Header / Cover Image for 'Schrijftip: leer van folklore'
Header / Cover Image for 'Schrijftip: leer van folklore'

Schrijftip: leer van folklore

Ik ben een beetje een ouderwets persoon. Zelfs als kind had ik een voorkeur voor die oude zeevaardersliederen, voor oudere boeken die echt nog niet voor mijn leeftijd waren, voor mythologie.

En zo heb ik dus ook altijd een plekje in mijn hart gehad voor folklore. Van die simpele verhalen uit allerlei culturen, die misschien wel duizenden jaren onderling zijn verteld, maar zo sterk zijn dat men ze nog steeds wil horen en vertellen.

Toen ik onlangs mijn project De Levenssaga wilde verbeteren en uitgeven, merkte ik steeds meer dat de verhalen onbewust neigden naar folklore. Ik schreef best modern, maar de verhaallijnen hadden veel weg van mythes, legendes en sprookjes.

Dus toen besloot ik om definitief de stijl om te gooien en de levenssaga te schrijven alsof het mythes zijn die jarenlang gesproken zijn overgeleverd binnen culturen.

De enige vraag is: hoe definieer je folklore? (En ja, folklore is blijkbaar ook de Nederlandse term hiervoor.)

Dit artikel is grotendeels een samenvatting van deze video: https://www.youtube.com/watch?v=idNUTRHvkgY

Ik vind het handiger om het in geschreven vorm te hebben én ik had een hoop eerder onderzoek dat ik wilde toevoegen. Maar als je liever een filmpje kijkt, dan is die aan te raden.

De droge definitie

Folklore is de groep van volksverhalen (“folktales”) die in een cultuur leven.

Volksverhalen zijn verhalen die over lange tijd oraal zijn overgedragen binnen een cultuur, en niet meer kunnen teruggeleid naar één auteur of werk.

Oké, prima definitie. Maar het legt ons niks uit over hoe je zoiets schrijft of welke eigenschappen zo’n verhaal heeft.

De stromingen

Het concept volksverhaal heeft vier stromingen, als het ware. Deze zijn wat beter bekend bij het algemene publiek:

  • Sprookjes: verhalen met magie, fantastische wezens en koninkrijken, vaak een strijd tussen goedheid en slechtheid.
  • Fabels: verhalen met antropomorfische dieren ( = dieren die praktisch mensen zijn) die vaak een morele les leren
  • Legendes: verhalen over gebeurtenissen, plekken of mensen (“volkshelden”) op een epische schaal, vaak gebaseerd op waargebeurde historische feiten
  • Mythes: verhalen met een religieuze of spirituele basis die iets “uitleggen” over de wereld waarin we leven

Natuurlijk hebben verhalen vaak overlap tussen de gebieden. (In mijn levenssaga was dit ook mijn insteek: de beste delen pakken van de verschillende stromingen.)

Maar dit geeft ons al een beter idee. Het zijn verhalen die magie, religie, pratende dieren, en helden gebruiken om zo duidelijk mogelijk een boodschap over te brengen: een morele les, een uitleg over de wereld, een stukje geschiedenis.

Volksverhalen moeten simpel zijn, anders worden ze niet doorverteld en onthouden over vele generaties. Als je te veel nuance toevoegt, dan raak je dit kwijt. Als je verhaal pas na vier hoofdstukken écht interessant wordt, had het nooit gewerkt als volksverhaal. (Het kan dus best dat er miljoenen geweldige verhalen zijn verzonnen vroeger, maar omdat ze niet simpel en duidelijk genoeg waren, kennen we ze nu niet meer.)

Volksverhalen moeten ook universeel zijn. Want als iemand het maar een prutverhaal vindt, er niks van kan maken, dan zal diegene het niet doorvertellen. Het verhaal zal niet overleven als de omstandigheden van de cultuur een klein beetje veranderen. Dus deze verhalen zoeken vaak een (magische) spiegel voor iets universeels in de echte wereld, wat vaak betekent dat de verhalen gaan over de menselijke natuur (zowel de goede als de slechte kanten ervan).

