Mensen die mij een beetje kennen weten dat ik altijd praktisch wil zijn. Ik probeer verhalen te schrijven met praktisch nut, want dat is waarvoor verhalen in eerste instantie bedoeld zijn. Verhalen worden gebruikt om kinderen normen en waarden aan te leren, om mensen te waarschuwen voor gevaren, et cetera.
Als ik mijn kritiek op het boek “Kapot” van Carry Slee zou moeten samenvatten, dan zou ik zeggen: “het is ongelofelijk onpraktisch”. Het boek doet heel veel goed, leest makkelijk, kaart actuele problematiek aan, is soms zelfs een beetje grappig, maar toch is mijn eindoordeel een zesje. Oftewel: 3 uit 5 sterren.
Waarom? Dat ga ik nu vertellen.
Let op: wie dit artikel trotseert, heeft spoilers geleerd!
Wat is het idee?
Het boek “Kapot” gaat over een vechtscheiding. Het wordt afwisselend verteld vanuit het perspectief van Julia en Thijs (haar broer), van wie de ouders natuurlijk degenen zijn die scheiden. Het verhaal begint met ruziënde ouders die alles nog net bij elkaar houden, loopt gaandeweg steeds verder uit de hand, en eindigt in de daadwerkelijke scheiding. (Letterlijk. Het eindigt op de dag dat ze bij de rechtbank zijn en beide hoofdpersonen moeten kiezen bij wie ze gaan wonen.)
Dit boek is een “slow burn”. (Wat is het Nederlandse equivalent voor die term? Lange lont? Zachte ontbranding?) Er zijn niet echt pieken en dalen. In plaats daarvan bouwt alles langzaam—stukje bij beetje—op, om uiteindelijk pas laat tot ontbranding te komen. Mits goed uitgevoerd kan dit heel krachtig zijn. De lezer komt het hele boek lang onder steeds meer en meer spanning te staan, totdat eindelijk die climax komt. Ik was blij dat Carry Slee dit probeerde, want het was weer eens iets anders dan ik van haar gewend ben.
In het algemeen is dit goed uitgevoerd. Het hele boek lang ga je duidelijk langzaam een bepaalde richting op. De ouders drijven steeds verder uit elkaar, de broer en zus drijven steeds verder uit elkaar, je leert steeds meer over waarom de ouders ruzieën, etc. Het boek heeft geen gesloten einde waarbij alle losse draadjes bij elkaar worden geknoopt, of een happy end waarbij het tóch ineens helemaal goed komt tussen de ouders. Nee, het is een “slow burn” richting die scheiding. Als je het boek bekijkt als geheel, van de eerste tot de laatste pagina, werkt het dus goed.
Als je gaat focussen op de concrete inhoud, echter, is de uitvoering niet ideaal.
Het boek bestaat uit 43 korte hoofdstukken van gemiddeld 5 bladzijdes. Geen enkel hoofdstuk heeft daardoor kans om echt op te bouwen. Je valt er middenin, iets loopt direct uit de hand, en dan is het alweer klaar. Elke scene op zich voelt meer als een generiek LEGO-blokje dat zijn plaats in het geheel nog niet heeft verdiend. Oh, kijk eens, weer iemand die binnenloopt en meteen extreem boos is. Maar waarom? Ah, die persoon zegt even letterlijk waarom, en geeft die ander geen enkele kans op weerwoord. Iedereen overreageert. En nu huilen ze opnieuw. Hoe gaat dit verder? Hoe lossen ze dit op? We zullen het nooit weten, want de scene is alweer voorbij.
Opmerking! Je hebt wel zo’n uitspraak in de schrijfwereld die luidt: “arrive late, exit early”. Je wilt elke scene pas binnenstappen wanneer het interessant wordt en meteen weggaan als het niet meer interessant is. In veel gevallen is de techniek van de schrijfster dus wenselijk. Maar omdat het algehele verhaal al zo langzaam is, komt met elke hoofdstukwisseling het verhaal bijna tot een complete stop. Je trapt steeds op de rem om naar een andere scene te switchen. En omdat de auto maar langzaam rijdt, kun je niet te lang indrukken.
