De Grishatrilogie is een testament aan het belang van grafisch ontwerpen en dat mensen wel degelijk een boek beoordelen aan diens kaft. De prachtige, unieke, strakke voorkanten van deze boeken zijn de enige reden dat deze boeken op mijn radar kwamen en de enige reden dat ik ze uiteindelijk heb opgepakt en gelezen.
Ik had geen idee waar het over ging. Het was blijkbaar een recente fantasytrilogie, zeer populair en succesvol, die—hoe kan het ook anders—binnenkort een Netflix adaptatie krijgt.
En wat vond ik ervan? Was de inhoud van hetzelfde niveau als de kaft? Was het mijn naïef geïnvesteerde tijd en aandacht waard?
Ja en nee.
Ik geef de trilogie 7 uit 10 sterren.
Deze recensie is spoilervrij tot aan de spoilergrens.
Wat is het idee?
We zijn in Ravka: een arme wereld, voor eeuwig in oorlog, hevig geïnspireerd door Rusland en Russische mythologie. Vrijwel iedereen moet naar het Eerste Leger om de eindeloze oorlogen uit te vechten. Maar een kleine populatie Grisha met speciale krachten vormt het Tweede Leger.
Onze hoofdpersone, Alina, is een onzichtbare wees. Ze is altijd smal en ziek geweest, heeft altijd in de schaduw van de knappe en kundige Mal gestaan, heeft geen speciale krachten, en altijd een vrij saai leven geleid.
Totdat ze de Onzee (of Schaduwvlakte) moet oversteken met haar legerregiment, omdat het de enige manier is om een ander deel van Ravka te bereiken. Deze duistere vlakte is het thuis van monsters genaamd Volcra die, je raadt het nooit, het regiment aanvallen.
En het moment dat Mal bijna wordt vermoord … dat is het moment dat Alina’s krachten ineens naar buiten komen.
Wat sprak me aan?
Zoals ik het hierboven beschrijf, lijkt de opzet één uit duizenden. Duistere vlakte. Zwakke hoofdpersoon die ineens krachten krijgt. Knappe jongen ernaast. Overal oorlog, iedereen is arm en onderdrukt, yada yada.
Maar in werkelijkheid weet het verhaal veel valstrikken te omzeilen. De meeste momenten waarop ik dacht “gaan we nou echt in die richting?”, was het alsof het boek me hoorde en de volgende scene antwoordde “nee nee, we gaan in deze hele andere richting!”
De vaag Russische invloeden zorgen voor een bijzondere wereld, met bijzondere termen en ideeën, die anders voelt dan andere fantasyverhalen.
De serie begint als een soort kopie van Harry Potter, met een “magische school” waar alle Grisha worden getraind, waar Alina ineens tussenkomt als “onwetend niet-magische persoon”. Dat is ook een ideale opzet voor dit soort boeken en brengt een geweldige jeugdige atmosfeer met zich mee. Tegelijkertijd weet het genoeg dingen aan te passen, genoeg subtiele veranderingen te maken, dat het nieuw voelde.
Ook kan ik het waarderen dat de boeken écht op een goed tempo zijn geschreven. Ondanks de vele gebeurtenissen en wereld die het wil opbouwen, blijven alle boeken op een consistente “snappy” lengte.
Er zit leuke humor in, een paar geweldig spannende scènes of onverwachte wendingen, en de schrijfster durft het heftig, bloederig of gemeen te maken.
Maar het meest interessante vond ik het idee van het Eerste Leger en Tweede Leger. Zoals altijd, heb ik ook het nawoord gelezen achterin elk boek, en daarin zegt de schrijfster hetzelfde: dat dit het eerste zaadje was waaruit de hele reeks ontstond.
Waarom is het interessant? Vrijwel alle verhalen hebben een overduidelijk “goed tegen kwaad”-idee. Het leger van de goeden tegen de monsters van de slechten. Maar in dit verhaal heb je twee legers die allebei aan dezelfde kant staan, maar niet hetzelfde zijn en niet perse hetzelfde willen. Een interessante opzet.
(Het nadeel hiervan is dat je tijdens het eerste boek een heel aantal hoofdstukken niet echt een doel of conflict hebt. Maar dat bedenk ik nu pas, als ik de recensie schrijf, en niet tijdens het lezen, dus zo erg is het niet.)
Wat vond ik minder?
