bedenken een oplossing. De meningsverschillen lopen hoog op, maar voor nu gebeurt er niks. Het plan gaat door, ze blijven bij elkaar.
  • Hoofdstuk 3: ze breken in => actie! Maar door de ruzie wijkt iemand af van het plan => actie! Sommige obstakels die je hebt gehoord worden goed opgelost => actie! Andere gaan daardoor mis.
    • Aan het einde van het hoofdstuk is de inbraak voorbij => ontlading! De helft van de groep is veilig, de andere zijn gepakt.

Als je hoofdstuk 1 en 2 op zichzelf bekijkt, zijn ze saai. Er gebeurt niks. Het zullen gesprekken zijn. Je zal wat informatie aan de lezer geven, een beetje dialoog en karakterontwikkeling. Maar er is geen definitieve (grote) actie.

Maar dankzij die opbouw, kan hoofdstuk 3 volle bak actie zijn (die binnenkomt) en aan het einde een ontlading (die binnenkomt).

Dit was de tip! Het is zo “simpel”, maar dus moeilijk toe te passen. Want het gaat over vele hoofdstukken. Het gaat over meer subtiele spanning in een scene, in plaats van overduidelijke dingen zoals “ze vechten” of “ze vinden de schat”. Het is onzichtbaar, maar een van de belangrijkste dingen.

Ik geef het nu als schrijftip, maar het geldt dus overal.

Neem een spel zoals Weerwolven, met geheime rollen. Welke rol iedereen uiteindelijk is, of wat ze doen, is eigenlijk niet zo belangrijk. Je hebt maar weinig keuzes in het spel, misschien leef je maar kort. Maar het spel is leuk (en werkt) vanwege de dreiging. Je weet niet welke rol iemand heeft, dus er is altijd dreiging dat ze aan de andere kant staan, of dat ze jouw rol ontdekken en daar iets vervelends mee doen. Het moment dat je ontdekt dat iemand een simpele burger was—en geen weerwolf—is snel, niet zo belangrijk, en zorgt voor die ontlading.

Dreiging ontstaat automatisch als er een gat is in onze kennis. Daarom werken mysteries en puzzels zo goed op ons (en in verhalen). Er is een gat in onze informatie en daardoor voelen we ons heel oncomfortabel. We willen dat gat vullen. We willen die oplossing. Dus elke clue, elk stukje informatie dat ons verrast, is automatisch dreiging.

Het is eigenlijk een kenmerk van een kunstenaar: het vermogen om overal dreiging, of een gat in ons begrip, te vinden of maken. Je moet alleen ook de discipline hebben om het regelmatig te ontladen.