Header / Cover Image for 'Als dit huis straks overstroomt'
Header / Cover Image for 'Als dit huis straks overstroomt'

Als dit huis straks overstroomt

Dit boek heb ik twee jaar geleden geschreven. Na de heetste zomer ooit, waarin ik vrijwel niks kon doen behalve wachten tot het voorbij was en mijn lichaam weer functioneerde, vond ik het tijd voor een roman over klimaatverandering.

(Ik heb die zomer de hele serie van Phineas & Ferb gekeken, met een ventilator permanent op me, en een trip naar de vriezer voor waterijsjes om het uur. Als je weet wat voor enorme hekel ik heb aan stilzitten en “niks” doen, begrijp je dat de situatie wel héél erg moet zijn als dit mijn zomer is.)

Zoals altijd, probeer ik een boek een maand of twee te laten liggen, voordat ik de tweede versie doe en hem even later definitief uitgeef. Maar deze keer kwam er van alles doorheen. En toen ik rond Kerstmis rillend van de kou in bed lag, had ik niet het gevoel alsof dit boek nou zo belangrijk was.

Daarom duurde het twee jaar voordat ik het project weer oppakte en afmaakte. Dat was de langste tijd ooit tussen het beginnen en afronden van een project … en dat had interessante gevolgen.

Dit artikel geeft wat achtergrondinformatie over dit boek en het ontstaan ervan!

Geïnteresseerd in het boek zelf? Bezoek de officiële pagina hier: Als dit huis straks overstroomt

Wat is het idee?

Ik wilde een boek schrijven over een dorpje in Nederland aan het strand, waar de dreiging van een overstroming steeds reëler wordt.

Je volgt een hoofdpersoon die steeds angstiger wordt voor de veranderingen in de wereld en steeds meer actie onderneemt om het te proberen te veranderen. Het begint onschuldig, met bijvoorbeeld adviezen aan vrienden over vegetarisch worden, maar loopt steeds verder uit de hand.

Daaromheen volg je haar vrienden die allemaal hun eigen perspectief hebben over dit onderwerp. En hun eigen problemen en redenen om haar tegen te houden.

Dit klinkt … saai, dat geef ik toe. Meer geschikt voor een documentaire of een nieuwsbericht.

Terugkijkend zou ik dit als het eerste grote probleem aanmerken: ik ben dit boek gaan schrijven vanuit een idee en een thema, maar niet vanuit een heel sterk en spannend verhaalbeginsel.

Dus toen ik de eerste versie teruglas, merkte ik hoe slap het begin was, maar ook hoe het verhaal gaandeweg sterker en sterker werd. Richting de helft van het boek is het eindelijk op volle toeren, en de climax aan het einde was—al zeg ik het zelf—groots en goed gelukt.

Pas toen het boek al af was, wist ik waar het boek eigenlijk over had moeten gaan :p

De tweede versie

Dus voor de tweede versie heb ik de eerste vijf hoofdstukken grotendeels herschreven. Om het verhaal met een grotere klap te beginnen. Om de personages sterker en unieker neer te zetten. Om de juiste toon te zetten voor waar het heen gaat.

Vervolgens heb ik het hele boek teruggelezen en gecorrigeerd op kleine foutjes. Spelling, kromme zinnen, duidelijke inconsistente beweringen, personages die te weinig op hun eigen manier praten en denken, etcetera.

Het boek was zo ver uit mijn geheugen gezakt, dat ik niet in staat was grotere veranderingen door te voeren. Ik had immers géén idee meer wat er ging gebeuren in elk hoofdstuk.

Godzijdank was ik gestructureerd genoeg om een grote lijst “notities voor versie twee” bij te houden. Sterker nog, die lijst was maar liefst 36 pagina’s. Dus toen moest ik mijn notities eerst opruimen!

  • Sommige ideeën die ik had opgeschreven … had ik allang verwerkt in het verhaal!***
  • Andere notities waren onmogelijk geworden door hoe het verhaal uiteindelijk is gelopen.
  • En een groot deel bestond uit feitjes over bijvoorbeeld de watersnoodramp of hoe dijken werken.

