Op het eerste gezicht lijkt de internethype net zoals alle andere hypes. Het internet is nieuw en iedereen zit erop. Als gevolg daarvan hebben je docent, de helft van je klasgenoten en de hond van de buurman inmiddels een eigen blog. Hetzelfde gebeurde toen de eerste radio en TV uitkwamen, hetzelfde gebeurde met knikkers en flippo’s.
Toch is er een belangrijk verschil. Het internet heeft doorgaande kosten, maar ook doorgaande opbrengsten.
Als je een website online wilt houden, moet je betalen voor de server en de domeinnaam. Bij een beetje grote of veelbezochte website kan dit honderden euro’s per jaar zijn.
Tegelijkertijd kun je “passief geld verdienen”, wat heel veel internet guru’s je al te graag willen vertellen. Gooi advertenties op je blog. Maak (gesponsorde) reclame voor andere producten. Verkoop een gids, nieuwsbrief, of ander online product via je website. Terwijl jij lekker ligt te snurken, kunnen honderden mensen je website bezoeken en geld in je zak steken.
En als het om geld gaat komt er bij mensen een soort oerbrein in werking. Die fluistert in het oor: “Hiermee kun je geld verdienen! Hiermee kun je miljonair worden! Je MOET meedoen. Je mag dit niet missen, want je wordt straks slapend rijk!”
De eerste advertentiegolf
Zodoende kregen alle websites advertenties. Hoe verdedigde men deze acties?
“Maar niemand heeft er last van! Je kunt het wegklikken of er niet naar kijken.”
“Ik geef jou bepaalde inhoud (een leuk verhaal, tips, leuke filmpjes, etc.), advertenties zijn de prijs die je daarvoor betaalt.”
“Het kost mij geld om deze website te maken en online te houden. Met advertenties moet ik dat terugverdienen!”
“De TV en radio hebben ook advertenties, dat vinden jullie toch ook normaal?”
Een tijd lang was dit zeer succesvol. Men accepteerde deze argumenten. Soms waren ze zelfs blij met advertenties, want ze ontdekten precies het product dat ze zochten! Of ze konden gratis hele goede artikelen lezen! Ik ken meer dan genoeg mensen die het begin van de internetbubbel hebben gebruikt om slapend duizenden euro’s te verdienen.
De tweede advertentiegolf
Maar een tegenreactie kon niet uitblijven. Een nieuw fenomeen ontstond: AdBlockers. Kleine programmaatjes in je browser die automatisch alle advertenties blokkeren. Binnen de kortste keren had zo’n 75% van de internetgebruikers een blocker aanstaan. Het inkomen vanuit advertenties werd gekwart (is dat de 1/4 variant van gehalveerd?).
Iedereen jammerde en mekkerde, maar toch bleven websites advertenties gebruiken. Waarom? Omdat ze werken. De mensen die de advertenties wél zien, leveren meer dan genoeg geld op, zonder dat je er echt moeite voor hoeft te doen.
Hoe weet ik dit? Uit persoonlijke ervaring. Vroeger had ik een paar websites met kleine spelletjes of korte artikelen, waarop ik advertenties had staan. (Soms stonden ze aan de zijkant, soms speelden ze voordat het spel was geladen.) Deze websites waren verre van kwalitatief en verre van drukbezocht, maar toch verdiende ik 80 euro per jaar aan de advertenties. De meeste bezoekers zagen de advertenties niet of klikten er niet op, maar dat maakte niet uit. Ik deed iets wat ik toch al leuk vond (websites en spelletjes maken) en ineens zag ik elke dag een paar cent binnendruppelen.
Leuk feitje tussendoor! Er zijn twee soorten advertenties: die geld opleveren als iemand ze bekijkt of die geld opleveren als iemand erop klikt. De opbrengst per “view” verschilde per advertentie, maar was vaak iets van “3 cent per 1000 views”. De opbrengst per klik was hoger, soms iets van “2 euro per klik”, maar natuurlijk is de kans veel kleiner dat mensen erop klikken.
Mijn moment van inkeer
Op een gegeven moment ben ik gestopt met advertenties. Waarom? Het voelde … vies. Ik maakte reclame voor dingen die ik niet kende, gebruikte of daadwerkelijk goed vond. Ik verspilde 30 seconden van iemands tijd of maakte mijn artikelen rommelig en onleesbaar door de stortvloed van lelijke advertenties.
