In het algemeen zijn er twee kampen op de middelbare school: zij die zin hebben in schoolexcursies en zij die er een gruwelijke hekel aan hebben.
Ik viel vroeger in het tweede kamp. Excursie? Een uitje? Door de regen en de modder lopen en luisteren naar onverstaanbare verhalen van een boswachter? Laat me dan maar liever vrij zijn. Uren in de bus zitten, bevriezen in het slechte weer, en vervolgens pas laat thuiskomen en al je huiswerk nog moeten doen was niet mijn droomdag.
Totdat ik iets realiseerde: een uitje is maar wat je zelf ervan maakt. Zo had ik vroeger een hekel aan “steden bezoeken”, want ik had geen idee wat er interessant was aan oude gebouwen, maar inmiddels heb ik trucjes om het leuk te maken. Ik probeer (grappige) verhalen te verzinnen bij delen van het gebouw. Ik ga op zoek naar leuke visuele details die ik later kan gebruiken in mijn ontwerpen. Ik maak misbruik van de galmende akoestiek van een kerk. Ineens was een schooluitje het leukste dat kan gebeuren!
Zodoende bedacht ik—samen met een paar vrienden—om een keer Wie is de Mol? te spelen tijdens een excursie. We hadden het idee al enkele dagen daarvoor, maar die ochtend in de trein besloten we om het écht te doen.
We gingen die dag met de gymnasiumklas naar een museum in Delft. De school had voor iedereen een persoonlijk treindagkaart gekocht. Dit was het beste idee ooit! Het was veel fijner om samen in de trein te zitten, dan in zo’n kleffe bus. Nog leuker: we konden de kaart overal voor gebruiken. We konden zelfstandig naar huis, wanneer we wilden. We konden zelfs een tripje naar Amsterdam maken als we daar zin in hadden.
Het enige nadeel van treinen: ze hebben nooit zo’n zin om te rijden. Dus we stonden vast op een perron, terwijl onze trein (om 8 uur ’s ochtends al) een uur vertraging had. Zo’n mollenactie van de NS was het ideale moment om te starten! (Het was geniaal geweest als achteraf iemand had gezegd: “IK WAS DE MOL! Mijn eerste actie: de trein vertraging laten oplopen!”)
Opmerking: onze begeleiders waren geweldig. Tijdens onze wachtpauze mocht iedereen gratis iets lekkers bij de Starbucks bestellen. (“Mijn tweede actie als mol: jullie vertrouwen winnen door warme chocomel te kopen!”)
We vroegen iemand buiten ons groepje om willekeurig een mol te kiezen. Vervolgens nam hij ons allemaal apart en fluisterde in ons oor of we wel/niet de mol waren. (De persoon die dit deed stond bekend om de grapjes die hij uithaalde. We waren dan ook even bang dat hij gewoon NIEMAND de mol had gemaakt, of juist IEDEREEN. Gelukkig had hij gewoon netjes meegewerkt. Anders was dit een heel anti-climactisch verhaal geworden.)
We kwamen aan bij het museum, kregen een rondleiding van een uur, en kregen daarna zo’n twee uur om een vragenlijst te beantwoorden. De hele groep bleef bij elkaar en moest samen de vragenlijst zo goed mogelijk invullen. Dat was onze ter plekke verzonnen “opdracht”.
Werkte het? Ja, verrassend goed eigenlijk. We zijn meerdere keren straal langs de objecten/ruimtes gelopen waar onze vragen over gingen. Richting het einde van de twee uur zijn we vier keer alle trappen op en neer gelopen omdat iedereen beweerde dat “expositie X” op een andere etage was. Mede daardoor kregen we niet alle vragen (goed) ingevuld.
Ik beweerde stellig dat het op de bovenste verdieping was, wat minstens tien minuten flink traplopen was. Dat bleek niet zo te zijn. Iedereen dacht daardoor dat ik de mol was—maar ik was het niet. Nu weet ik hoe kandidaten zich voelen in Wie is de Mol? Het is echt supermakkelijk om overtuigd te zijn van je gelijk, maar uiteindelijk een hele opdracht te verpesten.
