Header / Cover Image for 'Schrijftip: betere actiescenes'
Header / Cover Image for 'Schrijftip: betere actiescenes'

Schrijftip: betere actiescenes

De laatste jaren schrijf ik steeds meer recensies van films en series, vooral ook blockbusters of superheldenfilms.

En keer op keer benoem ik dezelfde kritiek: zulke films zitten vol met vechtscenes van 10-15 minuten die gewoon saai zijn. Een grijze blob van mensen die eindeloos op elkaar inslaan, of dingen opblazen, of een geweer schieten. Het is voor mij het minste deel van zulke films en ik snap niet waarom ze het blijven doen.

Je hebt namelijk ook genoeg films bomvol lange actiescenes die wél interessant zijn.

Waar zit dat verschil? Hoe kun je actiescenes (voornamelijk vechtscenes) beter schrijven?

Een inspiratie: Jackie Chan

Ik ben als kind een enorm fan geweest van Jackie Chan. Nu nog steeds vind ik de actie in zijn films op een heel ander niveau dan de beste dingen die Hollywood produceert. Misschien komt daar mijn passie voor vechtkunsten en goede vechtscenes vandaan :p

(Die gast is dan ook een of andere alien. De dingen die hij al die jaren heeft gedaan, soms zelfs geïmproviseerd of zonder vangnet, zijn echt belachelijk knap. Zelfs al zou je eindeloos oefenen en trainen, denk ik dat de meeste zijn actiescenes nog niet zouden kunnen uitvoeren.)

Dit zijn de kenmerken van zijn vechtscenes:

  • Het is vrijwel altijd één tegen velen of twee tegen velen. Dus hij vecht in zijn eentje tegen tien gangsters. Of hij vecht samen met zijn politiepartner … tegen tien gangsters.
  • Elk gevecht is op een andere, specifieke plek.
  • Hij wil nooit vechten. Hij probeert altijd weg te rennen, het gevecht te stoppen, te zeggen dat het een misverstand is of dat ze moeten stoppen. (Hetzelfde geldt in mindere mate voor zijn tegenstanders.)
  • Hij laat zien dat dingen pijn doen. Hij is imperfect, net als de mensen die hem aanvallen.
  • Hij gebruikt werkelijk alles in zijn omgeving op de meest creatieve manieren.
  • Er zit een soort ritme in het gevecht. Vaak is het op de maat van de muziek, gebeuren er vier dingen in dezelfde sierlijke beweging.

Een inspiratie: Steven Spielberg

Tegelijkertijd vond ik altijd dat de films van Steven Spielberg hun actie op de juiste manier deden. Zoiets als Indiana Jones lijkt veel op andere avonturenfilms, maar is toch beter in dit opzicht.

Wat zijn de kenmerken van die actiescenes?

  • Het is gestructureerd volgens de traditionele drie aktes: er is een opzet, de actie stijgt en stijgt, tot een hoogtepunt, en dan de afronding.
  • Er zijn altijd een paar “herkenbare punten” tijdens het gevecht. Momenten waarop iets nieuws gebeurd, er een plotwending is, iets memorabels waarop even wordt gefocust.
  • Je volgt doorgaans meerdere karakters waarom je bent gaan geven, meerdere perspectieven rondom dezelfde actie, met duidelijke doelen.
  • Zijn films staan niet perse bekend als actiefilms, meer als verhalen waar toevallig actie doorheen komt. Dit helpt om het niet vermoeiend of eentonig te maken.

Dus wat leren we hiervan?

Natuurlijk zijn er geen “regels” in het schrijven van verhalen. Maar in het algemeen durf ik wel te zeggen dat de punten hieronder de beste actiescenes opleveren (en veel valkuilen omzeilen).

#1: Regel een unieke setting vol mogelijkheden

Doe wat nodig is, in de hoofdstukken ervoor, om de actiescene te laten plaatsvinden op een bijzondere locatie.