Ik wilde niet hieraan meedoen. Het voelde alsof ik mijn bezoekers oplichtte en bedroog. Ik wilde niet dat mijn werk werd geassocieerd met reclame, of dat mensen dachten “dit doet hij alleen om mij te verleiden geld te betalen voor zijn cursus/boek/nieuwsbrief/whatever”.
Ik heb ook minder vage en meer technische redenen. Er zijn twee dingen cruciaal voor een website—snelheid en eerste indruk—en advertenties verpesten die allebei. Advertenties blokkeren vaak het laden van een website, zeker als de advertentie van een “slechte server” moet komen, en maken het moeilijker voor lezers om meteen de informatie te vinden die ze zoeken.
Dus toen heb ik het anders gedaan. Ik heb nu drie websites en nergens iets wat ook maar lijkt op reclame.
In plaats daarvan heb ik me verdiept in websites zo snel en licht mogelijk maken. Op mijn huidige server heb ik een legendarische 2 GB opslagruimte en 25 GB bandbreedte per maand. Ter vergelijking: je telefoon heeft waarschijnlijk véél meer geheugen en snelheid dan mijn stukje server. En toch draaien er drie websites met veel inhoud en bezoekers, terwijl ik nog lang niet over de grens ga.
Dit hele pakket kost mij 30 euro per jaar. Voor zo’n minuscuul bedrag ga ik niet zeuren over adblockers of bezoekers smeken om op mijn advertenties te klikken. Ik ga niet doen alsof mijn leven ervan afhangt en zeker geen “producten” verkopen voor ondoenlijke bedragen.
(Hoe ik dit gedaan heb is een lang en technisch verhaal. Misschien schrijf ik er ooit iets over, want ik denk dat het voor veel website eigenaren interessant is, maar voor nu moet je het maar even aannemen.)
In plaats daarvan heb ik de financiën op een andere manier geregeld:
- Mijn tutorial website (https://pandaqi.com) heeft donatieknoppen.
- Mijn blog is een soort van mijn eigen social media platform. (Ik haat die term, en hij past ook niet helemaal, maar het is de beste manier om het te begrijpen. Mijn blog zorgt dat ik een netwerk opbouw. Bezoekers leren mij en mijn werk kennen. Als ik iets nieuws doe, zal het via het blog door veel mensen worden gezien of bekeken. Dit zijn eigenlijk indirecte inkomsten.
- Mijn portfolio (https://rodepanda.com) is voor mijn eigen bedrijfje. De opdrachten die ik zo ontvang leveren natuurlijk direct inkomsten op.
Werkt dit? Ja! Ik heb zo’n 10 euro aan donaties ontvangen, geheel vrijwillig. (Maar dat had veel meer kunnen zijn, wat ik aan het einde zal uitleggen.) Ik heb twee projecten gekregen dankzij mijn blog, waaraan ik nu iets van 1000 euro heb verdiend. En mijn portfolio website staat pas net online, maar wordt nu al druk bezocht, hoogstwaarschijnlijk vanwege mijn aanwezigheid op het internet.
Ik vertel dit niet om op te scheppen of wat dan ook. (Over 1010 euro kun je ook niet echt opscheppen heb ik het idee.) Ik vertel dit om te laten zien dat je prima zonder advertenties te werk kunt gaan. Je moet gewoon meer verstand hebben van het internet en beter je best doen.
We hoeven een internet vol advertenties niet te accepteren.
De derde advertentiegolf
Als reactie op adblockers, kwam een adblock-blocker. Veel websites checken nu of je een adblocker aan hebt staan, en zo ja, geven ze een melding en weigeren toegang totdat je deze uitzet.
Ik heb het wel eens gedaan, omdat ik de inhoud echt wilde lezen of de website zelf wilde steunen. Maar het resultaat was altijd teleurstellend. De advertenties maakten de website nauwelijks bruikbaar en ik zocht snel iets anders.
Ik klik niet op advertenties. Ik kijk niet naar advertenties. Ik heb genoeg kennis van websites om met een trucje de blokkades te omzeilen. Aan mij hebben ze echt helemaal niks.
Anderen dachten hetzelfde. Ze ontwikkelden een adblock-blocker-blocker! Die checkt of de website checkt of jij adblocker aan hebt staan.
Zie je waar dit heen gaat? De cyclus houdt nooit op! Websites die krampachtig vasthouden aan het advertentiemodel, zullen nooit winnen. De ene maand bedenken ze een nieuw trucje om bezoekers met adblocker te weren, de maand erna heeft iemand al een tegentrucje bedacht. Er is hier geen winnaar en zeker geen beter, vrijer, mooier, financieel stabieler internet.
