Header / Cover Image for 'Boekrecensie: Trilogie van de Zieners (Robin Hobb)'
Header / Cover Image for 'Boekrecensie: Trilogie van de Zieners (Robin Hobb)'

Boekrecensie: Trilogie van de Zieners (Robin Hobb)

Al jarenlang zie ik de Trilogie van de Zieners (ook wel Farseer Trilogy in het Engels) voorbijkomen op elk forum waar men fantasyboeken aanbeveelt.

Om onverklaarbare reden dacht ik steeds dat het hele oude boeken waren, inclusief de aanname dat het van die langzame dikke boeken waren. Met zo’n proloog die eindeloos veel namen en feitjes opnoemt, maar nooit met het echte verhaal lijkt te willen beginnen.

(Het Lord of the Rings-syndroom. Ik vind LotR echt wel interessante elementen hebben, maar die boeken zijn niet doorhéén te komen.)

Pas toen ik daadwerkelijk opzocht waar de boeken over gingen, kwam ik erachter dat het eerste deel noch oud, noch dik was, en eigenlijk best een interessante opzet had. Dus toen besloot ik eindelijk de sprong te wagen.

Wat is mijn eindoordeel? Ik geef de boeken een 8 uit 10, maar voor de verandering is dit cijfer juist omlaag gegaan hoe langer ik las en hoe dichter ik bij het einde kwam.

★★★★★★★★☆☆

Het eerste deel van deze recensie is spoilervrij. Daarna moet ik enkele dingen onthullen, maar dat zal ik duidelijk aangeven.

Wat is het idee?

Fitz, de hoofdpersoon, wordt op zijn zesde afgeleverd bij de burcht van de koning. Hij zou een bastaard zijn van de toekomstige prins Chivalry. Vanwege zijn onmiskenbare gelijkenis, wordt hij opgenomen in de familie.

Ze weten niet wat ze met hem moeten, waardoor hij een tijdje slaapt in de stal en wordt verzorgd door de stalmeester Burrich, totdat de koning hem opmerkt.

Hij sluit een deal: hij zal Fitz eten en drinken geven, onderdak, een kamer die een prins waardig is … in ruil voor zijn onverzettelijke loyaliteit.

Hij leidt hem op tot zijn koninklijke sluipmoordenaar. (In het geheim, vanzelfsprekend. De persoon die hem opleidt heet Chade en is een bastaardbroer van de koning zelf, hoewel niemand weet dat hij überhaupt bestaat en in het kasteel woont.)

Vanaf dat moment volgen we het leven van Fitz, terwijl het land steeds meer en heftiger wordt aangevallen door de Red Raiders, en de koninklijke familie (de Farseers) hiermee om proberen te gaan.

Het is een verhaal over een jongen die opgroeit, die volwassen wordt, een “man” wordt. Iemand die heen en weer wordt getrokken tussen een simpel leven, trouwen met zijn liefde en ergens in een hutje wonen, en zijn loyaliteit aan de koning en de verantwoordelijkheid die daarbij komt kijken. Dat allemaal terwijl iemand stiekem probeert de troon te stelen …

Daarnaast is het een verhaal over een mysterieuze tegenstander en mysterieuze krachten, terwijl iedereen probeert om iets te vinden waarmee ze hun leven kunnen redden. Waarom vallen de Red Raiders hen aan? Waarom lijken ze alleen geïnteresseerd in dingen verwoesten? Dit is al eens eerder gebeurd, en toen kwamen de Elderlings ons redden … maar wie zijn dat en waar zijn ze nu?

Dat is de beste samenvatting die ik heb, zonder iets weg te geven. Hopelijk klinkt het interessant, want dat is het ook, hoewel de eerste paar hoofdstukken van het boek voor jou nu weinig nieuws zullen bevatten.

In het kort

De opzet van de trilogie is sterk en bijzonder. Een onechte prinsenzoon die wordt opgeleid door de koning tot zijn persoonlijke sluipmoordenaar, vol vragen over zijn herkomst en krachten en wat er allemaal aan de hand is, dat kan alleen maar leuk worden.

De schrijfstijl gedurende de hele trilogie is van een exceptioneel hoog niveau. Iets dat ervoor zorgt dat zelfs de meest simpele scenes een interessante beschrijving krijgen, of je laten nadenken (of lachen). Ik kan niet echt voorbeelden aanwijzen van specifieke zinnen die ik mooi vond: het was eerder het algemene, consistente niveau van het schrijven dat indruk op me maakte.

Het voelde niet als andere fantasyverhalen en ik kon bijna nooit voorspellen wat er ging gebeuren.

