Regelmatig stuit ik op een artikel over het feit dat steeds minder mensen boeken lezen. Vaak inclusief voorbeelden van hoe de meeste jongeren zelfs een afkeer hebben tegen alles wat lijkt op woorden op papier.
(En als ik een paar maanden rust heb gehad van zulke artikelen, heeft iemand het lef om dat in het echt tegen mij te zeggen!)
Als zo’n artikel van een schrijver komt, is de conclusie bij voorbaat al duidelijk: dit is slecht en moet worden omgedraaid. Zo niet, is de conclusie meestal: dit hoort gewoon bij de ontwikkeling naar een technische samenleving, vlogs en films zijn de nieuwe verhalen.
Toen ik mijn jongerenroman opstuurde naar uitgeverijen, was de reactie ook unaniem: “jongeren kopen geen boeken, dus we publiceren alleen dingen waarvan we verwachten dat het écht een groot commercieel succes zal worden”
In dit artikel ga ik dan ook niet de realiteit betwisten. Er wordt minder gelezen, zeker onder jongeren.
Ik wil alleen uitleggen waarom beide kanten zowel gelijk hebben als ongelijk. En waarom ik daarom toch heb besloten om een non-fictie boek te schrijven volledig gericht op jongeren, genaamd Het Boek Tegen School.
De schrijver: boeken zijn geweldig!
Ik heb al eens eerder een artikel geschreven over “lezen en schrijven versus filmpjes en audio”: De pen is machtiger dan het filmpje
Het benoemt de vele voordelen en nadelen van beide soorten media. Dit is de (relevante) samenvatting:
- Wat er ook gebeurt, woorden op papier hebben een plek. Veel dingen kunnen veel makkelijker en beter op die manier gecommuniceerd. Sommige dingen hebben niet eens een andere optie. (Of wil je liever dat je voor alles eerst een filmpje moet opzoeken, in plaats van gewoon een klein stukje tekst te lezen dat aangeeft in welk potje je Vitamine B pillen zitten?)
- Je wordt beter (en sneller, en foutlozer) in deze communicatie door veel te lezen en te schrijven. Want dat zijn actieve bezigheden, terwijl een filmpje aanzetten een passieve bezigheid is.
Dit is meestal de basis van het argument. Boeken lezen bevorderd je taalvaardigheden, die je gigantisch helpen in de rest van je leven, en allerlei deuren openen die eerst gesloten waren. Velen vergeten hoe vaak ze iets lezen in het alledaagse leven en hoe vaak die informatie cruciaal is.
Deze taalvaardigheden krijg je niet door filmpjes te kijken, of te luisteren naar een podcast, en al helemáál niet door naar de Nederlands les op je middelbare school te gaan.
Door het teruglopende leesplezier, groeit het analfabetisme in Nederland. Steeds meer kinderen en jongeren hebben oprecht moeite met alle soorten teksten, niet alleen boeken. Het lijkt me duidelijk dat dit een probleem is. Het beperkt je enorm in het dagelijks leven. Het leidt tot miscommunicatie, onbegrip, een gebrek aan kennis, en misschien zelfs hele gevaarlijke situaties.
Ik ben geschrokken van de schrijfvaardigheden van mijn medestudenten op de universiteit. Toegegeven, ik studeerde Wiskunde, geen Nederlands of iets dergelijks. Maar ik schat dat minstens 50% van de studenten simpelweg niet in staat was om twee lopende zinnen na elkaar te schrijven, laat staan een goed en correct verhaal, laat staan een heel wetenschappelijk verslag.
Ik heb zoveel tijd moeten besteden aan andermans troep opruimen, waarbij ik constant berichtjes moest sturen om te vragen wat ze in hemelsnaam bedoelden met een paragraaf. Er komt een punt waarop simpelweg niemand meer begrijpt wat je zegt en alle communicatie afbreekt.
Je denkt nu misschien dat ik mijn broertje of studiegenoten naar beneden probeer te halen (“puh, kijk eens naar die taalprutsers”), of dat het geïsoleerde incidenten zijn, maar dat is niet zo.
Ik zie dit overal.
