In een poging de vele concepten van dit blog op te ruimen, probeer ik deze alsnog af te schrijven en te publiceren. Dit bericht was origineel geschreven in 2018, na een interessante discussie met een vriend over waarom je nou samen zou willen zijn met een ander, als je voor elk voordeel een alternatief hebt.
Ik heb een half uur gezocht naar de vertaling van de Engelse frase “a mind of its own”.
De titel van dit artikel was het mooiste dat ik kon vinden: een geest van haar eigen.
(Een meer correcte vertaling is misschien “een eigen wil”, “leeft een eigen leven” of “gaat zijn eigen gang”. Maar, geef toe, dat klinkt minder interessant.)
Waarom gebruik je zo’n knullige vertaling van een Engelse uitspraak? Omdat “a mind of its own” precies samenvat waarover ik nu ga schrijven. Ik probeer al maanden mijn gedachten over iets te formuleren en alles kwam pas samen toen ik deze titel bedacht.
Nou nou, houd ons niet langer in spanning! Zet je schrap, hier komt een persoonlijk verhaal.
De knuffelvraag
Mijn leeftijd is inmiddels de twintig gepasseerd. Ik ben uit de puberale “laat me alleen”-fase en zit nu juist in een “ik wil niet alleen zijn”-fase. Ik hoef niet meer vooral aan schoolwerk te denken, maar aan relaties, toekomst, gezin, etc.
Elke avond als ik alleen in bed stap denk ik: zou het niet fijn zijn als er iemand bij mij lag om te knuffelen?
En toen kwam dus die discussie met een vriend: als je een knuffel wil, waarom een heel persoon eraan vast? :p
Ik heb knuffels—heel veel zelfs. Ik heb een verzameling kleine beren, een grote beer, en een gigantische beer. (Die is te groot voor in bed, dus dat is meer een versiering voor de kamer.)
Toch voelt dat anders dan bijvoorbeeld onze hond knuffelen. Ik neem liever mijn konijn op schoot, dan dat ik een willekeurige knuffel tegen me aanduw terwijl ik achter de laptop werk.
Het is toch waardevoller om een vriend(in) een afscheidsknuffel te geven.
Zou het komen door de warmte die mensen (en dieren) afgeven? Ik betwijfel het. Ik heb heerlijk warme kleding, verwarmingen door het hele huis, opgewarmde chocomel. Als ik het niet koud wil hebben, dan heb ik het niet koud.
Nee, een relatie is niet nodig voor de knuffels. Dat is gewoon een leuke bijkomstigheid.
Interactie
Hmm, misschien komt het omdat interactie mogelijk is? Met vrienden kun je kletsen. Huisdieren reageren op jou en jouw gewoontes. Maar een knuffelbeer gaat niet terugkletsen. Je kunt prachtige muziek in je oordopjes stoppen, maar het is toch specialer als iemand iets speelt op de woonkamerpiano.
Mwah. Het komt dichterbij, maar is het nog niet helemaal. Ik heb genoeg mensen om mee te communiceren, om interactie mee te hebben. Waarom zou ik nóg iemand nodig hebben? Waarom zou ik daar een relatie mee willen hebben? Willen dat diegene zoveel mogelijk in mijn buurt is en ’s avonds mijn onnodig grote verzameling teddyberen vervangt?
Als het écht nodig is heb ik nog huisdieren. Of apparaten waarmee ook een zekere vorm van interactie mogelijk is. Ik heb het niet over een koffieaparaat of magnetron die luistert naar de knopjes die jij indrukt—dat kan je niet gelijkstellen aan menselijk contact—ik heb het over internet.
Er zijn talloze sites waar je met vreemdelingen zou kunnen praten. Of je stelt een vraag en krijgt snel vijf, tien, twintig antwoorden van échte mensen! Je kunt voldoening halen uit likes of views op social media. Desnoods programmeer je een programmaatje dat terugpraat als jij ertegen praat, of ga je een spel tegen de computer spelen.
Nee, het gaat niet alleen om de interactie.