(Van de dingen die ik wél vaker had gezien, kwam ik er later achter dat ze naar alle waarschijnlijkheid juist gestolen zijn van dit boek. Deze trilogie was blijkbaar één van de eerste grote reeksen van de moderne fantasy. Een andere grote serie waarvan hopelijk snel het vierde boek verschijnt, Gentleman Bastards, schijnt hierdoor te zijn geïnspireerd.)

De “magie” in het boek is het soort dat ik persoonlijk het meest interessant vindt: niet oppermachtig, niet voor iedereen, niet duidelijk in haar regels. De wereld zelf is realistisch en lijkt veel op de onze, de magie die selecte personages bezitten is slechts de slagroom op de taart.

Het boek heeft erg veel aandacht voor de emoties van de hoofdpersoon en belangrijke bijfiguren, hun innerlijke gedachtes en ontwikkeling. Daardoor zijn er soms lange stukken waarin eigenlijk “niks gebeurt”, en mist het boek veel van de grote actiescènes die (epische) fantasy vaak kent. Dit maakt het verhaal vaak traag, op het punt dat je jezelf een beetje moet aanzetten om nog verder te lezen, maar er was nét genoeg actie dat ik nooit verveeld was.

Tevens zijn er enkele delen in het boek, enkele beslissingen en terugkerende elementen, die ik onbegrijpelijk of simpelweg dom vond. Het voelde meer alsof het nodig was om de rest van het verhaal op te zetten, want als je die elementen op zichzelf zou bekijken, wordt het allemaal erg ongeloofwaardig.

Enerzijds voelt het alsof ik té lang in de wereld heb gezeten en de boeken korter konden. Anderzijds is er juist bijzonder weinig verteld over de wereld en had ik veel meer willen weten. Iets dat de schrijfster zelf ook besefte, want hierna heeft ze nog een stuk of vijf trilogieën geschreven die allemaal in dezelfde wereld plaatsvinden. En die ik waarschijnlijk een keer ga lezen, want ik vond haar goed schrijven en wil dus meer weten.

Het eerste boek is nagenoeg perfect. Het is de juiste lengte, alles wordt netjes geopend en afgesloten, er is een ontwikkeling maar ook een opening naar een groter verhaal. Dat boek had ik misschien een 10 gegeven, het waardeloze einde niet meegerekend. Pas bij het tweede boek komen er consistent gaten, gaat het nét wat te langzaam, staan ze te veel stil. Bij het derde boek lijkt de schrijfster ineens te besluiten dat ze een reisdagboek schrijft, introduceert ze allerlei andere elementen en gaat het me wat langzaam.

Om een beeld te geven:

  • Het eerste boek heeft 150,000 woorden, iets meer dan een fantasy novel doorgaans heeft.
  • Het tweede heeft 250,000 woorden.
  • Het derde heeft 340,000 woorden. (Ik zie echt niet waar al die woorden voor nodig waren, het had korter en krachtiger gekund, terwijl het einde dan weer redelijk afgeraffeld overkwam.)

(Een totaal dat, ironisch genoeg, hoger uitkomt dan Lord of the Rings met z’n 470,000 woorden.)

Misschien is dit wel de beste samenvatting: puur omdat iets realistisch is en zeer geleidelijk opbouwt, betekent nog niet dat het allemaal even interessant is om te lezen en goed is voor een (fantasy)verhaal.

Dat is mijn grote schrijftip uit deze recensie. Want het is een fout die ik zelf vroeger nog vaak maakte. Dan was ik héél netjes langzaam een conflict aan het opbouwen, inclusief hele realistische beschrijving van hoe het eruit zag, wat karakters zouden denken en doen … om vervolgens na 40,000 woorden nog helemaal niks interessants te laten gebeuren.

Een verhaal moet niet een perfecte navertelling zijn van gebeurtenissen. Het moet de “meest interessante inkijk” of “meest interessante versie” van die gebeurtenissen zijn.

Vandaar uiteindelijk de 8 uit 10.

Wil je meer details? Lees dan gerust verder. Maar pas op! Wie (de rest van) dit artikel trotseert, heeft spoilers geleerd!

Belangrijke opmerkingen

Ik heb de hele trilogie in het Engels gelezen. Sorry, maar soms kan ik de Nederlandse vertaling gewoon niet serieus nemen. Prince Regal klinkt zóveel beter dan Prins Regaal. De Skill en de Wit klinken veel interessanter dan het Vermogen en de Wijsheid. En King Shrewd was een perfecte naam, daar hoeft niet Koning Vlijm de Listige van te worden gemaakt, nee dank je. Vandaar dat ik alles in het Engels benoem.

