Header / Cover Image for 'Het probleem met wat ik doe'
Header / Cover Image for 'Het probleem met wat ik doe'

Het probleem met wat ik doe

De laatste jaren ben ik vrij zeker geworden over mijn manier van werken en mijn toekomst. Ik doe allerlei creatieve dingen in allerlei uiteenlopende vakgebieden, meestal aan de lopende band, zonder rust tussen projecten of mezelf ooit te herhalen.

Dat is wat mij het meeste voldoening geeft. Wat ervoor zorgt dat ik uit bed kom ’s ochtends en elke dag productief ben. Als je dit blog leest, of mijn andere schrijfwerk, hoor je mij ook steeds dezelfde boodschap vertellen: ga dingen doen! Ga projecten doen, experimenteren, hobby’s zoeken, dingen maken!

Maar … er zijn wat problemen daarmee.

De twee grootste problemen zijn:

  • Omdat ik zoveel verschillende dingen doe, kan ik nergens écht goed in worden en krijgen veel mensen de verkeerde (eerste) indruk.
  • Omdat al mijn werk creatief is, heb je veel momenten waarop je compleet vastloopt en niets anders kan dan wachten op inspiratie.

In dit artikel wil ik even uitleggen wat deze problemen inhouden en waarom ze voorkomen. Misschien herken je er iets van en helpt het jou met werken of keuzes maken. Want natuurlijk ga ik ook proberen om oplossingen aan te dragen, want dit zijn best wel grote terugkerende problemen voor mij.

Probleem #1: is diversiteit goed?

Ondanks het feit dat ik al járenlang constant werk en nog meer werk, zou ik niet willen zeggen dat ik héél goed ben in de dingen die ik doe. Ik ben redelijk consistent, soms goed, soms behoorlijk goed, maar geweldig? Nee, zeker niet.

Als ik al die tijd en moeite in één vakgebied had gestoken, dan was ik daar nu wél geweldig goed in geweest. (Dat hoop je dan, tenminste.)

Bovendien zijn er gebieden waar ik meer oefening in heb dan andere, simpelweg omdat ze meer toegankelijk zijn of meer mogelijkheden boden in het verleden. Muziek maken, bijvoorbeeld, eist dat je een stille omgeving hebt (en dat jij niemand tot last bent), goede apparatuur, goede gezondheid (voor het zingen). Zulke restricties verminderen de tijd die ik in muziek kan steken, waardoor ik meestal kies om die tijd maar te steken in schrijven.

Dus niet alleen steken alle gebieden op een “oké” niveau, er kunnen ook nog eens grote verschillen ontstaan! Iemand die als eerste mijn schrijfwerk tegenkomt zal denken dat de huidige kwaliteit van mijn muziekopnames net zo goed is … en dan teleurgesteld zijn. Andersom, iemand die eerst mijn muziek tegenkomt, zal denken dat al mijn werk in een beginnersstadium verkeert en me verder geen kans meer geven.

Maar het allergrootste probleem is een raar psychologisch trucje in ons hoofd: “iemand die al deze verschillende dingen doet, zal wel heel slecht zijn in elk ding of gewoon niet weten/kunnen kiezen wat ze doen”

Ik dacht vroeger dat het indrukwekkend was om op te sommen wat ik allemaal voor projecten had gemaakt. Maar de laatste jaren heb ik geleerd dat het juist enorm dom is om dat te zeggen, want de meeste mensen denken dan automatisch dat je maar wat aanrommelt en niet weet wat je doet.

(Het is een beetje hetzelfde als van die apparaten die “2-in-1” zijn of alles tegelijk proberen te doen. De reactie van de meesten is: “oh, bij zo’n combi zal elke afzonderlijke functie wel niet zo goed zijn”)

Kortom, mijn diversiteit qua artistieke vaardigheden is de laatste jaren eigenlijk vooral een groot nadeel gebleken. Het zou vele malen “handiger” zijn om één ding te kiezen, daar vol op in te zetten, en de rest compleet weg te halen.

Probleem #2: Hoe ben je constant creatief?

Dit tweede probleem is wat specifieker, maar zeker niet minder vervelend.

Creativiteit werkt op basis van inspiratie, van Eurekamomenten, van met iets bezig zijn en experimenteren … tot je ineens een nieuwe connectie maakt en het vuurtje gaat branden!

