Header / Cover Image for 'Schrijftip: de uitgestippelde route'
Header / Cover Image for 'Schrijftip: de uitgestippelde route'

Schrijftip: de uitgestippelde route

Eén van de grootste vijanden van schrijvers, mij incluis, is het midden.

Je bent een boek sterk begonnen. Met iets interessants, een conflict, een paar spannende openingsscenes.

Je weet (ongeveer) waar je heen wilt. Een meeslepend, dramatisch einde waarvoor alles op de goede plek moet staan.

Maar wat doe je daar tussenin?

Als je doodleuk van A naar B loopt, wordt het boek een stuk korter, saaier en voorspelbaarder dan je wilt. Als je doodleuk gaat schrijven waar je zin in hebt, wordt het boek een stuk langer, raarder en wilder dan je wilt.

Als je karakters te veel tegenslag geeft, gaat het nergens heen en wordt het maar een deprimerend boek. Als ze te weinig tegenslag krijgen, is het eigenlijk geen verhaal meer en is er geen reden waarom je er iets om zou moeten geven.

Nou, een tijd geleden zag ik een video (van Brandon Sanderson) waarin hij hier kort iets over zegt.

Hij zei dat hij altijd probeert om een soort wegwijzers te plaatsen, een route uit te stippelen. Het belangrijke hier is dus niet perse dat je een sterk begin of einde hebt, of legendarische plot twists elk hoofdstuk, maar dat je probeert op regelmatige punten daartussenin iets te plaatsen om voortgang te meten.

Ik zal het uitleggen.

Wat is het idee?

We beginnen met Lisa. Ze zit gevangen en wil, zeer begrijpelijk, ontsnappen en worden herenigd met haar familie.

Het einde is niet moeilijk te bedenken: ja, ze zal vast ontsnappen en haar familie terugvinden. Dat is het probleem niet.

Dit zijn de twee belangrijke zaken:

  • We moeten een keuze maken. Als het einde compleet vaag is, kan je er geen route naar uitstippelen.
  • Het einde moet ver verwijderd zijn van het begin. Er moet veel gedaan en bereikt om er te komen.

Misschien kiezen we ervoor dat ze wél ontsnapt en wél haar familie terugvindt. Maar dan ontdekt ze dat haar familie verschrikkelijk wreed is en besluit hen op te geven om haar eigen plan te trekken.

Of ze ontsnapt, maar vindt nooit meer haar familie terug. Of ze ontsnapt niet, maar de familie komt naar háár toe. Allemaal mogelijk, maar kies iets.

Tussen “compleet gevangen zitten” en “ontsnappen” zit natuurlijk een groot verschil. Dit is goed. Want het betekent dat we de route daarnaartoe kunnen uitstippelen. We kunnen elk hoofdstuk iets laten gebeuren dat ons net een stapje over die route verplaatsen.

  • Ze probeert de bewaker te leren kennen of er bevriend mee te raken.
  • Ze bestudeert het slot en denkt misschien een sleutel te kunnen maken.
  • Ze begint aan de sleutel … maar hij wordt ontdekt en afgepakt.
  • De bewaking wordt daardoor strenger.
  • Maar ze weet inmiddels dat ze kan inpraten op sommige van hen, dus dat gebruikt ze tot haar voordeel.
  • Enzovoort.

Elke keer iets nieuws om te proberen. Zelfs als er een tegenslag komt, of het plan wordt gestuit (wat sowieso gaat gebeuren in een verhaal), is er nog iets waarmee ze alsnog verder zijn gekomen.

Als je die route uitstippelt, kan je hem stapje voor stapje volgen, en het midden van het boek zal altijd ergens heen gaan en voelen alsof je vooruitgang boekt.

En daar zijn mensen dol op. Het idee van ontwikkeling, groei, vooruitgang, iets bereiken. Het is een van de sterkste manieren om een verhaal spannend en interessant te maken, te zorgen dat mensen er oprecht blij van worden en willen doorlezen. Want de mensen die ze volgen bereiken mijlpalen, ze komen ergens, ze bewandelen een route ergens naartoe.