Denk maar aan moderne verhalen die populair worden. De situaties en personages zijn verzonnen en kunnen vaak niet eens in het echt bestaan. Maar ze refereren naar situaties die iedereen in zijn leven meemaakt, naar het soort personen dat je waarschijnlijk in je familie of je vriendenkring hebt. En dat doen ze door dit te verpakken in een spannende verpakking (zodat je wilt blijven kijken), die tegelijkertijd tot de kern komt (en dus niet allemaal extra details over het personage vertelt die hieraan niet bijdragen).

Een concrete definitie

En toen kwam ik de volgende definitie tegen. Een volksverhaal heeft vier elementen:

  • Een deugd
  • Een gebrek in iemands karakter vanwege het ontbreken van die deugd
  • Iemand die een uitdaging ontwerpt
  • En de uitdaging zelf die dit gebrek in het karakter uittest

Een deugd is natuurlijk een eigenschap of gedrag dat wij als “goed” zien. Dat is vrij subjectief. Een betere manier om het te zien is dat een deugd gedrag is dat de sociale groep waarin iemand leeft vooruit helpt. (Want mensen zijn sterk sociale wezens die op elkaar leunen, maar dat kan alleen als men deugden heeft zoals vertrouwen, vriendelijkheid, de wil om elkaar te helpen.)

Het gebrek is simpelweg een omgekeerde van de deugd. De deugd is eerlijkheid? Iemand is een leugenaar. De deugd is voorzichtigheid? Iemand rent blind al het gevaar in. Vind acties en gedrag die dit gebrek aantonen, want dat is veel sterker dan dat je het letterlijk vertelt (via de gedachten of gesprekken van het personage).

Dat derde punt behoeft misschien wat meer uitleg. Het is niet interessant om je personage uit te dagen door toeval of door iets buiten iedereens controle. Daarnaast is het lastig om zo’n emotioneel conflict duidelijk en spannend op papier te krijgen, aangezien het helemaal in iemands hoofd gebeurt.

Dus wat doen volksverhalen? Ze maken deze uitdagingen concreet en fysiek. Ze bedenken een magisch wezen dat nou net precíes onze hoofdpersoon test. Ze bedenken een magische plek dat op alle manieren tegenwerkt. Oftewel, er moet iets van een intelligente of levende kracht zijn die een passende uitdaging “ontwerpt” voor de held.

Dit hoeft niet perse expres te zijn. Deze uitdager is vaak niet “goed” of “slecht”, maar simpelweg iemand wiens natuur botst tegen dat van de hoofdpersoon, iemand die de held uitdaagt puur door wie deze bijzondere persoon is.

Vaak heeft deze uitdager veel parallellen met de natuur. Immers was men vroeger constant in gevaar vanwege de natuur om hen heen, dus deze verhalen waren vooral bedoeld om daarvoor te waarschuwen. Deze uitdager is dus vaak een wild (dierlijk) wezen, iemand die meer in harmonie leeft met de natuur, iemand die krachtig, chaotisch en onvoorspelbaar is. Iemand die teruggeeft wat je hem geeft, maar neemt als je hem slecht behandeld.

En de uitdaging bestaat dus uit een keuze die de held moet maken vanwege de aanwezigheid van deze uitdager. In zekere zin beantwoordt dit de grote vraag van het verhaal: zal de held het gebrek in karakter inzien en op tijd de deugd leren (en hoe)? Of zal de held falen en het verhaal tragisch eindigen?

Waarom werkt dit zo?

Omdat het dus een universele weerspiegeling is van de uitdagingen die mensen in het moderne leven tegenkomen (of zullen tegenkomen).

Het is dermate ver verwijderd van realiteit (door magie, bovennatuurlijke krachten, spiritualiteit) dat je het eigenlijk in elke situatie kan toepassen.