Het uitje kwam ten einde. Rond twaalf uur ’s middags waren onze begeleiders ineens verdwenen om een hapje te eten in de binnenstad. Iedereen haalde zijn schouders op en liep zelf ook maar de stad in. (Zo goed geregeld was mijn middelbare school.)
Er kwam een flinke discussie in onze groep. We hadden eigenlijk een uitje verwacht dat de hele dag ging duren. Gingen we door met ons spel? En wat gingen we dan doen? We hadden geen geld, of opdrachten, of test. Hoewel er goede ideeën kwamen (zoals iemand die zich ergens verstopte of moest vermommen in de winkelstraat), was het allemaal niet echt haalbaar. We hadden te weinig voorbereid. Dus hier stopte het spel. Eén van mijn vrienden onthulde de mol te zijn en vertelde dat hij drie dingen mis had laten lopen, en verder nog niet veel kans had gehad. We gingen nog een half uur door winkels heen (ik kocht een knuffeltje) en vervolgens in de trein naar huis.
Ja, dat was een tegenvaller. Maar het idee was goed! Dit saaie uitje naar het museum werd ineens een leuke, spannende en memorabele dag. (Ga maar na: dit uitje vond 6 jaar geleden plaats, en ik weet het nog steeds en ben er nog steeds enthousiast over.) Met een langere dag en meer voorbereiding had het gekund. (Ook was een grotere groep misschien handig geweest, maar op zich is dat niet nodig als je zo’n “korte” Wie is de Mol? doet.)
Mijn punt is het volgende: je kunt alles leuk maken, als je maar wilt. Verzin een spel, zoek een uitdaging, zoek iets grappigs/interessants/bijzonders waar je later over zou willen schrijven. Zo worden excursies en uitjes ineens hartstikke leuk. (Sterker nog: je kunt het ook in het klaslokaal doen. Maar ja, dan verwachten ze toch dat je meer oplet, en je kunt niet echt veel bewegen. Je kunt wél proberen je docent over te halen meer lessen in spelvorm te doen.)
Mijn andere punt is: Wie is de Mol is mogelijk. Je moet wel even voorbereidingen treffen. Zoek uit wat je precies gaat doen en bedenk hoe je daar een opdracht van kan maken. Laat iemand geld stelen uit een Monopoly doos en zelf een paar jokers uitknippen. Als mogelijk, vraag een buitenstaander om een mol te kiezen en opdrachten op te stellen. (De mol krijgt natuurlijk als enige van tevoren de opdrachten te horen.) Vervolgens moet iedereen zich een beetje inzetten, en aan het einde van de dag heb je hopelijk 3-5 opdrachten kunnen doen, en een bepaalde verdeling geld/jokers.
(Desnoods kies je de mol zonder buitenstaander. Maak evenveel kaartjes als dat er spelers zijn. Schrijf op één kaartje MOL en op alle andere kaartjes KANDIDAAT. Deel ze uit.)
Hoe zit het met de test? Die doe je nog niet! Iemand moet de test opstellen. Dit kan die buitenstaander zijn. Je kunt ook gewoon allemaal een paar vragen aanleveren. Een dag (of paar dagen) na de excursie doet iedereen de test. (Je hebt websites/programma’s daarvoor. En anders doe je het schriftelijk.) Wanneer iedereen die heeft gemaakt, wordt de mol onthuld, en de test gescoord (aan de hand van wie de mol was). De persoon met de hoogste score wint!
Wat wint die persoon? Geen idee! Een zak snoep ter waarde van het bedrag in de pot, een gratis concert met vrienden, weet ik veel. Het is wel leuk als je iets wint, en als dat in verhouding is met het gewonnen bedrag.
Ik zou het geweldig vinden als ik dit had gedaan op de middelbare school. Ik denk ook dat, met een beetje duw- en trekwerk, vrienden met volle overgave mee zouden doen. Jammer genoeg was dit uitje het allerlaatste uitstapje dat ik had op de middelbare school. (Het enige wat daarna nog kwam was het eindgala, maar daar wilde iedereen gewoon genieten van het feit dat ze het volwassen leven instapten. Niemand dacht na over hoe ze het gala speelser konden maken :p)
Kortom: doe gekke spellen en speel je eigen Wie is de Mol? voordat het te laat is!