***Dat gebeurt vaak bij mij. Ik schrijf op: “oh zou het niet leuk zijn als X?” En dan de dag daarna denk ik: “weet je, ik doe gewoon X” Maar ik haal de notitie nooit meer weg. Op diezelfde manier maak ik vaak puntsgewijs lijstjes van wat er exact in een essentieel hoofdstuk moet gebeuren, anders word ik gillend gek in mijn hoofd. Maar die vergeet ik dan later te verwijderen als alle punten zijn uitgewerkt.

Dit boek leerde mij om veel betere structuur aan te brengen in mijn notities. Maar vooral dat veel van deze notities in de eerste plaats zinloos zijn: ofwel ze zijn zó vaag dat je er toch niks mee kan, of ze gaan over een stuk van het boek waar je nog lang niet bent. Het gevolg is dat bijna alle notities compleet in de prullenbak konden, want het daadwerkelijk schrijven van het verhaal had die warboel aan ideeën allang ingehaald.

Dus dit doe ik niet meer. Ik zou het ook niet aanraden. Zoveel notities om door te spitten is een berg werk die mij lang tegenhield om dit boek af te maken. Ironisch genoeg is het dus makkelijk om als schrijver te verdrinken in je eigen schrijfwerk.

Wat overbleef, na al dat werk, was een stuk of 10 pagina’s met …

  • Mijn kritiek per hoofdstuk
  • Algemene dingen die erbij moesten in mijn ogen (of juist misschien helemaal weggehaald)

Dus toen ben ik nóg een keer door het hele boek gegaan, waarbij ik deze lijst constant refereerde.

Daardoor is het boek een stukje langer geworden. Complete subplots wegsnijden uit mijn verhalen is iets waar ik nog steeds niet goed in ben. Zeker niet bij oude verhalen, waar ik erop stond dat alles met alles te maken had :p

Maar uiteindelijk maakt zoiets het verhaal veel meer compleet en samenhangend. Kleine gaatjes of vraagstukken worden gedicht door het hele verhaal heen, en dat heeft een significant effect op het geheel.

Ergens aan het begin van het boek had ik twee paragrafen over dat Maria wel een zonnebril heeft, maar niet op sterkte, dus ze zet hem nooit op. Toen ik hem schreef dacht ik waarschijnlijk dat het een interessant feitje over Maria was waar ik later iets mee kon. Maar de rest van het boek komt het nergens meer terug dat ze dus een bril heeft, of slecht zicht, of een zonnebril. Het spreekt zelfs sommige dingen tegen. Ik was het compleet vergeten. Dat zijn van die stomme fouten die weg moeten.

Bovendien was het tempo en de spanning dus all over the place in de eerste versie. De meeste aanpassingen gingen over “deze scene is wat tam—schrijf het op deze andere manier om spanning op te bouwen” of het omgekeerde “deze drie scenes na elkaar gaan allemaal op topsnelheid—maak de middelste wat trager”

Als laatste begon ik het boek dus met de insteek om ook “leerzaam” te zijn. Veel uitleggen en behandelen over klimaat, klimaatverandering, waarom het een probleem is, waarom er toch weinig tegen wordt gedaan, etcetera. Maar hoe verder ik in het boek kwam, hoe meer ik dus puur op het verhaal focuste.

Dat was hoognodig. Dat was de juiste keuze, dat zie ik nog steeds. Maar uiteindelijk heb ik toch geprobeerd her en der iets meer te behandelen, zeker in de latere helft van het boek. Anders wordt het niets meer dan een jongerenroman waar toevallig klimaatverandering de oorzaak is van angst bij mensen, maar het had net zo goed iets anders kunnen zijn.

(Oh, en, zoooooveel fouten met “d”, “t” en “dt”. Ik lees net bijvoorbeeld de zin “Die data onthuld dat […]”. Wat natuurlijk moet zijn “Die data onthult dat […]”. Ik heb het idee dat ik dat nu niet meer doe, maar misschien lees ik daar nog steeds compleet overheen.)

De CrocTalks

Dit boek deed iets bijzonders. Iets waarmee ik wilde experimenteren op een “simpele” manier, want ik hoop het in latere projecten grootser toe te passen.

Elk hoofdstuk begint met een plaatje. Het soort plaatje verandert afhankelijk van welk personage het hoofdstuk vertelt. (Ik noem deze folder op mijn computer “De CrocTalks” om redenen die duidelijk worden als je het boek leest.)

