Header / Cover Image for 'Spellenschool: een wilde theorie'
Header / Cover Image for 'Spellenschool: een wilde theorie'

Spellenschool: een wilde theorie

Ik ben al mijn hele leven zwaar ontevreden over ons onderwijssysteem. Voor mij was het twintig jaar afzien, van binnen elke dag een klein beetje sterven, tot je aan het einde met zekerheid wist: ja, dit was zinloos.

Als ik om me heen kijk, zie ik dat ik niet de enige ben. Leerlingen hebben nooit “zin” in huiswerk, of een vak, of een project. Ze zijn vermoeid, gestresst, geïrriteerd vanwege de hoge druk van school (en de lage opbrengst). En als ze dan hun diploma hebben … komen ze erachter dat ze helemaal niks nuttigs hebben geleerd en eigenlijk nog helemaal aan het begin staan van hun leven!

Ik denk oprecht dat veel “pubergedrag” alleen maar voortkomt uit de druk en zinloosheid van het verplichte onderwijssysteem. Als je iemand dwingt om elke dag keihard te werken voor iets waar diegene niks voor terugkrijgt en geen interesse in heeft, juist op het moment dat diegene zich het meeste moet ontwikkelen en interesseren voor andere dingen, wat verwacht je dan voor gedrag?

En dat vind ik een schande. Hoe kunnen we niet alleen toestaan, maar zelfs verplichten en aanbevelen, dat elke volgende generatie onderworpen wordt aan zo’n systeem?

Zodoende denk ik al jarenlang non-stop na over beter onderwijs. En met elk spel dat ik ontwerp—computerspel of bordspel—weet ik zekerder: spellen zouden in de toekomst bijna al het onderwijs kunnen overnemen.

In dit artikel wil ik kort uitleggen hoe ik een “spellenschool” voor me zou zien en vooral waarom het wel of niet zou werken. Hopelijk, als ik er vaak genoeg over praat, kan ik langzaam mensen overtuigen dat onderwijs (en iedereens jeugd) een stuk beter kan met behulp van spellen.

Waarom hebben we dit systeem?

Het doel van onderwijs

Het doel van onderwijs is natuurlijk mensen dingen leren.

Specifiek wordt ons onderwijssysteem goedgepraat met de uitleg dat het kinderen voorbereid op de toekomst en hun deelname aan de samenleving.

En dat is goed! Natuurlijk willen we kinderen zo goed mogelijk voorbereiden en een zo groot mogelijke kans geven in deze wereld!

Maar je hoeft niet heel kritisch te kijken om te beseffen dat zeker niet alles in ons onderwijs dit doel voor ogen heeft.

Taalvaardigheid? Essentieel. Als je niet kunt communiceren, niet lezen en schrijven, kan je niet deelnemen aan de samenleving of nieuwe informatie tot je nemen.

Alle hoofdsteden van de wereld uit je hoofd leren? Een zin kunnen ontleden in specifieke functies en woordsoorten? Die ga ik scharen onder “minder essentieel”.

Rekenen? Essentieel. Het opent wederom alle andere deuren in je leven, van omgaan met geld, tot problemen oplossen, tot de klok aflezen.

Willekeurige parabolen kunnen integreren? Wederom, niet zo essentieel.

Voordat je denkt dat ik gewoon niet zo’n fan ben van wiskunde: ik ben officieel een Wiskundig Ingenieur. En ik zou iedereen aanraden om 90% van wiskunde compleet te negeren, omdat je het echt écht nooit nodig gaat hebben.

Een groot deel van de stof is simpelweg niet nodig. Het heeft geen praktisch nut. Het zijn feitjes die je makkelijk kan opzoeken (als je ze al nodig hebt), getalletjes of formules die je in elk naslagwerk kunt bekijken, en anders toch meteen vergeet.

Systemen

Nee, hetgeen dat essentieel is, dat bijblijft en je daadwerkelijk helpt, is het leren van algemene, complexe systemen.

Verbale communicatie is een enorm complex systeem van regeltjes, intuïtie, context, woorden met meerdere betekenissen, dat ook nog eens constant een beetje veranderd. (Jaren geleden bestond een woord als Googlen niet eens, nu gebruikt iedereen het.)

Als je dat leert, als je jezelf vloeiend verstaanbaar kan maken en andermans teksten kan lezen, ben je daadwerkelijk voorbereid op je toekomst. Onderwijs heeft haar doel behaald.