Ik heb er zo’n twee maanden over gedaan. Dat is vrij snel, heb ik het idee. Daardoor zijn er vast subtiele details die ik niet helemaal heb begrepen of deels heb gemist. (Maar zoals ik nog meerdere keren zal benadrukken: het was dan ook op sommige punten een erg traag verhaal.)

Ik begon het boek dus met de opmerkingen van anderen in mijn hoofd. Met name de opmerking dat “deze trilogie je laat huilen” en dat het “het beste is dat ik ooit heb gelezen” Daardoor verwachtte ik het hele boek al dat mijn lievelingspersonages dood zouden gaan, waren mijn verwachtingen misschien té hoog, en kon ik hier en daar al vaag voorspellen in welke richting het ging. En ja, dan zijn enkele plot twists en eindes niet meer zo impactvol.

Dat is natuurlijk niet helemaal eerlijk tegenover de boeken, dus ik doe mijn best om deze subjectiviteit uit de recensie te houden.

Personages

Dit boek is heel erg karaktergeörienteerd. Het feit dat het hele land in gevaar is en links en rechts mensen sterven, voelt als een bijzaak. Een vervelend vliegje dat soms even langs zoemt.

Oh, iemand noemt dat er wéér een stad is gevallen aan de Red Raiders? Jammer zeg … maar we zitten hier met een depressieve koningin, dat is belangrijker. Oh, enkele leden van onze burcht zijn (bijna) vermoord? Tja, we denken te weten wie het is, maar we durven geen actie te ondernemen … dus vertel me nog eens van je gevoelens over dat meisje.

Uiteindelijk volg je vooral de (emotionele) ontwikkeling van de hoofdpersoon en de mensen die het dichtste bij hem staan. Dus als ik hieronder mijn gedachten over de hoofdpersonages opschrijf, deel ik direct mijn gedachten over het hele verhaal.

FitzChivalry

Het hele boek volg je de gebeurtenissen vanuit Fitz. Hierdoor leer je hem heel goed kennen en maak je zijn hele tocht naar “volwassenheid” mee, wat ik mooi vond. Tegelijkertijd wil je ook soms je hand door het papier duwen en hem bij zijn nekvel grijpen omdat hij zulke domme dingen doet, keer op keer.

Het idee van de “flawed hero” vond ik enerzijds een pluspunt van de reeks. Het was mooi en realistisch geschreven, iets dat zeker niet makkelijk is. Probeer maar eens als schrijver in het hoofd van een tienerjongetje te gaan zitten met allerlei gedachtes over loyaliteit en toekomst en liefde en wat nog meer.

Anderzijds was het ook behoorlijk inconsistent. Hoewel het personage Fitz altijd hetzelfde voelde, waren zijn acties radicaal anders. In het eerste boek blijkt hij een behoorlijk goede assassin te zijn. Zijn eerste taken volbrengt hij met gemak, met zelfverzekerdheid, zonder problemen. Hij zegt tussen de regels door dat hij nog véél meer van dit soort moorden heeft gepleegd voor de koning, maar ze simpelweg niet allemaal opsomt in het boek.

Maar daarna wordt hij plots compleet incompetent. Hij kan niks meer goed doen, weigert te luisteren, doet en zegt precies de verkeerde dingen. Voor een trilogie met het woord “Assassin” in alle titels … wordt er bijzonder weinig ge-assassint en is Fitz behoorlijk slecht in wat hij doet. Ik had dat heel grappig gevonden, als het daadwerkelijk was uitgespeeld als een grap.

Nu verwachtte ik na deel 1 dat Fitz zou moeten “leren leven” met zijn klachten (na de bijna-vergiftiging), terwijl zijn werk als sluipmoordenaar natuurlijk gewoon doorging. Dat leek me interessant én daar leek het even op af te stevenen. Maar … al vrij snel in boek twee herpakt hij zich, herstelt zo goed als volledig, en besluit vanaf dat moment gewoon al zijn vaardigheden te laten vallen en iets héél anders te worden. (Een soort humeurige puber die belachelijk goed kan vechten als soldaat op een schip, maar verder niks meer kan.)

Hierdoor had ik een tijd lang dat ik eigenlijk niks meer voelde bij het personage Fitz, want het was zo raar en inconsistent, en hij voelde vooral heel zeurderig en zeikerig. Jammer, want de kwaliteit van dit hele verhaal staat of valt bij Fitz.

Burrich

Een geweldig personage. Iemand die Fitz daadwerkelijk dingen “leert” en als vaderfiguur over hem heenkijkt, maar tegelijkertijd zijn eigen achtergrond heeft, later in het verhaal Fitz steeds meer loslaat en zijn eigen keuzes laat maken, en uiteindelijk een wel heel bijzondere rol vervult bij het einde. (Zorgen voor Molly, de grote jeugdliefde van Fitz die zijn zoon heeft gebaard … en dan trouwen met Molly.)

