Soms heb ik ’s avonds in de achtergrond een programma aanstaan, terwijl ik aan het werk ben. Iets wat een fijne achtergrondruis geeft zodat ik kan concentreren en niet mijn aandacht vraagt, zoals voetbal.
En zo heb ik de afgelopen week meerdere keren de volgende zin gehoord:
“Eén op de vijf mensen kent wel een Lexa koppel! Probeer nu de beste datingsite van Nederland.”
Op het eerste gezicht lijkt dit een indrukwekkende statistiek. Eén op de vijf? Dus 20% van Nederland bestaat uit koppels die via Lexa zijn samengekomen? Wow, dat moet inderdaad de beste datingsite van Nederland zijn!
Maar dat is natuurlijk niet wat ze zeggen. Eén op de vijf mensen kent een Lexa koppel. Ze zeggen niks over of het een succesvol koppel is. Ze zeggen niks over hoe goed ze dat koppel kennen—een verre kennis van een vriend die Lexa eens heeft geprobeerd telt waarschijnlijk ook.
En zelfs als je dat weglaat, is één op de vijf niet zo sterk als je denkt. Vergelijk het met de “verjaardagsparadox”: in een groep van 23 mensen is er een kans van 50% dat twee dezelfde verjaardag hebben. Dit voelt belachelijk hoog.
Hoe komt dit? Nou, omdat we elke match tellen, tussen twee willekeurige personen. Elke persoon heeft 1/365e kans om met elke andere persoon een verjaardag te delen. Dus per persoon die je toevoegt aan de groep, zijn er voor alle personen meer matches mogelijk. Wat al snel optelt tot een hoge kans.
Dus als we even doen alsof elke persoon 20-40 mensen “kent”, en de groep waar ze over spreken is heel Nederland, kom je al snel op een behoorlijk hoog percentage mensen dat “een Lexa koppel” kent.
Wat is mijn punt? Ik denk niet dat deze statistiek glashard gelogen is, dat zou namelijk niet zijn toegestaan. Het is simpelweg misleidend neergezet, wetende hoe de meeste mensen het automatisch zullen interpreteren.
(Een veel sterkere statistiek zou zijn “één op de vijf koppels is een Lexa koppel”. Maar ja, dat is niet vaag genoeg, daar kan je niet omheen lullen. Het is waar of niet. Tel alle koppels, tel de koppels van Lexa, en je hebt je getal. En het echte percentage hiervan zal enorm laag zijn, dus niet indrukwekkend genoeg voor een reclame.)
En dat is hoe reclames werken.
Ik vind het bizar dat niet meer mensen dit begrijpen en zich er actief tegen wapenen. Want ik schat oprecht dat het grootste deel van de dingen die mensen kopen, vinden, meekrijgen, napraten puur en alleen komen door een misleidende, manipulerende reclame die ze onbewust hebben meegekregen.
Maar je kunt je er niet voor afsluiten: reclames zijn letterlijk overal. En je kan het ook niet verbieden, want zoals ik hierboven zei, de meeste reclames die liegen niet perse.
Dus je moet je ertegen wapenen. Door zelf logisch na te blijven denken. Door enigszins te begrijpen hoe statistiek en argumentatie daadwerkelijk werkt.
Dat was eigenlijk het hele artikel. Ik vond het even nodig om te benoemen 🙂
Om af te sluiten nog een voorbeeld: zoveel reclames voor pillen/medicijnen/zalfjes beginnen met een zin als …
“Voel jij je ook wel eens moe, licht in je hoofd, of gestrest? Gebruik dan
Ja. Iedereen voelt zich wel eens moe of gestrest. Ik voel me aan het eind van elke dag moe, want ik heb veel gedaan, en het is tijd om te slapen. Stress is niks anders dan een signaal aan je lichaam om iets te veranderen, dat kan zowel positief als negatief zijn. Knuffelen laat ook stresshormonen vrij, bijvoorbeeld.
Oftewel, eigenlijk vragen ze gewoon: “Hé, ben jij een mens? Gebruik dan oxytociksoposis! Mét vitamine A tot en met Z!”
Maar zo komt het niet binnen. Mensen horen dit en denken: “ja, ik bén soms ook moe en gestrest, misschien is zo’n pil toch iets” Hoor het vaak genoeg, en je hoofd heeft je al overtuigd dat het nodig is, en werkt, en dat je het praktisch al hebt gekocht.
Als je al zo lang bezig bent met spellen maken als ik, leer je dat alles psychologie is, en dat elk (succesvol) computerspel een soort goochelshow is om mensen te misleiden tot het hebben van plezier :p
De meeste spellen waar je kansen ziet (“deze actie heeft 90% kans van slagen, dit geweer raakt monsters met 80% kans”) kloppen die kansen van geen kant. De meeste mensen zien “90%” en denken “praktisch een zekerheid”. Als het dan mislukt, worden ze gefrustreerd, vinden ze het spel stom, spelen niet verder. Dus achter de schermen is die 90% stiekem 99%. Omdat mensen statistiek en kansen totaal niet begrijpen, en in plaats van ertegen vechten, kan je het maar beter gebruiken om een leuker spel te maken.
Ik denk oprecht dat een lang, diepgaand, basisvak psychologie & marketing een ge—wel—di—ge toevoeging zou zijn aan ons onderwijs.
Maar goed, kleine stapjes. Ze hebben nog steeds niet begrepen dat Informatica ook, zeg maar, al jarenlang best wel een groot ding is. Maar ik ben blij dat alle jongeren met een diploma maandenlang de werken van Shakespeare en de hoofdsteden van verre landen in hun hoofd hebben gestampt, daarmee gaan we de wereld wel redden.