Header / Cover Image for 'Mix het grote en het kleine'
Header / Cover Image for 'Mix het grote en het kleine'

Mix het grote en het kleine

Vandaag wil ik snel een productiviteitstip delen.

Iets dat ik de laatste jaren steeds meer ben gaan doen, eerst onbewust, maar nu volledig expres. En wat een gigantisch positieve invloed heeft gehad op mijn productiviteit.

Hier is het probleem: het moeilijkste van werk is dat je eraan moet beginnen.

Als je eenmaal aan het werk bent, is het niet moeilijk om door te blijven gaan. Ik kon vroeger nog zo opzien tegen school, of tegen mijn bijbaantje (vakkenvuller), tot het punt dat ik echt echt niet wilde gaan. Maar als je dan toch op de fiets stapte en er eenmaal was … viel alles mee, was het best een leuke dag, en ging je mee met de flow.

Het moeilijkste is die eerste drempel overkomen. En hoe hoger die drempel, hoe moeilijker het is. Oftewel, hoe groter en complexer de taak die je moet doen, hoe sneller het overweldigend wordt en je er gewoon niet aan begint.

De eerste manier om dat op te lossen is natuurlijk: deel de grote taken op in kleine stukjes. Dat is altijd een geweldig idee. Soms besteed ik een heel uur aan dingen uitschrijven in zo klein mogelijke stapjes, omdat het zo’n groot verschil maakt. (Achteraf heb je dan misschien het idee dat je niks hebt bereikt die dag, maar dat is dus niet waar. Je hebt gewoon de berg die voor je staat opgedeeld in allerlei piepkleine heuveltjes waar je de dagen erna makkelijk overheen rijdt.)

Maarja, je kunt dingen niet kleiner maken dan ze zijn. Een taak als “schrijf een nieuw algoritme voor dit computerspel” is nog altijd een stuk groter en ingewikkelder dan zoiets als “verbeter die spelfout op pagina 15”.

En daar komt deze tip dus vandaan: mix het grote en het kleine. Ik merk dat ik een limiet heb van één of twee “grote taken” per dag. Meestal sta ik op en doe meteen de eerste grote taak. De tweede die komt in de avond, mits ik er nog genoeg tijd voor heb. (Ik haat het om dingen half afgemaakt te laten liggen. Lig ik wakker van én het is weer moeilijker om de dag erna terug in de flow te komen en opnieuw die ene drempel te overbruggen.)

Maar meer dan dat lukt niet. Daarvoor zijn de stappen te groot, het einddoel te ver uit zicht, het werk te zwaar. En voor zover ik kan zien geldt dit voor iedereen, enkele geniale personen daargelaten.

Dus hoe voorkomen we dat elke dag “maar” 1 of 2 uur productief werk bevat? Nou, door al die andere tijd op te vullen met allerlei minitaakjes die je ook moet doen. Van die dingen die net groot (of belangrijk) genoeg zijn dat je ze toch echt moet doen, maar misschien zo klein dat je het idee hebt dat je ze “niet hoeft op te schrijven”.

Doe het wel. Schrijf al die kleine dingetjes op. Ik heb inmiddels twee lijsten bij elk project: de grote dingen en de minidingen. De “grote dingen” bevat dan hoogstens 5 grote taken, terwijl de andere lijst over tijd kan groeien tot misschien wel meer dan vijftig kleine dingetjes die ik nog moest veranderen.

Maar het mooie is: het zijn kleine dingetjes. Er is nauwelijks een drempel om te overkomen. Binnen een uur heb je er dertig weggewerkt. Wat niet voelt als zwaar werk en goed te doen is, maar tegelijkertijd een wereld van verschil maakt.

Dus dat is de tip. Elke keer als je denkt “oh, dit moet ik nog doen” of “oh, dit moet veranderd” of “oh, dit moet ik niet vergeten”, schrijf het allemaal op, zelfs als het superklein lijkt. En als je merkt dat je energie/motivatie/inspiratie té veel is leeggelopen, ga je al die kleine dingetjes doen en afstrepen. Zo kan je elke dag urenlang creatief werk doen en productief blijven! (Althans, de meeste dagen. Soms heb je van die dagen …)

Een voorbeeld om af te sluiten. Vandaag heb ik gewerkt aan een computerspel. Dit is wat ik heb gedaan:

  • Meteen nadat ik opstond, heb ik een nieuwe wereld toegevoegd aan het spel. Dat is veel werk. Het bestaat uit vijf levels, elk met een unieke locatie, die ik dus moet tekenen, programmeren en dan testen.
  • Tja, als dat af is, zijn we een paar uur verder en ben ik wel even uitgeput.
  • Dus toen ben ik allerlei kleine dingetjes gaan doen:
    • Eén kleur aanpassen op een ander plaatje.
    • Een waarde veranderen (iets wat eerst -1 kostte, werd -2)
    • Als een specifiek ding verdwijnt, dit vloeiend laten gebeuren (in plaats van dat het ineens wegplopt)
    • Alvast een paar zinnetjes uitleg klaarzetten voor de volgende wereld
    • Een paar regels code schrijven om een “bug” te fiksen
    • Een paar extra paragrafen schrijven in mijn “dagboek” over de ontwikkeling van het spel
    • Mijn marketingtekstje opnieuw lezen en ietsje aanscherpen
    • Iets opzoeken over de programmeertaal die ik gebruik, omdat ik (na een paar rare crashes) twijfelde of een specifiek woordje werkte zoals ik dacht dat het werkte. En mijn twijfel was gerechtvaardigd: het werkte helemaal niet zo! Weer wat geleerd, moet een hoop problemen voorkomen.
    • Een paar stukjes code netter opschrijven (met een betere naam voor dingen, of meer “algemeen” zodat ik er makkelijker aan kan sleutelen bij de afwerking)
    • De nieuwe locaties die ik had gemaakt omzetten in icoontjes (voor bij het level selectie scherm), wat neerkomt op het plaatje (dat ik al had gemaakt) verkleinen en alle details weghalen.
    • Snel een melodie opnemen (met mijn mobiel) die ik zou kunnen gebruiken op de achtergrond
    • Alvast beginnen met de lijst van geluidseffecten die ik nodig ga hebben.
    • En nog véél meer.

Al die kleine dingetjes zijn maximaal een minuut werk. Maar het zijn dingen die toch moeten gebeuren. Het zijn fouten, irritatiepuntjes, afwerking, voorbereiding voor de komende grote taken, die in elk project uiteindelijk minstens 50% beslaan. Zoals ik ze hierboven beschrijf, heb ik dus een gigantische lijst die ik bijhoudt voor elk project, wat soms ook behoorlijk wat tijd kost. Maar op deze manier heb ik dus alsnog veel bereikt, zelfs al was de inspiratie en energie een beetje op na die eerste grote taak.

Tot zover de tip. Doe ermee wat je wilt.