Ondanks zijn humeur, ondanks dat hij soms streng was of zichzelf laplazarus dronk om dingen te vergeten, was hij een enorm goed personage met een positieve invloed op het hele verhaal. Toen hij in deel één dood leek te gaan, kwam dat bij mij binnen. Ik gaf eigenlijk meer om hem dan om Fitz.

(Overigens ook een mooie keuze om Fitz nooit zijn vader te laten kennen. Hij is een soort geestfiguur, iemand waarover je altijd maar dingen hoort, die dan ineens op mysterieuze wijze overlijdt en alle antwoorden niet meer kan geven. Vaak tijdens het boek wilde ik zó graag dat Chivalry nog even leefde en gewoon die vraagjes kon beantwoorden.)

Prince Verity

Ook een geweldig personage. Vanaf het allereerste hoofdstuk zet de schrijfster hem subtiel neer als de meest vriendelijke, open, leuke prins van de drie. Dat zorgt ervoor dat de latere gebeurtenissen, de loyaliteit en liefde van Fitz voor zijn prins, ook echt bij mij binnenkwamen. (Ik moet die eerste hoofdstukken nog eens teruglezen, want het is knap hoe ze dat heeft gedaan.)

Maar ja, met de manier waarop links en rechts koninklijke personages stierven, had ik al niet verwacht dat hij zou overleven. Het was zielig, de laatste scène waarin hij iedereen verlaat, maar ik had eigenlijk al niet verwacht dat hij zo lang zou overleven :p (Natuurlijk “overleeft” hij in zekere zin wel … maar ook weer niet. Je hebt toch liever iemand als de persoon die hij was dan als draak die niets kan zeggen en alleen maar kan vechten.)

Zijn gevecht met de Red Raiders, puur door zijn enorme Skill-kracht te gebruiken, was mooi. Hoe het hem langzaam afpeigert, hoe hij ondanks dat alles toch het juiste wil doen, hoe het volk het niet waardeert (want ze “zien” het niet). Had misschien zelfs meer in gezeten. Uiteindelijk vind ik hem een tragischer personage dan Fitz, en dat zegt wat, gezien Fitz het er behoorlijk van langs krijgt.

The Fool

Ik weet niet wat ik van hem vond. Het is vrij makkelijk om iemand de hele tijd raadsels te laten opnoemen (die dan uiteindelijk uitkomen ergens later in de trilogie). De irritatie van Fitz tegenover de Fool vond ik vooral … saai en vervelend om doorheen te lezen. Ik vond het wel leuk toen ze meer gingen samenwerken, toen we iets meer over de Fool te weten kwamen. Maar het kwam nogal laat en zelfs toen bleef het onnodige langzaam en vaag.

Uiteindelijk had hij wel een goede plek binnen het geheel en enkele mooie momenten met Fitz. Maar écht geweldig vond ik hem ook niet.

Molly

Eigenlijk komen we over haar weinig te weten. Terwijl ze vaak de aanleiding is tot de belangrijkste gebeurtenissen in het verhaal. Fitz denkt constant aan haar, de angst dat haar iets overkomt zorgt dat hij juist van haar weg blijft óf overtrokken reageert als hij een bedreiging ziet, het gaat maar door.

Ik vond het mooi hoe ze van “Nosebleed” (toen Fitz jong was en simpel met haar speelde) naar de uiteindelijke Molly ging. Je ziet dat ze een sterk karakter heeft, hard werkt en dingen oplost, maar tegelijkertijd vanuit haar liefde voor Fitz bereid is om te wachten op hem en plaats te maken voor hem.

Je wilt echt dat zij en Fitz samenkomen, maar tegelijkertijd zie je hun problemen en begin je soms te twijfelen of het niet beter is als ze een andere weg gaan. (Als ik in haar positie had gezeten, had ik Fitz waarschijnlijk al véél eerder aan de kant geschoven.)

Haar achtergrond komt vaak terug in haar keuzes en het opbloeien van haar relatie met Burrich gebeurt ook op een geleidelijke, mooie manier. Dus ik denk ook niet dat we veel meer over haar hadden moeten weten—haar invulling in het verhaal was perfect zo.

Queen Kettricken

Ook een prima personage, hoewel ze tijdens boek twee nogal lang in een depressieve modus blijft hangen. Ze wordt juist gepresenteerd als een rebels en actief persoon, iemand die zelf dingen oppakt en bijna alles zelf kan doen. Waarom zou ze dan na één of twee pogingen al de moed opgeven en maar de hele dag binnen gaan zitten? (En dan vervolgens zo achterlijk zijn om met Regal te gaan rijden en bijna dood te gaan.)