Een open veld is niet leuk. Een generiek warenhuis ook niet.

Als je kijkt naar belangrijke gevechten in de oudheid, zie je dat ze consistent werden gewonnen door degene die het slimste gebruik maakte van de omgeving. De juiste plek kiezen, op de juiste manier bewegen, de nadelen van het terrein afschuiven op de tegenstander.

(Andersom heb je dus veel voorbeelden van gigantische legers die alsnog niet wonnen van veel kleinere legers, omdat ze strategie en dergelijke negeerden.)

Dát is interessant en memorabel. Dus laat mensen vechten in een heel dichtbegroeid bos. Laat mensen vechten in een school, waarbij de hoofdpersonen ook constant proberen de kinderen veilig naar buiten te krijgen. Laat mensen vechten in een winkel, waarbij alles wat ze verkopen ineens een wapen of een schild wordt.

De subregel hier is natuurlijk: gebruik al die mogelijkheden die de omgeving je biedt. Het is niet veel beter als je twee personages laat vechten in een exotisch regenwoud, maar het enige wat ze doen is stilstaan en eindeloos hun vuist richting de ander zwaaien.

Laat ze slingeren, verschuilen, klimmen, takken pakken als wapens. Als ze al een paar paragrafen met zwaarden hebben gevochten, en niks bereikt, zorg dan dat iemand iets nieuws probeert. Of schrijf een toevallige gebeurtenis waardoor ze ineens allebei hun zwaard kwijt zijn.

(De regel is eigenlijk: “Eén of twee schoten? Geweldig. Drie schoten? Oké. Meer schoten? Verlies je geweer.”)

#2: vechten is niet “leuk”

Vechten doet pijn. De meeste mensen vechten alleen als het echt moet, anders vluchten ze, proberen het te stoppen, geven zich over.

Een stel personages dat eindeloos op elkaar inhakt, zonder goede reden, zelfs als er een kans is om te stoppen, is onrealistisch en stom.

Dus laat personages zoeken naar manieren om te stoppen. Laat personages vluchten, achteruit lopen, in plaats van dat ze als een dolle naar hun vijand rennen.

Laat personages pijn voelen, twijfelen of ze wel moeten (door)vechten. Maak de scene interessanter door permanente consequenties toe te voegen. Iemand krijgt een klap tegen z’n schouder en kan diens rechterarm niet meer gebruiken, daardoor verandert de scene vanaf dat moment compleet.

(Ook hiervan weten we dat in de geschiedenis veel slagen werden gestreden over een uitgerekt gebied, terwijl één kant probeerde te vluchten. Het beeld van films dat ze elkaar ergens in een veld ontmoeten en alles uitvechten op een klein vierkant klopt niet.)

(Op dezelfde manier zijn veel slagen dus ook gewonnen doordat één kant opgaf, of de soldaten stiekem de bossen in vluchtten, of de moraal verdween. Alles bij elkaar genomen, zijn de meeste gevechten uit onze geschiedenis beslist door iets anders dan we vechten het uit tot we klaar zijn.)

#3: regel herkenbare punten

Verspreid over de hele actiescene, moeten er een paar punten zijn waar we als kijker of lezer aan vast kunnen houden.

Punten waarop iets gebeurt dat we onthouden. Punten waarop het gevecht kantelt. Misschien komt er ineens een derde partij. Misschien was een personage op zoek naar een magisch wapen en vinden ze dat eindelijk halverwege het gevecht. Misschien geeft een belangrijke generaal op en probeert naar huis te vluchten.

Dit geldt dus qua plot en karakter, maar ook qua locatie. Om de lezer duidelijk te maken waar alles plaatsvindt, moet de locatie herkenbare punten hebben. Misschien staat in het midden een grote gloeiende pilaar. En in de linker uithoek staat een grote boom met felle kleuren. Hierdoor kan je makkelijk duidelijk maken waar mensen precies aan het vechten zijn.