Toen ik dit bedacht, wist ik niet of het nou veel zou toevoegen. Het voelde meer als een trucje om het boek bijzonder te maken, meer niet. Maar al snel merkte ik dat je, door slim te zijn met je plaatjes, hele extra verhaallijnen en scenes kan vertellen los van de tekst. Heel interessant.

(Voorbeeld zonder spoilers: in het eerste hoofdstuk van Leon zien we een plaatje waarin hij de hele klas uitnodigt voor een verjaardagsfeest via de mail. Vervolgens zien we dat er 0 reacties zijn gekomen op die mail. Ik hoop dat lezers begrijpen dat ik hiermee signaleer hoe Leon jaren geleden allesbehalve populair was.)

Ik denk dat dit een groot pluspunt van het boek is geworden.

Het enige nadeel is dat het véél te duur is om in kleur te printen. En ereaders zijn vrijwel altijd zwart-wit. En dat besefte ik te laat.

Dus achteraf heb ik al die plaatjes zwart-wit moeten maken. En het visuele ontwerp nogal moeten versimpelen (en “lelijker” maken in mijn ogen) zodat alles leesbaar en duidelijk bleef, ook op mijn ereader.

Het voordeel is wel dat dit mijn eerste boek wordt dat ook als ebook zal verschijen!

Hoe dan ook, voor de tweede versie moest ik vooral de data op veel van die plaatjes corrigeren. En enkele stukjes versimpelen, zodat het plaatje in het algemeen simpeler werd.

Niet alleen waren sommige data incorrect (ik heb toentertijd iets willekeurigs ingevuld op een plaatje van een email, maar pas toen het verhaal helemaal af was wist ik wanneer die mail precies moet zijn verzonden), ik had in mijn oneindige wijsheid het jaartal 2023 gekozen voor dit verhaal :p

Toen dacht ik: “Dat is ver weg genoeg joh, ik geef dit boek over een paar maanden uit” Maar het is raar om nu een boek in 2022 uit te geven dat zich afspeelt in 2023. Dus dat heb ik naar 2030 gezet.

De Outline

Terwijl ik dit boek schreef, hield ik een gigantische tabel bij in Excel.

Dat was een fout. Ik ben blij dat ik daarvan heb geleerd en het daarna nooit meer heb gedaan :p

Het effect is namelijk het volgende:

  • Het ding is zo groot dat je het niet allemaal in één keer kan zien, en omdat het heel breed is, kan je heel moeilijk erdoorheen navigeren op een computer.
  • Het ding heeft allemaal ruimte … die ik nooit heb gebruikt, waarschijnlijk omdat ik het te veel werk vond om al die details bij te houden voor elk hoofdstuk.
  • Met als gevolg dat je een soort telegramstijl gaat gebruiken om niet te veel ruimte op te nemen. Wat je vervolgens, als je twee jaar lang weg bent geweest, totáál niet meer begrijpt.
  • Excel, of andere “tabel software”, is niet hiervoor gemaakt. Tenzij je elk hoofdstuk allerlei dingen wilt uitrekenen over je boek.

Bij alle schrijfprojecten daarna heb ik simpelweg het volgende gedaan:

  • Een apart Word bestand.
  • Nadat ik een hoofdstuk heb geschreven, voeg ik mijn samenvatting daarvan toe. (Een grote kop en daaronder een paar paragrafen, geschreven in begrijpelijke taal :p)
  • Als er terugkerende dingen zijn in het boek (thema’s, rode draad, structuur, uitspraak, mysterie, wat dan ook), zet ik dat als aparte paragraaf bovenaan de samenvatting.
    • Dus bijvoorbeeld elk stukje begint met “Mysterie van de sleutel? Dit beetje informatie wordt verteld, bla bla, bla bla”
    • Meestal doe ik ook ergens anders een losse lijst van puur mysteries of thema’s. Door op twee verschillende manieren dingen op te slaan, vergeet je niks én zie je vaak grote fouten of mogelijkheden.

Véél flexibeler. Leest makkelijker. Werkt makkelijker op een computer.

Maar goed, niet gedaan voor dit boek. Tevens de reden waarom ik dus meerdere keren het hele boek moest teruglezen om weer een goed idee ervan te krijgen.

