De levenssaga is een verzameling korte verhalen die, niet geheel verrassend, over het leven gaan. De verhalen zijn bedoeld als een soort sprookjes, mythes, of legendes over hoe dingen ontstonden, over hoe de natuur werkt of waarom dingen zijn zoals ze zijn in onze huidige wereld.
Maar het zijn ook universele verhalen, deels gericht op kinderen. Het leven heeft veel duistere kanten: het uitsterven van diersoorten, de wreedheid en onrechtvaardigheid in de natuur, de vele oorlogen uit ons verleden.
Dus de vraag was: hoe ga ik hiermee om? Probeer ik het licht te houden? Of sta ik toe dat het waar nodig compleet realistisch wordt, met de kans dat men de verhalen niet meer passelijk vindt voor kinderen?
In dit artikel leg ik mijn gedachtes hierover uit. En welke keuze ik uiteindelijk maakte.
Waarom extreme luchtigheid een probleem is
Mensen houden van verhalen juist door het conflict, door de emotie, door een held te volgen die obstakels overkomt. Als alles luchtig en makkelijk is, dan valt het hele verhaal in het niet.
Maar oké, je kunt prima stevig conflict hebben zonder dat een verhaal duister of gruwelijk wordt. Twee vrienden kunnen ruzie hebben over iets zonder dat je als lezer denkt “nou, die gaan elkaar dadelijk op wrede wijze vermoorden” :p
Het probleem is alleen dat de levenssaga bijna 100% focust op hetzelfde conflict: overleven. Dat is de geschiedenis van het leven. Dat is het enige waarom de natuur geeft en waarom mensen geven, als je alle andere oppervlakkige lagen wegstreept.
En tja, dat is dus een strijd tussen leven en dood. Misschien overleef jij het, maar de rest van je kudde niet. Misschien overleef je het, maar ten koste van iets. Want het enige andere alternatief is dat de hoofdpersonen sterven aan het einde van elk verhaal.
Er is geen manier om deze verhalen luchtig te houden. Want de dood licht opvatten zou, wederom, het verhaal teniet doen en raar overkomen op de lezer. Elke dood “off-screen” laten gebeuren, of op een hele “vredige en mooie manier” is net zo vreemd. En repetitief. Dan weet je als lezer al precies hoe een verhaal eindigt voordat je begint met lezen.
Alle kinderverhalen heel luchtig en Disney-achtig maken, is hetzelfde als doen alsof kinderen géén problemen hebben in hun leven en géén negatieve emoties kennen.
Waarom extreme duisterheid een probleem is
Niemand leest verhalen zodat ze lekker depressief kunnen worden en hun vertrouwen in de wereld kunnen verliezen. Zeker kinderen niet.
Er is een punt waarop een verhaal zoveel verlies kent, zo duister of verdrietig is, dat je het gewoon niet meer wilt lezen.
Op dezelfde manier is het een anti-climax als je het hele verhaal een held volgt, een personage dat ergens voor strijdt of iets wil bereiken, en ze bereiken het de helft van de tijd niet. (Of ze sterven voordat ze het kunnen bereiken :p)
Je verliest wederom de reden om verhalen te lezen en om ervan te genieten. Er moet altijd een doel zijn waar je heen gaat en dat je bereikt, zij het ten koste van iets, of op een andere manier dan verwacht. Er moet iets van een held zijn, een leuk personage, iemand om achter te staan en die het hele verhaal overleeft.
Nog erger is dat ouders natuurlijk vaak de leeskeuzes van hun kinderen cureren. Iets waarin veel dieren sterven, iets dat praat over bloed, uitsterven, of andere heftige gebeurtenissen … zal al snel een verbod krijgen. Ik vind het belangrijker dat velen deze verhalen lezen en genieten, dan dat ze een compleet realistische weergave zijn van hoe wreed de natuur is.
Dus we zoeken een balans
Heftige emoties, heftige gebeurtenissen, moeten kunnen voorkomen (als dat nodig is voor het verhaal). Maar als de realiteit misschien luguber of vreselijk was, kan het ietsje ingedamd. Als een verhaal vooral zulke gebeurtenissen heeft, moet er iets lichts en optimistisch tegenover gezet.
Tijdens het onderzoek voor de Levenssaga vond ik een oud boek terug. Ik herinner nog dat ik vroeger een grote fan was van de “Waanzinnig om te Weten” boeken. Voor mijn verjaardag kreeg ik een van hun duurste en grootste boeken: De Waanzinnige Geschiedenis van de Hele Wereld.
Dit vormde misschien wel de inspiratiebron voor het allereerste idee, inmiddels bijna vijftien jaar geleden.