#4: vind de reden van je gevecht

Veel vechtscenes geven geen directe reden. Alleen iets als “ik ben boos op jou, jij bent boos op mij, vechten”

Maar, zoals ik al noemde, mensen vechten alleen als ze moeten. Als ze een goede reden hebben, een bepaalde uitkomst willen.

Veel films denken dat vechten op zichzelf spannend is. Want de hoofdpersoon is in levensgevaar! Of de hele wereld is in gevaar!

Maar iedereen weet dat de hoofdpersoon niet sterft. En dat de wereld wordt gered. Dus daar komt geen spanning vandaan.

De spanning moet dus uit iets anders komen. De mensen die vechten moeten iets kwijtraken als ze dit gevecht niet winnen.

Neem Batman als voorbeeld. Hij heeft als regel dat hij niemand vermoordt. Dus als hij met iemand vecht, is het niet belangrijk of hij leeft of niet (we weten dat hij het overleeft), maar of hij zijn regel en karakter overeind kan houden.

Of misschien heeft iemand een gebied of thuis dat van hen is. Ze zullen niet doodgaan van dit gevecht … maar raken ze hun huis kwijt?

Oftewel, er moet een uitkomst zijn die de vechtende mensen zoeken, en de lezer moet niet al van tevoren zeker zijn wat het wordt. Een superheld zal niet sterven halverwege diens eigen film. Dus de spanning moet ergens anders vandaan komen.

#5: de personages waarom je geeft staan op verliezen

Dit bevat dus twee onderdelen: het gevecht moet verteld vanuit personages waarom je als lezer iets geeft, en zij moeten logischerwijs aan de verliezende hand zijn.

Het is één tegen velen. Ze hebben minder mensen. Misschien zijn ze vermoeid, of hun magische krachten kwijt, of welke obstakels je dan ook kunt bedenken.

Want ja, als ze al winnen … wat zijn we dan aan het doen? Lezen hoe onze held doet wat iedereen verwacht? Lezen hoe onze held niet willekeurige gigantische fouten maakt en zichzelf in de voet schiet?

(Natuurlijk kan je dit wel doen. Je hoofdpersonen staan op winnen, maar dan doen ze iets arrogants of stoms, waardoor ze hun eigen kansen verprutsen. Maar dat werkt maar één keer, en als de rest van het verhaal erop is ingesteld.)

Ook dit is vooral een kwestie van de hoofdstukken voor deze scene schrijven zodat het hierop uitkomt. het werkt niet om alleen, vlak voordat het gevecht begint, ineens opmerkingen te maken als “oh we hebben toch zo weinig mensen” of “oh nee ik ben ineens ziek”.

Het samenbrengen van meerdere perspectieven tijdens het gevecht is optioneel, in mijn ogen. Waar mogelijk, probeer ik inderdaad van zo’n vechtscene een grote gebeurtenis te maken, waar verschillende verhaallijnen samenkomen. De ene persoon zit er middenin, de andere vlucht net de stad uit, weer een andere is gevangene van de vijand.

Maar als je dat altijd doet, wordt het weer voorspelbaar en monotoon. Je hebt ook kleinere actiescenes nodig. Dingen waarbij maar één (hoofd)personage het meemaakt. Dingen waar niet dezelfde gigantische gevolgen aan hangen.

#6: Ja, de held wint met een trucje

Dit is iets waarover ik lang geen mening kon vormen. Enerzijds is het dus stom als het gevecht wordt beslist door “deze persoon slaat net wat harder dan die ander”. Anderzijds is het stom als de helden dik verliezen maar er ineens een ingewikkeld trucje uit de kast komt dat alles oplost.

Maar na veel verhalen lezen en schrijven, heb ik mijn mening gevormd. Ja, de meeste actie- en vechtscenes moeten afhankelijk zijn van een “trucje”.