(In het geval dat deze metafoor niet duidelijk is, zal ik nog wat toelichten. Normaal gesproken lees ik boeken vrij snel uit. Ik kan geen goed moment vinden om te stoppen en lees vaak iets in één ruk uit. Niet bij dit boek. Hier heb ik hem een stuk of vijf keer weggelegd en had daarna eigenlijk weinig motivatie om hem weer op te pakken, omdat het verhaal stilstond en ik geen vragen had die ik beantwoord wilde hebben.)
Wat ging er goed?
De algemene opbouw is goed (zoals ik net al uitgebreid heb besproken). Het conflict van de hoofdpersonen is duidelijk en goed uitgewerkt. Je ziet hoe graag de broer en zus samen zijn, maar je ziet ook waarom ze ruzie krijgen en/of niet meer samen kunnen zijn. Het helpt ook dat je afwisselend vanuit beider perspectief kijkt. Het is duidelijk dat ze veel om elkaar geven en dat het de situatie alleen nog maar lastiger maakt.
Eén van de sterkste zetten van het boek vond ik dan ook het einde. Daarin besluit Thijs, na het hele boek zijn vader te hebben gesteund en bij hem te hebben gewoond, om toch terug te gaan naar zijn moeder omdat Julia daar woont. Dat zag ik niet direct aankomen, maar het was wel logisch (zowel emotioneel als rationeel)—en dat zijn de beste momenten in elk verhaal.
Ook loopt het conflict tussen de ouders op goed te volgen wijze uit de hand. Je krijgt beide partijen ongeveer evenveel mee, en elke fout/actie gooit weer olie op het vuur. Héél langzaam kom je steeds meer te weten over waarom de ouders ooit zijn gaan ruziën. Waarom ze elkaar uitschelden, niet vertrouwen, niet in de ogen durven te kijken. Dat was een van de dingen die ik wél wilde weten. Het maakte me niks uit of de band van Julia/Thijs het ging redden, of dat Thijs en Emma een relatie zouden krijgen, ik wilde weten wat er met dat huwelijk aan de hand was! (Met “band” bedoel ik hun “band waarmee ze muziek maken”, niet de relatie tussen die broer en zus. Want, zoals net al doorschemerde, om die relatie gaf ik wel degelijk.)
Alle subplots met de band die het wel/niet redt en verkeringen die wel/niet lukken waren prima—maar niet meer dan dat. Dat kun je ook niet vragen. Subplots staan in dienst van het grote plot (of de rode draad). In een boek over een vechtscheiding zou het raar zijn als de perikelen van een tienermuziekgroep de spotlight stelen omdat het zoveel interessanter was. De kloof tussen Julia en Thijs wordt geïllustreerd (en misschien iets verergerd) door het subplot over de muziekband. Het is slechts een handig hulpmiddel én smeermiddel om het boek tot een coherent geheel te maken.
Opmerking: aan het einde van het boek gaat Eric ook uit het niets verhuizen. De reden hiervoor is denk ik ook slechts om te laten zien hoe verschrikkelijk het kan zijn om te verhuizen, weg van je vertrouwde plekje en vrienden. Het staat wederom in dienst van het grote plot en het vraagstuk over waar Julia/Thijs willen wonen.
Bovendien is dit het derde boek dat ik van deze schrijfster lees in korte tijd. Misschien heb ik toevallig de verkeerde boeken gekozen, maar de subplots omtrent liefde en hobby’s van de hoofdpersonen lijken wel 1 op 1 gekopieerd te worden tussen haar boeken.
Wat ging er fout?
De praktijk, zoals ik aan het begin vertelde.
Wat kan men leren van dit boek? Hebben lezers hier iets aan? Als ze het boek uithebben en weer dichtslaan, komen ze dan moet iets positiefs of nuttigs weg? Ik weet het niet.
Als ik kind was van gescheiden ouders, zou het boek herkenbaar zijn en eventueel wat emoties losmaken, maar zou ik er iets aan hebben? Nee. Het zou eerder een oude wond openmaken. Het zou me herinneren aan de pijn, de onlogica, de onnodige strijd, de angst. Het laat juist zien dat moeite doen niet loont. Julia en Thijs proberen de ouders nog bij elkaar te krijgen (op verschillende manieren), maar dat mislukt. Uiteindelijk komt het ook niet goed en is iedereen van het gezin slechter af dan eerst.
