Ja hoor, daar ben ik weer, met een artikel over oude dingen die ik tegenkwam en moest uitzoeken. We hebben al oude spullen gehad, oude bestanden op de computer (meerdere keren), en nu was het tijd voor oude elektronica!
In dit (hopelijk korte) artikel vertel ik een paar leuke dingen die ik vond en bedacht.
Playstation One
Ten eerste: hoe kwam Sony in hemelsnaam op het idee om twee apparaten uit te brengen, waarvan de ene de “PlayStation 1” heet en de andere “PlayStation One”?!
Die van ons is dus de tweede variant, inmiddels meer dan twintig jaar oud. We hebben er maar liefst vijf controllers voor. Wat heel grappig is, want we hebben slechts één spel dat überhaupt meer dan 2 spelers toestaat, en het maximum daar is 4.
Ten tweede: dit ding werkt nog perfect! Net zoals alle spellen! Sterker nog, hij start snel op en laadt snel.
Natuurlijk, de spellen zelf zijn kleiner en de grafische kant is niet om over naar huis te schrijven.
Maar de kwaliteit van de spellen is eigenlijk heel goed. Misschien wel beter dan de spellen vandaag de dag, en dat meen ik serieus.
Ik moest dus door de hele doos heen om alles te controleren, zodat we de dingen die nog werkten konden verkopen of wegdoen. Keer op keer startte ik een spel met het idee “gewoon kijken of het werkt”, maar voor je het weet zit je een half uur te spelen.
Want de meeste spellen die we hadden waren gewoon simpel en slim opgezet: je begint met één simpele kracht (rondlopen), maar in het level kan je dingen verzamelen om meer krachten te krijgen (springen, klimmen, een zwaard gebruiken, vechten), en zo wordt het steeds ingewikkelder en speel je steeds meer gebieden vrij. Het geeft een heel duidelijk en snel pad naar vooruitgang, het idee dat je slim bent en dingen bereikt.
Dat combineerden deze spellen met een grote wereld om te spelen en ontdekken. (We hadden bijvoorbeeld een Peter Pan spel waar je allerlei plekken in Nooitgedachtland kan bezoeken.)
Ik moet zeggen dat dit proces weer een beetje mijn liefde voor spellen aanwakkerde. De laatste jaren ben ik dat nogal kwijtgeraakt, want spellen maken is een zwaar proces, en de spellenindustrie zit vol met nare praktijken, veel te hoge eisen, etcetera. Maar als je zulke stokoude simpele spellen vindt en merkt hoe leuk zoiets simpels kan zijn, gaat het toch weer een beetje leven.
(Eén van de spellen was niets anders dan een futuristisch vliegtuig heen en weer bewegen, terwijl je over een landschap vliegt (bekeken van bovenaf) en allemaal obstakels op je afkomen. Je kon naar voren schieten of een grotere raket afvuren naar de zijkant. Overleef zo lang mogelijk! Dat was het hele spel. Iedereen kan dit nu gratis namaken in een paar dagen. En toch is het leuk om even te spelen.)
Ten derde: je kunt (op een andere manier) merken dat deze spellen uit een andere tijd komen. Hoe kocht men vroeger spellen? Door naar de fysieke winkel te gaan. Wat deed je daar? Het spel bekijken of uittesten op de computers die daar openstonden.
Elke keer als ik te lang wachtte met spelen, als het hoofdmenu een minuutje niks stond te doen, begon het een demo te spelen! (De eerste keer dat dit gebeurde schrok ik me echt kapot.) Het laat een filmpje zien van hoe het spel werkt, van de leuke onderdelen daarin, van hoe je een deel van een level speelt. En als de demo klaar was, ging je weer terug naar het hoofdmenu.
(Nadeel: de meeste demo’s waren niet over te slaan. Dus als ik dan te laat was, omdat ik even eten ging halen of de voordeur moest opendoen, zat ik weer een minuut naar dezelfde stomme demo te kijken :p)
Gameboys
In mijn herinnering hadden we twee gameboys. Blijkbaar hadden we er drie.
Dit zijn Gameboy Colors, net zo stokoud als die PlayStation. Maar ze doen het wederom nog perfect.
Waar nieuwere apparaten zijn gekomen en gegaan, vele spellen ten onder gingen omdat hun CD te veel krassen of scheurtjes kreeg, bewijst men toch weer dat vroeger alle apparaten beter waren :p
Vroeger werden dingen gebouwd voor stevigheid. Die Gameboys, die PlayStation, de spellen die erin gaan, het zijn massieve blokken met dikke knoppen. Ik kan dat waarderen. Ik zou willen dat het nog steeds zo was.