Wat staat er in dat boek? Bloed, veel bloed. Lugubere plaatjes. Heftige verhalen, oorlogen, volken die elkaar uitmoorden of kinderen opofferen.
Maar was dat traumatisch als kind? Nee. Ik dacht “huh die mensen waren echt gek vroeger” en las door. Veel van de implicaties of de allerheftigste dingen gaan simpelweg langs kinderen heen.
Dat boek vertelt (en illustreert) simpelweg de waarheid van onze geschiedenis: veel heftige gebeurtenissen, veel doden, veel oorlogen. En zolang je het uitlegt, zolang het niet uit het niets komt of over-the-top is, denk ik dat alle kinderen dat kunnen begrijpen en aanvoelen.
Op dezelfde manier is Harry Potter best een duister verhaal, net zoals Narnia, maar kinderen lezen het met plezier en er is geen enkel bewijs dat het hen rare gedachten of trauma’s geeft. Mensen sterven, hele vreselijke dingen gebeuren, het bekendste verhaal van Narnia eindigt letterlijk in een veldslag (nadat die leeuw zichzelf vrijwillig heeft opgeofferd en de keel kreeg doorgesneden).
Veel sprookjes, zeker de versies voordat Disney ze “liever” maakte, zijn heel duister. Kinderen die stout zijn worden opgesloten, of in stukjes gesneden, of krijgen andere vreselijke vloeken over zich heen.
Ik zie geen reden om verhalen te “schoon” of “veilig” te maken. Er is simpelweg geen bewijs dat het nodig is en het is sowieso nooit beter. Dus ik probeer met de levenssaga zo eerlijk mogelijke verhalen te vertellen. Inclusief de oneerlijkheid van de natuur, inclusief dood of oorlog.
Maar ik voeg ook de dingen toe die een verhaal leuk en interessant maken, voor alle leeftijden. Een positieve hoofdpersoon, een held om achter te staan, successen die worden behaald, grapjes en luchtige scenes tussendoor. Het laten zien van mooie dingen zoals liefde, vriendschap, vertrouwen, iemand die het juiste doet in plaats van het makkelijke.
In de ideale wereld schrijf je scenes met één semi-duistere, begrijpelijke, effectieve betekenis die kinderen oppikken. Maar volwassenen, met meer ervaring en perspectief, denken iets verder en zien de nog diepere implicaties en nog serieuzere kant van de situatie.
En we laten vooral de kinderen kiezen
Het probleem is dat “kinderverhalen” doorgaans door volwassenen worden geschreven en door volwassenen worden gekozen ( = de ouders van het kind die het boek kopen, of hen meenemen naar de film).
De kinderen hebben er vrij weinig over te zeggen. Maar als ze er iets over zeggen, dan blijkt daaruit dus hun voorkeur.
Harry Potter werd door veel ouderen juist gehaat. Het zou té heftig zijn (met scenes over de dood), het zou blasfemie zijn (met magie en heksen en alles), het werd verbannen van bibliotheken, net als veel andere fantasyverhalen in die tijd. Maar kinderen hielden ervan. Zij kozen er overduidelijk voor, dus dat zou ik een geslaagd kinderverhaal noemen.
Dus dat is eigenlijk de beste graadmeter.
Kijk naar welke verhalen door kinderen zelf worden gekozen en liefgehad. Kijk naar welke verhalen jij als kind schreef of zou hebben willen lezen.
De kans is groot dat dit niet de steriele en véél te vrolijke verhalen zijn waarin niks serieus gebeurd.
In mijn geval schreef ik de opzet van de levenssaga dus toen ik 14/15 was. Die eerste verhalen bevatten nogal veel serieuze onderdelen. Dat vond ik toen interessant en nu nog steeds. Dus die wilde ik sowieso behouden.
Maar tegelijkertijd weet ik dat er films en series waren die ik echt niet wilde kijken, omdat ze zo eng waren, of zo … luguber. Je kan een karakter laten sterven in diens slaap of door een magische spreuk. Je kan een karakter ook laten sterven door een monster een grote hap uit hen te laten nemen en hen dood te laten bloeden.
Het effect is hetzelfde. Maar het eerste zou ik zonder twijfel in een kinderverhaal stoppen, terwijl het tweede voor mij als kind té erg zou zijn geweest.
Dus dat is de ideale wereld: eentje waarin je nog goed weet wat jij als kind zou hebben gelezen, of misschien zelfs overgebleven verhalen hebt van die tijd.