Als ik géén kind was van gescheiden ouders (zoals het geval is), is het een ver-van-mijn-bed-show. (Is dit hoe je het spelt? Ik heb het idee dat ik dit woord anders spel, elke keer dat ik het schrijf.) Ik probeer me in te leven in de personages en omstandigheden, maar ik kan alleen maar denken “die is dom” en “dat is niet logisch” en “waarom zijn ze nu weer boos/verdrietig?”.
Opmerking! Ik hoor je denken: “maar Tiamo, verhalen hoeven toch niet praktisch te zijn?” Inderdaad, dat hoeft niet. De meeste verhalen zijn het wel. Soms subtiel, soms minder subtiel. Een spannende actiefilm bevat vaak ook emotionele stukjes, ideeën over moraal en normen/waarden, of praktisch advies. Misschien laat het zien wat de gevolgen zijn van een bepaalde handeling of manier van denken. Als verhalen écht niet praktisch zijn, moet er een andere factor zijn die het verhaal interessant maakt. Spanning, misschien. Avontuur, ontdekking, creativiteit, of verloren raken in een andere (veelal fijnere) wereld. Maar dit boek mist eigenlijk elk van die factoren. Omdat Carry Slee bekend staat om haar praktische boeken (“hoe ga je om met pesten”, “hoe ga je om met loverboys”, etc.) had ik het hier ook verwacht.
Personages
Hier komt dus het tweede probleem: wie zijn de personages nou eigenlijk? Natuurlijk, ik weet een paar hobby’s, of trekjes, of uitspraken van de personages. Maar daarmee definieer je iemand niet. Bovendien was sommige informatie inconsistent. De vader zou bijvoorbeeld de moeder heel vaak hebben uitgescholden voor “vetzak”, maar alles wat je meekrijgt van de vader toont juist aan dat hij de meeste rustige en rationele persoon is, die zoiets in mijn ogen niet zou doen.
Julia kiest vanaf het begin voor haar moeder, Thijs voor zijn vader. Waarom? Elke reden die ze aanvoeren hadden ze ook voor de ander kunnen gebruiken. “Maar zie je dan niet dat moeder zo verdrietig is?” is geen argument, want de vader is ook verdrietig. “Maar nu is moeder helemaal alleen”, eh, de vader is nog eenzamer want die heeft niet eens meer zijn kinderen bij zich. (Ik typte eerst “de vader is alleener”, maar dat is natuurlijk geen woord.)
Het liefst had ik een duidelijke persoonlijkheid gezien voor beide personages. Eentje die verklaarde waarom ze beide een ander kamp kozen. Het is lastig, dat weet ik, maar het had mij veel meer in het verhaal gezogen. Nu zijn alle personages een soort blanco vlekken die slechts doen en zeggen wat het plot benodigd.
Logica
Hiermee komen we bij het derde probleem: waar is de logica? Ik raakte gefrustreerd toen ik dit boek las. En dat kan best de bedoeling zijn geweest van de schrijfster. Het is immers een boek over hoe frustrerend, onlogisch, en gemeen een vechtscheiding is. Maar de mate waarop mensen frustrerend handelen was mij iets te groot.
Niemand heeft een goed, logisch, productief gesprek gehad gedurende het hele boek. Elke keer opnieuw vervielen ze in beledigingen, emotionele uitroepen/handelingen, de ander niet uit laten praten, de ander niet geloven, etc.
Laten we een testje doen. Stel je het volgende voor:
- De vader komt thuis om zijn spullen op te halen. Hij is inmiddels al uit zijn eigen huis gegaan omdat het niet meer werkte.
- De moeder wordt woest. Laat hem de spullen niet ophalen en eist dat hij zijn sleutel opgeeft (en nooit meer binnenkomt).
Hoe zou jij reageren, als je de vader was?
- A) Dit is mijn huis en het zijn mijn spullen. Ik kan jou uit huis zetten of aanklagen als ik wil. Jij hebt geen poot om op te staan. Dus wat ben je in hemelsnaam aan het doen?
- B) Je wordt boos en smijt de sleutel op de grond … maar luistert wel en verlaat het huis.
Het boek doet je geloven dat B) het juiste antwoord is. Ik denk dat A) juist is én een sterker verhaal had opgeleverd. De reden dat alles uit de hand loopt is omdat iedereen onlogisch reageert. Nou snap ik dat mensen emotioneel zijn en niet perfect … maar dan ga ik weer op de praktische tour en zeg: “zo’n boek zou moeten laten zien dat je kalm en vriendelijk moet blijven, en op een goede manier de problemen moet oplossen” De manier waarop mensen zich gedragen in het boek vind ik niet normaal of alledaags. Als mensen om mij heen zich een paar keer zo zouden gedragen, zou ik ze naar een psychiater sturen.