Haar weg was mooi. Die van koningsdochter die haar toekomstige man haat, tot van hem houden, tot eindelijk doordringen dat hij de Elderlings moet zoeken, en dan op het allerlaatste moment hem vinden en nog even samen kunnen zijn.

Ik vind het vooral jammer dat we deze weg veel vanaf de buitenkant meemaakten. Een groot deel van het plot overkwam Kettricken gewoon en pas richting het einde van boek 3 heb ik het idee dat ik haar een beetje ken.

Lady Patience

Kijk, zij is dus héél belangrijk en veelvoorkomend in boek 1 en 2. Maar in boek 3, als Fitz de hele tijd op reis is en weg van Buckkeep, komt ze alleen sporadisch terug in gedachten. Wat ze doet in het thuisland—met het opzetten van haar eigen legertje, het verdedigen van de kust, etcetera—was hartstikke gaaf en een leuke afwisseling.

Alleen jammer dat we slechts in een stuk of tien korte fragmenten hierover iets te horen krijgen. Het personage van Lady Patience, dat toch ook een behoorlijke geschiedenis heeft (met haar man die dus vreemd ging en Fitz kreeg, haar “liefde” met Burrich, …) verdwijnt eigenlijk volledig van het toneel.

Beetje jammer, had meer in gezeten. Wel leuk dat ze aan het einde nog weer terugkwam om Kettricken te omhelzen en verwelkomen. (En haar manier van Verity de Draak aanspreken alsof hij een stout kind was, was ook wel grappig.)

King Shrewd

Een bijzonder personage. Aan het begin komt hij over als de sterke, machtige, rechtvaardige koning. Hij heeft snelle hersenen en veel inspraak, hij krijgt wat hij wil, maar is tegen Fitz ook aardig en vriendelijk als het kan. De “bargain” die hij sluit met Fitz was een interessante, vooral elke keer als ze er na een paar jaar weer op terugkwamen.

Dat zijn gezondheid achteruit gaat, dat die sterke koning steeds meer naar binnen verdwijnt, was een pijnlijke weg om te bewandelen. Je zag de onmacht bij Fitz en de Fool, de pijn dat het hiernaartoe ging.

Maar daar schuurt het ook: waarom doet niemand iets? Er is overduidelijk iets aan de hand, die “healer” van hem is overduidelijk op Regals hand, er zit geen verbetering in zijn ziekte. Weer laten ze Regal eigenlijk vrijuit, openlijk, zonder problemen de koning van het land langzaam vermoorden. Dat frustreerde me vooral en zorgde dat ik soms even geen zin had om door te lezen. Want ik weet waar het heen gaat, en ik weet dat niemand—om onverklaarbare redenen—daar iets aan gaat doen.

Daardoor kwam zijn dood ook minder hard binnen. Zeker nu Verity weg was, voelde het toch al alsof de groep geen enkele macht meer had binnen het kasteel. Het was sterker geweest als men uit alle macht had geprobeerd de koning te genezen, als men iets had geprobeerd tegen Regal, en dat hij dan vlák voordat ze hem het hardst nodig hebben … in een heroïsch moment afscheid neemt.

Maarja … zoals ik later nog een keer benadruk, de schrijfster lijkt vooral geïnteresseerd in tragedie en gebrokenheid, en dan past dit personage perfect.

De “fantasy”

Eigenlijk bestaat de “fantasy” van dit verhaal maar uit twee bronnen: de Skill en de Wit. Alle andere magische elementen in de wereld, alle bijzondere plekken, worden hier vrij direct uit afgeleid.

De Skill is het vermogen om anderen te bereiken in gedachten. Zo kan je berichten aan elkaar doorgeven over lange afstanden, of meekijken door de ogen van iemand anders. Een hele interessante kracht, maar het beste vond ik dat het heel selectief én trainbaar was. Dat is altijd leuker dan iemand die het gewoon … heeft en meteen perfect kan gebruiken. Nee, het feit dat kennis over de Skill zeldzaam is en geleerd moet worden, heeft uiteindelijk een gigantische invloed op het verhaal.

(Ook het feit dat het in je hoofd gebeurt is belangrijk. Prince Verity is het hele tweede boek met de Skill de tegenstander in verwarring aan het brengen. Maar, omdat niemand dat ziet en het niet te bewijzen is, denkt het volk dat hij niks aan het doen is en in zijn toren schuilt. Iemand is ongelofelijk krachtig in een bepaalde magie … en dat werkt juist tegen hem. Weer iets nieuws.)

