Al van jongs af aan wist ik dat ik enorm creatief was aangelegd en gewoon elke dag, zonder rem, dingen wilde bedenken en maken.
Maar het mocht niet. Ik moest verplicht elke dag op een stoel zitten en luisteren hoe iemand zinloze informatie vertelde, van bassischool, naar middelbare school, en zelfs de universiteit. (Lang verhaal, maar ik heb zeven jaar van mijn leven weg moeten gooien aan een studie die ik niet wilde doen.)
Wat gebeurt er dan? Je leert om constant dingen te bedenken … en ze vervolgens op te schrijven en uit je hoofd te zetten. Want je moet je hoofd vullen met zinloze feitjes, zoals het geboortejaar van iemand die achteraf gezien verdacht weinig invloed heeft op je leven, of hoe je kunt uitrekenen bij welke winkel je zo goedkoop mogelijk 300 sinaasappels kan kopen.
Dus alles wat ik bedacht moest ik vastleggen (meestal op papier, in die tijd waren smartphones nog geen ding) en niks meer mee doen. Hoe goed ik het ook vond. Hoe graag ik het ook wilde. Overal stond de notitie, soms letterlijk en soms slechts mentaal, “dit geweldige idee ga ik uitwerken als het eindelijk kan”.
Meestal zaten daar van die standaardgedachten bij zoals:
- Als ik later groot ben, zal ik goed genoeg zijn om dit te maken.
- Als ik ooit tijd en energie heb, maak ik dit.
- Zodra ik van school verlost ben komt álles goed!
- Nee nee, dit is ook helemaal niet het juiste moment. Ik moet doorbreken als ik twintig ben, mijn eerste boek moet legendarisch zijn. Het is nu nog te vroeg voor dit idee.
Zo zijn we op dit rare punt belandt dat ik honderden nummers heb geschreven en opgeslagen, maar nooit heb uitgewerkt. Sommige gaan terug tot de basisschool, maar de meeste komen (ongeveer) van de bovenbouw van de middelbare school.
En als ik nog weet hoe het nummer ging, als mijn notities compleet genoeg zijn (qua tekst, akkoorden, melodie, etc.), denk ik vaak: “ja, da’s eigenlijk best een leuk nummer, moet ik opnemen!”
Het probleem? Ik heb géén idee meer waar het over ging. Leuke tekst, maar het gevoel, het thema, de urgentie … het is er allemaal niet meer. Het gaat over een meisje dat ik leuk vond … tien jaar geleden. Het gaat over mijn problemen met school, maar daar ben ik inmiddels vanaf. Het gaat over specifieke situaties die zich voordeden toen ik een puber was.
Dat niet alleen, omdat ik al zo lang rondloop met deze ideeën in het achterhoofd, heeft mijn brein het idee dat ik ze al heb gedaan. Ze zijn over die spanne van twintig jaar zó vaak in mij opgekomen, ik heb ze zo vaak eens teruggeluisterd en mijn plan opgesteld van “hoe ik ze ga opnemen als het eindelijk kan”, dat mijn lichaam aan alles voelt dat het niet meer nodig is om ze op te nemen. Ik heb het al gedaan. Ik heb er al de tijd in gestoken. De nieuwigheid is eraf; de motivatie ook.
En zo komen we op de nóg raardere situatie waarin ik dus honderden ideeën heb liggen, soms zelfs behoorlijk ver uitgewerkt (maar nooit écht gemaakt of afgemaakt), die ik tien jaar lang met grote passie heb willen maken … maar nu het eindelijk kan nauwelijks motivatie voor kan opbrengen.
Want ja, hoe krijg je een gevoelige, pakkende, gemeende opname van een nummer waar je eigenlijk totaal niet meer inzit? Hoe kan ik mezelf overhalen om iets op te nemen wat misschien al twintig jaar in mijn hoofd rondspookt en, in datzelfde hoofd, al honderden keren is opgenomen en een hit geworden?
Ik focus nu even op muziek, omdat het mijn grootste en langstdurende gebied is, en het meest “emotioneel relevant” van wat ik doe.
Ik heb ook spelideeën van vijftien jaar geleden, maar die zijn meestal tijdloos: het is niet alsof het idee valt of staat bij een emotie die ik moet voelen tijdens het maken :p (Ik kan hoogstens vergeten zijn wat de details waren, of wáárom ik er toen enthousiast over was, of inmiddels geen fan meer zijn van dat genre.)
Mijn punt is natuurlijk: dingen uitstellen, wachten tot iets eindelijk mag/kan/juist is, werkt eigenlijk nooit.
