Dit is eigenlijk een ouder artikel dat ik terugvond in mijn concepten. Maar ik vond de kwaliteit matig, want ik kon jaren geleden minder goed schrijven, dus dit is de betere en kortere versie.
Als je online zoekt naar “schrijftips”, krijg je maar al te vaak mensen die hele rigide structuren prijzen. Ze geven je een lijst met de “17 beats for a good story”, of een tabel waarin je alle eigenschappen van personages moet invullen. (Oogkleur, kleding, favoriete kleur, favoriete voedsel, …)
Deze dingen hebben nooit voor mij gewerkt. Niet eentje, niet een klein beetje. Het is te vast, het is zinloos, het garandeert geen goed verhaal.
In plaats daarvan heb ik lang geleden mijn eigen soort filosofie ontwikkeld over verhalen. Het lukt steeds beter om het ook uit te voeren. En als je iets van mij hebt gelezen, verklaart het waarom mijn verhalen zijn … zoals ze zijn.
Het heet: de verhaalboten.
Het idee
Ik vind dat goede verhalen worden gedreven door personages die ergens heen gaan. Het verhaal zit in zowel de reis van het personage, als de interacties tussen personages op verschillende punten.
De beste manier om dit te bevatten was door personages in boten te stoppen. (Althans, zo dacht mijn vroeger zelf daarover.)
Dit is de theorie van de verhaalboten:
- Aan het begin van het verhaal stop je elk personage in een boot. Deze boot is ergens en wil ergens heen.
- Gedurende het verhaal komen boten elkaar tegen. Personages springen bij elkaar in de boot. Interacties zorgen ervoor dat het pad van de boot verandert.
- Zodra een boot diens bestemming bereikt, eindigt het verhaal voor dat personage.
- Zodra alle boten zijn aangekomen, is het verhaal klaar.
Simpel, toch? Als je wil kan je het uittekenen. Voor mij is het vooralsnog meer een beeld in mijn hoofd.
Een voorbeeld
Je hoofdpersonage Alfred zit in een boot. Hij begint in de toestand “kan zich niet over de dood van zijn beste vriend heen zetten” en vaart naar de toestand “heeft de dood van zijn beste vriend geaccepteerd”
Twee andere personages zijn Bert en Cindy. Ze zijn een koppel en zitten samen in een boot. Ze beginnen in de toestand “ze zijn gelukkig samen” en varen naar de toestand “ze gaan uit elkaar vol haat en nijd”
Je kan ook een minder karakter-gedreven boot toevoegen, zoals met fysieke locaties. Dustin vaart van zijn “veilige thuis” naar een “schat op een avontuurlijk eiland” ergens ver weg.
Het punt hier is dat je een duidelijke richting hebt voor iedereen. Eentje die ze stap voor stap kunnen nemen. Alleen, of samen met de anderen in hun boot.
Het is niet dat ze hier dus hoeven te eindigen! Dat is nou juist het punt.
Bert en Cindy stevenen misschien af op een scheiding, maar halverwege het verhaal komt hun boot langs die van Alfred. Hij ziet hun liefde voor elkaar, in de kleine dingen misschien. Dus hij stapt bij hen in de boot, vernietigt zijn eigen. Hij herinnert hen aan hoe ze samen kunnen zijn. Dat verandert de koers van hun boot naar iets anders.
Dustin is misschien hoofdstukkenlang bezig met dat eiland bereiken of meer informatie krijgen over die schat. Dan vaart hij langs die andere boot (met Alfred, Bert en Cindy). Enthousiast door hun hervonden liefde voor elkaar, om hun nieuwe vriend te helpen, besluiten ze met Dustin mee te gaan op avontuur.
Maar doordat er nu ineens vier mensen in die boot zitten, wordt de missie veranderd. Misschien is er een spion—die ook de schat wil hebben—die Dustin volgt. Eerst kon hij hem moeilijk vinden, maar nu de boot zo vol zit? Met mensen zonder enige ervaring met zo’n avontuur, een koppel met een haat-liefde verhouding, en iemand in een halve depressie? Dat gaat niet goed.
Hopelijk snap je wat ik bedoel. Door op deze manier te denken, dwing je jezelf om constant interessante interacties te krijgen. Nieuwe wendingen. Nooit stilstand. Alles heeft invloed op elkaar, personages maken allemaal een groei door én hebben tegelijkertijd invloed op elkaar.
Zolang je ze altijd in een boot zet op een bepaalde koers. En zorgt dat de boten elkaar tegenkomen, overstappen, soms worden vernield of van koers veranderen.
(Enige variatie in de start en de bestemming is dus ook leuk. Je wilt niet dat iedereen alleen een mentale/emotionele groei doormaakt. Sommige reizen tussen fysieke plekken. Sommige reizen tussen meer concrete doelen.)
Een verklaring
Waarom vind ik dit een goed idee?
Het voorkomt stilstand: elk personage zit in een boot die ergens naartoe beweegt. Er gebeurt dus altijd iets. Ofwel ze roeien zelf (door actieve keuzes en acties), ofwel de stroming in dat gebied neemt hen mee (door omstandigheden die hen beïnvloeden). En er moeten altijd boten zijn, natuurlijk.
Het voorkomt onnodige personages: ik ken veel verhalen waar personages gewoon … bestaan. Ze hebben hun functie gehad, maar nu blijven ze het hele verhaal rondhangen als een soort geest die z’n kasteel niet kan verlaten. Met deze techniek begint een personage ergens, ze blijven constant actief, totdat ze ergens stoppen en definitief uit het verhaal zijn.
Het zorgt constant voor (andere) interacties tussen personages: op hun pad komen personages steeds langs andere boten. Ze kunnen een interactie hebben en zelf verder gaan. Ze kunnen ook elkaar overhalen om bij hen in de boot te komen. Mensen kunnen overstappen. Sommige kunnen besluiten dat ze nu terug willen.
Het regelt duidelijke plot twists en belangrijke momenten: de meeste boten zullen de hele tijd in een mooie rechte lijn voort kabbelen. Maar de belangrijkste, impactvolle momenten in je verhaal kan je kenmerken door een boot die ineens een volledig andere route inslaat. (Misschien zinkt de boot wel, worden alle personages erop vermoord.)
Oftewel, door op deze manier over verhalen te denken omzeil je veel valkuilen, terwijl je bereikt wat in mijn ogen het belangrijkste is.
Is het perfect? Natuurlijk niet. Het is simpelweg een alternatieve manier van een verhaal construeren. Veel minder strak en vast dan het advies online, maar ook niet zo losjes dat je geen idee hebt waar je moet beginnen.
De moeilijkheid komt in het invullen van de juiste details (boten, start en bestemming, momenten van interactie) en een gebalanceerd plot eromheen krijgen. Dit is een “character-first approach”.
Maar gelukkig kan je deze theorie zo ver nemen als je wilt.
In complexe verhalen is meestal één “hoofdverhaallijn”. Dat is dan een grotere boot, met meer personages, die een langere route aflegt, misschien met meerdere tussenstops.
Vaak is er een grote climax aan het einde, eentje waarin alle verhaallijnen samenkomen. Je raadt het al: iedereen stapt in dezelfde boot.
Twee personages die gedoemd zijn om met elkaar te botsen (goed tegen kwaad, twee vrienden met tegenovergestelde karakters, …) zitten niet in dezelfde boot, maar hebben natuurlijk dezelfde bestemming. Of een deel van de route die hetzelfde is.
Tot zover mijn theorie van de verhaalboten.