Datzelfde geldt voor rekenen of “cijfervaardigheid”. Voor omgaan met geld, het leren van een specifieke vaardigheid als een muziekinstrument spelen of een sport beoefenen, of zoiets als programmeren (dat steeds belangrijker wordt).

Dit zijn geen feitjes. Dit is geen harde kennis, geen concrete details, geen dingen die je ergens snel zou kunnen opzoeken.

Dáár hoort school over te gaan. Dat zijn de belangrijkste vaardigheden die je opdoet.

Hoe kunnen we die systemen aanleren?

De grote vraag is dus: hoe maken we een onderwijssysteem dat zo goed mogelijk de belangrijkste complexe systemen in onze samenleving aanleert?

(Hierbij gebruik ik “systeem” voor alle grote samenhangende vakgebieden bestaande uit vele regeltjes en factoren. Dus het leren van een vaardigheid als grafisch ontwerpen, bijvoorbeeld, is óók het leren van een “systeem”.)

Antwoord 1: geef ze motivatie

De eerste deelvraag: wat is “goed”? Wanneer wordt iets “goed genoeg” aangeleerd?

Vroeger zou ik hebben gezegd dat het efficiënt moet zijn. Inmiddels heb ik geleerd dat er iets belangrijkers is dat alles overtreft: motivatie.

Je kunt de allerbeste pianist ter wereld zijn … maar als je geen motivatie hebt om te spelen, dan speel je niet. (Of heel erg slecht.)

Op dezelfde manier heb je veel mensen die eigen projecten opzetten, zoals het maken van hun eigen computerspel. Die mensen kopen de beste spullen, verkrijgen het duurste diploma, en dwingen zichzelf om elke dag achter hun bureau te zitten. Tot het moment dat ze erachter komen dat je nog steeds motivatie nodig hebt om iets te doen, hoe goed je ook bent. (En in veel gevallen, jammer genoeg, het na deze desillusie enkele maanden later opgeven.)

Een goed onderwijssysteem zou diens studenten dus enthousiast moeten maken over wat ze doen. Ze zouden altijd met plezier, met passie, met interesse bezig moeten zijn.

Waarom mensen leren

Oftewel, het moet inhaken op de innerlijke drive die ieder mens bezit. Wij zijn namelijk:

  • Ontdekkers
  • Probleemoplossers
  • En strevers

Iedereen bezit de wil om te ontdekken, problemen op te lossen, en zodoende te streven naar groei en ontwikkeling.

Het is ergens heel knap dat ons onderwijssysteem dat compleet weet te onderdrukken en weg te vagen. Want hoe meer ik bezig ben met mijn projecten, hoe meer ik de waarheid van bovenstaande ontdek.

Voorbeeld: Naïvigatie

Ik heb ooit een bordspel gemaakt genaamd Naïvigatie.

(Je kan het gratis spelen, maar ik ben bezig met een grote update, dus misschien even wachten. Want er zijn nog wat ruwe randjes aan het ontwerp.)

In dit spel zitten alle spelers samen in dezelfde auto en proberen deze, zonder te communiceren, op tijd naar de finish te rijden.

Toen ik het uitlegde, en mensen het met enige tegenzin met mij speelden (want ik was jarig 😉 ), stond iedereen klaar om het spel te haten.

Aan het einde had iedereen superveel plezier en bleven we nog lang doorkletsen.

Dit is wat er gebeurde:

  • Ontdekken: aan het begin van het spel, liggen er nog geen tegels op tafel en is je route (of “kaart”) dus nog onbekend. Iedereen vond het leuk als zij de nieuwe tegels mochten leggen in een ronde en begon druk te discussieren in welke richting we verder moesten rijden.
  • Probleemoplossen: richting het einde werd duidelijk dat we nog hoogstens drie rondes hadden om binnen te komen. Wat doet één van de spelers? Hij pakt een leeg blaadje en begint alle mogelijkheden uit te tekenen en druk na te denken hoe we het in hemelsnaam nog gingen halen!
  • Groeien: na het spel, toen we nét hadden verloren, was er een lange discussie over wat we de volgende keer béter zouden kunnen doen.

Dit is geen uitzondering. Ik merk, keer op keer, dat mensen automatisch deze drie drijfveren bezitten. En dat het juiste spel, de juiste regels, deze naar buiten brengen. En ze hebben nog plezier ook! Het voelt niet als werk!

