Er zijn een aantal films uit mijn jeugd waaraan ik regelmatig terugdenk met goede herinneringen.
Eén daarvan is Het Regent Gehaktballen. (Of Cloudy with a Chance of Meatballs, wat overduidelijk een veel betere titel is.)
Toen ik laatst een spel ontwierp waarin je (gezamenlijk) eten klaarmaakte, vroeg een stemmetje in mijn hoofd meteen: “oh, je had toch zo’n machine in die film die water kon omzetten in eten? Wat nou als ik in dit spel die machine dezelfde naam geef!?”
En voor ik het wist moest ik die films terugkijken :p
Waarom zijn ze zo leuk? Waarom herinner ik ze nog steeds, meer dan tien jaar later, terwijl ik ze volgens mij allebei maar één keer heb gezien? (Waarbij ik met allebei bedoel: zowel deel 1 als deel 2.)
Nou, daar wilde ik even iets over schrijven.
Ik merk steeds meer hoe belangrijk posters, en algemene marketing, is. Kleinere studios en kleinere projecten—zoals deze—hebben altijd promotiemateriaal dat gewoon nét wat mindere kwaliteit is dan van de grote jongens (Disney, Dreamworks, etc.)
En ja, als ik dat zo zie, dan snap ik ook wel waarom de film waarover ik schrijf onder de radar is gevlogen, of minder populair is. Want hoewel we allemaal denken van niet, we beoordelen wel degelijk boeken aan hun kaft, en marketing beheerst alles …
Wat is het idee?
Flint Lockwood wil al zijn hele leven een groots uitvinder worden. Maar al zijn uitvindingen zijn niet bepaald praktisch of nuttig! Het gaat altijd mis, iedereen lacht hem uit, en hij wordt niet begrepen.
Totdat hij een machine uitvindt die water kan omzetten in welk voedsel dan ook.
Ineens begint de hele stad van hem te houden, verzoekjes in te dienen, op hem te bouwen, en hij voelt zich hélemaal belangrijk en gewaardeerd.
Maar ze overvragen de machine … waardoor hij muteert! (Met alle gevolgen van dien.)
Mijn gedachten
Eerst de film kijken natuurlijk
Ten eerste is mijn advies natuurlijk: ga die films kijken! Als je kinderen hebt, raadt ze aan om die films te kijken!
Een warme veiligheid
De films gaven mij vroeger een soort “veilig” gevoel, aangevuld met zo’n gevoel van “alles is mogelijk en alles is fijn”. Dat is een geweldige emotie om te krijgen van een film (of verhaal). Dat zorgt ervoor dat je met plezier kijkt, met plezier terugdenkt, en uiteindelijk dus als 24-jarige die animatiefilms er weer eens bij pakt.
En ik denk dat dit komt door drie dingen:
- Alle personages ondersteunen elkaar, in plaats van zonder reden ruzie te maken, of elkaar niet te vertrouwen, of naar elkaar te schreeuwen.
- Alles is mogelijk; voor alles is een uitvinding.
- Eten! Hoe geweldig zou het zijn als het taart, en pizza, en cake, en ijs regende? Hoe geweldig zou een wereld zijn waar je elk lekker eten meteen (gratis) overal kon krijgen?
Ik kan niet vaak genoeg zeggen hoe zeer ik het waardeer als een kinderfilm niet enorm cliché of stom doet of zoiets als vriendschappen, of liefde, of relaties.
De manier waarop de relatie tussen Flint en zijn vader is verwerkt is veel beter dan in de meeste kinderfilms. (En nog grappig en passend ook.) Zijn vader begrijpt hem niet, wil dat hij in de viszaak komt werken en leert te houden van vissen, en probeert elk probleem op te lossen door een vismetafoor te geven.
