Header / Cover Image for 'Een dagje toverland'
Header / Cover Image for 'Een dagje toverland'

Een dagje toverland

Een half jaar geleden schreef ik een artikel over mijn bezoek aan de efteling (Een dagje Efteling). Gek genoeg is deze pagina uitgegroeid tot één van mijn meestbezochte pagina’s, dus voel ik mij verplicht ook iets te schrijven over mijn bezoek aan Toverland (08 September 2019).

Het oude toverland

De laatste keer dat ik in Toverland kwam was met mijn opa en oma, nu al tien jaar geleden. Het park bestond uit de twee grote hallen, een pleintje, Troy en de Booster Bikes. Ik weet nog dat het park heel groot en “ruim” leek, maar achteraf gezien kwam dat omdat het simpelweg grote open ruimtes waren zonder veel decoratie of invulling.

(Ik herinner me nog goed dat ik hierover een gesprek had met mijn moeder, waarin we natuurlijk de vergelijking maakten met de Efteling. Dat park is véél groter, maar alles voelt dichter op elkaar, omdat elk pad helemaal wordt omsloten door van alles en nog wat.)

De Booster Bikes waren de grens van het park. Daarachter was niets meer dan een eindeloos grasveld. Toch was het een heel leuk dagje Toverland. Ik vroeg mij later vaak af waarom we niet vaker daarnaartoe gingen, maar steeds naar de Efteling, hoewel ik nu besef dat het park in die jaren behoorlijk klein was.

(“Kom jongens! We gaan naar Toverland!” “Huh? Hebben ze daar leuke achtbanen?” “Ze … eh … hebben één geweldige achtbaan!” “Pff, saai.” “Maar … maar … het is wel de langste, snelste en hoogste van de Benelux?” “Oh dan gaan we wel zes uur achter elkaar in die ene achtbaan. Let’s go!”)

Het nieuwe toverland

Nou, dat was veranderd.

Het park was meer dan verdubbeld qua grootte. Ze hadden zelfs de hele ingang verplaatst, en waar de Booster Bikes eerst de absolute grens aangaven, waren ze nu ongeveer het centrum van het park.

We gingen op een nietszeggende dag zonder spectaculair weer, dus het was allesbehalve druk. Als je de Efteling gewend bent, leek het wel alsof we per ongeluk na sluitingstijd nog in het park ronddwaalden.

Bij de meeste attracties moesten we zo’n 15-20 minuten wachten. Op zich is dat niet erg, maar het is wel verbazingwekkend als het zo rustig is. Als het écht druk is, hoe lang moet je dan wel niet wachten?! (Daarover later meer.)

Gedurende de dag kregen we een donkerbruin vermoeden waarom het zo langzaam ging: elke attractie reed slechts op één treintje. Bij de Efteling worden overal zo veel mogelijk treinen ingezet en zorgt een arsenaal aan medewerkers dat het allemaal heel vlot verloopt. Bij Toverland vonden ze één trein voldoende en was alles heel … relaxed.

Soms zat er maar één iemand in een karretje, soms waren bepaalde karretjes helemaal leeg. In de Efteling werden die meteen volgepropt met “Single Riders”.

Soms stonden mensen zo verspreid tegen pilaren te leunen dat de rij niet helemaal duidelijk was. We hebben waarschijnlijk wel een keer onbedoeld voorgedrongen, en een paar anderen zijn ons vast ook voorgedrongen.

Nu denk je waarschijnlijk: misschien hebben ze maar één trein overal? Nee nee. Ik heb het opgezocht! De meeste attracties hebben mogelijkheid tot twee treintjes! Maar het zal wel niet druk genoeg zijn geweest.

En anders denk je nu: wat maakt het uit? Het is maar twintig minuutjes wachten! Nou, daar stip je toch even een belangrijk punt aan.

Wachtrijen

Ik snap niet waarom pretparken wachtrijen zo saai maken. Je hebt niks te doen. Je hebt niks bijzonders om naar te kijken.

Hoe moeilijk is het om een paar simpele spellen neer te zetten? Toestellen waar je iets mee kan? Misschien zo’n paal waarmee je over afstand dingen kan zeggen tegen elkaar, en daarmee door de rij heen kunt communiceren?

De Efteling heeft vaak nog goed versierde wachtrijen, hoewel dat na de eerste keer ook weinig goedmaakt.

Bij Toverland proberen ze het wel … maar het lukt nog niet echt. Ik introduceer hieronder: de wachtrij van de Fenix!