Gaat het dan om zoenen? Met een beetje schaamte moet ik toegeven dat ik nog nooit heb gezoend. Wel kusjes op de wang, en dat is ook best leuk, maar niet baanbrekend.
Gaat het dan om dat die ander terug knuffelt? Nou ja, dat weet je eigenlijk ook niet. Ik heb zo vaak stelletjes gezien met eenzijdige knuffels. Dan knuffelde de een de ander, terwijl de ander lekker doorging met werken en gewoon genoot van de knuffel. Je hebt eigenlijk nog méér zekerheid als je met vrienden een “afscheidsrondje” met knuffels doet, dan als het om spontane knuffels met je vriend(in) gaat.
Wacht eens even, volgens mij ben ik iets op het spoor.
A mind of its own
Het gaat niet om de knuffels, of warmte, of zoenen, of dat je een reactie krijgt van de ander. Althans, niet in de eerste plaats. Het gaat er juist om dat je niet weet wat er gaat gebeuren.
Iemand is “van jou”, iemand is bij jou, iemand staat achter jou … maar tegelijkertijd heeft die ander een geest van haar eigen.
Je kunt ’s avonds alleen in bed stappen … en als je ’s ochtends wakker wordt ligt ineens iemand naast je met haar armen om je heen. Dat is toch geweldig? Dan begint je dag toch meteen goed?
Je kunt hard aan het werk zijn … en plots komt iemand langs en geeft je een zoen op de wang. Dat is toch leuk? Dan heb je toch weer energie om door te gaan?
Je kunt vastzitten met een probleem … en plots komt iemand langs die erover wil praten en met je meedenkt.
Je kunt verdrietig zijn om iets … en plots is er iemand om je te troosten.
Je kunt piano spelen, en teleurgesteld zijn dat het allemaal niet klinkt zoals je wilt, maar dan zegt die ander onverwacht “welk nummer is dat? Dat is echt supermooi”
Je kunt doodop zijn … en dan is daar ineens iemand om op te leunen.
Je kunt thuiskomen en erachter komen dat je vriend(in) ineens een nieuwe hobby heeft opgepikt, of nieuwe vrienden heeft gemaakt die zo gaandeweg ook jouw vrienden worden. Of dat ze een klusje heeft gedaan wat jij al dagenlang uitstelt, omdat ze tijd over had en lief wilde zijn.
Het zijn die verrassingen. Dat je iemand steeds beter kent, steeds meer beïnvloedt, steeds meer jouw man/vrouw kan noemen, maar toch nooit helemaal kent, bestuurt of bezit. Die ander blijft altijd een geest van haar eigen hebben
En dat is nou juist zo mooi. Dat is het grote verschil. Dat is niet te vervangen, nu niet, misschien nooit niet, met iets anders.
En misschien is dat wel waarom ik later kinderen zou willen. Waarom ik als klein jochie al niks anders wilde dan een lieve vrouw vinden en een gezin beginnen.
Jouw kinderen zijn door jou gemaakt. Ze hebben jouw DNA_,_ jouw opvoeding, jouw leefomgeving.
En toch kun je hen niet 100% voorspellen. Je kent ze nooit helemaal, weet nooit precies wat ze denken, of van plan zijn, of voelen. Je weet niet wat ze later willen worden, wat hun lievelingsvakken op school worden, welke hobby’s ze oppakken, of ze dezelfde muzieksmaak hebben als jij of alleen maar “de prutmuziek van tegenwoordig” luisteren.
Je kunt op alle manieren zeggen “dit is mijn kind”, maar nooit zeggen “ik weet precies wie dit kind is”.
Ze zullen nieuwe impulsen blijven geven, je blijven verrassen, en steeds maar verder bouwen aan het verhaal—of liever het onvoorspelbare avontuur—dat je samen vertelt.