Het enige wat je doet, is garanderen dat het met elke dag die verstrijkt, met elke dag die je wacht, moeilijker wordt om datgene daadwerkelijk te doen. En nog moeilijker om het goed te doen, zodat je hart erin zit en de passie hoorbaar is.
Als ik kijk naar de verhalen die ik schrijf, en in mindere mate de muziek, gaat het erg vaak over de kwetsbaarheid van het leven. Over hoe iedereen er maar vanuit gaat dat je wel zo ongeveer tachtig jaar zal worden.
(En dat als argument gebruikt voor het verspillen van die eerste twintig jaar van ieders leven. “Joh, je hebt je hele leven nog voor je!” “Ach, school is maar een paar jaar van je leven”
Zeg dat tegen de persoon die twintig jaar keihard heeft gewerkt en diep ongelukkig is geweest, om vervolgens in een ongeluk, door pech, door slecht voor de gezondheid te zorgen, wat dan ook op haar 25e te sterven. Heel veel mensen redden de 40 niet eens. Die persoon had gelukkig kunnen zijn, iets van waarde kunnen doen, misschien wel een boek kunnen schrijven dat nog honderden jaren over de hele wereld als klassieker werd beschouwd. Maar niets van dat alles, want ze moest naar school.)
En zo krijgen we hele generaties mensen die alsmaar wachten op iets. Wachten tot ze eindelijk kunnen doen wat ze willen doen. Wachten tot eindelijk dat perfecte moment aanbreekt—waarop ze tijd, geld, energie, geluk, macht, etcetera hebben—zodat ze datgene kunnen beginnen waarop ze wachtten.
Maar dat moment komt er niet. Voor de meesten, althans. En ironisch genoeg is de reden daarvoor juist omdat je erop hebt gewacht.
Dat geweldige idee voor een boek dat je nu hebt? Over tien jaar ben je de details vergeten, je hebt niet meer dezelfde passie en de wil om er iets geweldigs van te maken, en in je hoofd is het idee al zo vaak langsgekomen dat je het zat bent. Maak het nu.
Het is echt een gevecht, sinds ik anderhalf jaar geleden mijn studie afmaakte, om weer passie en zin te vinden, om weer die “grootse ideeën” van vroeger op te pakken en echt uit te werken. Van sommige dingen moet ik concluderen: nee, dat gaat hem gewoon nooit meer worden. Van andere zie je hopelijk het komende jaar de vruchten.
Van iemand die 100% bestond uit creativiteit, goede ideeën, de wil om geweldige dingen te maken en aan de wereld te laten zien … ben ik door eindeloos wachten omgezet naar iemand die niet meer uit bed wil komen bij de gedachte dat hij dat ene nummer dat hij al vijftien jaar in z’n hoofd heeft vandaag moet gaan uitwerken en opnemen.
Dus wacht niet. Het hoeft niet snel. Het hoeft niet professioneel of commercieel. Maar als je iets nu wilt doen, begin dan nu met datgene doen. Zo simpel is het. Iedereen gooit altijd de hele ballenbak met argumenten tegen je aan, zoals “denk aan je toekomst”, “wees verstandig”, “je kunt niet alles hebben”, “denk aan je carrière”, “je hebt je hele leven nog voor je”, “wat als niemand erin geïnteresseerd is?”
Maar al die dingen slaan nergens op. Het zijn emotionele, vaak bittere, uitspraken van mensen die ook maar hun eigen ouders of docenten van vroeger napraten. Het zijn geen argumenten voor wat dan ook.
Als jij elke dag een uur wakker ligt in bed omdat je niet blij bent met je leven, omdat je zó graag iets wilt doen of maken … tja, dan kan je er net zo goed elke dag een half uur aan werken en dan met een gerust hart naar bed gaan! Je wint zelfs tijd! Dat is pas verstandig en een logische keuze.
Als je nog op school zit (middelbare, universiteit, wat dan ook) kan ik het zeker aanraden. Denk niet “later als ik groot ben, ga ik dat doen”. Doe het gewoon nu. Schijt als het betekent dat je geen tijd hebt om je huiswerk te maken, een jaar blijft zitten, slechtere cijfers haalt omdat je aandacht altijd ergens anders is. Je doet iets wat je gelukkig maakt, op het allerbeste moment om het te doen.
(Ook zo’n favoriet argument van ouders. “Wil je een jaar blijven zitten dan?! Dan verspil je letterlijk een jaar!” Nee. Zeven jaar lang nuttige dingen doen en daarnaast een beetje met school aanmodderen, is beter dan het in zes jaar doen, maar elk moment verschrikkelijk vinden en niks bereiken.)
En als elke dag volle bak dingen doen geen goede voorbereiding is voor later, dan weet ik het ook niet meer.