Bij mijn technische studie werden elk jaar je “Professionele Vaardigheden” getoetst.
Je moest deze halen om het jaar te halen, wat in dit geval betekende dat je een “Voldoende” of “Goed” scoorde, in plaats van een “Onvoldoende”. Want deze vaardigheden waren zó belangrijk dat een simpel cijfer niet genoeg was: ze moesten wel het systeem van de peuterschool hanteren.
Wat waren deze geweldige vaardigheden? Die zó belangrijk waren dat je anders je diploma niet kreeg?
- Communiceren: Schrijven & Presenteren
- Reflecteren
- Plannen & Organiseren
- Samenwerken
- Onderzoeken: opzoeken en omgaan met (wetenschappelijke) informatie
Zoals je al verwacht: dit was een ramp.
Ik denk dat het idee goed is—zorgen dat studenten meer kunnen dan alleen feitjes opdreunen wanneer ze hun diploma krijgen—maar ons onderwijssysteem is niet gemaakt om zulke dingen te leren of toetsen. En in dit geval werd het, als een soort vergeten bijzaak, op het laatste moment aan vakken geplakt en verder niet serieus genomen.
Communiceren
Ik ken mensen die een heel belangrijk eerstejaarsvak niet haalden omdat de docent vond dat hun schrijfstijl niet professioneel genoeg was.
Taalfouten? Geen zorgen, kan Word eruit halen voor jou.
Het leest voor geen meter en is saaie academische stof? Dat is geen fout, dat is juist een groot voordeel!
Het lag geheel aan je docent, hun voorkeur, hun idee van “goed schrijven”, of je dit haalde.
Hoewel ik leerde dat “Het Grote Schrijfprincipe van School” ook op de universiteit gold: gebruik veel woorden, gebruik dure woorden, en herhaal jezelf. Dan haal je dit onderdeel wel.
Het resultaat is in ieder geval dat velen hun diploma hebben gehaald die nog geen goedlopende paragraaf kunnen schrijven, zeker niet in het Engels. Maar de “professionele vaardigheid” schrijven bezaten ze blijkbaar volgens de universiteit!
Het presenteren was nog leuker. Het was niet zozeer hoe je het deed, als wel dat je het deed. Zelfs als je een nerveuze stotterende stuiterbal was met een lelijke PowerPoint waarin je probeerde een roman te verstoppen, haalde je dit.
Ik kan prima presenteren en heb daar geen angst voor. (Ik bedoel, ik ben zo’n beetje opgegroeid in het theater, heb jarenlang optredens gegeven met mijn bandje, had zelfs de hoofdrol in onze groep 8 musical, dan heb je geen plankenkoorts. Je begrijpt hoe “presenteren” en “een show opvoeren” in z’n werk gaat.)
Maar ik ben een verschrikkelijke wiskundige, dus al mijn presentaties waren hartstikke leuk en kleurrijk … maar klopten van geen kant :p Ook dat was geen probleem!
Ik weet nog dat, in het tweede jaar, de docent na de presentatie zei: “Geweldig gepresenteerd! Maar ga eens terug naar slide 10, die grafiek klopt volgens mij niet helemaal.”
Niet veel later stond hij naast ons om uit te leggen dat de grafiek helemaal niet klopte en wat we precies moesten doen om het op te lossen. In zekere zin was de presentatie een soort truc om het eindantwoord voor het project uit de docent te krijgen.
Reflecteren
Ook deze vaardigheid was nog best leuk en schattig.
Je hoefde slechts een kritisch stuk te schrijven over jezelf, wat je wel/niet had bereikt in een bepaald vak, eventueel over groepsgenoten of de kwaliteit van het project. (De reflectieopdracht van het laatste jaar ging over de gehele studie.)
En het is natuurlijk verplicht om vooral negatieve dingen te noemen.
Zelfs als je helemaal geen probleem had met het vak, en alles prima kon volgen, moest je iets negatiefs verzinnen. Anders haalde je het gewoon niet.
(Een soort tegenhanger van het “géén negatieve feedback, ik wil alleen tips en tops horen!” dat jammer genoeg erg populair is. Sommige mensen denken zelfs dat feedback en kritiek compleet verschillende dingen zijn. Feedback moet altijd positief en lovend zijn, en kritiek altijd negatief en neerbuigend. Blijkbaar.)
