Vorige week legde ik mezelf een uitdaging op: maak een spel in een week. Het hoeft niet goed. Het hoeft niet groots—liever niet zelfs. Maar na een week, in welke staat het spel ook is, gaat het online.
Ik heb me (grotendeels) aan die uitdaging gehouden. Het spel zelf is in een week afgekomen! (Het online zetten duurde nog een week, want ik moest screenshots maken, een trailer, de officiële pagina’s opzetten, bla bla.)
Het resultaat is A Recipe for Disaster!
Een spel voor 1-4 spelers (op hetzelfde apparaat) waarbij je samen een bakkerij probeert te runnen!
(Ja ja, het is coöperatief. En ja, ik heb speciaal een kort liedje geschreven voor de trailer en met een cartoony stem geprobeerd in te zingen. Vond ik leuk om te proberen. Met meer tijd dan een week had ik dit waarschijnlijk uitgebouwd tot een volwaardig nummer :p)
Je kunt het spelen met keyboard, controllers, of zelfs met touchscreen op je mobiel. (Maar niet op iPhones, want apple vraagt 100 euro per jaar voor het recht om dingen op een iPhone te mogen zetten. En dat ga ik niet betalen.)
Ik vind het een dermate groot succes, dat ik het al vrij snel “one week games” ben gaan noemen, en plannen maakte voor de volgende. (Die ook al bijna af is, dus.)
Ik moet wel zeggen dat ik hiermee een beetje in herhaling val. Na mijn “One Paper Games”, heb ik nu dus “One Week Games”.
Wat komt er nog meer? “One Page Novels”? “One Line Drawings”? “One Chord Songs”?
(Hey, dat is eigenlijk best een goed idee. Probeer een goed klinkend nummer te maken waarbij je alleen één akkoord, en de noten daaruit, mag gebruiken.)
De hele reden van deze challenge was omdat ik bergen aan ideeën heb, sommige al van meer dan 10 jaar geleden, die ik steeds niet uitwerk omdat ik ze te groot heb gemaakt. Dan wil ik dat het écht een geweldig, professioneel, succesvol spel wordt … dus ik word besluiteloos, verlies de motivatie, maak bergen aan “notities” en “future to-dos”, en krijg het nooit af.
En dat terwijl de ideeën vaak heel simpel zijn.
“Een bakkerijspel waarbij elke speler zijn eigen afgesloten gebiedje heeft, dus je moet wel dingen naar elkaar overgooien en samenwerken. Bovendien, als jij bijvoorbeeld een brood hebt gebakken, schiet het aan de andere kant uit de machine. Dus een andere speler moet het vervolg doen.”
Dat was alles. Mijn hoofd wil daar dan meteen een spel van 20 euro maken, met 100 levels, en allemaal special effects, dat prijzen wint en noem het maar op.
Maar dat is juist hartstikke slecht voor mijn ontwikkeling en productiviteit. Door dit spel klein en “betekenisloos” te houden, is het in een week verder gekomen dan bijna al mijn vorige spelprojecten, en veel leuker en makkelijker om te spelen ook!
Dus ik ga kijken of ik dit kan blijven doen, op z’n minst de komende paar weken, terwijl ik mezelf oplaadt voor de grotere projecten die ik doe.
(Zo komt het vervolg op mijn interactieve prentenboek Vierkante Ogre, genaamd Ronde Ogre, eraan. Maar het kostte anderhalve maand meer-dan-fulltime-werk om de helft van dat project te doen. Dat is veel. Dan heb je even een break nodig.)
Tot zover deze mededeling. Probeer het spel als je het leuk lijkt! Wij hadden thuis in ieder geval heel veel plezier (met groepen 2 en 4 spelers).