Toch blijven mensen het proberen om diezelfde reden: omdat het werkt. Ik volg een aantal YouTubers (die video’s plaatsen met tips of advies) die hun resultaten eerlijk delen. Zij verdienen maandelijks duizenden euro’s aan de reclames op hun video’s. Het werkt wel degelijk, hoeveel mensen ook AdBlocker hebben en hoeveel mensen ook de advertenties negeren.
Maar diezelfde mensen hebben inmiddels vaak een tweede inkomstenbron: Patreon. Dit is een systeem waarbij mensen eenmalig of maandelijks een vast bedrag kunnen doneren om iemand te ondersteunen. Ook daarvan delen ze de resultaten, en zelfs onbekende YouTubers met weinig video’s krijgen zo al 50 of 100 euro per maand binnen. Dit werkt ook.
We hoeven een internet vol advertenties niet te accepteren.
De vierde advertentiegolf?
Ik ben benieuwd waar dit heen gaat. Steeds meer mensen verdienen hun geld online. Tot nog toe ging dit gelijk op met de groei aan internetgebruikers en mensen die comfortabel zijn met geld spenderen op het internet.
Maar er komt een moment dat het stopt.
De mensen zijn op. Of er zijn teveel mensen die online hun geld pogen te verdienen.
(Er zijn inmiddels echt twintig mensen met een website en YouTube kanaal over home studios: muziek opnemen en mixen vanuit je slaapkamer. Ze zijn allemaal “redelijk succesvol”, maar er kunnen niet nog meer mensen bijkomen. Dan versplintert de doelgroep te veel en kunnen ze niet genoeg “views” en “patreons” binnenhalen.)
Ik hoop niet dat we dan weer terugvallen op advertenties. Ik denk ook niet dat het gebeurt. Naarmate steeds meer mensen comfortabel zijn met online betalen, is het steeds lucratiever om online iets te verkopen. Je website is dan je “etalage”; de producten of diensten die je verkoopt zijn je daadwerkelijke inkomen.
Maar er zijn meer methodes.
Ik ben zeer tevreden over de webhosting die ik gebruik. Zo tevreden zelfs, dat ik heb overwogen om een keer een artikel over hen te schrijven. Ik zou daarmee geld kunnen verdienen. Iedereen die dankzij mij op hun link klikt levert mij een paar cent op. (Ik ben hun “referral”.) Als diegene daadwerkelijk bij hen een pakket afsluit, verdien ik daar zelfs best veel geld mee.
Het is in mijn ogen niet hetzelfde als advertenties. Ik zou een eerlijke recensie geven van de webhosting, bezoekers veel geld besparen (want ze zijn echt heel goedkoop), en het feit dat ik eraan verdien kost die ander helemaal niks.
De reden dat ik het niet heb gedaan, is omdat ik vooralsnog genoeg heb aan mijn huidige methodes.
Websites vol advertenties zijn geen goede reclame voor het internet. Als iemand je niet wil binnenlaten omdat je AdBlocker aan hebt staan, ga je lekker weg. Ze wilden geen moeite doen om hun website of inkomsten beter te regelen en hadden niet genoeg respect voor hun bezoekers om ze een zo goed mogelijke ervaring te geven.
Het internet kan veel mooier en vrijer zijn. Ik heb meerdere mailtjes gehad van mensen aan de andere kant van de wereld die mijn tutorials heel leerzaam vonden. Mensen werden blij van een grappig stukje op mijn blog, of leerden via mijn blog dat ik een prentenboek heb gemaakt, wat ze uiteindelijk hebben aangeschaft en een goede recensie hebben gegeven. (Tegenover mij dan, wie weet wat ze tegenover anderen erover zeggen.) Inmiddels zijn er miljoenen mensen die zichzelf iets hebben aangeleerd dankzij het internet en later een goede baan in dat vakgebied hebben gekregen.
Het wereldwijde web is een geweldige ontwikkeling; de laatste jaren hebben laten zien dat het kan zonder advertenties.
(Ik zal dadelijk nog een anekdote geven over advertentiegewenning en hoe we terug moeten naar een betaalsysteem. Veel nieuwssites gebruiken bijvoorbeeld agressieve advertenties onder het mom “met dat geld kunnen wij eerlijke en goede journalistiek blijven leveren”. Ik begrijp dat best, maar mijns inziens is het beter om dan te zeggen “voor 2 euro per maand mag je deze website lezen, anders niet”. Het is niet meer dan normaal dat als je iets levert, je daarvoor geld terugvraagt. We moeten daarnaar terug—gelukkig zijn we al onderweg.)