De reden waarom ik er maar twee herinner, denk ik, is omdat er ook maar twee spellen waren die we vrijwel altijd speelden: Pokemon Gold en Pokemon Silver.
Wederom het bewijs dat vroeger alle spellen beter waren :p
Nee, ik heb die spellen echt doodgespeeld, keer op keer. Ze zijn wederom zó simpel, maar zó effectief. En deze Pokemonspellen hadden toevallig twee werelden. (Normaal gesproken was je klaar als je jouw eiland had uitgespeeld. Maar bij dit spel kan je dus een eiland uitspelen … en dan neem je de brug/trein/weet ik het naar een tweede regio om verder te gaan! Het zorgt wel dat wij, iedereen bij elkaar, het spel maar één keer hebben uitgespeeld. Ondanks de vele uren, vele pogingen, vele samenwerking.)
Dit spel voelde gigantisch als kind, als een hele wereld die je nooit helemaal gaat ontdekken. Tegelijkertijd bestond het internet nog niet, en het spel kwam ook niet met extra uitleg of hints, dus je moest alles zelf uitvogelen.
(Een tijd geleden probeerde ik opnieuw de nieuwste Pokémon te spelen, maar het was simpelweg niet hetzelfde. Té veel uiteenlopende systemen en mechanismen. Té veel focus op 3D trucjes en dergelijke. De helft van de puzzels of verborgen geheimen waren meteen gevonden, de andere helft waren zó ingewikkeld dat je er niet aan ontkomt een online “gids” op te zoeken voor hoe je het spel speelt.)
Maar, oké, ik weet het, niet alle spellen waren vroeger beter. De spellenwereld stond nogal in de kinderschoenen. Dat werd pijnlijk duidelijk toen ik een ander spel testte dat letterlijk niks anders was dan een hond/kat op het scherm, die je kunt aaien en op jouw cursor afloopt.
Iets dat elke persoon met een computer in een dag kan namaken. En waarschijnlijk nog beter ook.
Maar toentertijd was alles nog nieuw, er waren weinig hulpmiddelen, programmeren en spellen maken was slechts uitbesteed aan een piepklein groepje mensen. Dus dit was waarschijnlijk net zo revolutionair als Pong. De voorloper van al die Nintendo spellen (Nintendogs) waar je een beestje op het scherm hebt waarvoor je zorgt.
(Oh, en we hadden één spel met een superlang formaat, waarop alleen “68 in 1” stond. Elke keer als ik dat spel opstartte, gebeurde er iets anders raars. De ene keer begon hij meteen aan een spel, maar ik kon alleen het karakter zien, niet de wereld. De andere keer was er eerst een menu, maar de tekst was onzichtbaar, dus ik weet niet welke opties ik had. Na veel zoekwerk blijkt dat dit een spel voor de originele Gameboy was, in zwart-wit, en daar perfect zou moeten werken.)
Xbox 360
De nieuwste van alle apparaten. (Nog steeds 10+ jaar oud.) Hiervoor hadden we twee grote groepen spellen: de LEGO spellen en de Kinect spellen.
(En meerdere versies van Fifa. Want om een of andere reden gaan die DVD’s veel sneller kapot. Tot het punt dat je berichten schreef op de doos van “deze DVD werkt alleen, 50% van de tijd, als je hem eerst afblaast en daarna ondersteboven erin steekt”. Ik zou haast denken dat EA dit expres doet zodat je de nieuwe versie moet kopen. Maar ik zou niet eens weten hoe je expres een spelcomputer jouw spel krassen en scheuren laat geven, maar niet alle spellen.)
LEGO spellen
De LEGO spellen zijn op een of andere manier overal tegen bestand. Ik heb LEGO spellen op werkelijk alle mogelijk apparaten, met alle controllers, in alle omstandigheden, gespeeld zonder problemen. Ik heb het idee dat er een kernbom kan vallen op de wereld en het enige dat de overlevende beschaving heeft om zich mee te vermaken, zijn al die LEGO spellen (en Nokia telefoons).
Daar tegenover staat het feit dat ze nogal op elkaar lijken en op willekeurige momenten crashen zonder je voortgang op te slaan 🙁 Maar goed, deze spellen werkten nog en zijn altijd goed.
Kinect spellen
De Kinect spellen werken net zo goed nog.
Het is ironisch, eigenlijk. We hebben die spellen vroeger véél gespeeld. In mijn ogen was de Kinect geniaal. Maar het werkte meestal niet geweldig omdat we geen ruimte hadden. We negeerden al die richtlijnen (zoveel afstand tot het ding, geen andere spullen of mensen in de buurt, etcetera) omdat we simpelweg de ruimte ervoor niet hadden.