Maar natuurlijk is niet elke route even goed of handig. In het algemeen heb ik gemerkt dat je …

  • Heel zichtbaar moet zijn. De vooruitgang “iemand is nét ietsje minder wantrouwend” is niet op te merken voor de lezer, dan gebeurt er in hun ogen praktisch niks. Maak het zichtbaar. Geen subtiele veranderingen elke pagina, maar meer extreme vooruitgang elk hoofdstuk.
  • Niet te snel of te veel moet willen. Ik bedoel, als de karakters elke pagina op geniale wijze weer een grote stap dichterbij hun doel komen … dan voelt dat al snel niet meer als een prestatie. Je moet echt regelmatig, op het juiste tempo, de voortgang laten gebeuren. Met stiltes, afwisseling, tegenslag ertussendoor.
  • Geen cirkels moet maken. __Heel veel boeken doen een avontuurtje, een missie, een verhaallijn, alleen maar om weer terug bij af te komen. Als je zo’n route uitstippelt of bijhoudt, kan je zien wanneer je in cirkels loopt, en dit elimineren. (Niemand vindt het leuk om vijf keer opnieuw praktisch dezelfde scene te lezen. Al helemaal niet als die scene bestaat uit “personages zijn verslagen en weten niet meer wat ze moeten doen”.)

Bezwaar: dit is toch saai?

Saai toch? Dat je al precies van te voren weet wat het verhaal is? En dat je een platgetrapt paadje volgt? En het einde al exact vanaf het begin moet weten?

Enerzijds wel. Maar je moet bedenken dat jij de route al kent, maar de lezer niet. Dus ja, voor jou voelt elke stap compleet logisch en voorspelbaar, maar niet voor de lezer.

En voor de lezer is zo’n route een geweldige gids om door het verhaal heen te komen, zonder stil te vallen of interesse te verliezen.

De meeste verhalen eindigen precies zoals we verwachten. Het gaat niet om het einde, het gaat om de weg ernaartoe. En op deze manier maak je die weg zo solide mogelijk.

Maar, ik ben zelf een improviserende schrijver, en moet toegeven dat ik deze techniek dus ook niet zo strak gebruik. Want ik wil niet weten hoe het eindigt, ik wil niet eens weten wat ik over vijf hoofdstukken zal laten gebeuren.

Maar dan komt het volgende niveau. Level 2 van deze techniek :p

Je bedenkt deze route ter plekke. Als je genoeg ervaring opbouwt met zulke routes uitstippelen en verhalen door het midden heen leiden, kan je ter plekke keuzes maken voor de komende paar hoofdstukken die logisch en zinvol lijken.

Als de karakters al een paar hoofdstukken geen vooruitgang meer hebben geboekt, wordt het nu tijd.

Bedenk ter plekke een stap, een gebeurtenis, een ontdekking waarvan het op z’n minst lijkt alsof het ergens heen gaat. (Je kan altijd later nog onthullen dat het misdirectie was, of het slechts gebruiken om een spannende scene later op te zetten.)

Maak deze stap groot als de hoofdstukken daarvoor alleen kleine stapjes waren. Maak deze stap klein als de hoofdstukken daarvoor alleen grote stappen waren.

Houd tijdens het schrijven een samenvatting bij in een ander document. Schrijf bij elk hoofdstuk: “Route? ” Zo dwing je jezelf om hieraan te denken en elke keer iets te bedenken om verder te gaan.

(Dit kan je natuurlijk voor alles doen. Ik weet dat J.K. Rowling dit deed met een schema. Ik doe het op deze manier. Vindt de belangrijkste elementen van je verhaal en vraag bij elk hoofdstuk hoe deze daar invloed op heeft. Zo schreef ik ooit een ander verhaal waarin een groot mysterie langzaam wordt onthuld. Zelfs in hoofdstukken die er niks mee te maken leken te hebben, schreef ik op “Mysterie?” en dwong mezelf om ergens een zinnetje te plaatsen dat toch iets van een hint gaf.)

