Header / Cover Image for 'Schrijftip: spoilers of foreshadowing?'
Header / Cover Image for 'Schrijftip: spoilers of foreshadowing?'

Schrijftip: spoilers of foreshadowing?

Ik heb een hekel aan spoilers. Bij ons aan de eettafel worden dikwijls series of films besproken, inclusief de vraag: “wil je spoilers weten? Zal ik zeggen hoe het eindigt?”

En wat doen die gekken? Ze antwoorden met “ja”.

Als je al weet wat het mysterie is, of hoe het eindigt, of waar de spanning in uitmondt, zie ik geen reden meer om iets te kijken. Dat openen en beantwoorden van vragen is de kern van verhalen vertellen. In spanning afwachten of iemand iets overleeft, meedenken met de held hoe ze dit moeilijke obstakel gaan omzeilen, dáár zit het plezier.

Maar tegelijkertijd ook weer niet.

Als je mij vertelt wie er aan het einde op de troon zit bij Game of Thrones, zou ik de serie nog steeds kijken. Een detective is ook leuk de tweede keer omdat je dan extra hints en geinigheden oppikt nu je wéét wie het heeft gedaan.

Sterker nog, verhalen begonnen traditioneel met het verklappen van het einde. Shakespeare, mythes, Griekse tragedies, allemaal beginnen ze met iets als: “Dit is een verhaal over Romeo en Julia, van twee tegenovergestelde huizen, een tragische liefde die eindigt in de dood.”

Je hebt praktisch het hele verhaal gespoilt. En toch hebben juist deze verhalen de tand des tijds doorstaan. Ik zou een creatieve bewerking van Romeo en Julia kijken, zelfs al weet ik precies hoe het eindigt.

De verklaptest

En toen realiseerde ik: een écht goed verhaal blijft goed, zelfs als je de gebeurtenissen al aan het begin verklapt.

Een verhaal is leuk als je niet weet wat er gebeurt of hoe het eindigt. Maar een echt sterk verhaal, moet meer zijn dan dat. Het moet thema’s hebben, complexiteit, personages waarmee je simpelweg meer tijd wilt doorbrengen. Allemaal dingen die zorgen dat je het verhaal opnieuw wilt lezen/zien, ook al weet je precies wat er gebeurt. Vaak raden mensen hun “favoriete film” aan bij vrienden en willen dolgraag samen die film nog een keer kijken.

Dus dat is de eerste tip. Schrijf een korte stukje aan het begin van het verhaal dat een hoop spoilers geeft. En vraag jezelf dan af of het verhaal hier slechter van wordt of niet.

Foreshadowing

Maar het ligt natuurlijk iets genuanceerder. Het woord spoilen komt natuurlijk van bederven.

In de schrijfwereld heb je een andere term voor informatie verklappen die juist als iets geweldigs wordt gezien: foreshadowing.

Dus een spoiler is een stukje informatie verklappen die het verhaal bederft. Maar foreshadowing is informatie verklappen die het verhaal beter maakt.

(Daar komt de naam ook vandaan. In plaats van dat je iets laat gebeuren en daarna de schaduw beschrijft, plaats je eerst de schaduw die uiteindelijk leidt tot de gebeurtenis.)

En dat is een essentieel verschil om te begrijpen.

Als je hoort dat Romeo en Julia sterven of “tragisch eindigen”, is het verhaal niet bedorven. Het wekt juist extra interesse. Hoe gaat dit gebeuren? Op welke manier is het tragisch?

(Daarnaast werd dit ook gebruikt als een soort efficiënte proloog om de kijkers meteen bij te brengen qua algemene setting en verhaalstijl. Door deze ene zin weten mensen al wat ze ongeveer kunnen verwachten van het verhaal. Waaraan ze de komende twee uur van hun leven gaan besteden :p Ze kunnen nu nog wegrennen als ze willen.)