Als ik een (computer)spel maak en het heeft ook maar één regel uitleg ergens, dan wordt het niet gelezen, en krijg ik de feedback dat het wel veel uitleg is hoor! (Dit is geen overdrijving. Ik heb spellen gemaakt met één tutorialzin en je kunt meteen beginnen, en zelfs dát was te veel.) Vervolgens zijn ze verbaasd dat ze het spel niet begrijpen en steeds verliezen.
Kortom, er hangt duidelijk grote waarde aan je vaardigheid in het lezen en schrijven, en boeken lezen is de beste manier om dit te ontwikkelen. Het maakt niet uit wat je leest, zolang je maar blijft lezen.
Ik bedoel, we kunnen ook iedereen verplichten om elke dag een willekeurige handleiding door te spitten, maar daar zit niemand op te wachten denk ik. (“Schat, heb je vandaag al een bijsluiter gelezen?” “Nee, mam.” “Moet je wel doen hoor! Is belangrijk voor je ontwikkeling!”)
De rest: filmpjes zijn ook prima!
En dan de andere kant van het verhaal. Mensen die zeggen dat we simpelweg moeten accepteren dat mensen steeds minder lezen. En in plaats van koppig vasthouden aan vroeger, de nieuwe media omarmen die net zo goed verhalen kan vertellen: films, series, blogs, reclame, podcasts, etcetera.
Bovendien, en hierin kan ik me zeker vinden, moeten we ophouden met jongeren hun hele jeugd dwingen om van alles te doen waar ze niet zelf zin in hebben.
Er zijn genoeg invloedrijke films met een sterk verhaal dat je raakt. Er zijn genoeg films die zo slim in elkaar zitten, of die zo goed spelen met taal, dat het je aan het denken zet. (En waardoor je echt wel wat taaldingetjes oppikt).
Het is simpelweg een andere manier om een verhaal te vertellen. Eentje die (op het moment) beter aanspreekt bij iedereen dan boeken. Dus waarom blijven zeuren over die boeken? Ga mee met de wereld en vertel je verhalen op de nieuwe manier!
Althans, dat is het argument.
Enerzijds kan ik me hierin dus vinden. Laat mensen genieten wat ze willen genieten. Niet alles werkt, of werkt even goed, als een boek. Ga mee met de tijd.
Maar daaraan zit dus een keerzijde: omdat de media anders is, heeft het ook andere toepassingen. Andere sterktes en zwaktes. Je kunt niet elke verhaal zomaar naar een film overzetten, en verwachten dat er niets verloren gaat, of dat het verhaal wordt veranderd in het proces.
Sommige verhalen werken veel beter als je ze persoonlijk vertelt (denk aan stand-up comedians die een grap of anekdote vertellen), dan als je ze netjes uitschrijft.
In mijn “Boek Tegen School” heb ik uiteindelijk wel honderd cartoons gestopt, omdat het een veel leukere manier is om een voorbeeld te geven, of te laten zien waarom iets aan het schoolsysteem niet klopt.
Sommige dingen werken beter in andere media … maar dus niet alles.
De serie “Game of Thrones” had geen hitserie kunnen worden—met gelaagde personages, geweldige plot twists, en een grote wereld—als er niet een boekenreeks van miljoenen woorden achterzat waarop de makers konden bouwen.
Keer op keer heb ik een adaptatie van een boek gekeken, zo neutraal mogelijk, om over te blijven met teleurstelling. Met een soort leegte of apathie. Want zo’n (relatief korte, beperkte) film kan meestal niet de emotie, de diepgang, de wereld, de genialiteit van een goed boek overnemen.
Als je programmeert, heb je constant de documentatie nodig. Niemand gaat onthouden wat elk woordje, elk symbooltje, van de computer doet. Nee, dat zoek je de hele tijd binnen een paar seconden op. Weet je hoe dat werkt? Precies, met tekst. Dan doe je CTRL+F, je zoekt op je woord, en je hebt het. Weet je hoe dat niet werkt? Als al die informatie in een filmpje was gestopt.
Of wat dacht je van al die mensen die denken dat ze hebben “geleerd” door een filmpje of podcast aan te zetten? Meestal gaan ze ondertussen iets anders doen, hun gedachten dwalen af, ze skippen de stukken waarin ze denken dat er niks gebeurt (zoals intro en outro). En als je aan het einde test of ze iets hebben onthouden, is het resultaat te verwachten: noppes, nada, ene oog in, andere oog uit.