Hierbij zijn natuurlijk belangrijke kanttekeningen:

  • Het trucje moet niet uit het niets komen. Het moet zijn opgezet (“foreshadowed”) gedurende het boek, de lezer moet het kunnen raden op het moment zelf (als diegene heeft opgelet en moeite doet).
  • Het trucje mag best ervoor zorgen dat de ene kant ineens nét iets harder slaat dan die andere.

Bijvoorbeeld. Onze held vecht rechtstreeks met de vijand, vuist tegen vuist. Maar hij is zwakker. De vijand is gewoon sterker, beter getraind, fitter. Maar … al het hele boek wordt her en der gesproken over magie die je sterker maakt. En tijdens het gevecht realiseert onze held eindelijk hoe het werkt of waar hij het kan vinden. Dus hij doet er alles aan om te vluchten, om het gevecht langer te laten duren, terwijl hij aan deze magie probeert te komen. En dan op het laatste moment vindt hij het, wordt sterker dan zijn vijand, en slaat hem dus naar de grond.

Het gevecht wordt nog steeds beslist op fysieke kracht. Maar ook door een slimmigheid die is opgezet gedurende het boek. En het voldoet aan de andere tips die ik hier noem.

#7: alle andere schrijfregels blijven van toepassing

Gebruik alle zintuigen. Wissel actie en beschrijving af met dialoog of gedachten. Gebruik kortere zinnen als je het tempo of de intensiteit wilt opschrijven.

Laat personages dingen doen die hun karakter verder neerzetten en misschien wel laten groeien. Zorg dat het plot niet eindigt precies zoals het begon aan deze vechtscene: er was dus een reden voor het gevecht en de uitkomst was belangrijk.

Schrijf correcte zinnen. Edit al het onnodige weg, zeker tijdens actie en vechten wil je niet ineens drie paragrafen die beschrijven hoe mooi het landschap is, of een rij ellenlange zinnen.

Let erop dat je niet steeds dezelfde soort beschrijvingen doet. Ik heb, om een of andere reden, een liefde voor ogen. De eerste keer dat ik een scene schrijf, zijn er altijd karakters die elkaar in de ogen kijken, of iets aflezen in andermans ogen, of dat soort dingen. Tijdens het editen haal ik dat altijd weg om veel meer variatie toe te voegen.

Conclusie

Zo, hopelijk geeft dat nuttige tips voor het schrijven van actiescenes en vechtscenes.

Het is lastig om dit allemaal te doen. Je moet zeker zorgen voor variatie, kijken naar wat past bij jouw verhaal of je schrijfstijl.

Zo doet Jackie Chan dus niet alles van deze lijst. Veel gevechten hebben geen hele sterke reden en werken niet naar een nieuwe uitkomst. Hij komt simpelweg terecht op de verkeerde plek en probeert weer weg te komen. Alle gevechten zijn vanuit hem.

En ook Steven Spielberg doet niet alles. Zijn vechtscenes zijn toch meer in de trant van Hollywood. Met redelijk wat clichés, ongeloofwaardige dingen, en editing alsof hij zo min mogelijk van de actie daadwerkelijk (in detail) wil laten zien.

Maar ik denk dat dit goede uitgangspunten zijn.

Niemand wil lezen over hoe mensen op elkaar inhakken tot een iemand toevallig sterker blijft. Zelfs kleine kinderen weten dat je Disneyprinses niet in levensgevaar is als ze halverwege haar eigen film ergens bijna van afglijdt.

Game of Thrones was een geweldige serie toen iedereen kon sterven, maar actiescenes in de latere seizoenen waren verschrikkelijk—ondanks het enorme budget voor de grote vechtscenes—omdat je niet geloofde dat onze hoofdpersonen zouden verliezen en de meeste principes hierboven werden geschonden.

Tot zover mijn gedachten over het schrijven van actiescenes, met name waarin (fysiek) wordt gevochten.