De Wit is een connectie met alle levende wezens om je heen. Alsof je verbonden bent met het “spinnenweb” waar al het levende aanhangt—volgens het boek zelf. Middels deze connectie kan je bonden met een dier en zodoende gedachtes uitwisselen en samen sterker staan. Ook dit is selectief: het is vrij zeldzaam als je het hebt. En als dat zo is, wordt er op je neergekeken omdat het een “vuile” soort magie zou zijn.

Deze vond ik misschien wel de betere vondst van de twee. De “bonding” levert veel emotionele momenten op, zoals bij het sterven van de eerste puppy waarmee Fitz een band heeft, maar ook veel bijzondere momenten waarop ze elkaar helpen en redden. Het gevaar dat je “verandert in het beest zelf” houdt een constante spanning gedurende de eerste twee boeken. (Hoewel dit gevaar later dus compleet overtrokken blijkt.)

Ik kan geen ander verhaal bedenken dat ook maar lijkt op dit idee. Uiteindelijk zit je tijdens het boek enorm vaak middenin een “gesprek” tussen Fitz en zijn wolf, iets dat normaal begint te voelen, maar ook als een gemis als het even weg is. Dat het uiteindelijk zelfs een rol speelt bij de laatste onthullingen was … leuk, maar niet zo speciaal of bijzonder goed uitgewerkt.

Al met al, vond ik deze combinatie van magische elementen een hele interessante, spannende, vernieuwende tandem om een fantasyreeks mee voort te drijven.

Wat ik het mooist vond

Schrijfstijl

Hoewel statistieken laten zien dat Robin Hobb op het langere eind van het spectrum zit (qua lengte van zinnen, paragrafen en hoofdstukken), vond ik het erg makkelijk weglezen. Dikwijls vond ze een mooie manier om iets uit te drukken, of juist een hele grappige of interessante zin om een situatie mee te beginnen. Dit deed ze zonder af te leiden van het verhaal, zonder dat je het idee hebt dat de schrijfster zichzelf en haar vocabulaire aan het ophemelen is, wat allemaal pluspunten zijn.

Ik kan oprecht zeggen dat het lezen van deze trilogie mijn eigen schrijfwerk naar een hoger niveau heeft getild. Bij de laatste roman die ik schreef kwamen er soms ineens hele mooie zinnen uit mijn vingers, iets wat daarvoor echt minder vaak gebeurde.

Intelligente vraagstukken (en resoluties)

De meeste grote vraagstukken in het boek werden netjes afgerond, op een manier die logisch en begrijpelijk was, maar niet voorspelbaar. Dat is fijn en bevredigend. Het betekent dat het uitlezen van de trilogie niet voor niets is geweest.

Eén van de momenten waarop mijn interesse zeker werd gewekt, was bij de eerste “Forging”. Toen de Red Raiders de stad Forge overvielen en het vreemde ultimatum stelden: “Of je betaalt ons geld, of we geven de gevangenen netjes aan jullie terug”

Later bleek natuurlijk dat ze iets deden met de gevangen (ze werden geForged) waardoor ze alle menselijkheid en levendigheid verloren. En dus was het pijnlijker om ze terug te krijgen, dan om ze te laten gaan en te herinneren.

Dat is interessant. De hele trilogie was ik zoekende naar het antwoord, naar de reden dat de Red Raiders geen motief leken te hebben, maar ook hoe dat Forging gebeurde. Zo’n interessant vraagstuk maakt het makkelijker om door te lezen op de momenten dat het saai en traag wordt.

Op dezelfde manier zorgde elke vermelding van de Elderlings voor interesse. Wie zijn ze toch? Waar zijn ze heen? Waarom weet niemand iets van ze?

De manier waarop deze vraagstukken uiteindelijk werden opgelost stond me persoonlijk wel aan. Ja, het was nogal gehaast, een beetje “handwavy” na zóveel opbouw. Maar de antwoorden klopten met de rest van het verhaal. Ze klopten met de behandelde thema’s, en verklaarden alles, zonder dat ik ver vantevoren kon gokken wat het antwoord was. Daar gaat het uiteindelijk om.

Het opgroeien van een jongen

Ik kan niet herinneren ooit eerder een (fantasy)boek te hebben gelezen waarbij je zoveel jaar van de hoofdpersoon meemaakt. Je begint met Fitz op z’n zesde en je eindigt wanneer hij al een aantal jaar volwassen is. Ondertussen maak je alles mee dat je zou verwachten: opgroeien, ontwikkelen, onzekerheid, z’n plaats vinden in de wereld, niet weten wat hij wil of moet doen.

