We willen allemaal dat een verhaal spannend is. Zodat je wilt blijven lezen, zodat je wilt weten wat er gaat gebeuren, zodat je uiteindelijk de ontlading krijgt als het zich oplost.
Ik heb hier best veel problemen mee gehad.
Niet met de het idee natuurlijk, maar de uitvoering. In mijn oudste verhalen probeerde ik in elk hoofdstuk het uit te laten draaien op een vechtpartij. Of iemands leven was in dodelijk gevaar. Een huis werd in de fik gestoken en mensen moesten zich eruit redden. Iemand richtte een pistool op een ander. En ja hoor, daarna moest men weer een oorlog beginnen ofzo.
Hartstikke leuk en aardig, maar als je dit een heel boek doet, wordt het vervelend en voorspelbaar. (Bovendien is het lastig zat om een plot te bedenken waar al deze dingen als logische gebeurtenissen voelen.) Je hebt de rustige scenes nodig. Je hebt de variatie nodig. Niet alle obstakels in het leven zijn obstakels van de vorm “oh god ik word bijna vermoord”.
Er zijn heel veel manieren om spanning toe te voegen zonder geweld of een fysiek gevaar.
Ik denk zelfs dat je een veel betere schrijver wordt als je dit oefent en veel toepast.
Het geeft meer variatie in je verhaallijnen, dwingt je om creatiever te zijn en dingen anders aan te pakken, past beter bij de realiteit (waarin mensen niet elke seconde van elke dag een pistool op zich gericht krijgen, maar vanzelfsprekend toch veel spanning voelen).
Ik merk al jaren dat ik veel (actie)films gewoon saai en voorspelbaar vind, niet memorabel genoeg, omdat alles wordt opgelost met een of andere vechtscène. De films die meer bijblijven, die ik geweldige klassiekers vind, hebben vaak een veel slimmere manier van spanning toevoegen en oplossen.
Vandaar dit artikel, waarin ik mijn gedachten hierover probeer uit te leggen, met wat voorbeelden en toepassingen.
Er is maar één zekere spanning: de dood
Met het risico veel te filosofisch te beginnen, ga ik beweren dat mensen eigenlijk hun hele leven aan het wegrennen zijn van het moment dat ze sterven.
Bijvoorbeeld, ik ben nu 25. Ik maak me veel zorgen over het werk dat ik maak, of ik wel gezond genoeg leef, of ik wel snel genoeg werk, of ik niet meer tijd moet besteden aan het vinden van een partner voordat ik te oud word, etcetera.
Maar waarom maak ik me daar zorgen over? Als ik oneindig veel tijd had, dan zou het niet uitmaken. Als ik wist dat ik morgen zou sterven, zou ik nu niet heel veel moeite doen om mijn gezondheid zo goed mogelijk te houde.
Het feit dat ons leven ergens definitief ophoudt, maar we weten niet wanneer of hoe, zorgt voor de spanning die we voelen in ons leven.
Dat is waarom scenes met fysiek geweld, met de kans dat iemand sterft, de makkelijkste methode zijn om véél spanning te creëren.
Maar we kunnen het veel breder trekken. Je kan fysiek sterven … maar een relatie kan ook sterven, een mogelijkheid kan sterven, hoop kan sterven, een foutief beeld van jezelf kan sterven, en ga zo maar door.
Oftewel, een scene is spannend als er een kans is dat iets afsterft. (Dit is niet mijn eigen idee, maar iets dat ik lang geleden las. Pas nadat ik het probeerde toe te passen, keer op keer, leerde ik wat het echt betekent en hoe belangrijk het is.)
Wat sterven betekent
Merk op dat het woord “sterven” belangrijk is. Iets moet niet net wat minder worden. Iets moet niet even niet zo lekker gaan. Er moet de kans zijn dat het compleet sterft, anders werkt het niet.
Vergelijk de volgende twee scenes.
Scene #1: Twee goede vrienden praten met elkaar. De een zegt dat hij de ander een beetje egoïstisch vindt. De ander reageert dat hij het wel mee vind vallen. Ze discussiëren een beetje en worden iets bozer op elkaar.
