Laatst ontdekte ik een overeenkomst tussen al mijn favoriete boeken en films: ze vertellen het verhaal niet op een lineaire (“standaard”) manier. Het is niet een rechte lijn van begin tot einde waarin elke gebeurtenis de andere opvolgt in tijd.
Misschien switch je halverwege het verhaal ineens van tijd. Misschien begint elk hoofdstuk met een stukje uit een dagboek, zogenaamd duizenden jaren daarvoor door iemand geschreven. Misschien zijn er flashbacks of gaat tijd achterstevoren.
Op grote of kleine manieren spelen deze verhalen met timing. Ze hadden iets op de normale volgorde kunnen vertellen—zoals het gebeurde—maar doen het niet. En juist daardoor wordt het verhaal interessanter en beter.
De Mistborn boeken, bijvoorbeeld, beginnen elk hoofdstuk met een stukje tekst uit een oud geschrift. Dit klopt dus niet qua tijd: de rest van het hoofdstuk gebeurt in een hele andere tijd (en plek) dan dat het originele geschrift werd geschreven. Maar hierdoor kan de schrijver wel kleine stukjes extra informatie geven, extra mysteries opzetten, extra interesse opwekken. Zonder hiervoor een hele scene hoeven te schrijven of het verhaal ingewikkelder te maken.
Er was een tijd dat ik dit zag als een “trucje”. Een “gimmick”. Oh, je verhaal is niet interessant genoeg op zichzelf? Vertel het achterstevoren. Speel met de tijd. Haal trucjes uit door een “interlude” toe te voegen in een andere tijd en verhaallijn. Wat flauw en makkelijk.
Maar eigenlijk had ik deze mening alleen omdat delen van het internet die mening hadden. Het is inderdaad een hele makkelijke manier om, bijvoorbeeld, backstory te geven en mysteries op te zetten. Maar dat maakt het niet meteen slecht. Dat maakt het juist heel goed!
En toen ik nog langer nadacht, realiseerde ik dat timing in het algemeen het sterkste gereedschap van de schrijver is.
Elk verhaal kan op oneindig veel manieren verteld. Je hoofdpersoon maakt oneindig veel dingen mee op een dag: wat ze zien, ruiken, horen, denken, etcetera. Dus je zou een boek van 1000 pagina’s kunnen schrijven waarbij het aan het einde pas 12 uur ’s middags is.
Maar dat doe je niet. Een goed verhaal vertelt alleen wat relevant is. Alleen wat het meest interessant en leuk is. Het probeert zo laat mogelijk een scene in te komen, en zo vroeg mogelijk eruit. Het probeert elke scene precies zo lang te laten duren als past in een hoofdstuk, of past bij het tempo van het boek.
Lezers maken het verhaal me van begin tot eind. De volgorde waarin je dingen onthult is daarom van levensbelang.
Overduidelijk voorbeeld: iemand die bij hoofdstuk 10 is, vraagt zich misschien nog af wie de moordenaar is. Elke clue is interessant. Elke dialoog leidt tot nieuwe theorieën. In hoofdstuk 20 onthul je letterlijk wie de moordenaar is. Had je deze scenes omgedraaid, had het hele mysterie niet gewerkt. Simpelweg door de hoofdstukken van volgorde te veranderen, is hoofdstuk 10 niet meer spannend en goed, maar hartstikke saai en slecht.
Oftewel, alles draait om timing. En elke effectieve truc die dit makkelijk maakt, lijkt mij enorm handig om te onthouden en gebruiken.
Hoe meer ik erop let, hoe meer ik zie dat succesvolle schrijvers deze trucs constant gebruiken, bewust of onbewust. Ze manipuleren hun plot en personages, ze manipuleren elke scene, zodat ze precies op cliffhangers kunnen eindigen en met geweldige eerste paragrafen kunnen beginnen.
En ja, soms voelt dat dus “gekunsteld”. Soms ook niet.
