Header / Cover Image for 'Hoe moet je muziekideeën vastleggen?'
Header / Cover Image for 'Hoe moet je muziekideeën vastleggen?'

Hoe moet je muziekideeën vastleggen?

De afgelopen 5 tot 10 jaar zijn onophoudelijk ideeën voor liedjes in mijn hoofd opgeborreld. Het zijn er zóveel, en de meerderheid ervan vind ik zó goed, dat ik besloot om mijn planning om te gooien en ze eens fatsoenlijk te gaan uitwerken en opnemen.

Maar … om dat te kunnen doen, zal ik eerst al die ideeën moeten verzamelen. En categoriseren. En op een soort volgorde moeten zetten, en indelen in “albums” of “EPs”.

Zo kwam ik erachter dat ik, zeker de eerste jaren, nogal veel domme fouten maakte bij het vastleggen van mijn ideeën. (Waardoor ik nu héél veel tijd kwijt was met deze reorganisatie :p)

Zo nam ik een idee misschien wel netjes op, maar samen met vier andere kleine ideeën. Waardoor het bestand de naam “5 melodietjes” kreeg, wat compleet zinloze informatie is en mij niks helpt.

Dit is een screenshot van wat mij begroette toen ik mijn folder met oudste ideeën opende:

Uploads 2022 01 ndhu slechte organisatie muziekideeen.png
Uploads 2022 01 ndhu slechte organisatie muziekideeen.png

Of ik nam het idee op, maar met mijn plastic keyboard (zonder aanslaggevoeligheid in de toetsen), zonder terug te luisteren hoe het klonk, waardoor de opname zo blikkerig is dat ik met grote moeite kan terugvinden wat de melodie was en waarom ik hem zo goed vond.

Maar goed, heb ik allemaal van geleerd, en ik ben hartstikke blij dat ik het allemaal op een of andere manier heb vastgelegd. Dus hieronder wil ik even uitleggen hoe ik nu ideeën opsla (en categoriseer/uitwerk).

Dit is overigens niet gelimiteerd tot muziek. Het werkt ook voor andere (creatieve) ideeën natuurlijk!

Tip #1: Eén bestand per idee

Ja, het is lekker makkelijk om even door te spelen als de opname al aanstaat. Om 5 minuten aan improvisatie te exporteren als één bestand, in plaats van het op te knippen in de 5 unieke ideetjes die je speelde.

Maar het enige wat je dus garandeert, is dat je dit werk later een keer moet doen. En dan zal het langzamer gaan.

(Op diezelfde manier heb ik documenten voor spelprojecten, waar dan helemaal aan het einde nog twee compleet ongerelateerde ideeën staan. Tja, als ik een paar maanden later herinner dat het idee bestond en dat ik het wil uitwerken, moet ik magie verrichten om het nog terug te vinden!)

Wat heb ik uiteindelijk gedaan? Elk bestand met zo’n titel heb ik geopend in Audacity (gratis audiosoftware), zodat ik kan zien waar elk stukje begint/eindigt. (De geluidsgolf verdwijnt even tijdens stiltes.) En dan knip ik het op in losse bestanden, wat mij brengt bij de volgende tip …

(Overigens had ik wel iets van organisatie hoor. Al mijn muziek stond netjes in maar liefst drie mappen: SONGIES, Audio & Recordings (old), Audio & Recordings. Dat bedoel ik enerzijds als grap, maar anderzijds als serieus pluspunt. Dit maakte het een stuk makkelijker dan als werkelijk alles in één map was gepleurd, of verspreid over mijn hele computer had gestaan.)

Tip #2: Geef die bestanden een goede naam

Iets te veel bestanden hadden namen als deze:

  • Gitaarmelodie
  • Mooie melodie!
  • Beetje ingewikkeld, maar wel cool met band ofzo
  • Pianostukje in E Majeur

Heb ik erg weinig aan, achteraf :p

Het probleem met muziek is natuurlijk dat je het niet als woorden kan uitdrukken. Het is immers een melodie, een paar akkoorden, een klank.

Nou ja, tenzij je al een stukje tekst erbij had bedacht. Als dat zo is, schrijf dan dat stukje tekst als titel (of de eerste zin/woorden daarvan).

Zo niet, verzin dan gewoon een willekeurige titel. Leuk als het past op de melodie, maar hoeft niet. Het idee van de naamgeving is dat je elk bestand uniek en herkenbaar maakt, niet dat je het een titel geeft die ergens op slaat.