Maar natuurlijk kijken wij door een andere bril. Volwassenen kijken heel anders naar kinderen dan hoe zij naar zichzelf kijken. Als je jeugd beter leek dan waar je nu bent, kijk je terug met nostalgie en een roze bril. Als je jeugd een grote rotzooi was, kijk je terug met de angst en pessimisme van een verbeten volwassene, iets waarin de meeste kinderen zich nooit kunnen vinden. (Nou ja, waarschijnlijk zou je dan nooit kinderverhalen gaan schrijven :p)
Die toegevoegde ervaring van volwassenen geeft vaak een nuance of juist een hopeloosheid die kinderen missen. Jij hebt misschien al keer op keer meegemaakt hoe een bepaalde situatie slecht afloopt, dus je wil dat niet weer in je verhaal zetten, dat zou kinderen alleen maar deprimeren? Maar kinderen denken misschien allemaal dat het goed afloopt, want ze hebben zo’n situatie nog nooit gezien, dus die scene toevoegen maakt het juist extra interessant en diepgaand.
Dus hoe kunnen we alsnog de authentieke ervaring van het kind zijn vangen?
Hoe passen we dit concreet toe?
De eerste stap is een zin die ik al wel vaker heb gezegd: “kinderen zijn net zoals volwassenen, ze missen slechts ervaring en context”
Er is geen magisch moment dat een kind ineens geen kind meer is. Er zijn geen aanwijzingen dat kinderen niet dezelfde capaciteit voor intelligentie, emotie, verhaalbegrip hebben als volwassenen.
Het enige dat ze missen, is een hoop ervaring in hun eigen leven en kennis over de wereld. Ze zijn dingen aan het leren die een volwassene allang weet. Andere dingen zijn nu belangrijk voor hen.
Dus je kan prima een duister verhaal schrijven, zolang het bestaat uit elementen die kinderen al wél kennen, of zolang je zelf alle nodige context levert.
De tweede stap is om simpelweg kinderen te onderzoeken :p Kijk naar wat ze zeggen. Kijk hoe ze reageren op dingen. Zoek naar dagboeken (van jezelf of anderen) en lees wat kinderen bezighield. Zoek naar foto’s van vroeger die je kunnen herinneren aan wat je toen deed en toen voelde.
Ik weet zeker dat er naast veel positieve dingen ook negatieve dingen naar boven komen. Sterke emoties die je toen voelde. Rotperiodes die je had. Dingen die je dus kunt gebruiken in je verhaal, hoe duister ze ook zijn, omdat je weet dat kinderen het begrijpen, want iemand heeft het als kind echt gevoeld.
En de derde stap is om het verhaal zo serieus te schrijven als je wilt, maar waar jij denkt dat het nodig is de “kindvriendelijke” variant van een situatie te pakken. Zoals iemand die dus niet wordt gemarteld en wreed sterft, maar een personage die sterft zonder bloed en verwondingen. Zoals iemand die niet zijn hele familie verliest omdat ze dood zijn, maar omdat ze zijn ontvoerd, of omdat de vader wegging met een bepaalde reden. Zoals iemand die niet in het ziekenhuis wordt geslagen door pestkoppen, maar vooral zware emotionele verwondingen overhoudt.
Elke situatie in een verhaal kan worden opgeschaald naar iets heftigs, maar dus ook afgeschaald naar iets zachters. Het belangrijke is dat je dit op de juiste momenten doet, zonder de kern van je verhaal kwijt te raken.
Een expliciet voorbeeld
De olifant in de kamer is natuurlijk “expliciete inhoud”: seks, drugs, rock ’n roll alcohol.
(Geen idee of je dat Engelse spreekwoord elephant in the room zo kan vertalen, maar ik ga het lekker toch doen.)
Is het nodig om zoiets in kinderverhalen te stoppen? Kan het kwaad?
De meeste studies laten zien dat kinderen hier dus prima mee om kunnen gaan. Het spelen van gewelddadige video games heeft geen significant effect op gewelddadigheid.
Het betekent natuurlijk niet dat het geen effect heeft. Zoals sommige studies ook laten zien dat het wel degelijk over lange tijd kan bijdragen aan een scheef of gewelddadig wereldbeeld.
Maar ik denk dat er een belangrijkere vraag is: zijn deze dingen relevant in het leven van een kind?
Ik denk het niet. Ze willen deze dingen niet, komen er in principe niet mee in aanraking, mogen nog geen alcohol. Ik zie niet hoe je een kinderverhaal kan schrijven waar deze dingen nou eenmaal in voorkomen.