Mensen moeten niet doen alsof boeken (waarmee ze toch vaak alle “geschreven tekst” bedoelen) vanaf nu verleden tijd zijn en we verder moeten gaan. Want ze hebben nog steeds een duidelijke plek en duidelijke voordelen. Er zijn dingen die je makkelijk kan opschrijven, maar niet kan laten zien. En er zijn dingen die precies omgekeerd werken.
Ze kunnen prima naast elkaar bestaan. Ze moeten naast elkaar bestaan.
Dus hoewel ik de eerste ben om te zeggen dat je een lap tekst in een andere (moderne) vorm moet gieten, ben ik ook de eerste om mensen te overtuigen weer dingen te gaan lezen.
Maar wat moeten we dan?
Pak een boek dat je leuk lijkt. Lees het. Herhaal.
Dit is dus zoiets dat het onderwijssysteem flink heeft verpest. Door “begrijpend lezen” in te voeren hebben ze bij iedereen de wil om te lezen weggehaald. Ze hebben een groot stempel “boeken zijn kut” op alles geplakt.
Zelfs ik, de persoon die op zijn zevende al probeerde zijn eerste fantasyboek te schrijven, heb gedurende de middelbare school niks noemenswaardigs gelezen of geschreven. Ik was zó klaar met al die teksten bij Nederlands, de zinloze ontleding, de verplichte “literatuur” die ik moest lezen voor mijn leesdossier, het eeuwige onbegrijpelijke gedoe met Reynaert de Vos. Ik ben eigenlijk nog steeds herstellende.
Niet alleen is het saai en stom, het werkt ook voor geen meter. Toen ik met een goed cijfer van de middelbare kwam, kon ik, eerlijk is eerlijk, nog steeds niet fatsoenlijk lezen en schrijven. Kijk maar eens naar de eerste artikelen op dit blog. Zie mijn eerste verslagen op de studie, of mailtjes naar docenten. Lees eens mijn alleroudste verhalen. Belachelijk slecht geschreven, niet doorheen te komen, en je hebt geen idee wat ik probeer te zeggen.
Hoe is dat verbeterd? Door veel te lezen en schrijven. Ja, zelfs de “slechte boeken”, die geen “literatuur” waren volgens de school en niet telden voor je leesdossier.
Zo simpel is het. Vervang alle lessen Nederlands met “lees elke maand een boek, alles telt”. En dan niet vragen dat ze een boekverslag schrijven of stijlfiguren gaan zoeken die er niet zijn. Nee, vraag ze bijvoorbeeld om zelf een verbeterde versie van het boek te schrijven, of een vervolg. (Waarbij ze dingen weghalen die ze minder vonden, of juist verbeteren, en hun eigen dingen toevoegen). En ook in dat geval: alles telt, zolang je maar schrijft.
Ik heb liever dat iedereen weer Harry Potter verslindt, dan dat we allemaal pretentieus zijn over die oh zo hoogdravende literatuur … die we met desinteresse hebben gelezen en vervolgens al onze motivatie voor verhalen heeft vermoord.
En ik heb liever dat scholieren allemaal slechte boeken schrijven waarin ze onzin laten gebeuren en grapjes maken, dan dat ze helemaal niet schrijven. (En vervolgens, tijdens een Engels Wiskundecollege, aan mij moeten vragen “Tiamo, hij blijft maar brick, brick, brick zeggen. Maar wat betekent dat?”)
Niemand zei dat leren leuk moest zijn
De (misschien radicale) reactie op deze problematiek is om te zeggen dat “taal niet leuk hoeft te zijn”. Je moet het er gewoon instampen. Kinderen (en jongeren) moeten er maar moeite voor doen. Zoals dit artikel zegt: “Het is de categorie algoritmen bij wiskunde en het periodiek systeem bij scheikunde.” (Dit artikel was tevens de druppel die de emmer deed overlopen en mij dit artikel liet schrijven.)
Deze mening wordt breed gedeeld. Elke keer als ik kritiek heb op het huidige onderwijs, komt iedereen aanzetten met “dat het huidige taalonderwijs perfect is ingericht op onze ontwikkeling” en dat het “niet leuk moet zijn, maar effectief”
En ik vind het belachelijk.