Toverland zwart.jpg
Toverland zwart.jpg

Oh, je ziet niets? DAT PROBLEEM HADDEN WIJ OOK. De wachtrij is zo donker dat we de hele tijd tegen hekjes, paaltjes en muren aanliepen. Uiteindelijk wist iemand net op tijd een bord te ontdekken dat de rij deed splitsen: links als je op de linkervleugel wil zetten, rechts voor de rechtervleugel. Vervolgens neem je nog een paar trappen waarop iedereen van boven de veertig zijn benen zou breken, en voila, je staat op het grote station dat wél goed is verlicht!

(Ik zie op Twitter dat meer mensen dat probleem hadden bij de opening van de Fenix. Sindsdien zouden er meer lampen zijn geplaatst, zoals te zien op sommige goed verlichte foto’s, maar bij ons zullen ze die wel weer hebben weggehaald?)

Daarnaast is het erg “generiek” aangekleed. Ze pretenderen een verhaal te vertellen, maar daar is weinig van te volgen, en eigenlijk zoef je gewoon door de wachtrij heen.

(Wederom, als die wachtrij op een drukke dag helemaal vol staat … dan wordt je dagje Toverland denk ik een enkeltje Fenix.)

Op diezelfde manier heeft de wachtrij van Troy, de Booster Bikes, Dwervelwind, etc. nauwelijks iets om het lijf. Als er al versiering is, is dat alleen bij het station en erg minimaal.

Op zich is dat oké … ware het niet dat Toverland zelf claimt dat “mensen tegenwoordig een verhaal willen”. Misschien komt dat nog met toekomstige attracties, want nu is er niet bijzonder veel van te merken.

De attracties

Maar hoe zit het met de attracties zelf?

Gelukkig zijn die dik in orde 🙂

De Fenix was gaaf, Dwervelwind was verrassend goed, Booster Bikes blijven leuk, en de Troy bezorgt je nog steeds hoofdpijn en ploppende oren.

(Waarom ze bij de Troy in vredesnaam geautomatiseerde bagagebakken hadden, was ons een raadsel. In plaats van op een knop te drukken om de bakken te openen/sluiten, zouden medewerkers ook gewoon één stap kunnen zetten om een klep open/dicht te doen. Of ze zouden de klep in z’n geheel kunnen weglaten, want het station is toch overdekt. Ach ja, Toverland zal zo zijn prioriteiten hebben.)

De wildwaterbaan had mijn hele tas nat gemaakt, want ik was zo dom om de tas in het midden te leggen (zoals je bij de Piranha in de Efteling kan doen), maar bij deze attractie stroomt het water juist door gleuven door het midden van de boot. Ikzelf werd totaal niet nat van Djengu River.

De boomstamattractie, daarentegen, maakte me zeiknat. (Waarom deze attractie Expedition Zork bleek te heten is mij een raadsel.)

Toverland heeft wat meer bijzondere attracties, wat ik altijd kan waarderen. Denk aan Troy (toen hij werd geplaatst een groot risico, nu nog steeds een recordhouder), denk aan de Booster Bikes (toen hij werd geplaatst de eerste motorfietsachtbaan ter wereld).

Daarvoor kom je naar een park. Niet voor de zoveelste identieke attractie.

De Efteling kan misschien een geweldig gethematiseerde ervaring geven, hun attracties vallen vaak toch tegen. Onlangs bouwden ze Symbolica, maar eigenlijk voelt dat alsof ze nogmaals willen profiteren van hun greatest hits (Fata Morgana en de Droomvlucht). Hartstikke mooi, maar uiteindelijk niet vernieuwend of interessant. En nu hebben ze Max & Moritz aangekondigd … wat ook gewoon standaard duellerende achtbanen lijken te zijn.

Ik hoop dat Toverland dit doorzet. Ik hoop dat hun volgende attractie of themagebied weer compleet vernieuwend is, met attracties die je echt nergens anders in Nederland gaat vinden, attracties die weer records houden of de eerste in hun soort zijn. Ze kunnen het risico nu zeker nemen, hoewel ik net las dat ze nog niet zoveel bezoekers binnenhaalden als ze hoopten.

Misschien heeft dat iets te maken met het prijskaartje …

De toegangsprijs

Een kaartje Toverland kost €33 euro. Is het park dat waard? Nee, ik denk het niet.

Wij hadden allemaal korting en betaalden €26,50. Is het park dat waard? Ja, ik denk dat dat een eerlijke prijs is.

Als je kijkt naar de hoeveelheid kortingsacties en manieren die Toverland verzint om de prijs omlaag te krijgen, zien ze zelf volgens mij ook het probleem.

Je kunt in één dag het hele park twee keer doorkruisen. Natuurlijk kun je niet letterlijk alle attracties doen, maar de attracties die je interesseren kun je zeker minstens twee keer doen. Mijn vader zei al: “dit is geen park waarvoor je in een hotel blijft slapen om de volgende dag weer te gaan”

Waar heeft dit mee te maken? Enerzijds met grootte: het is gewoon een kleiner park, alles staat dichter op elkaar (daarover later meer), het is nog minder ontwikkeld.