Dat kan niet altijd raak zijn. Je hoofd heeft tijd nodig om nieuwe dingen te bedenken, ergens iets langer over na te denken, inspiratie op te doen, te realiseren waar blokkades zitten. Maar ja, ik kan moeilijk hele weken lang niks produceren, want dan heb ik geen inkomen of afgemaakte projecten. En mensen om me heen die zich afvragen wat ik in hémelsnaam met mijn leven doe.

(En, om eerlijk te zijn, zal vooral mijn eigen teleurstelling gigantisch zijn als ik terugkijk op een maand en niks heb gemaakt van wat ik wilde maken.)

Het wordt nog erger als ik kijk naar het specifieke gebied van spellen maken.

Voor muziek hebben (de meeste) mensen een ingebouwd gevoel: je weet of iets in de maat is, je weet of iets op de juiste toonhoogte is, je weet hoe “mooie” nummers klinken.

Voor verhalen geldt hetzelfde: je kunt controleren of grammatica klopt, je kunt controleren of elke scène iets spannends of interessants heeft. De meeste succesvolle verhalen volgen zelfs van die vaste formules als “het verhaal van de held”

Maar spellen? Die zijn gebaseerd op één ding: het hebben van plezier.

En hoe bedenk je in godsnaam een proces dat een “systeem voor plezier” oplevert? Je kunt controleren of je code werkt, je kunt checken of de knopjes reageren, maar dat zijn simpele technische dingen. Het allerbelangrijkste is dat het spel plezier oplevert … maar niemand kan definiëren wat plezier is en wanneer het verschijnt.

Dus hoewel ik spellen maken het meest interessant vind (van alles wat ik doe), is het ook de grootste bron van frustratie en een soort hulpeloosheid. Onlangs maakte ik voor de zoveelste keer een spel dat in theorie simpel en leuk zou moeten zijn, maar in de praktijk helemaal platsloeg. Hoe los je dat op? Ik weet het niet. Gewoon iets nieuws proberen. En nog iets proberen. Totdat mensen lachen en plezier hebben en actief meedoen met het spel.

Kortom: mijn hele werk is gebaseerd op iets ongrijpbaars, namelijk goede creatieve ideeën die uiteindelijk plezier en interesse opleveren. Ik heb het al vaker gezegd: als kunstenaar ben je eigenlijk een soort “manager van interessante ideeën

Dus als het lukt, is het een soort magie, en kan een spel dat je in een weekend hebt gemaakt ineens een gigantisch succes zijn. Maar als het niet lukt, kan je wekenlang je hoofd breken, en met een geweldig product aan komen zetten … dat in de kern gewoon niet leuk of interessant is.

Vervelend, maar wat moet ik ermee?

Hopelijk is wel duidelijk waarom dit problemen zijn die moeten worden opgelost.

Vanwege mijn diversiteit, word ik vooralsnog niet bijzonder veel gevonden. (Zelfs voor projecten die ik veel aanprijs, waarvan ik weet dat ze heel goed zijn en dat er een markt voor is).

Mijn portfolio word erg vaak bezocht, maar tot veel opdrachten (voor mijn eenmanszaak) leidt het niet. In zekere zin probeer ik in 4 vakgebieden tegelijk door te breken, terwijl ze in elk vakgebied denken “hmm het is het net niet, daarom probeert hij waarschijnlijk ook al die andere dingen”.

Aan de andere kant ben ik zeer regelmatig gedemotiveerd en gefrustreerd omdat ik maar niet vooruit kom en al mijn probeersels mislukken. De technische kant van spellen maken is, bijvoorbeeld, allang geen probleem meer. (Ik weet vrij zeker dat ik 95% van alle ideeën/opdrachten zou kunnen programmeren in korte tijd.) Maar spellen die echt leuk zijn en elke speelgroep plezier oplevert? Onmogelijk, zo lijkt het soms.

En ik weet dat ik niet de enige ben.

Als ik hierop zoek, vind ik honderden fora en discussies van kunstenaars die zeggen: “ik heb een geweldig idee, ik heb de skills om het te maken … maar hoe maak ik het leuk? Hoe maak ik het interessant? Hoe maak ik het uniek en creatief?” (En in veel van die berichten is zo’n zelfde soort wanhoop af te lezen als ik soms heb :p)

En als je zoekt naar de “marketing”-kant van kunst (of “portfolio” of “jezelf in de markt zetten”), krijg je natuurlijk het halve internet over je heen qua vraag en antwoord.

Ik denk dat mijn werk een groter publiek verdient dan het nu heeft, en dat ik op een hoger tempo (en met minder frustatie) betere dingen kan maken, maar deze problemen houden me tegen. (Het kan ook zijn dat ik het compleet verkeerd heb. Dat is altijd een optie.)