Een voorbeeld waarbij het goed uitkwam, is mijn boek Als dit huis straks overstroomt. Elk hoofdstuk begint met een plaatje. Bij één van de personages zijn dit mails die hij heeft gestuurd of ontvangen. Door een paar realistische mailtjes te schrijven, heb ik puur via de plaatjes de geschiedenis en karakter van dit personage aan de lezer verteld.
Een voorbeeld dat gekunsteld voelt, is in een boek dat ik nu schrijf. Ik vond een verhaallijn té voorspelbaar. Elk hoofdstuk zet de hoofdpersoon precies de volgende stap naar zijn doel en dat is het. De verhaallijn was nodig en goed, dus ik wilde inhoudelijk praktisch niks veranderen.
Maar door met timing te spelen, kan het interessanter vertelt. Ik gaf de belangrijkste personen geheugenverlies en bedacht magie om “herinneringen” op te slaan. Dit hoefde ik niet te doen. Dit is compleet ter plekke verzonnen. Maar hierdoor wordt informatie op allerlei manieren onthuld: zijn geheugen wordt opgefrist, hij maakt/vindt een herinnering, hij heeft iets al gedaan in het verleden maar is het gewoon vergeten. Zelfs andere verhaallijnen kunnen nu iets onthullen over deze verhaallijn, als ze bijvoorbeeld een herinnering van hem vinden.
Zo’n 99% van de inhoud blijft hetzelfde. Maar door een paar gekunstelde regels of structuren te bedenken, wordt elk hoofdstuk en elke onthulling spannender en scherper.
En ik schrijf dit artikel dus vooral om te zeggen: het voelt vaak stom, maar doe het toch.
Want wat is het alternatief? Jij schrijft tien saaie hoofdstukken om ergens te komen, in plaats van vijf hele spannende, in ruil voor het bedenken van een slim regeltje. Ik denk dat de lezer altijd de tweede optie zal waarderen. Zelfs al rollen ze hun ogen bij het trucje dat je gebruikt (als ze het al merken).
Zeker vandaag de dag is het aanbod qua verhalen (boeken/films/series) gigantisch en de concentratiespanne van consumenten juist kort. Dus bedenk een goede inhoud ( = het gros van je verhaal), maar gebruik daarna alle mogelijke timingtrucs om het aantrekkelijker te maken.
Hier is een lijst van simpele opties:
- Perspectief. Vertel de scene vanuit de persoon die het minste weet of het meest onzeker is over de uitkomst.
- Algemene tijdlijn. Vertel dingen achterstevoren, of in willekeurige volgorde, of bedenk iets anders.
- Structuur. Geef hoofdstukken intrigerende titels. Begin ze met een plaatje, gedichtje, dagboek, iets uit een andere tijd. Stop om de tien hoofdstukken een “intermezzo / interlude” ertussen die een compleet andere scene en andere stukjes informatie beschrijft.
- Hanteer “de leugen”. Wat je vertelt, hoeft niet per se waar te zijn. Gebruik karakters die een leugen volhouden tegenover zichzelf, waardoor ze dingen door een gekleurde bril zien, of de lezer met hun gedachten de verkeerde kant op sturen. Laat karakters liegen over de timing van gebeurtenissen.
- Lezers gaan er heel snel vanuit dat tijdstippen en data kloppen. Op zich logisch, want het grootste deel van het boek ben je niet aan het liegen. Maar daardoor kan je hele simpele onthullingen ineens mysterieus en interessant maken, doordat pas laat blijkt dat iemand loog over de volgorde van gebeurtenissen.
- Bedenk regels die de “makkelijke” oplossing voorkomen. Een reden waarom iemand iets niet direct zou opzoeken of vertellen. Een reden waarom iemand ergens mee wacht. Een reden waarom iemand pas heel laat iets te weten komt.
Het belangrijke hier is dus dat je verhaal niet verandert. Je verandert alleen de timing van wanneer je wat vertelt. En dat kan een wereld van verschil maken.