Dit artikel is geen lange gids met alle manieren om personages diepgang te geven in verhalen, maar een simpele algemene truc die ik laatst besefte.
Iedereen weet dat verhalen beter worden van goede driedimensionale karakters. Maar wat dat precies betekent is altijd een beetje vaag. Het is erg subjectief en komt neer op “ik voel mee” of “ik herken me in dit personage”, terwijl iemand anders dat misschien niet heeft en het karakter dus heel oppervlakkig vindt.
Dus ik dacht daarover na en besefte dat er eigenlijk twee dingen zijn die mensen bedoelen als ze een karakter oppervlakkig of tweedimensionaal vinden:
- Het karakter … heeft geen karakter.
- Het karakter … is dermate eenzijdig dat diegene is op te sommen met één of twee woorden.
Het eerste probleem is makkelijk op te lossen. Kies iets voor je personage en houd je daaraan :p Geef hen wat specifieke hobby’s, geef hen normen en waarden, dingen die ze heel leuk vinden of juist heel stom. Het hoeft niet “logisch” of “uniek” te zijn, zolang ze in eerste instantie maar een karakter hebben.
Het tweede probleem is wat lastiger. Veel personages kunnen worden gereduceerd tot “het lieve personage” of “degene die altijd boos en agressief is” of “degene die constant liegt”
Maar zie jij wat ik zie? Woordjes zoals “altijd” en “constant”. Veel karakters zijn oppervlakkig omdat ze maar één kant hebben die altijd waar is. Ze zijn altijd aardig en lief, wat misschien heel fijn is (voor het verhaal of voor de kijker), maar het personage natuurlijk ook heel oppervlakkig maakt. Ze nemen altijd de meest wijze beslissing. Ze zijn altijd afstandelijk tegen iedereen.
Dus hoe maak je een diepgaand karakter? Hoe maak je een personage “driedimensionaal”? Door dat woordje “altijd” te vervangen door “meestal, tenzij”.
Dit personage is meestal aardig, tenzij ze voelt alsof ze wordt gekleineerd.
Dit personage is meestal boos en agressief, tenzij hij bij de liefde van zijn leven is.
Dit personage is meestal arrogant en zelfverzekerd, tenzij diegene over gevoelens moet praten.
Ik noem het: tegenstrijdigheid binnen één eigenschap. Binnen dezelfde emotie, binnen dezelfde karaktereigenschap, gelden alsnog verschillende regels. Voor je vrienden heb je meer geduld dan voor vreemdelingen. Misschien ben je ambitieus, maar heb je duidelijke grenzen.
Dit kan iets zijn dat je zomaar bedenkt. Maar het is natuurlijk beter als dit een reden heeft. Als er een backstory is, of gebeurtenissen tijdens je verhaal, die deze diepgang veroorzaakt.
Dit geeft je meer houvast bij het bedenken van gelaagde personages. Als je wilt, kan je ongeveer zo’n stappenplan volgen:
- Beschrijf je personage in één of twee woorden. (Dit is best een goed startpunt, want het is simpel en duidelijk, voor zowel de lezer als de schrijver.)
- Probeer nu binnen de betekenis van die woorden tegenstrijdigheid te krijgen.
- Waar mogelijk, bedenk een reden (in het verleden of in het heden) waarom zoiets zou ontstaan, en verwerk dat in het verhaal.
Dus een heel simpel voorbeeld:
- Henk is ambitieus en werkt hard
- Maar als hij de kans krijgt om te verhuizen naar de andere kant van de wereld voor een goedbetaalde, hoge, prestigieuze baan … wijst hij alsnog af.
- Omdat hij in het verleden in een depressie is belandt toen hij een baan ver weg van zijn familie nam en dat niet nog een keer wil meemaken.
- (Of: Als zijn dochter hetzelfde pad op gaat als hij, werkt hij juist tegen en doet alles om te voorkomen dat ze haarzelf ook verliest in het werk. Tegenstrijdigheid: in zijn hoofd keurt hij zijn eigen ambitie goed, met wat voor smoesje dan ook, maar ziet dat van anderen als iets slechts.)
Dat is mijn schrijftip voor deze keer.