Hoe lossen we dit op?

Tja, that’s the million dollar question!

Ik kan slechts enkele suggesties geven die voor mij helpen, en dingen die ik tegenkwam toen ik soortgelijke zielen aantrof online.

Tip #1: pauzes en afwisseling

Het traditionele idee van een werk- of schooldag heb ik altijd wat raar gevonden. Je kunt niet van 9 tot 5 (zo goed als) aan een stuk door werken. Het gaat niet. Je gezondheid lijdt eronder, je creativiteit, je motivatie, alles.

Dus als ik werk neem ik vaak pauzes. Om de 30-60 minuten (uiterlijk) sta ik op, loop een rondje, knuffel de hond, doe iets anders “zinloos” zodat ik even weg ben van een scherm en mijn werk.

Meestal kom ik terug bij de computer en heb ik weer even genoeg motivatie om tóch door te werken. Om tóch even dat ene idee te proberen, dat plaatje opnieuw te tekenen, etcetera. En als dat niet genoeg is, dan is een nachtje slapen voldoende om een probleem op te lossen met iets slims.

Maar ik bedoel afwisseling ook op een andere manier, hoewel het gevaarlijk is wat ik nu ga zeggen: als je vastloopt met een project, ga dan even aan iets compleet anders werken. Het liefst een project in een ander vakgebied dat totáál niet lijkt op wat je nu doet. (Anders is er teveel overlap.)

Ik weet het, de grootste vijand van kunstenaars is dingen afmaken en de aandacht bij hun huidige taak houden. Dus je moet hier voorzichtig mee zijn. Maar voor mij werkt het geweldig om een nieuw project te beginnen terwijl ik halverwege een andere ben, want dan ben ik meestal op mijn diepste punt en zie door de bomen het bos niet meer.

Een voorbeeld: ik maak de laatste tijd One Week Games. Dat zijn computerspellen bedacht en gemaakt in een week, om mezelf te dwingen iets kleins te maken en het af te maken. Hoewel het meestal lukt binnen 7 dagen … is het nooit dezelfde week geweest. Bij elk spel ben ik na 3-4 dagen iets anders gaan doen en heb pas enkele weken later het project afgemaakt. (Wederom in 3-4 dagen natuurlijk.)

Ik weet dat het stom kan klinken. Alsof je heel snel “opgeeft” of als een jonge hond achter je eigen staart aanholt (waarbij jouw staart symbool staat voor “een nieuw project”), maar voor mij werkt het geweldig. Die tijd weg ververst mijn motivatie en ideeën. Als ik terugkom, kan ik niet eens meer herinneren waarom ik ooit vastliep of dacht dat ik een stom spel aan het maken was.

Tip #2: ga gewoon dingen proberen

In één van de discussies over “hoe maak ik spellen leuk?” was de reactie: “The problem is your death grip on the concept [of fun].”

In andere woorden: het probleem voor veel kunstenaars is dat ze zekerheid willen dat een idee gaat werken. Ze willen in theorie, op papier, met goede argumenten en alles, kunnen vertellen wat ze gaan doen en waarom dat superleuk gaat zijn. (En als zij het niet willen, is er wel een bedrijf/baas/manager die het eist.)

Maar zo werkt het niet. Dit is vaak aangeleerd gedrag, bijvoorbeeld door ons onderwijssysteem. Waarin je van tevoren alles moet plannen en opschrijven, waarin je elke keuze schriftelijk moet goedpraten (ook wel “lekker lullen” volgens de scholieren zelf), waarin je precies moet doen wat het boekje zegt en niks anders.

Creatief zijn gaat heel erg over dingen ontdekken. Over experimenteren, associëren, de randen opzoeken van een bepaald idee of beeld dat je in je hoofd hebt.

Dus als je vastloopt, ga dingen proberen. Het is veel beter om een uur de eerste dingen in je hoofd te schetsen/maken/proberen, dan een uur lang te zitten en twijfelen over wat je moet doen.

In het eerste geval heb je dingen gemaakt, geleerd of iets wel/niet werkt, en misschien wel dé oplossing gevonden. In het tweede geval heb je waarschijnlijk alleen gezeten, getwijfeld, en genikst.

Als je kijkt naar de originele plaatjes voor mijn computerspellen, zie je dat dingen vaak compleet in de verkeerde volgorde staan. Iets wat je in level 1 leert, staat misschien pas helemaal achteraan de lijst met plaatjes. Terwijl het allereerste plaatje pas in level 14 komt.