Pas toen ik wilde testen of alles nog werkte, regelden we even een verhuizing in de woonkamer, en hadden we voor het eerst genoeg ruimte :p En ja, dan werkt zo’n ding behoorlijk prima.
Het is een van die verhalen waarvan ik verdrietig kan worden.
De Kinect is niet ten onder gegaan omdat het apparaat zelf slecht was, verre van. Over de hele wereld zijn allerlei fabrieken (of andere computersystemen) die gebruik maken van honderden Kinects, omdat ze relatief goedkoop waren (want Microsoft maakte er heel veel tegelijkertijd), maar gewoon een hele goede benadering van een 3D camera zijn.
Het is niet ten onder gegaan omdat je er geen geweldige spellen mee kan maken. De mogelijkheden met sport, dans, platformers, zijn ongekend.
Het is ten onder gegaan vanwege overduidelijke blunders van Microsoft en omdat spellenmakers het zagen als té risicovol. Microsoft maakte Kinect verplicht voor de Xbox One. Verplichten is nooit goed. De markt was té klein in de ogen van ontwikkelaars. En tja, als er geen spellen voor worden gemaakt, kan het niet blijven bestaan.
Maar ik snap ook wel dat, in ieder geval voor nu, alternatieven beter zijn. Bijvoorbeeld, ik heb ooit nagedacht over eenzelfde soort spel dat iedereen kan spelen met hun mobiel. Alle smartphones hebben een motion sensor, daarmee kan je dus makkelijk nagaan of iemand een gooiende beweging heeft gemaakt (in een bepaalde richting). Met technologie die men al heeft, zonder al te veel moeite, kan je veel functionaliteit van de Kinect al beter uitvoeren.
Een filosofische gedachte over tijd en gewoonte
Hoe dan ook, ondanks dat dit allemaal nog prima werkte, is het toch een paar jaar geleden naar de zolder verplaatst en zie ik het nu niet terugkomen. De Kinect heeft té veel speelruimte nodig, iets dat we dus nooit hadden. Je groeit toch een beetje uit spellen. Veel ervan zijn familiespellen, terwijl iedereen natuurlijk vaker van huis is (of uit huis gaat) als ze ouder worden. Het is sneller en veiliger om spellen nu op een computer te downloaden. (De kans op een gekraste DVD is in ieder geval nul.)
Daarvoor heb ik lang geleden ook USB-controllers aangeschaft: we kunnen met maximaal zes mensen op de computer spelen, terwijl maar twee van onze controllers op de Xbox kunnen. De originele twee die we, lang geleden, kregen bij dit basispakket. En één daarvan heeft een kapotte joystick.
We hadden hiervoor toen de “plug ’n play” gekocht: een batterij die je in je controller deed, en dan kon je van buitenaf een snoer vastmaken en die in de Xbox steken. Zo werden controllers opgeladen terwijl je ermee speelde. Het werkte prima, totdat binnen een jaar de kabels al knakten en je alleen de controller kon opladen als je deze onder een hele specifieke hoek hield.
Het gevolg is dus dat je langzaamaan gewoon … stopt met spelen. Als het zo onpraktisch is. Als je door zoveel stappen moet om een spel met controllers te spelen. Het zijn van die kleine dingen die dan, over tijd, toch zorgen dat je iets helemaal niet meer doet.
(Ik snapte ook nooit waarom die controllers alleen werkten met niet oplaadbare batterijen. En wij hadden thuis alleen de oplaadbare variant, want ja, beter voor het milieu enzo. Wie maakt zo’n keuze? Is de winst van een beetje energie en efficiëntie, tegenover het praktische ongemak, nou zó belangrijk in een controller die 10+ jaar mee kan gaan?)
Dat is misschien de grootste les van de laatste jaren. Als kind heb je veel tijd, veel energie, goede gezondheid, geen verantwoordelijkheden. Je kan helemaal opgaan in spellen. Zelfs hele ingewikkelde spellen leer je zo, want het is alles dat je doet, alles dat je hebt.
Maar dan word je ouder en krijg je meer aan je hoofd, minder tijd, minder focus, etcetera. En dan worden spellen al snel te ingewikkeld. Iets dat te veel stappen nodig heeft, dat té onpraktisch is, doe je gewoon niet meer. Uit principe, uit noodzaak.
Ik heb zelf spelprojecten van vroeger waarvan ik (gefrustreerd) dacht: “waarom doet iedereen alsof dit zo moeilijk is!? Waarom begrijpt niemand het!? Doe even moeite en binnen tien minuten is het superduidelijk en leuk!”
