Een hele korte en simpele schrijftip vandaag. Maar het zou zoveel schelen als iedereen dit deed!
Een “scene break” gebeurt wanneer jij in hetzelfde hoofdstuk blijft, maar naar een andere locatie/tijd/scene switcht.
Dus misschien vonden de eerste paar pagina’s van het hoofdstuk plaats overdag, maar ga je dan door naar iets dat ’s avonds pas gebeurt.
Of je had eerst een gesprek in een restaurant tussen twee personages, en nu gaan ze uit elkaar en volg je één van hen naar een gevecht ergens in een steegje.
Toen ik jong was, schreef ik doodleuk door. Dat is niet handig natuurlijk. De lezer verwacht niet dat je ineens, als een soort goocheltruc, naar een hele andere scene gaat, zonder de lezer daarover te informeren. Dus doe dat niet.
Het kan ook verleidelijk zijn om een overgangszin te schrijven. “De rest van de dag kon hij zijn aandacht er niet meer bijhouden, en het was al avond toen hij eindelijk durfde te bellen.” Dat is prima, maar alleen als die zin dus ook iets van betekenis heeft. In dit geval vertelt het iets over het personage en zijn angst om iemand te bellen (blijkbaar). Maar als je zegt “De middag ging voorbij en het werd avond”, ben je toch vooral woorden aan het verspillen, in mijn ogen.
Dus wat doen we dan? We plaatsen een witregel! Dat scheelt al veel. De lezer zal het niet over het hoofd zien. Diegene weet meteen dat de vorige scene voorbij is en dat er nu duidelijk iets nieuws komt. (Bovendien geeft het ook echt een “break” aan de lezer. Die kan daar stoppen, even op adem komen, of nog even nadenken over wat ze net hebben gelezen.)
Maar dit is niet perfect. Waarom niet? Omdat deze witregel, als je pech hebt, onzichtbaar kan worden.
Stel de vorige scene eindigt precies onderaan de pagina. Dan begint de volgende scene dus precies bovenaan de volgende pagina. En die witregel daartussen? Dat valt een lezer niet op, die valt weg in de marges.
Dit wordt verergerd door het feit dat men geen “orphans” wilt. Een goede tekstverwerker doet z’n best om paragrafen bij elkaar te houden, niet één lullig regeltje nog op de volgende pagina te zetten. Dat verhoogt de kans dat de break tussen scenes dus plaatsvindt op een onhandig moment.
Hoe lossen we dat op? Door iets in de witregel te zetten! Iets van een scheidingsteken. Ik zie veel boeken die een paar horizontale streepjes doen (—) of een hekje (#). Dat vind ik prima. Simpel, maar duidelijk genoeg. Je kan ook een heel icoontje maken hiervoor, wat de grafisch ontwerper in mij kan waarderen, maar denk ik teveel afleidt bij het lezen.
Dat was alles.
Als je switcht tussen twee scenes, zorg dan dat je witregels laat en er een scheidingsteken tussen zet. Of gebruik een overgangszin, als je een korte zin weet die zowel de overgang duidelijk maakt, als verdere betekenis heeft.