Antwoord 2: geef ze systemen

Het klinkt overduidelijk. Als je iemand een complex systeem van regeltjes en kennis wilt aanleren, geef je ze heel veel systemen om mee te spelen.

Toch ziet het onderwijsssyteem dat totáál niet.

Ze pogen iemand te leren hoe je goed schrijft, zonder daadwerkelijk heel veel te schrijven. Nee nee, je moet het boek lezen, een paar huiswerkopgaven maken, en dan een voldoende scoren op de toets. Dat zal vast genoeg zijn!

Ze pogen mensen een idee te geven van complexe sociaaleconomische problemen, in ons land of derdewereldlanden, door ze een documentaire te laten kijken en wederom stoffige teksten te lezen in het boek.

Dit zijn systemen. Een ervaren (en goede) schrijver heeft in diens hoofd duizenden beetjes informatie, ervaring, intuïtie, die tijdens het schrijfproces samenkomen om de perfecte zinnen op papier te krijgen. Dit systeem zit in zijn hoofd door het proces van jarenlang proberen boeken te schrijven en elke keer iets nieuws leren.

En welk medium kan veruit het beste een systeem overbrengen? Precies: spellen.

Een spel is namelijk een systeem. Een spel is een situatie, een model van de werkelijkheid, waarin je volgens specifieke regels een probleem moet oplossen.

Het populaire stedenbouwspel SimCity. Je moet een stad bouwen … op beperkte grond, met beperkte financiën, terwijl mensen allerlei behoeftes hebben. (En hun behoefte doen, wat je dan weer moet oplossen met een goede riolering.) Het modelleert op simpele wijze het algemene idee van een stad bouwen en inrichten.

Natuurlijk, na het spelen van zo’n spel ga je niet de baan van architect kunnen oppakken. Maar dat kan je ook niet als je van school afkomt, of een diploma hebt.

Wat je wél hebt, na honderden uren in zo’n spel, is een heel goed idee van hoe dit systeem in de werkelijkheid werkt. Je hebt in een “veilige omgeving” het systeem kunnen ervaren, ertegenaan kunnen schoppen, allerlei unieke situaties meegemaakt, geëxperimenteerd.

(Wat gebeurt er als ik het anders inricht? Wat als ik het winkelcentrum aan die andere kant plaatst? Wat als ik alles terugbeng naar één hoofdweg? Kan ik wegkomen met minder brandweerkazernes?)

Is het eindeloos spelen van spellen dan genoeg?

Zoals ik net al aanstipte: nee, natuurlijk niet.

Kennis die berust op feitjes, concrete zaken, exacte dingen die je kunt nazoeken—dat past allemaal véél beter in boekvorm.

Realistische kennis, die dus niet de versimpelde weergave van spellen volgt, kan je het beste opdoen in de echte wereld (of door een mentor te hebben die je begeleidt).

Maar dit zijn slechts de randjes van wat het betekent om iets te kunnen.

Een muzikant die alle akkoorden uit zijn hoofd kent, maar niet kan spelen of toepassen, is waardeloos.

Een muzikant die ervaring heeft en op gevoel prachtig kan spelen is een goede muzikant. Als diegene ook nog kennis heeft van muziektheorie, opnametechnieken, etcetera gaat het van goed naar professioneel.

En laat school nou net de plek zijn die de basis moet leggen. (Het heet niet voor niets de basisschool :p) Het moet de systemen aanleren, niet de randjes die je naar professioneel niveau brengen.

En ja, daarvoor is het spelen van allerlei diverse spellen geweldig.

Maakt het dan niet uit welke spellen?

Ja en nee. Het maakt niet uit wat je speelt, zolang het maar veel verschillende spellen zijn.

Het is zoals de bekende uitspraak over boeken: het maakt niet uit wat je leest, zolang je maar blijft lezen. (Met de aanname dat je boeken niet twee keer leest, en elk nieuw boek dus echt nieuw al zijn.)

“Slechte” spellen leren je ook iets. (“Mwah, ik vond dat spel X het beter deed, bij dit spel kloppen regels Y en Z niet echt, het voelt gewoon onlogisch.”)

Spellen die erg lijken op dingen die je al hebt gespeeld, leren je ook iets. (Namelijk dat je dit dus al begrijpt en er veel over hebt geleerd.)

Natuurlijk zijn er spellen die je niks leren dat (in de verste verte) toepasbaar is in de echte wereld. Maar alle spellen leren je iets over systemen in het algemeen, wat je nog altijd directer voorbereid op je toekomst dan het huidige onderwijs.

