Header / Cover Image for 'Schrijftip: trucjes voor dialoog'
Header / Cover Image for 'Schrijftip: trucjes voor dialoog'

Schrijftip: trucjes voor dialoog

Vroeger fungeerde de dialoog in mijn boeken vooral om informatie over te brengen. Waar mogelijk liet ik iets van de karakters zien, of maakte ik een snel grapje, maar daar bleef het bij. Het was heel functioneel, vaak heel informeel en losjes.

Ik wilde mijn dialoog naar een hoger niveau tillen. Dus ik deed onderzoek, keek naar scenes waarvan ik de dialoog uitstekend vindt (zoals de eerste seizoenen van Game of Thrones), en leidde daar enkele trucjes uit af.

Truc 1: Gebruik vorm, niet woordkeuze

Wat bedoel ik daarmee?

Vroeger liet ik zien dat een personage slim was door hen allemaal hele dure woorden te laten gebruiken en te praten in lange zinnen. Dat is oké, maar het stoort vaak, en het is niet de beste manier. (Ik ken veel slimme personen. Ze praten best wel normaal en met korte zinnen :p)

Nee, in plaats daarvan zal een slim persoon in het algemeen op een andere manier converseren. Ze zullen erop staan dat ze vragen feitelijk en juist beantwoorden. Ze zullen efficiënt zijn en zichzelf niet herhalen. Sommige vertellen niets meer dan nodig, andere zullen elke kans aangrijpen om extra feitjes en kennis die ze hebben (omtrent een onderwerp) naar buiten te brengen.

Op diezelfde manier zullen ze een vraag ontwijken als ze er geen antwoord op weten of niet willen liegen. Minder intelligente mensen denken eerder dat ze alles kunnen maken en dat liegen helemaal prima is.

(Ik ben even de naam kwijt, maar het is bewezen dat dommere mensen juist denken dat ze intelligenter zijn dan anderen, terwijl intelligente mensen veel meer twijfelen over hoe slim ze nou zijn.)

Woordkeuze is een hele simpele, kleine manier om dialoog uniek te maken. Gebruik het zeker. Geef personages eigen stopwoordjes, eigen uitdrukkingen, dat soort dingen.

Maar het is niet genoeg. Je zegt veel meer met de algemene, grote patronen in iemands spraak.

Wat vaak genoeg ook betekent dat iemand niks zegt.

Truc 2: sprongen over belangrijke vakjes

Iemand vergeleek dialoog ooit met schaakzetten. Het doel van een dialoog is om bepaalde informatie te geven aan de lezer op een snelle, interessante, menselijke manier.

Dus je hebt bepaalde stukjes die je kwijt wilt. Vakjes die je sowieso wilt bezoeken.

Jouw doel is om logische sprongetjes te vinden tussen die vakjes. Dingen die iemand kan zeggen die leiden naar het volgende onderwerp dat je wilt bespreken. Dingen die men kan zeggen om, naarmate de scene vordert, steeds dichter bij het belangrijkste vakje te komen.

Bijvoorbeeld: jij wilt een scene die duidelijk maakt dat Albert en Betty vroeger getrouwd waren, maar nu al lange tijd uit elkaar zijn, omdat Albert Betty verdenkt van het stelen van zijn kostbare juwelen en haar niet meer vertrouwd.

Zo’n gesprek begint niet met “Heb jij mijn juwelen gestolen!?” waarop Betty antwoord met “Ja” of “Nee”.

Zo gaat het niet in het echt. Zo bouw je geen spanning op, zo gebruik je de scene niet om al die andere informatie te geven.

Nee, het gesprek begint wat onschuldig en loopt uit de hand.

  • Ze merken op dat ze elkaar lang niet hebben gezien
  • Betty merkt op dat het niet zo lang voelt, want de ambtenaar stuurde haar laatst nog de rekening van het scheidingsproces. (Een kleine stap.)
  • Albert vindt dit grappig en rechtvaardig. (Een kleine stap.)
  • Betty speelt verontwaardigd. “Och, wordt toch volwassen. Denk je nog stééds dat ik het heb gedaan?” (Een kleine stap.)
  • Albert geeft niet direct antwoord, maar somt alle bewijsstukken op die hij heeft. Of zegt: “En jij ontwijkt mij nog steeds. Waar zijn mijn juwelen?”

Geen geweldige scene natuurlijk, maar ik hoop dat je het idee begrijpt. Het voelt meer zoals zo’n ontmoeting in het echt zou verlopen. Tegelijkertijd krijg je extra informatie over personages en het verleden, terwijl we opbouwen naar het allerbelangrijkste stukje informatie via kleine sprongetjes.

(Dit kan je dus ook omkeren. Als de dialoog niet bestaat uit kleine sprongen naar stukjes informatie die belangrijk zijn … waarom zit het dan in het verhaal?)