Als je het idee hebt dat er weinig gebeurt, maak de voortgang meer zichtbaar. Bedenk iets creatiefs om het veel extremer en duidelijker te krijgen. Herschrijf een stuk van het verhaal zo nodig.

Een voorbeeld

Ik schrijf dit nu, omdat ik het actief heb geprobeerd toe te passen in mijn laatste boek. (Diegene voor de schrijfwedstrijd, De Vijf Eilanden.)

Elk eiland zoekt een manier om weg te komen. Of minstens andere eilanden te vinden en ermee te communiceren.

Oftewel, voor elk eiland kon ik uitstippelen hoe ze van hun beginsituatie zouden veranderen naar een situatie waarin ze wegkwamen. Om het te versimpelen en stroomlijnen, veranderde ik dat naar hoe ze allemaal uiteindelijk iets van een schip bouwen.

Elk hoofdstuk dacht ik alleen maar: ze moeten iets vinden, ontdekken, maken, bespreken dat hen overduidelijk dichter bij dat schip brengt.

En dan schrijft zoiets zichzelf, ook al heb je géén idee waar je heen gaat. (Ik wist alleen dat ze natuurlijk op een gegeven moment zouden slagen, zij het op onverwachte of aangepaste manieren. Vanaf dat moment moest het doel veranderd naar een andere stip aan de horizon.)

Ik moet toegeven dit redelijk los te hebben gelaten, zeker later in het boek, en zeker omdat ik te weinig ruimte had om dit volledig te doen voor vijf verhaallijnen in één boek. Dus het is in zekere zin een waardige eerste poging, maar niet helemaal gelukt.

Maar alleen al deze insteek hielp enorm met het tempo erin houden.

Mijn zusje (mijn trouwe testlezeres) zei ook letterlijk uit haarzelf dat haar twee favoriete verhaallijnen degene waren waarin deze route het duidelijkst is, juist omdat ze zo goed bezig waren met vooruitgang boeken!

Mensen kicken op groei en vooruitgang. Dat is mede waarom computerspelletjes waarin je kunt “upgraden” of “een level omhoog” of dingen “sparen” zo verslavend zijn. Dus als je verhaallijnen daar omheen construeert, zelfs al is het losjes en stap je er compleet vanaf als het nodig is, maak je verhalen meteen interessanter en, tja, verslavender.

Ik zou dat normaal gesproken negatief vinden. Maar ik denk dat we het als samenleving inmiddels wel kunnen gebruiken dat méér mensen als een verslaafde boeken en teksten lezen :p

Conclusie

Gebruik deze methode om het midden van je verhaal tot leven te brengen 🙂

En als je dat te saai of strak vindt, of géén idee hebt waar je precies heen gaat, probeer het alleen toe te passen op je huidige hoofdstuk en de 5 of 10 daarna. Probeer ervaring ermee op te bouwen zodat je het ter plekke kan toepassen en de juiste keuzes kan maken.

Hopelijk kan ik dat in mijn volgende boek weer beter doen, scherper toepassen, want het helpt echt.

Ik heb dit boek van bijna 120,000 woorden in een maand geheel bedacht en geschreven (verspreid over meerdere maanden, maar alles samengenomen vier weken), terwijl het zelden voorkwam dat ik echt niet wist wat de volgende stap was. Mensen zijn uit zichzelf steeds enthousiaster over mijn boeken, en vooral de delen die deze methode beter volgen.

Vergelijk dat met vorige boeken die minstens drie maanden duren, mede omdat ik constant écht niet wist waar het nu heen moest.

En dat is de methode van de uitgestippelde route en de regelmatige wegwijzers langs de kant.