Voorbeeld: Vierkante Ogre

Onlangs maakte ik een interactief prentenboek + computerspel genaamde Vierkante Ogre.

Deze bestaat uit puzzels met één simpel doel: breng de Ogre, in X zetten, naar de uitgang. Maar natuurlijk komen er met regelmaat nieuwe regels: vakjes die afbreken, deuren die open moeten, trampolines, etcetera.

Als ik mensen dit spel liet testen, vonden ze aan het begin de oplossing vaak “toevallig” of door “trial and error”.

Maar al snel gingen ze nadenken: “wat is de enige manier om bij de uitgang te komen?” of “als ik naar links ga, kan ik logischerwijs nooit meer in 5 beurten terugkomen, dus ik moet wel naar rechts hier”

Richting het einde van het spel hadden ze geleerd om logisch te denken, om stappen vooruit te denken, om eliminatie te gebruiken om de mogelijkheden te verminderen.

Dit is nergens “uitgelegd”. Het is niet opgelegd, of gedwongen, of beoordeeld met een cijfer. Het gebeurde automatisch door de interactie met het systeem. Een vrijwillige interactie, omdat het leuk is om steeds nieuwe regels te ontdekken en problemen op te lossen.

(Velen vonden de eerste paar levels van elke wereld, waarin een heel nieuw element werd gepresenteerd, misschien wel de leukste.)

En het allermooiste? Bij de laatste levels hebben ze gewoon tientallen regels en vakjes en trucjes in hun hoofd zitten, waardoor ze met relatief gemak extreem moeilijke puzzels konden oplossen.

Dát is het automatische leerproces dat je krijgt bij spellen.

Eén van de regels die je later leert is om te tellen hoe ver de Ogre kan kijken. Als dit twee beurten op rij hetzelfde is, verlies je een leven. Als het minstens twee verschilt, krijg je een leven. Wat is het resultaat hiervan? Spelers leren automatisch het concept van “het is goed voor je ogen om ze afwisseling te geven” en krijgen die gewoonte. Een zeer wijze levensles, verpakt in een leuk puzzelspel.

Dus wat is je voorstel?

Alles wat het waard is om te leren (op school), kan geleerd met een spel.

Als je een onderwerp niet interessant kan maken, niet kan verbinden met de praktijk of een realistisch systeem, tja … waarom moeten kinderen het dan in hemelsnaam leren?

Spellen maken is lastig. Dus misschien bestaat het perfecte spel (voor een bepaald vak of onderwerp) nog niet. Het zal nog even duren voordat men hier beter in wordt en een groter aanbod beschikbaar komt.

Maar zelfs tot die tijd, zie ik geen enkel probleem met simpelweg veel spellen spelen. Computerspellen, bordspellen, probeer van alles, en probeer er ook echt goed in te worden.

Een simpel puzzelspel kan iemand logisch denken aanleren. Een strategisch spel leert iemand hoe je een stad inricht, of een bedrijf leidt, of de juiste keuzes maakt als je weinig geld hebt en allerlei dingen die geregeld moeten worden. Sociale bordspellen kunnen zelfs sociale vaardigheden en algemene kennis aanleren, iets dat men nu vaak uit verhalen of films haalt.

Dat is al veel meer dan ons huidige onderwijssysteem ooit voor iemand heeft gedaan.

En daarom denk ik dat spellenscholen de toekomst zijn. Het grote voordeel van school is namelijk dat je met veel leeftijdsgenoten samenkomt om hetzelfde te leren, dus je kunt bordspellen doen, sociale spellen, coöperatieve dingen. Het andere voordeel is dat je een docent hebt die je in de juiste richting kan wijzen: probeer eens dit spel, oh hou nog even vol want over een paar levels wordt dit spel héél leuk, lees anders eens dit boek ls je het onderwerp interessant vindt.

Combineer dit met een medium dat de juiste dingen op de juiste manier aanleert, en je hebt de heilige graal in handen.

Veelgestelde vragen

Maar, “educatieve spellen” bestaan al?

Alle goede spellen zijn educatief, want ze leren je iets.

Als men “educatief spel” zegt, of zoiets als “spelenderwijs leren”, dan heeft men doorgaans een slecht spelelement zomaar op het huidige curriculum geplakt.

Een spel leert je al iets.