Toen ik het spel begon, dacht ik te weten hoe het zou werken. Dat werkte niet. Dus ik moest iets anders proberen, en weer iets anders, en weer iets anders. En uiteindelijk was die laatste poging ( = dat laatste plaatje) het beste, dus die werd level 1!

Hier zit geen groots idee achter. Het is proberen, testen, feedback vragen, nog meer proberen, tot je uitkomt op iets dat werkt. En ja, vaak is dat het “stomste” of “simpelste” idee, waarvan je eerst dacht dat het niet zou werken.

Tip #3: maak aparte plekken voor apart werk

Vroeger pleurde ik alles wat ik had op dit blog. Of op de—op dat moment—meest passende plek op het internet.

Het gevolg? Niemand wist waar dit blog nou eigenlijk over ging of wat ik deed. Ik had zelf de grootste moeite alles bij te houden en terug te vinden en ik werd nauwelijks gevonden.

De laatste jaren heb ik dit uitgesplitst. Ik heb een aparte website voor mijn spellen, een aparte website voor mijn muziek, enzovoort. Alles wat ik publiceer komt op één standaardplek, op een manier die (in mijn ogen) het beste past bij dit soort projecten.

De gevolgen?

  • In plaats van een blog met 5 bezoekers elke dag, heb ik nu 4 websites met honderden bezoekers per dag (per website).
  • Ik krijg daadwerkelijk mailtjes en reacties op mijn werk in een specifiek gebied, op de juiste mail. (Vroeger kreeg ik nog wel eens een schrijfopdracht aangeboden, bijvoorbeeld, via mijn emailadres die eigenlijk voor mijn muziek gold. Zo verwarrend en gehusseld was mijn portfolio.)
  • Mensen vinden en kopen mijn werk. Met alles wat ik publiceer lijkt mijn stapeltje fans te groeien. (Dus elke keer als ik iets nieuws maak, wordt het binnen 1-3 dagen gevonden door die mensen.)

Nu ik weet hoe ongelofelijk handig dit is, vraag ik mezelf natuurlijk af: waarom heb ik dit niet eerder gedaan!?

En het simpele antwoord is: ik dacht dat het niet nodig was. Ik dacht heel erg vanuit mezelf: “ik maak nou eenmaal al deze dingen, het is toch indrukwekkend als ik dat allemaal op één website zet!?!?”

Inmiddels weet ik dus beter.

Ik ben nog niet in staat om één vakgebied over de rest te verkiezen. Ik heb te hard gewerkt, en te veel bereikt, in elk gebied (schrijven, muziek, programmeren, ontwerpen) om 1-3 ervan gewoon weg te gooien. Ze blijven allemaal interessant, om andere redenen, op andere momenten.

Maar door elk gebied een eigen duidelijke website te geven, één plek waar het allemaal staat, is er sterke verbetering gekomen.

Hoe zou ik dit in de toekomst nog beter kunnen doen? Ten eerste is mijn portfolio toe aan een herontwerp, want het is nu minder mooi dan mijn andere sites én wederom teveel vanuit mijzelf gedacht (qua navigatie en inrichting en dergelijke). Daarnaast zet ik nu alles op mijn portfolio, maar dat verander ik misschien naar “mijn beste 5-10 projecten per gebied”.

Ten tweede spring ik nu een beetje van de hak op de tak qua projecten. Het zou beter zijn als er een consistente cyclus of deadline is. Bijvoorbeeld: elke 3 maanden een nieuw computerspel. Of een herhalende cyclus: na een spel, schrijf ik een verhaal, daarna een muziekalbum, en dan weer terug naar een spel.

Zodoende weten mensen wat ze kunnen verwachten én garandeer ik dat elk vakgebied gelijke aandacht krijgt. (Want nu kan het zomaar gebeuren dat dit blog een maand stil ligt, de maand erna 35 artikelen krijgt, en weer stilvalt. En met mijn muziek is het nog erger :p)

Tip #4: feedback kan nooit te vroeg

Ik was vroeger altijd terughoudend in het vragen van feedback. Dan had ik net een heel basic spelidee geprogrammeerd, met kubussen en cirkels als spelers, en dacht: “nee, dit is veel te lelijk om te laten zien, veel te vroeg om te laten testen door anderen”

Nee, dat is het niet. Het is het perfecte moment om te testen, want de rest van het spel moet je bouwen op de basis die je nu legt. Hetzelfde geldt voor verhalen: of mensen de rest gaan lezen (en hoe die hoofdstukken gaan), hangt af van de eerste paar hoofdstukken.