Gelukkig wordt deze vaardigheid automatisch aangeleerd als je een paar jaar naar school gaat: het vermogen om subtiel de hele school af te kraken, terwijl het lijkt alsof je netjes de opdracht volgt.
Ik heb echt véél dingen opgeschreven die op geen enkele manier acceptabel zouden moeten zijn, maar onder het mom van “tja ik ben gewoon kritisch aan het reflecteren” leek het wel alsof mijn correctors enthousiast waren over hoe goed ik het had gedaan.
Zeker die laatste keer heb ik mijn ideeën over het falende onderwijssysteem niet onder stoelen of banken geschoven. Die klaagzang combineerde ik met hoe ik zes jaar een studie heb gedaan die ik echt echt écht niet wilde doen en zwaar ongelukkig van werd.
De reactie? “Goede reflectie hoor, pittige tekst. Maar we willen eigenlijk niks veranderen aan onze huidige structuur.”
(Overigens zien we hier een ander probleem. Alle communicatie en toetsing bij zo’n universiteit is natuurlijk geschreven. Dus in zekere zin wordt jouw schrijfvaardigheid altijd getoetst, en hoe slechter die is, hoe slechter al je andere werk. Oftewel, onthoud “Het Grote Schrijfprincipe van School”!)
Plannen & Organiseren
Nu komen we in de gevarenzone.
Plannen is voor iedereen anders. Organiseren ook. Sommige hebben er veel behoefte aan, anderen zijn er allergisch voor en functioneren juist niet met een (strakke) planning.
Maar dit is school, en die geeft niks om de realiteit of jouw wensen, je moet gewoon doen wat ze opdragen.
Dus deze vaardigheid bestond altijd uit een stel regels die je moest gebruiken om een planning te maken (voor jezelf of een groepsproject).
Natuurlijk was het van levensbelang dat je elk onderdeel wel het juiste kleurtje gaf, vaak genoeg indeelde, en achteraf even reflecteerde hoe goed (of slecht) jij je aan deze planning hebt gehouden.
Iedereen verzon maar wat.
Hadden ze iets anders verwacht?
Je zoekt op hoeveel studieuren staan voorgeschreven voor een vak, verdeelt ze netjes over de weken, en stopt algemene “studentenhobby’s” eromheen.
(Sporten, activiteiten bij de vereniging, uitgaan met vrienden, terug naar ouders reizen in het weekend, etcetera. Gezien mijn gezondheidsproblemen én hekel voor de studie had ik geen van die studentenhobby’s, maar ja, je moest iets invullen, en met “gefrustreerd plannen maken om de Minister van Onderwijs te ontvoeren” kan je ook geen hele week vullen. Hoogstens een paar uurtjes. En dan gaan ze vragen stellen zeker.)
Maar soms keken zij door de façade. Dan kreeg je een héle boze instructeur die zei dat je het serieus moest nemen, dat de planning echt véél te weinig uren voor X bevatte, te veel voor Y, en dat ze dachten dat het niet gezond was om zoveel tijd met Z bezig te zijn.
Ten eerste: bemoei je niet met mijn leven :p Ik vind het heel … vreemd hoe school zo’n beslag op ons leven legt dat het zich ook doodleuk met onze privézaken bemoeit en dat probeert te controleren/toetsen, en dat wij het allemaal maar oké vinden.
Maar ten tweede: je veranderde wat zij wilde zien, koos nóg mooiere kleurtjes, misschien een fancy lettertype voor je tabel, en uiteindelijk haalde je het wel. Beetje jammer dat het vele uren van je leven kostte.
Eén keer vond ik het genoeg. Dat was de keer dat het niet voor mezelf was, maar voor de hele groep. Ik dacht: zij gaan echt geen moeite meer doen, ik heb geen energie, het is klaar.
Dus toen stuurde ik een behoorlijk passief-agressief mailtje naar onze instructeur over de zinloosheid van dit alles, met een barrage aan argumenten waarom haar voorgestelde veranderingen slecht waren. Ik dacht wederom dat ik te ver was gegaan, maar ze reageerde een paar uur later met “oké, laat het maar zoals het nu is”.
(Beste kindjes, de les hier is natuurlijk: de meeste leerlingen zijn té beleefd en onderdanig, je kan er behoorlijk hard in knallen en nog steeds niet overkomen alsof je gek bent. Sterker nog, de meeste docenten zullen een vreemd soort respect voor je krijgen, hoe meer je overal tegenin gaat en argumenten tegen verzint.)