Als je dit té ver doorvoert, en het spel 100% in het teken laat staan van bepaalde boodschappen overbrengen, wordt het spel vaak slechter, wat betekent dat juist niemand het wil spelen en de boodschappen slecht worden overdgedragen.

Het hele idee van spellen wordt tenietgedaan.

Laat ik het zo zeggen: als ik in mijn puzzelspel elk level een nieuw “feitje” had laten zien (over je ogen, bijvoorbeeld), en je een wereld alleen kon halen door aan het einde twintig vragen over die feitjes te beantwoorden, hoeveel mensen zouden het dan spelen? Hoeveel zouden de wereld überhaupt (willen) uitspelen? Hoeveel hiervan zou écht blijven hangen en de speler nuttige kennis opleveren?

We moeten niet meer feitjes en opgelegde (specifieke/exacte) kennis in de hoofden van jongeren stampen. We moeten juist de diepere kennis, de complexe praktische systemen, aanleren. En vooral zorgen dat mensen dit willen leren, omdat ze er iets mee kunnen. Omdat het direct waarde heeft in hun leven, al is het maar in eerste instantie voor entertainment.

Goh, wat een wilde dingen die je daar allemaal zegt

Helemaal niet. Mensen weten dit.

Als ik een bordspel wil spelen, gaan mensen liever het spel spelen of een filmpje opzoeken, dan de spelregels helemaal lezen. En terecht. Regels lezen is compleet inadequaat voor leren hoe je een spel speelt, en vooral hoe je een spel goed speelt.

Pas ná de eerste paar potjes heeft iedereen de regels erin zitten en bouwt men een intuïtie op voor goede strategieën en slimme keuzes. Dat kan je niet versnellen door jezelf (of anderen) te dwingen eerst de hele regels te lezen en in hun hoofd te prenten.

Als je op voetbal gaat, neemt men niet na een week een toets af, en als je en onvoldoende scoort, moet je naar een lager elftal. Nee, men begrijpt dat je beter wordt door elke week meermaals te trainen en wedstrijden te spelen. Pas als je jaren op voetbal zit, verwacht men dat je iets kan, en dat heeft dan niks te maken met “talent” of “aangeboren intelligentie” of dat je heel veel filmpjes hebt gekeken van andere goede voetballers. (Of boeken hebt gelezen over voetbal :p)

Laat ik het bij mezelf houden

Of neem mij als voorbeeld. Ik kan websites ontwerpen, spellen programmeren, schrijven, grafisch ontwerpen, prentenboeken maken, vele muziekinstrumenten bespelen … en helemaal niks daarvan heb ik geleerd op school.

Helemaal niks daarvan heb ik geleerd uit een boek, of een cursus, of door (YouTube) instructievideos te kijken.

Je leert het door het te doen. Door interactie te hebben met de vaardigheid, het systeem. Soms via een spel, soms in de werkelijkheid: zo heb ik vele gefaalde websites gelanceerd, geld verspild, per ongeluk snaren van een gitaar kapot gemaakt.

Het belangrijkste is eigenlijk: je kunt alles (beter) leren, als je van alles een spel maakt.

En daarmee komen we terug bij de originele drijfveer van mensen. Waarom we leren. Waarom we spellen spelen, verhalen vertellen.

Ik daag mezelf constant uit om iets nieuws te ontdekken, creatieve problemen op te lossen, en met experimenten en probeersels altijd te groeien. De buitenwereld ziet mij—al mijn hele levan lang—alleen maar gefaalde projecten maken, spelletjes maken en spelen, dingen beginnen die uiteindelijk nergens heen leiden. Maar het is wat mij elke ochtend uit bed krijgt. En het is tevens de reden dat ik in korte tijd in vele verschillende vaardigheden toch behoorlijk goed ben geworden, ondanks de 20 jaar die ik moest weggooien vanwege school.

Inspiratie

Zoals ik al zei: ik denk al heel lang na over dit soort dingen. (Ik heb er ook al vaker over geschreven de afgelopen jaren.)

Ik schrijf dit artikel nu omdat ik er vandaag achter kwam dat ik niet de enige ben!

Legendarische game developer Jonathan Blow plaatste een talk op zijn kanaal over precies dit onderwerp. Ik deel erg veel van zijn ideeën, en ben waarschijnlijk veel minder goed in deze uitleggen, dus kijk vooral die video als het je interesseert: Talk: Video Games and the Future of Education