Dus werk zo snel mogelijk toe naar iets dat je kan presenteren aan anderen. Geef het dan aan zoveel mogelijk mensen en vraag feedback. Wees hier open in, maar wel direct.

(Dus niet “vond je hoofdstuk 3 ook niet kut?”, want dan kan je het antwoord wel raden. Ook niet “en, wat vond je?”, want dat is te breed. Meer iets als “wat was je favoriete personage en waarom?”)

Natuurlijk is dit geen vrijbrief om lui te zijn. Als je spel 3 keer per minuut crasht, kan je het nauwelijks door anderen laten testen. Het is aan jou om de extra moeite te steken in een product dat je kan presenteren aan anderen, zelfs al is het heel vroeg in het proces.

Vroeger heb ik maanden weggegooid aan projecten die gedoemd waren te mislukken. Simpelweg omdat ik niet één keer feedback had gevraagd, of het had laten testen/bekijken/lezen/luisteren door iemand, en dus niet door had dat ik mezelf in een hoekje aan het werken was.

De enige reden dat ik nu die One Week Games kan doen, is omdat ik ze binnen een paar dagen door anderen kan laten spelen. Meestal worden dan 100 fouten gevonden en net zoveel “puntjes van aandacht”, die het hele spel in een andere maar betere richting sturen.

Tip #5: het nodige monster

Als laatste tip wil ik iets zeggen dat misschien heel vaag en filosofisch klinkt—de eerste keer dat je erover denkt—maar voor mij heel belangrijk was om te realiseren. (Hoewel ik nog steeds lerende ben.)

Ik wil een keer een boek schrijven getiteld: “The Unbearable Pull of Creation”

Het is vermoeiend, eindeloos vermoeiend, om constant dingen te willen creëeren. Altijd maar ideeën te bedenken, dingen te willen maken, slimmer en creatiever en unieker te zijn dan de anderen, projecten te maken waarvan je hoopt dat het de levens van anderen op de kop zet (op een goede manier).

Het is een soort monster dat aan je vreet als je het toestaat. Maar het is ook een monster zonder wiens aanwezigheid een kunstenaar niet kan leven. (Ik weet vrij zeker dat dit voor iedereen geldt met iets van creatieve/kunstzinnige aanleg.)

Als ik het toesta, zorgt het voor dagen waarop ik pas rond 3 uur ’s nachts naar bed ga. En de volgende dag opsta, rond het middaguur, met zo’n gevoel van “ik wil niet meer werken aan dingen”. En dat gaat zeker niet mijn beste werk opleveren :p

Maar als ik het monster helemaal wegdruk, zoals ik bijvoorbeeld moest doen toen ik mijn studie moest halen, sterf ik van binnen af. Dan werk ik misschien hard, en ik ga netjes op tijd naar bed, maar langzamerhand kwijn ik weg, tot het punt dat ik een week met niemand meer heb gepraat en eigenlijk geen idee heb waarom ik nog mijn bed uit kom. Ik word ongelofelijk verdrietig en gedemotiveerd bij het idee dat alle mooie projecten in mijn hoofd nooit werkelijkheid zouden worden.

Dus een balans is nodig. Werk elke dag aan je creatieve uitingen. Probeer van alles, gebruik de tips hierboven, werk een paar uur. Maar als het monster aan je begint te vreten, en je vergeet eten/slaap/vrienden/etc. om maar dingen te kunnen bedenken en ideeën te genereren, dan moet je jezelf stoppen.

Zoals ik hierboven zei: mooie kunst ontstaat als je het de ruimte geeft om te ademen en te ontstaan. Als je zo vroeg mogelijk andere ogen ernaar laat kijken en je eigen ogen even er vanaf haalt. Remove your death grip on the concept.

Conclusie

Dit zijn mijn problemen en de dingen die ik heb gevonden om het een beetje te verhelpen. Zoals ik al zei: ik ben nog steeds lerende en zoekende. Dat idee van een strakker schema in mijn projecten is iets dat ik steeds meer inbouw, maar nog steeds vaak negeer.

Hopelijk kan ik steeds meer omgaan met deze problemen, of nieuwe manieren vinden die ik over een jaar in net zo’n artikel uitleg.

En hopelijk verschijnen er op die manier nog heel lang hele mooie projecten van mijn hand. Tot die tijd, zijn dit de problemen met wat ik doe.