En daar zit denk ik het probleem. Als je verhalen schrijft die een wereld schetsen die compleet anders is dan hun echte wereld. Want dan heeft het kind dus geen context, geen besef van nuance, en zal over tijd niet weten in welke wereld diegene nou leeft.
(En hetzelfde gebeurt misschien als een volwassene die in een land met een dictator leeft, regelmatig boeken leest over werelden waarin men democratie of complete vrijheid heeft. Dat schudt diens wereldbeeld veel meer op en leidt eerder tot gedrag dat, in diens land, “niet gewenst is”.)
En dan komt de volgende vraag: is dit erg? Dat kinderen allerlei andere perspectieven krijgen en dat hun wereldbeeld soms wordt opgeschud?
Ik denk van niet. Zolang we de algemene boodschap erin houden dat boeken maar een perspectief zijn. Zolang we kinderen in het algemeen opvoeden om zelf na te denken, om logisch na te denken. Dan versterken al die bijzondere geluiden hen juist, in plaats van dat ze naar donkere hoekjes worden getrokken waarin andere mensen of boeken bepalen wat ze denken.
Want dan komt de laatste vraag: dus moeten we nu deze dingen helemaal uit kinderverhalen verwijderen? We kunnen er niet vanuit gaan dat alle ouders hun kinderen zo opvoeden, toch? We weten de situatie van het kind, hun leeftijd, hun perspectief niet?
Ik denk dat je prima kinderverhalen met veel expliciete inhoud kunt hebben. Zoals een ouder die steeds meer alcohol drinkt en steeds meer de weg kwijtraakt. Er zijn kinderen die daarmee moeten omgaan, in de echte wereld. Zoals een kind dat binnenloopt op diens ouders die seks hebben. Zoals een kind dat door ouderejaars wordt overgehaald om te gaan roken tijdens de pauzes.
Maar om te voorkomen dat dit slechte invloed heeft, moet je het dus normaliseren. En deze inhoud staat zo ver weg van de belevingswereld van een kind … dat het nooit wordt genormaliseerd. Slechts één in de duizenden verhalen zou hierover iets zeggen. En dan springt het er inderdaad uit. Dan is het een rare heftige toevoeging, in plaats van simpelweg “een kinderverhaal over de effecten van alcohol”.
Dat is mijn mening.
De praktijk is iets anders. Ik denk dat zulke verhalen zullen worden verbannen en dat ouders het nooit aan hun kinderen laten lezen. Ik denk dat je zelfs in serieuze problemen zou kunnen komen als je het verhaal rondom zo’n onderwerp laat draaien, van begin tot eind, of als je misschien een paar gevoelige fouten maakt in hoe je het vertelt.
Ik wil graag verhalen schrijven die worden gelezen. Mijn wens van vrijheid, openheid en serieuze verhalen is niet groter dan het risico dat je loopt met zulke onderwerpen. Dus ik schaal mijn mening iets terug en ben wat meer conservatief in de praktijk.
Conclusie
Dat heb ik geprobeerd toe te passen bij de levenssaga. Intelligente en diepgaande verhalen, met veel duistere of “realistische” situaties, en bewuste aanpassingen om de kans te verminderen dat ouders het verbieden voor hun kinderen :p
Ik baseer me veel op de notities die ik hierover maakte als kind. De stukjes verhaal die ik toen schreef. Want ik heb de neiging om van alles te veranderen, maar als ik er wat langer over nadenk, zie ik dat dit niet komt omdat het verhaal er beter van wordt, maar omdat ik met een gekleurde bril terugkijk op vroeger.
Het is lastig om als volwassene het gevoel en het leven van een kind te vangen. Maar ik denk dat het leven van een kind geen eindeloze reeks regenbogen en slingers is, en dat de meer duistere verhalen dus zeker een plek hebben.
Veel volwassen onderwerpen (zoals expliciete inhoud) passen niet in een kinderverhaal omdat het zo ver van hun belevingswereld staat en waarschijnlijk slechts onbegrip oplevert, maar ik denk niet dat het automatisch moet worden vermeden.
En ja, duistere verhalen zullen kinderen soms doodsbang maken, of intens verdrietig, of nieuwsgierig en hongerig naar ideeën ver boven hun huidige belevingswereld, of zo in spanning houden dat ze hun lakens vastgrijpen en niet meer loslaten.
Maar … is dat niet de hele bedoeling van verhalen?
(Update! Ik denk dat deze video best goed de redenen samenvat waarom kinderverhalen best duister mogen zijn: https://www.youtube.com/watch?v=jlIBGl5-j_4 Zeker de laatste paar minuten gaan nog wat dieper in op de balans om te zoeken en het grote voordeel als je die vindt.)