Hoe dan ook: die planningen hebben nooit ook maar 1% waarheid bevat, niet voor mij en niet voor alle andere leerlingen, ik kan geen planningen maken, en dat hoeft ook niet, want ze werken niet voor mij.
Tot zover het succes van deze professionele vaardigheden. Maar het wordt leuker.
Samenwerken
Samenwerken. Hoe toets je dat? Hoe controleer je dat? Hoe leer je dat?
Geen idee, want de universiteit had de makkelijkste aanpak uitgekozen: we geven gewoon constant groepsprojecten met mensen die je niet kent (soms zelfs van hele andere studies), en dan gaan we achteraf aan iedereen vragen om kritiek (of juist complimenten) te geven over hoe goed de anderen samenwerkten.
Vervolgens verzamelen we al deze kritiek van je groepsleden in de “we nemen het gemiddelde van dingen waarvan je helemaal geen gemiddelde kan nemen omdat ze niet in cijfers uit te drukken zijn”-score en je moet maar hopen dat dit uitvalt op een “Voldoende”.
Hopelijk zie je waarom dit onzin is. Ten eerste wordt niks geleerd over samenwerken, alleen maar getoetst of je het al kan. Ten tweede hangt jouw cijfer (of, nouja, “Voldoende/Onvoldoende”) af van een subjectieve momentopname van je groepsgenoten.
Als ze jou toevallig een klootzak vinden, dan hang je. Als ze jou toevallig aardig vinden, haal je het sowieso, zelfs als je werkelijk niks hebt uitgevoerd.
Ik ben geen klootzak, dat weet ik wel. Maar ik ben ook geen brave student die bereid is om alles te doen en tijd te steken in de studie waaraan ik zo’n hekel had. Dus ik kan niet zeggen dat ik echt heb “samengewerkt” op mijn studie, echt moeite heb gedaan voor iets, echt heb meegepraat in de verplichte “discussie” aan het begin van elke wekelijkse meting.
Toch haalde ik het, want zoals ik al zei, ik ben geen klootzak en mensen vinden me aardig :p
Maar het blijft raar. Wat is “goed samenwerken”?
Sommige mensen denken dat het betekent dat ze anderen een commando kunnen geven en dat zij dat braaf opvolgen. Sommige mensen denken dat je alles tot in den treure moet bespreken en overwegen tijdens ellenlange discussies. Sommige mensen denken dat iedereen een rol krijgt (of kiest) en die perfect uitvoert, anderen vragen niets anders dan dat je doet wat je belooft, anderen geven alleen om constante duidelijke communicatie.
Ik weet het nog steeds niet.
Ik weet wel dat het raar is om het halen van een diploma af te laten hangen van hoe medestudenten naar het leven kijken en hoe goed zij hun best doen. Wat je professor toevallig denkt dat samenwerken inhoudt.
(Bij mijn allerlaatste vak, toen ik na twee jaar afwezigheid weer terug kwam, zat ik in een groepje die dat vak voor het eerst deden. Er was dus een leeftijdsverschil van 2 of 3 jaar. En zij gaven niks om dit vak, terwijl ik het moest halen zodat ik eindelijk weg was van de universiteit.
Het gevolg? Ik heb in mijn eentje drie maanden lang een berg aan huiswerkopgaven bedoeld voor 4 personen gemaakt, wat zoveel zwaar werk was dat ik er alsnog geen voldoende uit wist te slepen.
Ik benoemde dit natuurlijk. De reactie was “problemen met je groepje moet je zelf oplossen, of de hoofdprofessor erbij halen, ik kijk slechts je opgaven na” Dus dat deed ik. Inclusief een zin waarop ik trots was en het hele probleem opsomt: “I’m here to learn things and get the points needed for my degree, not practice unwanted exercises in team management.”
Alle reactie bleef daarna uit. Overigens was de zin eerst nog veel agressiever, iets als “Oh, I’m sorry, I thought the bachelor Mathematics was supposed to teach me mathematics, but apparently it’s a team building exercise in disguise! I’m here to get my degree and move the fuck on with my life, not to get unwanted exercises in team mangement.” Maar dat heb ik toch maar afgezwakt :p)
Onderzoeken
Ah, de vaardigheid waarover ik eigenlijk een kleine anekdote wilde vertellen … maar wat is uitgelopen op dit best lange artikel.