Een anekdote over donaties
Dit hele artikel begon eigenlijk met een stom probleem: ik kwam erachter dat al jarenlang het “donatiegedeelte” van mijn website niet zichtbaar was. (Ik weet het, ik was blind.) Ik snapte niet hoe het kon. De code was sowieso goed en ooit werkte diezelfde code perfect.
Na uren frustratie vond ik mijn antwoord: het was mijn adblocker. Waarom had deze de donatieknoppen als een advertentie bestempeld? Het antwoord is nog stommer dan je denkt.
Als je iets een bepaald uiterlijk wilt geven op een website, moet je het een “class” geven, en dan in een ander bestand zeggen “als iets deze class heeft, moet de tekst rood zijn en de achtergrond zwarte strepen”. Hoe had ik de class van deze donatieknoppen genoemd? “AdStyle”. Omdat ik, toen ik de website begon te ontwikkelen, nog dacht dat ik advertenties wilde gebruiken.
Dit was de enige reden dat het als advertentie werd gezien. Toen ik dit veranderde naar “donationStyle”, was het gedeelte direct zichtbaar in alle browsers.
Kortom: als je een adblocker aan hebt staan, kan het goed zijn dat je dingen niet ziet die je eigenlijk wel hoort te zien. Omdat advertenties vrij agressief kunnen zijn, staat de adblocker conservatief ingesteld. Als het ook maar denkt het woordje “ad” te zien, verdwijnt ineens een deel van de pagina :p
Daarom zou ik het liefst over het internet surfen zonder adblocker, maar op het moment kan ik dat niet doen. Websites worden simpelweg te langzaam en onbruikbaar. Het kan zelfs gevaarlijk zijn, als de reclameleverancier niet checkt of reclames schadelijk zijn.
Opmerking! Ik heb dus jarenlang potentiële donaties misgelopen, waardoor het totaal bleef steken op een magere 10 euro. Daarnaast moest ik de ontwikkeling van deze website (Pandaqi) staken vanwege gezondheidsproblemen. Niemand gaat doneren als een website vol fouten zit en lang niet meer is geüpdatet. Inmiddels is dat al iets beter en ik zie het verkeer toenemen, dus ik ben hoopvol!
Een anekdote over advertentiegewenning
Ooit maakte ik een computerspel. Ik vond het zó mooi en goed, dat ik overwoog geld ervoor te vragen. Niet veel, gewoon iets van 2 of 3 euro.
Ik vroeg een vriendin van mij om raad. Ze speelde vrij veel spellen en had mijn voortgang een beetje gevolgd. Haar reactie? “Nee joh, geen geld vragen. Dan speelt niemand het. Gooi er gewoon advertenties op en maak het gratis.”
Ze was zó gewend aan het feit dat alles gratis was, maar met advertenties, dat dit de enige manier leek. Je ziet het ook in de app store: mensen die woedend worden als een spel 1 of 2 euro durft te vragen. Dit is dus het gevolg van een internet vol advertenties. Het is hartstikke normaal om geld te vragen als je een half jaar aan een complex computerspel hebt gewerkt. Tien of twintig euro zouden veel normalere bedragen zijn. Die gestoorde instelling jegens spellen (en hun prijs) heeft mij zelfs een beetje weggedreven van de spellenwereld.
Even later sprak ik een andere vriendin. (Wie mijn blog leest kan misschien opmerken dat ik bijna altijd over vriendinnen spreek, maar dat is toevallig. Ik heb ook vrienden. Die spreek ik ook wel eens. Gewoon niet over deze dingen.) Ik vertelde haar over dat ik niet zo goed wist hoe ik mijn carrière wilde inrichten en waar ik mijn geld ging verdienen.
Haar onmiddelijke reactie was: “Gooi gewoon advertenties op dat blog van je! Het is hartstikke groot en het wordt alsmaar groter—met advertenties kun je dat makkelijk terugverdienen”
Sterker nog, ze bleef er steeds op terugkomen, zelfs nadat ik het hele verhaal hierboven had uitgelegd en uiteindelijk maar een ander onderwerp had aangesneden. Zoals ik al zei: een stukje oerbrein komt in werking als er geld te verdienen valt, zelfs al is dat geld voor een ander :p Mijn reactie zal altijd zijn: NOOIT.