Ik vond dit mooi om mee te maken. Het zorgt ervoor dat ik, bij het neerleggen van het boek na de laatste bladzijde, toch het idee had dat er een “vriend” (in de vorm van Fitz) weg was. Ook worden thema’s als verantwoordelijkheid, volwassenheid en “mannelijkheid” regelmatig opgeworpen op een manier die mij aan het denken zette.

Denk aan het moment dat Fitz zich verslagen voelt, bij de pakken neer gaat zitten en overal terneergeslagen op reageert. Totdat Burrich tot hem doordringt dat, als hij wil dat het meisje van zijn dromen hem ziet staan, hij zich zal moeten gedragen als een man. Dat hij voor zijn gezondheid zal moeten zorgen, zich zal moeten ontwikkelen, en dat soort dingen. Dat verklaart ook mijn liefde voor het personage Burrich.

Dat betekent niet dat ik Fitz een geweldige held vond. Hij is juist een held met enorm veel gebreken, die de hele trilogie lang de verkeerde keuzes maakt, niet weet wat hij wil, en almaar zeurt. Sterker nog, het ging vaak zó ver dat ik het idee had dat de schrijfster ons klaarstoomde voor een overstap naar de dark side. Waarom zou ze anders de held zo onaangenaam en stom maken?

Maar het feit dat hij niet perfect was, en dat je zijn hele reis mag meemaken, is vooral een groot pluspunt.

Wat ik het vervelendst vond

Traag begin

Aan het begin van het eerste boek zit een stukje waarin je vooral het leven van Fitz volgt in zijn eerste weken (maanden?) in de stallen van de koning. Hoewel dit een goed beeld schetst van de situatie (zijn persoonlijkheid, zijn gedachten, de stalmeester) … duurt het ietwat lang voordat het verhaal eigenlijk begint. (Fitz sluit de deal en begint z’n opleiding tot assassin.)

Ik denk dat het beter was om deze “situatieschets” meer te verweven met de rest van het verhaal, in plaats van het grotendeels aan het begin te plaatsen en pas daarna de spanning op te zetten. Maar dat weet ik niet zeker, want het huidige begin was ook best sterk en vertelde veel informatie op een organische manier. Dus dit is een klein minpuntje.

(Overigens is het algemene tempo van deze trilogie dus aan de (zeer) trage kant, dus misschien moest ik daar even inkomen.)

Mijn problemen met boek 3

Wat me wél enorm stoorde, was de “disconnect” tussen boek 2 en boek 3. Boek 3 is ongelofelijk lang, terwijl je vrijwel het hele boek met Fitz op reis bent naar dezelfde plek, en ineens wordt zijn vorige leven vergeten en draait het verhaal bijna alleen om nieuwe personages en nieuwe thema’s. Ik snap niet helemaal waarom de schrijfster hiervoor heeft gekozen.

Ze bouwt op een prachtige manier een groep personages op … maar vergeet ze dan bijna allemaal om nieuwe personages de belangrijkste taken te laten uitvoeren op het einde. De eerste twee boeken zie je eigenlijk bijna niks van de wereld (de Six Duchies), en dan in boek 3 zie je het ineens allemaal achter elkaar door. Het voelt alsof het verhaal wilde compenseren voor de eerste twee boeken. Maar het was beter geweest om de trilogie consistent te houden.

(Bijvoorbeeld, zonder Kettle was men niet eens in de búúrt gekomen van een overwinning en het ontwaken van de draak. Maar ze wordt pas halverwege boek 3 geïntroduceerd en er zijn geen hints naar haar personage of invloed eerder in het verhaal. Op diezelfde manier wordt Starling erg belangrijk, zelfs tot in de epiloog, maar zij verschijnt óók pas halverwege boek 3.)

Ik had vrij veel moeite met boek 3. Ik wilde perse weten hoe het afliep, ik wilde antwoorden op vragen. Zodoende vond ik het vooral stom dat ik daarvoor door ellenlange beschrijvingen van landschappen en terugkerende gedachten moest waden. Het was niet zo slecht dat ik stopte, er waren best hele interessante gebeurtenissen en ontwikkelingen, maar het viel verder nogal tegen.

Ook de grote hoeveelheid montages waarin Fitz weer “terug op krachten komt” had iets minder mogen zijn. Hoewel ik begrijp dat je hem niet in één klap beter kan laten zijn (na een zware verwonding), en dat deze aanslagen op zijn lichaam juist een belangrijk thema zijn in het boek, is het na de zoveelste keer ook niet interessant om te lezen. Ja, prima, hij eet langzaam weer beter, begint weer te lopen, begint oefeningen te doen, wordt weer sterker, bla bla … hij is weer genezen! Dat had in één paragraaf gekund, had een hoop woorden gescheeld.