Ik heb niet leren lezen dankzij school. Ik heb, vóórdat lezen werd aangeleerd op school, gewoon zelfstandig alles geprobeerd te lezen wat los en vast zat. Ik schijn alles van Harry Potter te hebben gelezen, encyclopedieën, allerlei fantasyverhalen. Kan me er niks van herinneren. Uiteindelijk heb ik een jaar overgeslagen omdat ik al kon lezen, terwijl iedereen dat nog moest leren.
Dit is geen uitzondering. Welke schrijver je het ook vraagt, ze zullen zeggen dat veel lezen en schrijven essentieel is voor die taalontwikkeling. Dat het de beste of snelste manier is. Vaak hebben zij het ook op die manier geleerd: zij lazen, net als ik, al op jonge leeftijd alles waar ze hun handen op konden krijgen.
De huidige systemen zijn misschien best goed ontworpen, adequaat, prima voor sommigen. Maar het is niet automatisch de enige of beste manier. Het is niet zo dat het “overduidelijk” is dat deze schoolmethodes nodig en goed zijn, en dat het plezier van kinderen maar in de vuilnisbak kan worden gegooid.
Mensen zijn van nature nieuwsgierig. Ze willen communiceren. Ze willen dingen leren, en begrijpen, en oplossen.
Bovendien leren mensen dus veruit het beste als ze bezig zijn binnen een praktische context.
Als je deze twee combineert, is het niet moeilijk te zien dat een theoretische methode die het erin dreunt helemaal geen goed idee is. Zeker niet voor zoiets als taal. Nogmaals: geef kinderen interessante dingen om te lezen. Vraag hen om hun eigen verhaaltjes te schrijven, om hun gedachten op te schrijven, om een stukje te schrijven over iets dat zij leuk vinden.
Daar leren ze het meest van … en ze hebben nog plezier ook! Wie had dat gedacht? Kinderen die zelf keuzes kunnen maken en daadwerkelijk plezier hebben op school! Wonderbaarlijk!
En ik weet dat het moeilijk is. School, en ouders, willen zó graag de volledige controle houden over het leerproces van de kinderen. Ze willen dat het een lineair proces is, waarbij elke week een nieuw begrip voorgoed in het hoofd van een kind wordt gestampt. Dat ze aan het einde van de week kunnen zien: kijk, ons kind heeft hoofdstuk 3 geleerd!
Maar dat is niet hoe het werkt. Leren gaat met vallen en opstaan. Lange periodes van stilstand en experimenteren, tot die Eureka komt en ze ineens een sprong vooruit maken (qua vaardigheid of begrip). Dingen doen, dingen proberen, tot het klikt in je hoofd. Dus als een kind vijf boeken heeft gelezen en er nauwelijks iets van heeft begrepen, is dat niet een “gefaalde les” of “verspilde tijd”. Het is simpelweg onderdeel van een natuurlijk leerproces, en uiteindelijk zal je voor die inspanningen worden beloond.
En daarom …
… schrijf ik nog steeds voor jongeren. Ik weet dat weinigen nog boeken kopen, laat staan lezen.
Maar ik had “Het Boek Tegen School” niet in een ander format kunnen stoppen. Uren aan video’s waren te langdradig geweest en nog veel onduidelijker en oninteressanter. Aan de andere kant, zonder de cartoons en tekeningen in het boek was het een lap tekst om niet doorheen te komen.
Ik weet dat het een risico is, maar ik vind de boodschap en de inhoud veel te belangrijk om niet te vertellen.
En op dezelfde manier heb ik enkele jongerenromans liggen. Sommige zijn af, sommige bijna af, andere zijn niets meer dan een zaadje die nog moet groeien. Maar ik wil ze graag afschrijven.
En voor elk boek zoek ik iets nieuws en moderns, zoals elk hoofdstuk beginnen met een plaatje van berichtjes op een telefoon, of het boek interactief maken.
Als uiteindelijk écht geen enkele uitgeverij ze wil hebben? Dan publiceer ik ze lekker in eigen beheer. Gebruik ik dit blog, en mijn andere vele websites, om het zelf te promoten.