(Het is een beetje hetzelfde als met logo’s. Veel mensen denken dat een logo moet uitleggen wat een bedrijf doet, maar dat is natuurlijk niet waar. Kijk maar naar logo’s van Google, of Facebook, of andere wereldberoemde bedrijven—die zeggen echt helemaal niks over wat ze doen. Het moet alleen maar herkenbaar zijn, zodat mensen dat logo zien en denken: “hé, dat is bedrijf X!” )

Tip #3: Nee, je gaat het vergeten

Zodra je het idee opschrijft, stop dan meteen alles erbij wat je kunt bedenken. Elk akkoord dat je speelt. Elke gedachte die je had over de compositie, de instrumenten, de opzet, het gevoel van het nummer.

Al die oude ideeën heb ik opgenomen zonder deze informatie erbij. En hoe hard ik ook probeer, van sommige kan ik niet meer exact achterhalen welke rare akkoorden ik speelde. Ik kan alleen nog een beetje in de buurt komen.

Ergens is dat ook een voordeel. Want, in de tussentijd, heeft je hoofd meestal langer nagedacht over dat idee, en dus iets beters gevonden dan wat je eerst had. In sommige gevallen kon ik de gaten ter plekke opvullen met iets moois en passends, wat sowieso beter is dan ik 10 jaar geleden ooit had kunnen componeren.

Dat brengt me bij het volgende punt …

Tip #4: Goede ideeën itereren zichzelf

Als ik een idee heb dat ik echt goed vind, dan ga ik het automatisch elke dag spelen, een paar weken lang. Niet bewust, niet als training of iets dergelijks, maar gewoon omdat mijn hoofd het echt een leuk idee vindt.

En wat gebeurt er dan? Het idee evolueert. Na een paar keer spelen heb je ineens een bridge gevonden die erbij past. Je hebt de akkoorden iets mooier gemaakt. Je merkt dat het leuker is als bij het tweede couplet het nummer versneld. Enzovoort, enzovoort.

Dus neem niet een idee snel op, sla het op, en vergeet het weer. Sta toe dat je het langzaam nog verbeterd en uitbouwt.

En het allerbelangrijkste: neem continu de nieuwe versies op!

Van minstens 50 nummers heb ik een complete opname (van begin tot eind) … waarvan ik weet dat hij totáál niet klopt! Inmiddels speel ik het nummer heel anders. Zoals het nummer nu in mijn hoofd zit is een soort vierde evolutie van die opname die ik toen maakte.

Maar ja, ik had dit specifieke idee al eens opgenomen, dus ik deed het daarna nooit meer.

En ik weet zeker dat er net zoveel nummers zijn waarvan een betere versie bestond, maar die niet meer in mijn geheugen zit, en dus eeuwig verloren is :/

Tip #5: Je kunt nooit genoeg folders hebben

Zoals ik eerder al aanstipte: ik gooide vroeger alles gewoon in één grote folder. Na een paar jaar maakte ik dan een nieuwe aan, en zo kwam ik aan drie grote folders.

Dat is beter dan niets, maar nog steeds een enorm proces om doorheen te spitten. Het belangrijke is niet dat ik alle ideeën op één plek heb, het belangrijke is dat ik weet welk idee ik wanneer wil uitwerken.

In andere woorden: de ideeën moeten ingedeeld in albums, gecategoriseerd op taal/genre/sfeer. Want je maakt niet een album van “toevallig mijn laatste 10 ideeën”, je maakt een “rock”-album, of een album met “singer-songwriter deuntjes”.

Dus ik heb allerlei folders aangemaakt en, zo goed en kwaad als het ging, nummers daarin een plek gegeven. Elke keer als een folder boven de 5-10 ideeën ging, zag ik dat album als “af”, en startte ik een nieuwe.

Gecategoriseerd op “taal”? Ja, ik schrijf zowel Engels als Nederlands. Ik twijfelde heel even of ik een gemixt album wilde maken, maar dat was eigenlijk een slecht idee om vrijwel alle redenen. Dus dat is de eerste schifting.

Je hebt eerder aangegeven gewoon op chronologische volgorde te werken? Ja, dat was het plan. Gewoon aan het begin beginnen en de nummers opnemen zoals ik ze heb bedacht, gesorteerd op datum. Maar dat was dus een beetje naïef: je krijgt nummers die totáál niet bij elkaar passen, je krijgt dus gemixte talen, je krijgt enorme verschillen in kwaliteit.