Maar nu weet ik dat dit vooral aan kinderen is besteed. Volwassenen hebben meer aan het hoofd. Die tien minuten ergens insteken kan al te veel zijn, kan al voelen als te veel. Dus sindsdien probeer ik mijn projecten steeds simpeler te maken, steeds meer te zorgen dat mensen tóch over die drempel kunnen. Want het is niet onmogelijk. Het is echt die eerste muur van een nieuw spel leren. Dat eerste obstakel van een spelcomputer opstarten, controllers regelen, de knopjes bekijken.
Als daar een kink in de kabel komt (eventueel letterlijk), stopt iemand langzaam met proberen, en kan zelfs de grootste spelfanaat een paar jaar later realiseren dat ze hun Xbox niet meer hebben aangeraakt en dat hij eigenlijk wel weg kan.
Tot zover deze filosofische gedachten.
Overige
Bij zo’n opruiming vind je ook allerlei kabels. Het is elke keer een soort moordmysterie om uit te vogelen wat is dit voor kabel? en wie heeft hem ooit gekocht en waarom?
Er zat bijvoorbeeld een FireWire kabel bij. Dat schijnt een soort USB alternatief te zijn geweest dat vooral Apple leuk vond. Dat kost dan drie kwartier onderzoek om uit te vogelen.
Het lijkt alsof anderen dezelfde problemen hadden, want als ik de naam van de kabel opzocht, vond je allemaal pagina’s waarbij de beschrijving—wat doet het product?—was leeggelaten. Alsof zij die kabels ook terugvonden en dachten “ik heb géén idee, zet het maar online met al die nummertjes die op de kabel staan, misschien zoekt iemand anders daar naar”.
(Maar inmiddels weet ik waar je moet kijken en wat nummertjes op kabels betekenen!)
Er zat een hele specifieke kabel bij die werkelijk nergens op paste, waarvan het lang duurde om te herinneren dat ik die had gekocht. (Hij is voor mijn oude iMac, van inmiddels vijftien jaar terug, om te verbinden aan een extern beeldscherm, omdat diens eigen beeldscherm kadoek is.)
Ook vind je andere apparaten die software nodig hadden. Soms moest je die downloaden en dan is het hopeloos. Na al die jaren bestaat die pagina écht niet meer. Anders zat de CD erbij, maar ja, dan krijg je de grote speurtocht van “welk apparaat in huis heeft nog een (werkende) DVD-lezer?”
Ik denk dat mensen beter een losse DVD-lezer kunnen kopen. Zo eentje die je dan in een USB-poort van een nieuwe computer kan steken. (Als ze nog vaak met oude CDs/DVDs werken of denken dat in de toekomst te doen.) Want nu worden dus hele apparaten eindeloos bewaart met het idee van “het is onze enige DVD lezer!”)
Conclusie
Die koelkasten van vroeger werken nu nog steeds perfect en veel van de spellen zijn meer dan redelijk.
Maar uiteindelijk gaan al dit soort spullen weg. Ze werken nog prima. Sommige spellen zijn dus best goed, zou je best soms nog spelen.
Maar daar zit ook het probleem: diezelfde goede spellen hebben inmiddels betere varianten met moderne technologie. (Inmiddels hebben controllers motion sensors om de functie van zo’n Kinect na te bootsen, maar dan zónder de regelmatige haperingen en frustratie omdat de Kinect je weer niet goed herkent :p)
Als je het écht leuk vindt, koop je dat. Als je het niet leuk genoeg vindt, en het dus bij “heel soms spelen” blijft, is het niet waardevol genoeg om te bewaren.
(De meeste bordspelfanaten hebben maar één of twee kasten met bordspellen, ook al hebben ze er véél meer gekocht en gespeeld in hun leven. Alles dat niet heel regelmatig op tafel komt, dat ze niet écht leuk vinden, wordt doorverkocht. Want waarom zou je het bewaren? Door het te verkopen heb je geld en ruimte voor iets nieuws, iets dat je minstens een kans wil geven, maar met grote kans dus vaker op je tafel komt dan wat je nu hebt.)
Het is alleen lastig om anderen daarvan te overtuigen, dus veel van dit soort dingen worden alsnog door mensen bewaard. Onder het mom van “mweh misschien speel ik het nog wel eens”.
Ik weet niet waarom ik deze artikelen blijf schrijven, hopelijk zat er iets interessants tussen. Het is vooral een bewijs dat mijn leven vaak bestaat uit oude rommel opruimen.