Dom, dom, dom

Daarnaast begrijp ik niet waarom niemand Prince Regal aanpakte na het eerste boek. (Hij had de toekomstige koning van de Mountain Kingdom vermoord, vlak voordat diens zus met zijn broer zou trouwen, en in het proces geprobeerd Fitz te vermoorden én schuld in de schoenen te schuiven.)

Mondjesmaat werden wel argumenten gegeven, zoals dat je hem juist zou aanmoedigen met een zware straf, je kon hem beter negeren. Maar dat is véél te weinig. Het was behoorlijk ongeloofwaardig dat Regal nog volle rechten had op alles, vrijuit kon rondlopen, geen extra bewaking of spionnen kreeg, wat dan ook. Op die manier kon ik alleen constant denken: “tja, als je zo dom bent, roep je het ook over jezelf af. Dan moet je stoppen met zeuren.”

Wat natuurlijk niet bevorderlijk is voor mijn inleving in het verhaal.

Ik weet dat ik niet de enige ben. Online zeggen velen de boeken na het eerste deel te hebben weggelegd vanwege de complete inactie van iedereens kant. Sommige probeerden deel twee nog door te komen, hopend op een goede resolutie, maar in dat boek is er nog steeds niemand die Regal wil aanpakken.

Het symboliseert het grotere probleem van de boeken: mensen doen te weinig en er gebeurt te weinig.

Spoilers

Het is mooi dat de schrijfster al die jaren héél consistent nieuwe trilogieën heeft geschreven. (Beter dan al die fantasyschrijvers die tien jaar doen over hun volgende boek en weigeren een deadline te geven. Looking at you, George R R Martin en Scott Lynch.)

Het is wel jammer dat daarmee delen van het verhaal voor mij juist worden afgezwakt. Ik vond het mooi en gedurfd om de hoofdpersoon te laten eindigen zonder de liefde van zijn leven. Inclusief de beslissing dat niemand uit zijn “vorige leven” nog mocht weten dat hij eigenlijk leefde en had geholpen om de rechtmatige koning terug te laten keren. Er zaten mooie gedachtes bij, mooie gevoelens, een sterk einde.

Maar ja, dan zie je dat er een nieuwe trilogie is verschenen genaamd The Fitz and the Fool (dus ik wist al dat ze beiden zouden overleven), waarin hij zich voordoet als iemand anders en gewoon lekker alsnog naar de liefde van z’n leven gaat om te trouwen.

Ik ben dan iemand die denkt: houd voet bij stuk, verpest een mooi einde niet. Maar ik moet die andere trilogie nog lezen, dus misschien verander ik van gedachten.

Opmerking: eerder noemde ik al dat ik méér van die wereld had willen weten, dat ik meer kansen zag. In de wetenschap dat al die andere trilogieën bestaan, heb ik dat minpunt maar uit deze recensie gelaten. Want zover ik kan zien, zijn er dus nog miljoenen woorden over die wereld en alle gemiste kansen, en was deze trilogie eigenlijk pas het “eerste hoofdstuk” uit het veel grotere verhaal.

Conclusie

Dat is het dus. Een zeer langzame trilogie waarin nauwelijks iets gebeurd, maar dat vooral de ontwikkeling van enkele personages (over lange tijd) volgt. Een fantasy met veel originele en onverwachte elementen, een goede hoeveelheid samenhang en consistentie, en bijzondere thema’s.

Uiteindelijk kan ik alleen maar zeggen: het is niet voor iedereen.

Als je vooral houdt van karakters, is dit de heilige graal.

Als je vooral houdt van actie, van een snel plot, van een wereld vol fantasy in alle hoeken … kan je beter iets anders proberen.

De trilogie lijkt een meer depressieve, gebroken blik te preferen over een hoopvolle en optimistische toon. Het gevoel van “leegte” na het lezen van zo’n trilogie vind ik zelf ook vervelend, daarom wissel ik het altijd af met schrijvers/verhalen waarvan ik weet dat ze vrolijker zijn, anders lees ik mezelf nog een depressie in.

Dit wordt ook gekenmerkt door het stukje uit een “dagboek” aan het begin van elk hoofdstuk. Deze wordt geschreven door Fitz, als hij ouder is, en keer op keer komt hij over als een bittere oude man die overal klaar mee is.

Als je de recensies op dit blog bekijkt, zie je ook dat ik vrij consistent wissel tussen epic fantasy, _jongerenromans _en iets ertussenin (laten we het Young Adult Fantasy noemen).

Maar persoonlijk geef ik het boek 8 uit 10 sterren. En ga ik over een halfjaartje de volgende trilogie van Robin Hobb lezen, want haar schrijfstijl en haar algemene ideeën over fantasy … die staan me wel aan.