Dus daarom zullen mensen altijd relaties willen
Mensen nemen ook helemaal geen huisdieren voor de knuffels. Ze nemen huisdieren als maatje. Om er een band mee te krijgen, langzaamaan een leven mee op te bouwen. Huisdieren hebben persoonlijkheden, doen onverwachte dingen, doen dingen uit zichzelf. Hoe meer je met hen omgaat, hoe meer je hen leert kennen. En tegelijkertijd heb jij ook weer invloed op de ontwikkeling en het leven van je huisdieren.
Elke ochtend als ik beneden kom springt mijn konijn tegen de rand van het hok. Ik geef al jaren ’s ochtends eten en dat heeft ze inmiddels geleerd. Dat is toch een leuk begin van de dag? Dat een ander wezen, die een eigen geest heeft en prima kan kiezen iets/wel niet te doen, speciaal voor jou naar de rand van haar hok rent en je héél lief aankijkt?
Tegelijkertijd heb ik steeds meer over haar geleerd. Ik weet dat ze belachelijk hoog kan springen en probeert te ontsnappen als je het hok opendoet en eventjes niet oplet. Ik kan aan haar houding precies zien wanneer ze weet dat ik er ben en ik haar kan oppakken, of wanneer ze gaat bijten en rennen als ik het nu probeer. Maar zeker weten doe ik het niet.
Ook heb ik een vriend, die ik nu al redelijk lang ken, waarvan ik nooit weet wat ik moet verwachten. Als ik hem weer spreek/ontmoet zijn er weer rare dingen gebeurd, bedenken we samen belachelijke ideeën, gaat er vaak ook van alles mis. Maar ik weet altijd zeker dat het leuk wordt. Ik ken hem goed … en toch ken ik hem nooit helemaal. Elke keer zijn er verrassingen, elke keer loop ik naar huis en heb ik weer nieuwe ideeën en nieuwe energie gekregen.
Dát is waarom mensen een relatie willen opbouwen met een levend wezen. Een deel van het wezen is van jou … en een deel zal dat nooit zijn. Juist vanwege die mind of its own.
Ik snap het ook niet als mensen proberen anderen te “controleren”, dat verwijdert nou juist één van de belangrijkste onderdelen uit een relatie. (Misschien wel het belangrijkste onderdeel.)
Tegelijkertijd snap ik het ook niet als mensen compleet langs elkaar heen leven. Dat het hen niks uitmaakt wat de ander voor werk doet, of waar die ander over nadenkt, of wie diens vrienden zijn. Dat ze alleen samenzijn om de dingen waarin ze samen zijn.
Ik schrijf dit nu heel leuk, maar hoeveel verstand heb ik er nou van? Ik wacht nog steeds op mijn eerste serieuze relatie. (Het woord “serieus” is hier belangrijk. Mijn verkering uit groep 8 die niet officieel is uitgegaan tel ik niet.)
Maar ik weet nu wel beter waarop ik wacht. Waarom ik erop wacht. En dat motiveert enorm om aan mijn gezondheid te werken, mijn leven op orde te krijgen, hard te werken, en hopelijk ooit dat gezin op te bouwen.
Mij lijkt niks mooier dan weglopen bij je laptop na een zware dag, onverwacht een knuffel en zoen te krijgen van je vrouw, en je kind te zien verschijnen die zegt: “kijk, dit heb ik gemaakt”
Dit is Tiamo van de toekomst: ik heb niks veranderd aan dit artikel, het was al helemaal af. Maar ik publiceerde het niet omdat ik er te verdrietig over was. Ik zat nog middenin die rotstudie, ik verwachtte elke dag dood neer te vallen vanwege mijn gezondheid, de kans op een relatie/gezin in de nabije toekomst was nul.
Het is met enig verdriet dat ik moet melden dat de situatie nog steeds hetzelfde is. Ik héb hard gewerkt aan mijn gezondheid, ik héb mijn leven op orde, ik héb nog steeds diezelfde droom. Maar het schijnt dat vijftien jaar leven in een hel niet zomaar is uit te wissen. Ik wil samen zijn met iemand die een geest van haar eigen heeft, maar ja, iedereen met zo’n geest zou mij natuurlijk niet kiezen. De zoektocht blijft …