Want het feit dat een bepaalde verandering (op grote schaal) plaatsvindt in de wereld, betekent niet dat die verandering goed is, en dat je maar hulpeloos mee moet dobberen.
Ik kan honderden voorbeelden geven van momenten, alleen al het afgelopen jaar, waarbij de gebrekkige taalvaardigheid en onwil om te lezen een (groot) probleem veroorzaakten. En ja, misschien bekijk ik het door een roze bril, maar vroeger was dat echt minder het geval.
Vroeger zeiden mensen niet “oeh duur woord … maar wat betekent het?” als ik “nostalgisch” noemde in een zin.
Bonus: de vergeten argumenten
Vaak zijn die artikelen over boeken veel te technisch. Ze praten over het belang van communicatie, van taal, van woordenschat, een hoop statistieken en cijfertjes, bla bla bla.
Ze vergeten een boel simpele argumenten die, in mijn ogen, nog veel sterker zijn! Namelijk:
- Boeken lezen is een emotionele ervaring. Ik las ooit de uitspraak: “met elk boek dat je leest, wordt je ietsje meer mens” Het gaat niet alleen om de taal, de woordjes op papier. Het gaat ook om de inhoud en wat voor effect dat heeft op iemand als mens, en op diens ontwikkeling. Bijna al mijn projecten zijn vandaag de dag geïnspireerd door dingen uit boeken die ik heb gelezen en het heeft me opnieuw laten denken over bepaalde onderwerpen.
- Al die succesvolle films? Al die populaire series? Guess what: ze zijn begonnen als woorden op papier. Er wordt een script geschreven. Die wordt herschreven, en geschaafd, en verbeterd, tot hij goed genoeg is om te filmen. Want iets filmen (en zelfs audio opnemen) is nog altijd véél duurder dan iets schrijven. Dat zal nog heel lang zo blijven, als het al ooit veranderd.
- In veel gevallen is er niet alleen een script, maar wordt zo’n film (bijvoorbeeld) gebaseerd op een boek of boekenreeks! En meestal worden dat de beste en grootste films. Waarom? Omdat de schrijver jarenlang heeft nagedacht over die wereld, over het verhaal, en een diepgaande ervaring heeft kunnen creëeren die je niet krijgt als je begint met het idee: “dit moet in 2 uur te zien zijn, op een scherm, binnen een budget”
- Het een sluit het ander niet uit! Het feit dat iets nu als boek wordt geschreven, betekent niet dat het later niet iets anders kan worden. Zo zijn er bijvoorbeeld YouTubers die tutorials maken, en die altijd zowel een video als een artikel maken. Die werden meteen mijn favoriet, omdat tekst in veel gevallen zoveel handiger was.
- Als je toch bezig bent met “andere media om verhalen te vertellen”, vind ik het raar dat iedereen spellen vergeet. Zowel bord- als computerspellen zijn dé perfecte kandidaat om een grote hoeveelheid organische verhalen te vertellen.
Vooral het eerste en laatste punt vind ik belangrijk.
Ik heb bijvoorbeeld een jongerenroman geschreven over klimaatverandering (nog niet gepubliceerd, hopelijk snel). Toen mijn zusje die had gelezen, stelde ze mij echt goede vragen over klimaat en wat ik erover dacht, en ze was er zelf ook over na gaan denken. Maar niet op een zwart-wit manier. Niet op de sensationele manier van krantenkoppen en clickbait titels. Op een genuanceerde, redelijke, filosofische manier. Dat is wat een boek doet.
Tegelijkertijd heb ik duizend leuke anekdotes over bordspellen die ik heb gespeeld. Zeker spellen waarbij je een rol speelt, of bijvoorbeeld samen een stad/land moet runnen, leveren elk potje een nieuw verhaal op.
Mensen snakken naar verhalen. Mensen creëeren ze on the fly als je ook maar iets van een middel daartoe aanreikt.
Mensen snakken naar communicatie en emotionele verbinding. Als je het mij vraagt, is het internet veel te sensationeel en opbrengstgericht om beide aspecten nog goed uit te voeren.
Conclusie? Lees een boek, doe een (bord)spel.
(En geef mijn “Boek Tegen School” een kans.)