Anderzijds heeft het te maken met ervaringen. De Efteling is haast meer een ervaring dan een attractiepark. Je waant je in een andere wereld, je zou uren kunnen rondlopen door de natuur en de schattige huisjes, en als je naar huis gaat voelt het alsof je een wereld achterlaat. Datzelfde zei ik in mijn artikel (“Een dagje efteling”). Dat is zelfs te merken aan hoe ik dat vorige artikel schreef: als een soort avontuur, op chronologische volgorde, tot het moment dat je het huis van de Zeven Zintuigen achterlaat.

Toverland is dat (nog) niet. Ze willen het wel, en ze doen moeite, maar ze zijn er nog niet. Een van mijn gezinsleden zei ook iets soortgelijks: “wat is Toverland toch eigenlijk een raar park”. Het voelt nog niet als een samensmeltend geheel: er is een beetje focus op attracties, een beetje op thema, een beetje op speeltoestellen, maar uiteindelijk voelt het soms nog als een samengeraapt zooitje.

Althans, zo voelt het voor de “grote kinderen” :p Voor de kleintjes denk ik dat de speelhallen binnen en het toverthema hartstikke indrukwekkend zijn. Maar als je ook de volwassenen wilt aantrekken met grote achtbanen, moet je de ervaring ook voor hen upgraden.

Misschien is dat het juiste woord, upgraden ….

Op een kluitje

Toen ik er even over nadacht, realiseerde ik dat Efteling werkelijk alles uitvergroot, terwijl in Toverland alles op een kluitje staat en juist probeert zo min mogelijk ruimte in te nemen.

Het een is niet per se beter dan het ander.

Ik vond het heel fijn dat alles snel te belopen was. Dit gesprek vond meerdere malen plaats:

“Ik wil in attractie X!”

“Huh, waar is die dan?”

“We staan er recht voor.”

Hierdoor kun je het hele park dus twee keer doen op een dag. Hierdoor gaan attracties allemaal langs elkaar, over elkaar heen, en onder dingen door. Zeker de Djengu River die door zijn hele gebied stroomt en overal langs lijkt te komen vond ik erg gaaf. (Ik speel zelf wel eens zo’n spel waarin je pretparken kan bouwen, zoals Rollercoaster Tycoon of Parkitect, en dan probeer ik ook alles zo mooi in elkaar te passen.)

Maar door deze compacte indeling voelt het niet als een Toverland, maar meer als een Toverdorp. Dan moet je van deze compactheid ook je ding maken en hiermee een interessante ervaring opzetten. Nu lijken ze een beetje bang om echt iets groots neer te zetten.

(Ik weet het, ze hebben hele grote achtbanen en steeds grotere themaparken. Maar met “groot” doel ik dan ook vooral op een “larger than life” gevoel, iets wat “magisch groot” lijkt, niet dat ze nou eenmaal veel grond pakken.)

Bij de Efteling is dat wel anders.

“Hé, ik heb een idee voor een leuke kinderattractie.”

“Hoppakee! Hier is honderd hectare grond, ga je gang, en vergeet niet dat we minstens tienduizend decoratie-elementen willen.”

“Ah, mooi, dan kan ik een wachtrij maken die langer is dan de attractie zelf.”

“Geniaal, Bert.”

“Ik heet geen Bert.”

Bij de Toverland is het meer iets van:

“Hé, ik heb een idee voor een leuke kinderattractie.”

“Ugh. Ik ga even zoeken hoor. Eens kijken … ja, hier, tussen de Dwervelwind, die eetkraampjes, en onze watershow hebben we nog wel tien vierkante meter. Is dat genoeg?”

“Nee.”

“Mooi, dan is dat geregeld.”

Gevolgd door …

“We hebben niet eens meer ruimte voor de ingang!”

“Wat doe je nou moeilijk? Dan verplaatsen we toch gewoon de hele ingang!”

“Oh. Ja, da’s best een idee, aangezien we nog DUIZEND VRIJE GRASVELDEN OM ONS HEEN HEBBEN LIGGEN.”

“Wow, niet zo agressief. Die zijn voor vee.”

“Er staat niks!”

“Vee is niet niks.”

“Hmm … Fenix. Goeie naam voor een attractie.”

“Ja, na zo’n ingeving als Dwervelwind verwacht iedereen natuurlijk geniale namen voor attracties.”

Muziek

Ik was deze bijna vergeten, totdat iemand me er weer aan herinnerde dat het deuntje van Troy heel erg leek op een bekend popliedje: “When the Party’s Over” van “Billie Eilish”. Zoek het maar op. Dat was het enige wat ik kon horen al die tijd dat ik in de wachtrij stond.