Als je van tevoren opdreunt dat “Romeo een neppe gifdrank drinkt om zijn familie te laten denken dat hij dood is, en Julia dan uit verdriet een echte gifdrank drinkt, en dat Romeo dan wakker wordt, dode Julia ziet, en óók een echte gifdrank drinkt, ta da, allebei dood” … ja, dan is het verhaal wel zo’n beetje bedorven denk ik.

Dus er is een grens. Een spoiler is informatie die je vroeg in je boek kan zetten en alles wat daarna komt bederft. Foreshadowing is een stukje informatie dat alles daarna juist extra interessant maakt.

Tips voor vaagheid

En daarbij komt dus vaagheid kijken. De juiste informatie kiezen die je wel/niet vertelt en hoe je deze precies brengt. Foreshadowing geeft een deel van de puzzel. Maar de belangrijkste stukken moet je als kijker zelf beleven.

Dit zijn mijn tips voor het kiezen van dit puzzelstukje:

  • Iets dat meerdere interpretaties heeft of meerdere connecties binnen het verhaal.
  • Iets dat op zichzelf niks zegt, maar hint dat de grote puzzelstukken heel interessant gaan zijn.
  • Iets dat nog kan worden aangepast. Bijvoorbeeld door gedurende je boek meerdere keren iets anders te foreshadowen dat elkaar lijkt tegen te spreken. Verschillende personages voorspellen iets anders voor een specifieke gebeurtenis.

Dit principe wordt het duidelijkst toegepast bij fantasy-achtige verhalen. Want daarin heb je letterlijk voorspellers, en waarzeggers, en profetieën, en legendes over de “koning die terug zal komen”.

Maar het is natuurlijk aanwezig in alle verhalen. Vaak in beeldspraak of zinnetjes die nét even opvallen bij de lezer.

(In Game of Thrones heb je het karakter Tyrion, die door een afwijking als volwassene de grootte van een kind heeft. Aan het begin staat ergens een zin als “Door het licht leek Tyrion even een schaduw te werpen zo lang als een koning” Zoiets trekt de aandacht van elke oplettende lezer, want het kan zomaar een hint zijn dat hij uiteindelijk op de troon eindigt.)

Of in dialoog die geheimzinnig overkomt, alsof het personage iets niet wil zeggen of een geheim te verbergen heeft.

En het mooie van verhalen is natuurlijk dat ze niet de lineariteit van onze echte wereld hoeven te volgen. Je kunt aan het begin van het verhaal iets zeggen over hoe het eindigt. Je kan het boek zo structureren dat je constant heen en weer gaat in de tijd, waardoor je constant de lezers vragen laat stellen zoals “hoe is dat personage hier gekomen?” of “wat gebeurde hiervoor dat ze nu zo kwaad zijn op elkaar?”

Ik denk dat elk verhaal beter wordt van constant, op gevarieerde en slimme manieren, alvast de lezer te vertellen waar het allemaal heen gaat.

Conclusie

In zekere zin is verhalen vertellen een goocheltruc. Jij kiest precies de elementen die je de lezer laat zien, waarbij de lezer denkt dat een tipje van de sluier wordt opgelicht. Jij draait de kist rond om het publiek te laten zien dat er geen verborgen onderdelen zijn. Jij belooft aan het begin van je truc dat jouw lieflijke assistente aan het einde ongedeerd (en niet in twee stukken) uit de kist komt.

Maar de goocheltruc zelf moet het publiek ter plekke meemaken. Daar zit de meeste spanning en sensatie. Daar draait het om.

En de échte magie? De échte truc? Die heeft het publiek de eerste keer niet gezien, want ze werden afgeleid door al jouw beloftes over wat er ging gebeuren of hoe het zou eindigen.

En daarom willen ze de volgende keer opnieuw de truc zien, want misschien ontdekken ze deze keer wél het diepere geheim.

Dat is het verschil tussen spoilen en foreshadowen.

Maar wat ze bij mij aan de eettafel doen? Mwah, dat is nog steeds spoilen, en ik heb nu de argumenten om dat te ondersteunen :p