Dit was zó bizar, je zou er een satirische film over kunnen maken, puur door te filmen wat er gebeurde en dat achter elkaar te zetten.
Elke maand (of paar maanden) werd er een paar uurtjes “onderzoeksvaardigheid” ingeroosterd. Je kon je hiervoor dus aanmelden wanneer je wilde, hoewel het meestal werd gecombineerd met een vak.
Wat deed je daar?
Je pakte je laptop, je opende je laptop, je logde in bij de digitale universiteitsbibliotheek.
Je kreeg een paar vellen papier met daarop de instructies en de opdrachten die je moest doen.
Ergens liep een bejaarde vrouw rond die je moest roepen als je vastliep of als je de opdrachten wilde laten controleren. Het resultaat was doorgaans dat je een uur lang aanklooide en je afvroeg wat er met je leven is gebeurd, waarna je alles klaarzette om de perfecte impressie te geven, en het vrouwtje riep die binnen twintig seconden wist of je de vaardigheid had behaald of niet.
(Zo niet, zat je in grote problemen, want ze vertrouwde je niet meer en werd extra kritisch op alles wat je deed.)
Maar, wat waren deze opdrachten eigenlijk?
Dingen. Opzoeken.
Het was letterlijk een test of je kon Googelen in een zwaar inferieure versie van Google.
“Je doet onderzoek naar de snelheid van deeltjes in een prisma. Identificeer de keywords.”
“Oh, hmm, ik weet niet hoor, even denken, zou het misschien prisma, deeltjes en snelheid zijn?”
En dat tien keer opnieuw, op steeds vervelendere wijze.
Waarom deden we dit? Nou, omdat het je zou moeten voorbereiden op je (bachelor) scriptie. Dáár zou je al die geweldige onderzoeksvaardigheden nodig hebben, met alle referenties en bronnen die je verzameld!
Nu komen we eindelijk bij de leuke anekdote!
Ik … was dit vergeten.
De lijst met de exacte benodigdheden voor het behalen van je scriptie (en daarmee je diploma) was verspreid over vier verschillende obscure plekken. (Want waarom ook niet?) En deze had ik simpelweg gemist.
Ik zoek de lijst met data, maar voel al dat het te laat is: er is dit jaar geen datum meer voor deze “training”. Maar ik moet dit halen voordat het September is! Anders moet ik me nóg een heel jaar inschrijven alleen maar voor deze onzin!
Dus ik mail een studentencoach aan de universiteit waarmee ik veel contact had (je kan wel raden waarom) die zegt: “Oh, nee, dat klopt helemaal niet. Dan en dan is er nog eentje. Weet je, ik schrijf je meteen in.”
Prima.
Ik heb mijn scriptie inmiddels al ingeleverd, gepresenteerd, verdedigd, en gehaald met een 7.
Dus ik zit daar, op een zomerse dag, de universiteit verlaten, om 9 uur ’s ochtends, in een klein lokaaltje. Omringd door een groep van 10-20 andere studenten. Het voelde een beetje als The Breakfast Club. Er was helemaal niemand anders, maar wij zaten daar vanwege deze stomme regel en moesten nog een paar uur onze lach inhouden en doen wat ze opdroegen.
Een meisje komt naast me zitten. We hebben een leuk gesprek, ik ben zeer verbaasd over de oprechte interesse van deze knappe persoon (misschien was ik toch aantrekkelijker geworden in die jaren dat ik weg ben geweest). Maar na twee minuten komt een hele groep van haar vrienden binnen die aan de andere kant komt zitten. En tja, daar stopt het.
(Heb ik vaak. Halverwege een veelbelovend gesprek komen mensen ineens iemand anders tegen en *poef* weg gesprek. Weet niet of ik daar iets aan kan doen.)
Hoe dan ook, een jongen die ik niet ken vergezeld me aan de andere kant. (Ik heb wel een dermate niet-intimiderende houding dat mensen altijd superdicht op me komen zitten. Hetzelfde als ik ergens loop of fiets. Wie vragen we de weg? Hé, die jongen daar met de knuffels aan zijn tas! En iedereen is altijd teleurgesteld, want ik weet de weg niet, ik ken alleen de specifieke route naar waar ik heen wil.)