(Sommige oude ideeën van mij vind ik erg sterk van zichzelf, andere zijn … een heel stuk minder en ik weet niet of ze wel de moeite waard zijn om te verbeteren.)

Maar nog belangrijker: die chronologische volgorde ben ik compleet kwijt. Ik heb een jaar of twee heel netjes de volgorde bijgehouden. Maar daarna ben ik dingen dus gaan bundelen (“5 melodietjes.mp3”), heb ik dingen achteraf pas opgenomen (omdat ik ze eerder was vergeten), heb ik soms een tijdje een andere methode gebruikt voor opnemen (mijn mobiel ipv mijn laptop).

Dus, tja, ik weet wel ongeveer uit mijn hoofd wat de tijd is waarin ik een nummer schreef, maar daar stopt het.

Dit is de huidige globale structuur:

  • Band
    • English => allerlei folders hieronder met “Album #1”, “Album #2”, …
    • Dutch
  • Singer-Songwriter
    • English
    • Dutch
  • Instrumentaal

Waarschijnlijk is dat over een paar jaar ook weer niet perfect, maar voor nu een grote stap vooruit.

(Muziek voor specifieke andere projecten, zoals een spel of een musical, komt terecht in de projectfolder daarvoor. Dat is veruit de meest logische plek. Zie niet waarom de soundtrack van een specifiek computerspel tussen alle andere muziek zou moeten staan, of in een lijst met alle andere soundtracks. Zou alleen maar verwarrend zijn.)

Tip #6: Live opnemen is meestal beter

De meeste opnames met mijn keyboard (die via USB in mijn laptop kan worden geplugd) zijn ver van ideaal. De volumes schommelen. Vaak speel ik zowel begeleiding als melodie op diezelfde piano, in hetzelfde opnamespoor, wat het allemaal een beetje door elkaar gooit. De toon is zo hard en schel dat ik minder overtuigd ben of de melodie wel zo mooi was.

Nee, het is beter om gewoon in het echt achter een gitaar/piano te zitten, en de melodie te zingen. Als je geen tekst hebt, zeg je onzinwoorden, of je neuriet wat. (Hoewel ik de eerste optie prefereer, is het ter plekke zingen van onzinwoorden een vaardigheid waarmee ik om onverklaarbare reden ben geboren, en iets waar anderen moeite mee hebben.)

Zet je telefoon voor je neer, druk op opnemen, en probeer een paar keer je idee vast te leggen. (Als het zo vers is, zal je het niet in één keer perfect doen, én je zal automatisch variaties toevoegen. Kan je achteraf kiezen wat de beste was.)

De meeste ideeën van de afgelopen 2 jaar heb ik zo opgenomen. Ook vaak zonder instrument (vooral als ik ergens anders was of als het al na 12 uur ’s nachts was), dan fluisterzong ik het gewoon in de mobiel. En allemaal zijn ze luid en duidelijk erop gekomen, makkelijk terug te zoeken, en te begrijpen waarom ik ze mooi vond.

(Nou ja, het is eigenlijk een beetje zielig, want vaak zijn die “losse opnames” mooier en emotioneel sterker dan als ik het “professioneel” wil opnemen. Ik ben gewoon nog niet goed genoeg met mixen en produceren, en heb meer ervaring met live uitvoering, dus dat hoor je dan ook terug. Dus als de audiokwaliteit niet zo bagger was van mijn mobiel, had ik misschien gewoon die demo’s op een album kunnen zetten :p)

Conclusie

Ik zou willen dat ik meer audiovoorbeelden kon geven. Maar ja, dan geef ik letterlijk mijn ideeën weg. En ze zeggen wel: een idee is niets waard, het gaat om de uitvoering. Maar in de muziekwereld vind ik dat niet gelden, want een melodie is extreem simpel en snel te kopiëren voor iedereen die niet toondoof is.

(Kijk, als het gaat over een boek bijvoorbeeld, is het een ander verhaal. Als iemand jouw idee wil stelen, moet diegene nog steeds in staat zijn om 80,000 spannende woorden ermee te schrijven en uit te geven. Dat is een tijdsbesteding en vaardigheid die vrijwel niemand toevallig over heeft voor andermans idee, hoe sterk het ook is.)

Misschien later, als ik heb besloten sommige dingen definitief niet meer te willen uitwerken.

Tot zover mijn gedachten over ideeën goed opslaan, om je toekomstige zelf heel wat werk en frustratie te besparen.

Voor nu ga ik nog even een paar uur audiobestanden doorspitten, knippen, en indelen bij Album #11 en verder.

