Wie dit blog regelmatig leest, weet wat voor hekel ik heb aan luiheid en laksheid.
Maar wat ik nog vervelender vind, is dat er een algemeen idee heerst dat “sommige mensen gewoon lui zijn” (en dat daar niks aan te veranderen is) en “andere mensen geluk hebben dat ze niet lui zijn” (vanwege hun … genen ofzo?)
Dat is niet zo. Iedereen is lui.
Waarom zou je meer energie doen als je het ook met minder energie kunt? Waarom zou je niet de kortste, simpelste, meest gemakkelijke weg kiezen?
Het is, evolutionair gezien, superlogisch dat dit in ons zit. (En in alle andere dieren die op ons lijken.) Als jij elke dag moet vechten om je eten bij elkaar te sprokkelen, reken maar dat je probeert zo min mogelijk energie te verspillen. Je gaat zeker niet even twintig keer opdrukken “omdat het goed is voor m’n lichaam” of tijd verspillen met “een goed studieboek lezen”. Je doet wat nodig is voor je overleving, meer niet.
Sterker nog, al die mooie technologie die we nu hebben, al die mooie uitvindingen … zijn allemaal ontstaan uit luiheid. Men wilde iets voor elkaar krijgen. Maar het was te moeilijk, duurde te lang, was te vervelend—wat nou als het sneller en makkelijker kon? Ta da! We hebben vanaf nu een fiets, zodat je met minder moeite veel verder kunt komen. We hebben vanaf nu een draadloos mobieltje. We hebben nu een koffiezetapparaat.
Dus iedereen is van nature lui. Dat is logisch, dat is nuttig, en dat heeft zelfs goede gevolgen.
Maar, we leven niet meer zoals onze natuur. Wij hebben dus allemaal dingen uitgevonden, een maatschappij bedacht, spullen gemaakt, etcetera.
De vraag “ga ik vandaag overleven en eten vinden?” is al snel beantwoordt met “ja, als je een paar euro hebt”
Dus enerzijds is er de mogelijkheid om verder te gaan dan basale behoeftes. Wij hebben het comfort en de zekerheid om méér te doen dan overleven. Om iets van ons leven te maken. Om moeite te doen om er iets moois van te maken.
Maar anderzijds worden we niet meer gedwongen om om elke dag hard te werken voor onze overleving. Of je nou de hele dag op je luie reet zit of niet, je zal hoogstwaarschijnlijk iets te eten hebben en een bed om in te slapen. (Terwijl vroeger mensen elke dag uren fysiek moesten werken, rennen, zware dingen tillen, wat je automatisch sterk en gezond maakt.)
En in dat geval zijn er dus veel mensen die alleen het nadeel kiezen en het voordeel negeren. De mensen die allerlei ongezonde gewoontes handhaven, zichzelf nooit uitdagen, nooit iets nieuws proberen, en altijd de optie kiezen die voor hen het minste moeite kost. Dat noemen we “luie mensen”.
Die mensen die wél hard werken? Die extra moeite doen, zichzelf uitdagen, goed sporten, actief zijn? Die doen dat niet omdat het “in hun genen zit” of “in hun persoonlijkheid”. Die doen dat omdat ze discipline hebben en wilskracht. Die doen dat omdat ze door al die smoesjes heen kijken (“ik heb geen tijd”, “ik ben al zo moe”, “tja, ik ben gewoon een beetje een lui persoon”) en dromen hebben waarvan ze weten dat niemand anders die voor hen gaat waarmaken.
Dat zijn de uitvinders. Dat zijn de mensen waaraan we al die technologie en al dat comfort te danken hebben. De mensen die weten: onze natuurlijke luiheid heeft voordelen en nadelen, dus laat ik hard werken om vooral de voordelen eruit te halen.
Als té veel mensen blijven hangen in luiheid, dan gaan we weer terug naar af. Dan verliezen we al die voordelen die we voor onszelf hebben geregeld. Dan komt er een moment dat iedereen wél weer hard moet gaan werken voor z’n eigen overleving. Want ja, niemand is bereid om extra moeite te doen. Niemand regelt dingen zodat anderen er ook profijt van hebben. Elk probleem wordt alleen opgelost op de meest luie, kortetermijn methode. Iedereen is te ongezond en gedemotiveerd om veel werk gedaan te krijgen.
Dat wilde ik even vertellen. Iedereen is lui. De mensen die niet lui overkomen doen simpelweg méér moeite en maken er op wilskracht het meeste van. En die mensen zijn essentieel voor onze samenleving en tillen ons naar een hoger niveau, dus laten we er alsjeblieft zoveel mogelijk van behouden.