Een musical?

Ik zeg wel vaker dat ik eigenlijk een muzikant ben. Dus tijdens het schrijven van het boek, heb ik ook een hele musical erbij geschreven (qua muziek, geen script of iets dergelijks).

Toentertijd was ik nog de naïeve Tiamo die dacht dat je in je eentje een hele musical op touw kan zetten, dat er überhaupt geld in om ging of dat iemand daarop zat te wachten. Dus ik wilde het boek pas lanceren als óók de musical af was.

Inmiddels weet ik beter. Het boek komt eerst. De musical komt misschien, als er tijd, ruimte, aandacht, etcetera is. Dat schrijf ik nu ook in het nawoord van elk boek. Er kan een musical hiervan komen, of anderzijds een werk dat hierop voortborduurt, maar dat is geen zekerheid. Check mijn websites regelmatig voor updates.

De muziek is oprecht heel goed! Zolang je een manier vind om sommige actiescenes van het boek te vertalen naar het toneel, denk ik dat het een hele sterke jongerenmusical kan worden. Maar ik moet op dit moment werken aan geld verdienen en een carrière opzetten, en daarin hebben musicals geen plek.

De uiteindelijke versie

Wat vind ik van het boek? Zoals altijd: een zak vol pluspunten en minpunten.

Het was een van de eerste boeken die ik afschreef. De schrijfstijl is sterk en fijn om te lezen. Zelfs de eerste versie bevatte nauwelijks taalfouten.

Veel ideeën, spannende scenes, personages, grappen, komen allemaal best goed uit de verf.

Tegelijkertijd heeft het boek dus last van het feit dat het is ontstaan uit een thema, niet een verhaal. Dus het kan wat traag beginnen. Of iets té veel vervallen in “hé hier is subtiel informatie over waarom klimaatverandering echt een fucking groot probleem is”. Dat trekt het op verschillende manieren naar beneden.

Het origineel was 104,000 woorden. De uiteindelijke versie is 109,000 woorden geworden, zo’n 360 pagina’s, mede vanwege de 37 redelijk grote plaatjes die er dus in staan. Aan de lange kant voor een jongerenroman. (Maar niet té erg in mijn ogen, vooral omdat het tempo er flink in zit en er ook echt zo veel gebeurt.)

Zoals gewoonlijk heb ik weer een hele hoop fouten gemaakt tijdens het uitgeven van dit boek. Het was mijn eerste ebook. Ik probeerde een andere uitgeverij/drukker uit (Pumbo, mijn “recensie” over hen komt binnenkort). Het universum was weer tegen mij. Dus ik heb een beetje geld verspild en het ebook heeft nu permanent een zwart-wit voorkant in plaats van de gekleurde.

Dit is waarom ik maar gewoon probeer zoveel mogelijk projecten te maken en uit te brengen, want hoe hard ik ook mijn best doe, de eerste keer dat ik iets doe gaat het altijd faliekant fout, al vijftien jaar lang, zonder uitzondering. Dus dit boek was weer een “leerproces”. Het gevolg is wel dat ik die grote fouten daarna dus nooit meer maak.

Desondanks vind ik het meer dan goed genoeg om dus uit te geven, zowel fysiek als digitaal. Mijn proeflezers (wat meestal slechts mijn kleine zusje is en eventueel één vriend, maar goed) waren heel enthousiast. Het lijkt niet op welk ander (jongeren)boek dan ook en ik heb er veel van geleerd.

Moet je het lezen? Ik heb oprecht geen idee. Geef het een kans. Ik denk niet dat het slecht is of iemand echt teleurgesteld kan zijn met deze aankoop. Maar mijn manier van schrijven en verhalen vertellen is toch wat anders dan de meeste, en je moet het maar leuk vinden.

Weer een boek af. En gepubliceerd. En tenminste iets gedaan in de strijd tegen klimaatverandering. Dat is vooral wat telt!

Oh ja, en er was één moment dat ik keihard in lachen moest uitbarsten. Eén geweldige vondst tijdens het schrijven van het boek waaraan ik werd herinnerd. Als je het boek leest, zal je het beter begrijpen.

Doe niet bang zijn en neem die grote trede.”