Scene #2: Twee goede vrienden praten met elkaar. De een vertelt dat hij altijd had gehoopt het hele leven beste vrienden te blijven, maar dat het egoïsme van de ander het compleet dwarsboomt. Hij moet eraan werken of het is gedaan.
In de eerste scene is er conflict, maar het is niets meer dan de relatie tussen twee mensen wordt ietsje slechter.
In de tweede scene wordt vastgesteld dat deze twee mensen een hele sterke en belangrijke relatie hebben, maar dat er een kans is dat hij compleet sterft.
Bij de tweede scene voel ik spanning en wil ik weten hoe de ander reageert, of dit gebeurt of niet. Bij de eerste voelt het vooral alsof je door een saai college moet zitten over een of ander pijnpunt.
Is dat niet té dramatisch?
Ja. Als je alles in elke scene zo opzet, word je een soort parodie op een parodie op dramaseries.
Het idee is dan ook dat één element in elke scene kans op dood heeft, en alle andere elementen veel zwakker of luchtiger mogen zijn.
Zo’n relatie tussen twee beste vrienden, bijvoorbeeld, zal inderdaad stukje bij beetje verslechteren. Je zal eerst een stuk of 3-5 keer dat egoïsme van die ander moeten laten zien voordat dit ultimatum wordt gepresenteerd. Die kleine veranderingen probeer je dus te plakken aan andere scenes.
Ik vind het fijn om meerdere verhaallijnen te hebben in elk verhaal. Dat helpt ook bij deze techniek: elk hoofdstuk heeft één verhaallijn de overhand, die zorgt voor “de kans op dood”, terwijl alle andere verhaallijnen slechts een beetje verschuiven.
Als je dat niet hebt (of niet wilt), kan je twee dingen doen.
- Ofwel je staat jezelf toe om sommige hoofdstukken geen spanning toe te voegen, als een soort rustige lijm tussen de hoogtepunten van het verhaal. Maar dit is een groot onderwerp voor een andere keer: tempo in verhalen.
- Ofwel je gebruikt korte, tijdelijke omstandigheden voor de spanning. Dus terwijl iemand over straat loopt naar z’n volgende bestemming en herinneringen ophaalt, wat normaal gesproken een vrij saaie scene zou zijn, laat je een auto bijna op diegene inrijden, of loopt hij per ongeluk de verkeerde kant op. (Kies iets dat past bij het personage en iets extra’s toevoegt aan je verhaal. Het is natuurlijk heel zinloos om constant uit het niets een auto bijna op je personages te laten inrijden, puur om wat spanning toe te voegen :p Maar buiten dit ene moment hoeft het niet meer terug te komen.)
Een toepassing
Laten we een verhaallijn pakken uit een verhaal waaraan ik werk.
Een lijntje dat ik in eerste instantie (als een vervelende reflex) wilde laten uitdraaien op een fysieke dreiging.
En laten we dan kijken of we die kunnen omschrijven in iets anders, zonder spanning te verliezen.
In dit verhaal zien we twee meisjes die vroeger de allerbeste vriendinnen waren. Onafscheidelijk, werkten geweldig samen, een droomduo. En toen ging er iets mis. Ze groeiden uit elkaar, elke ontmoeting eindigt met ruzie, maar ze weigeren de ander te vergeven of zelf te zeggen dat het hen spijt. (Je hoeft niet alle precieze details niet te weten over hoe dit probleem is ontstaan.)
Het idee van deze verhaallijn was om dit steeds verder uit de hand te laten lopen. De een doet iets gemeens. De ander neemt wraak door iets gemeners te doen. Door en door tot het bij een climax komt.
Dus mijn hoofd dacht meteen in deze termen:
- A treitert B door diens fiets ergens in een struik te gooien.
- B neemt even later wraak door die ander een klap in het gezicht te geven.
- A neemt even later wraak door met een groepje vriendinnen die ander van de fiets te trekken en te mishandelen.
- B neemt even later wraak door ’s nachts vuur te stichten bij het huis van de ander.
- Enzovoort.
Allemaal fysieke dreiging. Letterlijk een klap in het gezicht, dodelijk gevaarlijke handelingen.