Hoe dan ook, de muziek van Toverland is … oké? Naast dit Troy deuntje kan ik me geen enkele muziek herinneren van het park. Terwijl ik in de wachtrij stond was zelfs moeilijk te ontdekken wat de muziek precies was en waarom deze anders was dan de vorige drie attracties. Dit kan een keuze zijn: de nadruk leggen op sfeermuziek, in plaats van melodie/memorabele muziek. Ik vond het alleen wel interessant om te benoemen.

Bij de Efteling—ik moet echt ophouden met die vergelijkingen maken—hebben alle attracties een melodie die je meteen herkent en nog heel lang in je hoofd blijft zitten. (Sterker nog, mensen hebben mij soms betrapt op het neuriën van het deuntje van de Vliegende Hollander terwijl ik aan het werk ben.)

De Toverland heeft dit niet. En ik denk dat dit meespeelt in het feit dat het park nog in ontwikkeling voelt, ondanks het feit dat de Toverlandmuziek verder echt wel goed is en goed klinkt. Als je thuiskomt, zit je hoofd niet vol met de geweldige deuntjes die je herinneren aan die geweldige attracties, wat de beleving vermindert.

Wat óók kan meespelen, is dat de muziek vaak niet te horen is in de attractie zelf (of het deel van de wachtrij waar je het meeste staat). De Dwervelwind had wel muziek, en hoewel je dat nauwelijks bewust opmerkt, voegt het ongelofelijk veel toe.

Conclusie

Samenvattend …

  • Toverland is leuk vanwege z’n bijzondere attracties.
  • Het prijskaartje is aan de dure kant, kijk of je korting kan vinden.
  • Voor kinderen zal het toverthema hartstikke leuk zijn. Zeker die speelhallen aan het begin, en de pleintjes+speeltuinen eromheen, zullen ze leuk vinden.
  • Voor volwassenen moet je niet gaan om de ervaring of een “andere wereld”, maar vanwege dat het eens wat anders is (… dan de Efteling).
  • De wachtrijen zijn relatief kort, het park is heel relaxed, het personeel is aardig, alles ligt dicht op elkaar en is daarom op prima loopafstand.
  • Neem een zaklamp meer voor de wachtrij van de Fenix.
  • Doe zachte kleding aan voor de Troy.
  • Ga niet bij de verkeerde ingang naar binnen: in de zomer is alleen de nieuwe nog open.
  • Van de wildwaterbaan word je niet nat, van de boomstamattractie zeker wel.

Ik heb de Efteling ook geen “cijfer” gegeven, dus dat doe ik hier ook niet.

Toverland is echt sterk verbeterd sinds de laatste keer dat ik er was. Ik heb er alle vertrouwen in dat ze de komende jaren nóg meer een ervaring neerzetten en een nieuwe gave attractie gaan verzinnen. Voor nu voelt het als de miniatuurversie van de Efteling. (“Het voelt alsof we lopen in de Madurodam van de Efteling”—aldus mijn moeder)

Maar met het hele gezin (waarbij ik bedoel: met kleine kinderen), en korting, en geen al te drukke dag, is dit een zeer prima uitje!

*Over achtbanen

Ik wil nog even terugkomen op mijn punt in het Eftelingartikel.

Nee, je gaat niet sneller in het achterste karretje van een achtbaan. Dat blijft waar. Als je wel harder ging, zou je op de kar voor je botsen. (Het enige verschil is dat je met meer snelheid aan de afdaling begint, maar als nadeel ook eerder op de baan weer afremt en stopt.)

Maar bij de Fenix ga je wél sneller als je aan de buitenkant zit. Waarom? Je hangt hier aan de zijkant van de baan. Dus als je aan de buitenkant zit neem je een grotere bocht in dezelfde tijd.

Stel de binnenbocht is 5 meter lang en de buitenbocht 6 meter. (Want de buitenkant van de vleugel moet een grotere baan maken.) Als het karretje niet uit elkaar valt, leggen ze allebei in dezelfde tijd—zeg, 1 seconde—deze afstand af. Dan gaat de passagier aan de buitenkant dus 6 m/s, en aan de binnenkant 5 m/s, dus ben je sneller.

Omdat het karretje uiteindelijk terug moet komen op het station, en dus (algemeen gezien) vier bochten in dezelfde richting moet maken, is er één zijde die een iets langere afstand aflegt. Maar de Fenix doet zijn best om alle richtingen op te gaan, dus dit verschil zal miniem zijn, en ik kan (afgaand op het plaatje) niet eens achterhalen welke zijde langer zou moeten zijn.

Maar toch! Dit wilde ik even zeggen.