Maar het focust zoveel op een universele waarheid (de kwestie van deugd, van karakter, van goed en kwaad), dat het wederom voor iedereen herkenbaar en toegankelijk is.

De hoofdpersoon weet ook nooit dat hij wordt getest. Zij denken immers niet over zichzelf dat ze een gebrekkig karakter hebben, dat ze een deugd missen. Zij denken “waarom overkomt mij dit allemaal!?” en “waarom is de wereld tegen mij!?”

En daarom zijn volksverhalen zowel simpel en meestal hetzelfde, als altijd effectief en verrassend. Je weet precies wat de schrijver aan het doen is, en toch wil je doorlezen. De “boodschap” of “gebrek van de held” wordt overduidelijk neergezet, en toch stop je niet met luisteren naar het verhaal.

Je bent altijd geïnteresseerd of en hoe een personage diens obstakels overkomt. Want dat is de vraag waarmee iedereen in het echt regelmatig worstelt. Moeilijke keuzes, oneerlijke obstakels, het willen verbeteren van jezelf maar tegen welke kost.

En hoe kan ik hiervan leren?

Nou, door het te zien als een schrijfoefening! Pak deze eigenschappen en probeer je eigen volksverhaal te maken.

Het helpt misschien om deze eigenschappen te zien als vragen:

  • Deugd: welke positieve eigenschap wil ik onderzoeken en behandelen? (Soms is het onderzoek meer om te kijken of iets wel een positieve eigenschap is.)
  • Gebrek: welke negatieve eigenschap bevat mijn held, gerelateerd aan de deugd? (Soms verandert de deugd in het gebrek door het naar een extreem te nemen. Best wel vaak zelfs.)
  • Uitdager: wie dwingt de held om iets te gaan doen? Hoe kan ik de uitdager zo ontwerpen dat het automatisch ingaat tegen de held, dat het iets van mysterie, magie en natuurlijkheid heeft?
  • Uitdaging: hoe kan ik de uitdaging zo concreet, fysiek en interessant mogelijk neerzetten? Op welke plek vindt het plaats? Welke voorwerpen zijn belangrijk? Wat zijn de “regels” van deze wereld? (Het helpt vaak om te focussen op 1-3 hele specifieke en belangrijke dingen. Dit maakt het verhaal simpel en zorgt dat de lezer iets heeft om te onthouden of te volgen.)

Of als je liever denkt in termen van conflict: het gebrek is het interne conflict van de held, de uitdaging is het externe conflict. Door de uitdaging van buitenaf wordt de hele gedwongen om van binnen te veranderen.

Als je wilt voorkomen dat je verhaal alleen maar draait om “de morele les” of “de overduidelijke boodschap”, kan je vooral focussen op groei. Hoe ontwikkelt en groeit het personage? Neem de lezer daarin mee, dat vinden mensen leuk.

Conclusie

Volksverhalen zijn misschien wel de meest pure vorm van verhalen vertellen. Hoe langer je erover nadenkt, hoe meer je ze bestudeert, hoe meer je moet concluderen dat dit een hele effectieve en pakkende manier is om een verhaal te vertellen. Ook al volgt het een voorspelbare structuur en zit het vast aan simpele regels.

Dus ik zeg: probeer het uit. Probeer wat volksverhalen te bedenken. Kies eventueel een stroming om meer richting te geven. Probeer de vier punten uit te werken, en als je daarmee comfortabel bent, hier en daar misschien juist dit patroon ondersteboven te keren. Deze verhalen zijn vaak behoorlijk kort, dus veel tijd hoeft het niet te kosten. (Veel films gebaseerd op volksverhalen, komen voort uit niets meer dan een gedicht van een paar pagina’s :p)

Ik ga de stijl consistent proberen toe te passen voor mijn levenssaga. Het begon als een manier om dat hele project te laten voelen alsof het volksverhalen zijn, doorgegeven uit lang vervlogen tijden. Maar inmiddels weet ik dat dit simpelweg een geweldige oefening is om hele simpele maar sterke verhalen te krijgen.