De personages … ik kon er niet echt mee verbinden. Met uitzondering van Nikolai—toch wel een hoogtepuntje—zijn ze me ook nauwelijks bijgebleven.
Ze zijn niet slecht, maar ze spraken me ook niet aan, en ik heb honderden verhalen gelezen met betere personages en betere uitwerkingen.
Veel personages waren voorspelbaar, als ze al een karakter en ontwikkeling hadden. Stereotypes. Alsof de schrijfster slechts de vakjes wilde inkleuren.
Oh, personage X moet dit en dit kunnen? Prima, dat kan ze nu!
Oh, ik moet even een zielig verhaal hebben over hoe Grisha worden behandeld in andere landen? Prima, dat personage staat nu vast!
Je moet het zo zien: ik snap waarom anderen wild enthousiast zijn over deze verhalen, maar ik kan daar niet in meegaan.
De afloop van het verhaal, bijna tot in detail, zag ik al vanaf het begin aankomen. Enkele plot twists waren eerder zuchtmomenten.
Veel kansen werden niet benut. Want hoewel ik het idee van Eerste en Tweede leger hierboven prees, zoveel wordt er nou ook niet mee gedaan.
De slechterik is onmenselijk wreed … gewoon omdat het kan. Alina zoekt constant dezelfde soort ruzie met Mal … gewoon omdat het kan.
Het was het allemaal nét niet. Daardoor kon ik me nooit echt verbinden met een element van het verhaal, of het nou plot, personages, wereld, of iets anders was.
Het was zeldzaam dat ik meer dan eén hoofdstuk las elke dag (omdat ik zó benieuwd was naar het vervolg, of zó in het verhaal zat). Dat was goed voor mijn slaapritme, want meestal lees ik uit enthousiasme tot half 4 ’s nachts, maar is ook een duidelijk teken van mijn interesse.
Conclusie
Uiteindelijk krijgt de hele trilogie een 7, misschien een 7.5 op een goede dag.
Tja, dat is gemiddeld goed. Ik vond het prima om te lezen, er waren hele goede kanten, maar er waren teveel matige kanten om echt enthousiast te worden.
Ik zou de trilogie waarschijnlijk wel aanraden voor jongere leeftijden. (Ik ben zelf 24, maar ik heb het idee dat het de leeftijdscategorie 14-20 beter aanspreekt.) Het is méér Young Adult dan de meeste Young Adult boeken.
Als je op zoek bent naar iets wat lijkt op de bekende fantasyboeken, maar toch anders genoeg is (en lekker vlot wegleest), is het ook best een aanrader.
Maar het is niet zo geweldig en vernieuwend als ik had gehoopt. Ach ja, de voorkanten zijn nog steeds prachtig.
En ja, ik ga het vervolg (de Kraaienduologie) nog steeds lezen. Want ik hoop dat de potentie die in dit verhaal zat, die ik erin zag, daarin wél tot uiting kan komen.
En ik hou niet van reeksen onafgelezen laten, zeker niet als ik er al zoveel tijd in heb gestopt. (Wat tevens de reden is dat ik een kleine permanente frustratie voel jegens reeksen als Game of Thrones en Gentleman Bastards.)
Spoilergrens
Hieronder zal ik kort een paar dingen pakken die ik goed/slecht vond en beter analyseren waarom ik dat vond. Maar hiervoor gebruik ik natuurlijk spoilers!
Het idee van een routekaart
Deze is voor de schrijvers onder ons.
Veel schrijvers—mij incluis—hebben moeite om het midden van een boek interessant te houden. Je hebt een ineressant begin, je hebt een spannend einde waar je heen wilt, maar wat doe je in het midden? Hoe houd je de flow erin?
Deze trilogie laat een techniek zien waarvan ik de aarde steeds meer inzie: een routekaart.
Namelijk, al vrij snel wordt het idee geposteerd dat er versterkers zijn, in de vorm van mythische wezens die je zou moeten vinden en doden. Vanaf dat moment is er een duidelijke route uitgestippeld: we moeten die wezens vinden.
Bovendien kan je duidelijk vooruitgang zien: met elk wezen dat wordt gevonden, zijn de hoofdpersonages weer een stapje dichterbij! We komen dichter bij de climax!