De komende twee uur klooien we samen op mijn laptop. (Zelfs deze vaardigheid moest samen, want ja, anders moeten ze twee keer zoveel mensen nakijken, en we zouden niet willen dat deze instructeur een burn-out krijgt!) Nogmaals: ik ken deze gast niet. Hij was hartstikke aardig, maar het is nogal raar om op deze manier je diploma wel of niet te halen. En ik was niet voorbereid, dus er waren een paar dingen die ik moest uitleggen toen hij ze op mijn computer zag.
Hoe dan ook, de instructeur begint met praten. “Wie van jullie moet nog beginnen met z’n scriptie?” Een paar handen de lucht in. “En wie is al bezig, maar wil nu de bronnenlijst afmaken?” De andere handen.
Ik ben de enige die geen hand heeft opgestoken. Hij kijkt me aan.
“Eh, tja, ik heb mijn scriptie al gedaan. Ik ziet hier voor de vorm.”
Iedereen lacht. Verdraaid, een paar jaar weg van de studie heeft me goed gedaan. Eerst indruk maken op knappe meisjes, en dan ineens hardop door de klas grapjes maken :p
Hij gaat naar de volgende slide. “Oké, welke van deze twee stijlen heb je gebruikt?”
Ik haal mijn schouders op. “Geen van beide. Iets ertussenin.”
“En dat werd goedgekeurd?”
“Tot mijn verbazing wel ja. Ik had een 7.”
Hij weet tien seconden niet wat hij moet zeggen. “Dan hoop ik, eh, dat je hier toch wat uithaalt.”
“Ik denk het niet, ik zit hier omdat het verplicht is, maar dankjewel.”
Toen hij mijn laptop moest controleren, had hij al na vijf seconden een vinkje gezet. Ik was een verloren zaak. De jongen naast me was dankbaar, die was nog luier dan ik en kon zijn lach de hele twee uur niet inhouden, terwijl we de meest vergezochte “bronnen” zochten voor ons hele serieuze artikel over waarom iets goed was voor je gezondheid.
(Ik zou willen dat ik het nog wist, maar ik kan het niet herinneren. Het was in ieder geval iets belachelijks, maar ook niet zó belachelijk dat het niet goed zou kunnen zijn voor je gezondheid.)
Toen ik thuiskwam heb ik alle software die we moesten installeren (Mendeley heette de grootste) van mijn computer gegooid, inclusief de hele folder met mijn universiteitswerk van de afgelopen zes jaar, en ik was klaar.
Tot zover de professionele vaardigheden van de universiteit. Hoe zouden we ooit zonder kunnen?
Toegift
Er was nog een sneaky 6e vaardigheid. Soort van.
De universiteit heeft een vereniging—groep? instantie? ik heb geen idee eigenlijk wat ze zijn of waar ze vandaan komen—genaamd “Studium Generale”. Ze organiseren elke week een aantal activiteiten die vaak, met enige creativiteit, verbonden kunnen worden aan academische materie.
Je moest vijf hiervan bijwonen om je diploma te halen.
Ten eerste: WAAR BEMOEIEN ZE ZICH MEE?! Dit waren commerciële activiteiten die je in je vrije tijd moest bijwonen. Sommige kosten wel 50 euro om mee te doen! En de leuke activiteiten, zoals een of andere blockbuster kijken, werden natúúrlijk niet goedgerekend in dit programma. Maar goed, ik val in herhaling.
Ten tweede: ook dit was ik vergeten. Gelukkig hadden ze elke maand, op woensdag, tijdens de middagpauze, een college over iets bijzonders in onze aula.
Dus op het laatste moment heb ik mij, samen met een vriend, simpelweg aangemeld voor al die woensdagen. Er zaten oprecht interessante dingen tussen.
(Zoals hoe speed—je weet wel, de illegale drugs die slecht voor je zijn—vroeger juist als medicijn werden gezien en door veel huisvrouwen werden genomen. Of hoe je wel degelijk moet geven om je privacy, zelfs als je denkt dat je “niks te verbergen hebt”.)
De conclusie? Ik heb op het laatste moment alles uit de kast moeten trekken om mijn diploma te halen. En al die moeite heeft werkelijk niks te maken gehad met mijn studie of met wiskunde.
Nee, ik leerde deze onmisbare professionele vaardigheden :p