Truc 3: Vertraag het antwoord

Dialoog gebeurt in een patroon van vraag en antwoord.

Maar als je het puur daarvoor gebruikt, ziet het er gekunsteld uit en had je een snellere methode kunnen gebruiken. (Namelijk direct de informatie geven.)

Op school leer je om paragrafen te beginnen met een statement. Je begint met zoiets als “natuurlijk is het een slecht idee om overal zonnepanelen te plaatsen” en de zinnen daarna leg je uit waarom dat zo’n slecht idee is.

Dit is goed! Dit leest fijn en duidelijk! Zoals de vorige paragraaf aantoont.

Maar voor een dialoog wil je vaak juist het omgekeerde doen.

Enerzijds omdat mensen echt zo praten. Mensen gaan confrontatie uit de weg, willen geen direct antwoord geven, weten hoe iemand zal reageren en proberen zich in te dekken.

Als jij aan je vriendin vraagt: “Ben je vreemdgegaan?” Dan zal ze niet reageren met “Ja.”

Ze zal waarschijnlijk beginnen met alle smoesjes, of met alle redenen waarom je niet boos moet zijn. “Het was maar één keer! En ik was dronken, ik was veel te dronken, ik zou het nooit meer doen!”

Het antwoord is uiteindelijk hetzelfde: ja, ze is vreemdgegaan. Maar ze zegt het niet letterlijk en ze dekt zich in met anekdotes, smoesjes, allerlei zinnen vooraf.

En daarmee komen we bij de tweede reden: het houdt de spanning langer vast. Want het antwoord, het definitieve antwoord, wordt uitgesteld.

Terwijl je de dialoog leest, wil je doorlezen om te weten wat het antwoord is op die vraag die net werd gesteld. Het bouwt heel kort spanning en vragen op, om het enkele zinnen later te beantwoorden.

Die zinnen daarvoor? Die kan je dan gebruiken voor de personages en de worldbuilding. Lezers zullen het niet erg vinden, want ze willen verder lezen, op zoek naar het antwoord. Maar zo kan je dus subtiel héél veel informatie geven.

Truc 4: minder dialoog

Hier verwees ik al naar bij de eerste truc. De meeste mensen zijn niet van plan om constant heel netjes en duidelijk hun problemen te communiceren.

Ze gaan elkaar uit de weg. Ze kappen gesprekken af. Als ze een vraag niet willen beantwoorden, lopen ze gewoon weg, of ze nemen een hele lange pauze om daarna over iets anders te beginnen.

Als een dialoog niets anders is dan mensen die netjes hun problemen vertellen, vragen stellen en antwoorden geven … dan is er ook geen spanning, dan voelt het gemaakt, en dan is het waarschijnlijk beter om dit aan te passen.

En soms zit dat dus in het stadium daarvoor. Dan kan je het hele hoofdstuk anders structureren om de dialoog te voorkomen. Misschien spreken ze elkaar niet in het echt, maar digitaal. Misschien kan deze informatie ook in de gedachten van het personage dat vertelt. Misschien kan je een andere gebeurtenis naar voren halen, waardoor iemand een smoesjes heeft om onder het gesprek uit te komen.

Truc 5: vergeet de one-liners niet

Mensen in verhalen spreken altijd efficiënter, netter, duidelijker dan in het echt. Dat heeft een reden: het leest fijner en maakt de dialoog veel meer uniek en memorabel.

Dus veel personages zullen hele slimme dingen zeggen. Ze zullen een zin zodanig opzetten dat het klinkt als een geweldige quote of one-liner. Daarvoor gebruiken ze vaak allerlei literaire trucjes, zoals metaforen, vergelijkingen, rijm, referenties naar eerdere delen van het gesprek.

Dus als je dialoog matig voelt, kijk dan of je ergens in het gesprek (het liefst tijdens de climax of het einde) een zin kan omschrijven zodat het echt klinkt als een coole, memorabele zin die je bijblijft.

Doe dit door je hele boek en elke dialoogscène wordt naar dat hogere niveau getild.

Conclusie

Nou, hopelijk was dit leerzaam.

Elk trucje op zich lijkt altijd klein en onbenullig. Maar als je dit soort dingen consistent toepast, allemaal, maakt het een wereld van verschil.

Als ik hierop let, kan ik vaak ook beter uitdrukken waarom ik een verhaal (of film/serie) maar meh vond. Vaak komt dat neer op het simpele feit dat de dialoog niks anders is dan standaardzinnen om informatie te geven. Antwoorden worden niet vertraagd, iedereen zegt netjes wat ze moeten zeggen, iedereen praat hetzelfde, er is geen enkele zin die eruit springt door hoe slim of mooi hij is.

Scherp de dialoog aan en je hele verhaal gaat van meh naar dit is zó goed al weet ik niet waarom.