De manier waarop Flint en Sam bij elkaar komen, en vertellen dat ze de ander leuk vinden, is ook gewoon goed gedaan. Niet zoetsappig, niet stom, niet inhoudsloos. Nee, ze leren elkaar echt kennen, waarderen elkaars persoonlijkheid, en gaan samen vol goede moed elk avontuur aan.
En zo heb je er nog meer. (Denk aan de politieagent die koste wat kost zijn kinderen beschermd.)
En ook al is er conflict, ook al stuurt Flint een keertje Sam weg (en andersom), het heeft altijd een goede reden en wordt weer opgelost/bijgelegd op een goede manier. Uiteindelijk zijn ze zo van: “maar ik hou van je, en we zitten in de problemen, dus laten we samen op avontuur gaan en de stad redden”
En daar komt dat gevoel van “warmte” en “veiligheid” vandaan.
Met liefde gemaakt
Je merkt aan alles dat dit project met veel liefde is gemaakt.
De visuele kant is mooi, maar ook anders dan andere films. Personages hebben niet allemaal van die standaard “Disney”-gezichten, het voedsel en de machine worden mooi tot leven gebracht (in deel twee), de plekken waar ze in deel twee naartoe gaan zijn geweldig gemaakt. (Zoals de stad met al die bulten en scheve gebouwen, en natuurlijk het eiland met het levende voedsel.)
Alle karakters hebben ook echt een karakter, en zijn daarin consistent, en hebben hun rol of functie binnen het verhaal.
De humor is (grotendeels) gewoon heel leuk, intelligent, volwassen, goed verweven met het verhaal.
En dat alles gebaseerd op een absurd idee dat met ongelofelijk veel verbeelding is uitgewerkt.
Dat is wat animatiefilms kunnen en moeten zijn!
De minpunten
Natuurlijk is niet alles perfect. Deel 2 is duidelijk iets minder dan deel 1.
- De slechterik uit deel 2 is een “overduidelijke slechterik”, zo cliché als maar kan, totaal geen interessant persoon. En als dat expres is gedaan, is het niet uit de verf gekomen.
- Een heel aantal “voedselwoordgrappen” is niet geweldig. Daar hadden ze echt wel iets beters mee kunnen doen.
- Het hoofdlettertype van de film … wat dachten ze daar!? Past totaal niet bij de sfeer, het thema, het verhaal. Ziet eruit als iets dat ik zou kiezen op mijn tiende, voor een PowerPoint, voor een gehaast schoolproject.
- Waar deel 1 héél compact is, met altijd actie, alle verhaallijnen met elkaar verweven, alles is belangrijk en gaat dezelfde kant op … is deel 2 wat losser. Sommige dingen gaan echt nergens heen. Andere dingen gaan te lang door.
- Bovendien is deel 2 inconsistent. De hoofdboodschap is “het levende voedsel op het eiland is goed en wil gewoon leven en doet niemand kwaad” Hartstikke leuk, maar vervolgens gaan ze wel vissen (wat, zeg maar, ook dieren zijn), en ze blijven vlees eten, en dat soort dingen.
Maar goed, niks is perfect, zeker ook deze films niet.
Ik wilde ze gewoon uitlichten omdat ik ze uniek en goed vond vroeger … en nu nog steeds. Ze hebben een enorme verbeelding, een intelligente humor, een snel en kloppend plot, met personages die leuk samengaan en ook een eigen ontwikkeling hebben. Het is op veel manieren “volwassener” of “tijdlozer” dan veel andere (animatie)films.
En ze hebben mij geïnspireerd. Ze lieten zien dat je verhalen kunt schrijven over de gekste uitvindingen, ze lieten me dromen over werelden waar het heerlijk eten regende, of waar dat eten zelfs tot leven kwam!
En hoe ouder ik word, hoe meer ik merk dat die inspiratiefactor misschien wel het belangrijkste is waarop ik stukken kunst zou willen aanmerken. Want we kunnen altijd allemaal wel wat meer hoop, en goede moed, en mooie dromen gebuiken 🙂