(Als je een beetje jongerenromans hebt gelezen, weet je dat ze vaak dit pad kiezen. Echt 95% van die verhalen gaat over tieners die belachelijk gevaarlijke en wrede dingen doen, om evenzo belachelijke redenen. Meestal alleen maar omdat “een meisje hen afwees” of “omdat iemand die honderd euro niet teruggaf die ze hadden geleend”. Tja, je krijgt inderdaad veel actie, maar realistisch of gevarieerd zijn de verhalen niet.)
Kan dit anders?
Deze twee meiden waren hele, hele goede vriendinnen, van jongs af aan.
Dus het is niet raar om te denken dat ze helemaal niet de ander pijn willen doen.
- Oftewel, allebei geven ze subtiel aan dat ze daadwerkelijk spijt hebben en het willen bijleggen. Elke ontmoeting is een kans op dat het goedkomt en dat ze hun ware gevoelens uitspreken, maar ook dus een kans dat deze relatie/mogelijkheid helemaal sterft.
- Eén van de redenen dat ze uit elkaar gingen is omdat A het vriendje van B afpakte. Het voelt dan ook veel logischer, als wraakactie, als B nu het vriendje van A probeert af te pakken. Elke scene is er de spanning dat het haar lukt, dat het vriendje toegeeft aan haar pogingen.
- (Om dit naar een extreem te trekken, laat ik zoveel mogelijk zien hoe mooi die relatie op dit moment is, hoe lief ze voor elkaar zijn. Dat je echt niet wilt dat het lukt, maar tegelijkertijd voelt het wel als gerechtigheid.)
- A en B reageren op een andere manier op hun gevoel, op het verliezen van hun vriendin. A wil B geen pijn zien lijden, dus ze onttrekt zich van haar aanwezigheid, doet achter de schermen alle moeite om dit te voorkomen en haar stiekem te helpen. Maar B zoekt toevlucht in drank en drugs, denkt dat ze zwak is als ze niet constant aan A duidelijk maakt hoe boos ze op haar is.
- (Dit heb ik ook geleerd over de jaren. Een manier om altijd spanning, conflict, en variatie in verhalen te hebben, is door personages te nemen die op één bepaald vlak complete tegenovergestelden zijn.)
- Dit geeft een ander soort spanning: lukt het A om te voorkomen dat B zichzelf iets serieus aandoet? In dit geval gaat het dus (eventueel) wel om fysieke dreiging, maar in een unieke vorm: iemand die zichzelf bedreigt en anderen (die om haar geven) die dat willen voorkomen.
- En zodra dit duidelijk wordt, verandert het soort “wraakactie” dat men kan doen. Zodra B beseft hoeveel A nog om haar geeft, kan ze expres van haar leven een potje maken, om te zien hoe A daar last van heeft.
Een verhaallijn die eerst bijna 100% om fysieke dreiging en geweld zou draaien, draait nu volledig om relaties, persoonlijkheid, vriendschap, de kans om iets bij te leggen. En toch denk ik niet dat dit saai of monotoon is. Er zijn meer dan genoeg bronnen van spanning, die al worden ingezet als je überhaupt begint aan een scène met deze twee erin.
(Overigens ben ik het verhaal nog druk aan het schrijven, dus het kan zijn dat het uiteindelijke boek hier flink van afwijkt. Maar dit is het plan, dit is hoe ik het voor mezelf heb omgeschreven.)
Conclusie
Probeer te voorkomen dat je alleen maar spanning toevoegt door geweld of doordat iemand letterlijk, fysiek bijna sterft. Er zijn heel veel andere bronnen van spanning, die vaak gevarieerder, creatiever en passender zijn.
Als oefening kan je jezelf deze restrictie opleggen. Je moet een hele spannende scène schrijven, vol actie, maar het mag niet spannend zijn omdat iedereen geweren op elkaar richt of over een gammele brug loopt boven een ravijn.
En als je het niet weet, ga je terug naar de gouden regel: spanning komt door de kans dat iets sterft. Kies desnoods bewust één of twee dingen, trek het naar een extreem, vergeet alle andere onderdelen van het verhaal, en schrijf een scène waarin deze dingen bijna sterven. Het zal een goede basis zijn.
Tot zover deze tip. Ik ben ook nog lerende, hopelijk kan ik dit zelf met elk volgend boek beter toepassen 🙂