Het is erg simpel, maar erg effectief. Een van de weinige vragen waarmee ik het boek ’s avonds weglegde was: “hoe gaan ze dat wezen vinden dat ze zoeken?” En elke keer als eentje werd gevonden, voelde dat alsof je samen met de hoofdpersonen iets had bereikt :p
Dat maakt het midden van zo’n verhaal gestroomlijnd, in plaats van een saaie trage chaos.
Nikolai
Hij tilde de reeks naar een hoger niveau. Waarom? Omdat hij een compleet en invloedrijk personage is.
Hij heeft een karakter. Hij heeft eigen wensen en doelen. Hij heeft een backstory die tijdens het verhaal op goede wijze wordt onthuld. Hij heeft een karakterontwikkeling (die niet cliché of geforceerd voelt).
Zijn optimistische instelling, zijn bedrijvigheid, zijn tips en voorbeelden over macht en leiderschap geven af op zijn omgeving. Personages die hem eerst haatten, worden langzaam zijn vriend.
Dit is nou zo’n persoon waarover je kan lezen in een verhaal, en dan zou willen dat je hem in je echte leven had. (Of droomt dat je hem zelf bent.)
Het is tevens iemand die je niet uit het verhaal kan halen of van karakter kan laten veranderen zonder de hele trilogie onmogelijk te maken. Dat geldt niet voor de meeste andere personages: haal ze weg, of draai ze ondersteboven, en er verandert weinig.
Voorspelbaarheid
Natúúrlijk was de Duisterling slecht. Natúúrlijk was iemand zijn moeder, of vader, of zoon, of wat dan ook. Het “we zijn stiekem familie!"-cliché begint me een beetje de neus uit te hangen.
Natúúrlijk gaan de goederikken winnen, en natúúrlijk gebeurt dit door een trucje, niet door gewoon een goed plan of directe confrontatie die ze winnen.
Natúúrlijk heeft Mal stiekem speciale krachten en is hij stiekem degene die Alina sterker maakt en alles mogelijk maakt. (En natúúrlijk gaat hij bijna dood, maar overleeft hij het dan toch op magische wijze, en komt er zonder klerscheuren vanaf!)
Stap voor stap, de belangrijkste momenten van het boek, waren al vanaf pagina 1 uit te tekenen. Dan kan je best wat variatie toeevoegen, of het ophangen aan een bijzondere wereld, maar dat maakt het niet veel beter.
Het hele idee van een verhaal is dat je wordt ondergedompeld in een wereld waarvan je wilt ontdekken hoe het werkt, hoe het afloopt, hoe de tegenslagen worden opgelost. Als je dat al van te voren weet, tja, dan is er weinig aan. Wat is dan het nut van het verhaal? Wat is het nut van het lezen?
(Natuurlijk heb je veel fantasyboeken die het omgekeerde doen: ze gooien je zonder pardon in een wereld met allemaal vage termen en onnavolgbare gebeurtenissen, waardoor je na honderd pagina’s compleet de draad kwijt bent. Dat is nog erger, want dan weet je niet eens wat je leest :p)
Matig uitgebouwde wereld
Wat weten we nou eigenlijk van de Grisha? Van Ravka? Van de Duisterling? Van de landen eromheen?
Bar weinig. Het grootste deel van het verhaal is vrij rechttoe rechtaan, we volgen Alina’s belevenis en de gedachten in haar hoofd, en we gaan van punt A naar punt B, precies zoals uitgestippeld was.
Die gedachten van Alina zijn overigens best goed geschreven. Ze heeft een strijd met zichzelf over het willen van macht, maar niet teveel macht. Onzekerheid over of ze wel leiding moet geven, maar tegelijkertijd de plicht om leiding te gaan geven aan de overgebleven Grisha.
En een verhaal met minimale worldbuilding is natuurlijk niet persé slecht. Uiteindelijk moeten andere elementen (zoals plot, personages, thema’s, schrijfstijl) een boek vooral dragen.
Maar het idee van een fantasy is toch dat de wereld eromheen van groot belang is. (Eindeloze gedachtes in de hoofden van mentaal gestoorde personen laat ik liever in de zogenaamde “hoogstaande literatuur” die ik op de middelbare school moest lezen.) Dat is het grote voordeel van het genre, de grote aantrekkingskracht die ik (en vele anderen) voelen.
Als ik nu het volgende deel zou lezen—de duologie van de Kraaien—is het niet zozeer “teruggaan naar de wereld van de Grisha”, maar gewoon “hé, weer een boek dat soms het woord Grisha noemt”