Interessante opmerkingen over mijn groeiproces

Natuurlijk is het wel leuk om al die ideeën aandachtig terug te luisteren, want je merkt meteen wat voor proces/fases je hebt doorgemaakt over de jaren.

(Fase 0: ik zit nog op de basisschool en de middelbare school. Ik heb geen tijd of energie voor serieus muziek maken. En ik kan nog niet piano spelen, dus de hoeveelheid opnames uit deze tijd is zeer gering. Maar wel verrassend goed? Ik weet niet hoe dat komt. Misschien juist omdat ik maar eens per jaar iets bedacht. Het handjevol nummers uit deze tijd komt sowieso op een volgend album.)

Fase 1:

  • Ik kan niets anders dan basic akkoorden op de piano beuken. (Zeker mijn linkerhand klinkt alsof ik de noten kapot wil slaan met elk akkoord.)
  • Ik versnel en vertraag de hele tijd, en het lijkt niet expres. (Althans, ik hoop van niet, want het werkt voor geen meter.)
  • De meeste melodieën zijn oké, maar net té simpel.
  • De kwaliteit is heel inconsistent: tussen al die zeer matige ideeën, zit soms ineens iets legendarisch en ik heb geen idee waar het vandaan komt. Maar dat is vaak: consistentie komt met de jaren.
  • Alles klinkt, uiteindelijk, nogal hetzelfde. Zelfde akkoorden, zelfde sfeertje, zelfde tempo, zelfde “trucjes”.
  • Ik ben erg gehaast. (Nog steeds een beetje. Heb het niet zo op trage nummers die inkakken.) Maar dit is soms wel heel heftig: bijna elke melodie gaat op 150% snelheid en is nauwelijks bij te benen. Ik weet niet hoe ik dacht dit ooit comfortabel te gaan zingen.

Fase 2:

  • Ik ben meer bezig met musicalmuziek, wat leidt tot meer bijzondere akkoorden, evenals allerlei experimenten met andere maatsoorten en switchen tussen toonladders
  • Dit leidt tot veel melodieën die echt mooi en uniek zijn, maar niet bruikbaar voor iets anders dan een musical.
  • En het leidt ook tot enkele melodieën die gewoon té complex zijn en niet leuk meer om naar te luisteren. (Het gevoel dat ik heb bij de meeste klassieke muziek: heel knap allemaal, zeker moeilijk om te bedenken en te spelen, maar het klinkt echt shit.)

Fase 3:

  • Ik kan inmiddels met meer gevoel spelen, linker- en rechterhand kunnen patronen spelen, meer bijzondere akkoorden.
  • Dat maakt alle opnames mooier … maar de kwaliteit blijft een beetje schommelen.
  • De musicalpassie is een beetje gedraaid naar kleinkunstpassie. Ik schrijf véél Nederlandse (kleinkunst)nummers in deze tijd. Dat zijn nog steeds veel van mijn favoriete nummers.

Fase 4:

  • Hier lijk ik eindelijk die balans te vinden tussen nummers die niet té complex zijn, maar ook niet té saai.
  • En de balans tussen snelheid en spanning, en momenten van stilte in de melodie.
  • De opnames op piano zijn beter, strakker, gevarieerder.
  • En ik bedenk weer meer op de gitaar en neem die ook vaker op.

(Ik heb lange tijd praktisch geen gitaar gespeeld vanwege mijn gezondheidsproblemen. Ik had té veel last van mijn bovenrug/schouders en te veel uitval in mijn armspieren. Maar gitaar is eigenlijk mijn instrument en ik ben er veel beter in, dus ik ben blij dat ik na lang trainen weer kan spelen.)

Het gevolg is dus dat de meeste dingen van fase 3 en 4 sowieso opgenomen en uitgebracht gaan worden.

Een hele rits ideeën uit fase 2 heeft nog wat liefde nodig voordat ik het een goed nummer acht. (Sowieso, hoe verder we teruggaan, hoe meer tekst/akkoorden/delen we missen.) Of je zal ze pas horen als ik die musical afmaak en ergens op het toneel krijg :p

En fase 1 is “hit or miss”. Ik heb ze maar ingedeeld, verspreid tussen de rest, maar weet niet of er iets van komt. Het voelt alsof de melodieën die ik toen schreef beter werken als een tweede stem, of als een bridge/opvulling van een ander nummer, dan op zichzelf.

Maar ach, je ziet dat allemaal vanzelf wel verschijnen.