Ik ben nu een boek aan het editen. (Diegene die ik had geschreven voor de schrijfwedstrijd: De Vijf Eilanden.)
Ik dacht oprecht dat er geen spelfouten in het boek zaten. Of misschien hoogstens eentje. Oké, hoogstens twee, laatste bod.
Maar toen ik het fysieke exemplaar ging lezen en notities overal omheen schrijven, ontdekte ik hoe ongelofelijk veel spelfouten er toch in waren geslopen.
Het waren alleen hele … rare spelfouten.
Je verwacht misschien een paar “dt”-fouten, maar nee. Misschien een voltooid deelwoord per ongeluk met een “t” geëindigd. (Of, andersom, zonder reden een “d” achter een werkwoord gezet die daar niet hoort.) Misschien moeilijke woorden met een letter op de verkeerde plek, zoals manoeuvre, waar ik inmiddels na al die jaren maar gok wat de volgorde is van de “oeu”.
Nee, het waren allemaal fouten als de volgende, en dan mag jij raden wat er aan de hand is:
- “Hij sluit het ruim.”
- “Ook deze kaar gaat hij naar haar.”
- “Hij deemt een nag om erover na te denken.”
- “De deur gloeit reud.”
Op een of andere manier … vervang ik een deel van een woord … met een soortgelijk deel van een ander woord in dezelfde zin :p
De juiste zin is “Hij sluit het raam”. Maar waarschijnlijk hangt mijn hoofd nog bij het woord “sluit”, dus verandert het laatste woord ineens in “ruim”.
(Hoewel je “De deur gloeit reud” nog weg zou kunnen zetten als een raar soort accent waarmee rood wordt uitgesproken.)
Het boek staat vol met dit soort dingen. (Nou ja, laten we niet overdrijven. Het komt waarschijnlijk eens per hoofdstuk voor. Maar dat is veel vaker dan je zou denken, want het is een hele rare specifieke fout om te maken.)
En soms is dat nog heel lastig om te ontdekken of corrigeren! Want “hij sluit het ruim” is natuurlijk ook gewoon een geldige Nederlandse zin. Pas als ik de context bekijk en zie dat een persoon net naar een raam is toegelopen, weet ik dat er iets mis is. (Of, zeg maar, het feit dat de personages niet op een schip zijn en er dus geen ruim is om te sluiten :p)
Tja, zie je maar weer het belang van dingen editen en een tweede versie maken.
Maar het schokkende is dus dat je hier compléét overheen leest terwijl je het schrijft, en zelfs als je het daarna nog nakijkt op je computer. Er is een reden waarom veel schrijvers editen met pen en papier, en ik dat ook ben gaan doen. Want al deze fouten vielen me niet op toen ik de PDF las op mijn laptopscherm, maar springen er meteen uit als ik een proefdruk bestel en het fysiek lees.
(Maar weet je wat nóg vervelender is? Dat sommige van mijn haakjes verkeerd zijn. Ik weet niet waarom Word dat doet, soms verandert hij het haakje sluiten in nóg een haakje openen, waardoor je ineens twee haakjes openen hebt voor een zin dialoog, wat natuurlijk niet klopt. Dit kan je nauwelijks zien, zelfs op papier.
Enerzijds fijn, want het betekent dat het niet zo’n probleem zal zijn als een paar van die haakjes erin blijven. Anderzijds maakt dat het editen erg langzaam.
Denk dat het komt omdat ik soms dialoog niet eindig met een punt, maar bijvoorbeeld met een streepje, als iemand wordt onderbroken. “Ik eis dat je—” “Jij hebt helemaal niks te eisen hier!”
Dus daar moet ik in het vervolg op letten.)