Laten we een tweede testje doen.
- Julia heeft via via gehoord dat er eventueel iets stoms is gebeurd en dat Thijs daar eventueel iets mee te maken heeft.
Wat moet Julia doen?
- A) Naar Thijs toe racen, extreem boos worden, geen kans op weerwoord geven, en vervolgens besluiten hem te negeren en nóóit meer iets tegen hem te zeggen. Oh ja, die muziekgroep waaraan ze allemaal zo hard hebben gewerkt kan ook stikken.
- B) Aan Thijs vragen hoe het zit. Proberen de waarheid te achterhalen en een oplossing te verzinnen voor het probleem.
Je raadt het al. Het boek doet A); ik wil B) zien. Het had veel kunnen schelen. Het had het verhaal krachtiger gemaakt, het had de lezer iets geleerd (of op z’n minst aan het denken gezet). Nu las ik het verhaal en voelde nul verbinding met de personages en de situatie. Hoe erg ze ook ruzie hadden, hoe erg het ook was dat ze spullen kapotmaakten of op bed zaten te janken, ik snapte oprecht niet waarom. Uit duizenden opties hadden ze precies degene gekozen die ik meteen zou negeren. Als je zo’n goede band hebt met je broer, dan vertrouw je hem toch meer? Dan geef je hem toch een kans (op weerwoord)? Dan doe je toch meer moeite om die band in stand te houden in plaats van alleen maar aan jezelf te denken?
Opmerking: ik heb hier ooit wekenlang onderzoek naar gedaan (“logica in verhalen”). De conclusie was dat je altijd alles zo logisch mogelijk moet maken, maar dat verschillende personen een verschillende logica hebben. Dit kan komen door tegenstrijdigheden in diens persoonlijkheid, of doordat iedereen een ander deel van de informatie heeft, of doordat mensen bepaalde ervaringen meedragen. Zo vertelde iemand over een boek (ik weet niet meer de titel) waarbij je een stuk of zes familieleden volgde terwijl ze allerlei problemen tegenkwamen. Het boek eindigde met één hele lange scene waarbij de familie samen aan het dineren was, en iedereen was woedend op iedereen, en dat was compleet logisch. Als lezer begreep je precies hoe het zat en waarom iedereen er op een bepaalde manier over dacht. Dat mis ik in dit boek.
Conclusie
Ik wilde in deze conclusie het verhaal eventjes op een rijtje zette, maar merkte al snel dat het niet productief was. De samenvatting zou enorm lang zijn en niet veel duidelijk maken. Dus ik ga mijn punt maken zónder samenvatting van het verhaal.
Onbewust was ik het hele boek lang een kant aan het kiezen. Er kwam nieuwe informatie aan het licht dat in mijn hoofd werd afgewogen: wie heeft nou eigenlijk de meeste schuld? Wie is er begonnen? Met wie zou ik meegaan? Wie zou ik vertrouwen? En mijn hoofd koos vrijwel altijd voor de kant van de vader (en die van Thijs).
De bedoeling van de schrijfster was om beide kanten als gelijkwaardig neer te zetten. De kant van de moeder was misschien wel neergezet als superieur (want uiteindelijk gaan beide kinderen naar haar en “wint” zij het gevecht). Maar voor mij is dat niet gelukt. Ik frustreerde me kapot aan die kant van het verhaal. De moeder was onlogisch en gemeen, en Julia ging daar lekker in mee.
Er was maar héél kort twijfel. Toen de mogelijkheid bestond dat de vader al lang vreemdging. Uiteindelijk is niet eens duidelijk of dat zo is (hij zegt alleen al een half jaar verliefd te zijn, maar hij zegt ook dat hij er niks mee deed omdat hij, zeg maar, getrouwd was). Maar zelfs als het zo was, zou ik de kant van de vader kiezen. De fouten van de een maken de fouten van de ander niet goed. En als ik een kind was in deze vechtscheiding, had ik de kant van vader gekozen en nooit meer teruggekeken, want aan de andere kant was niks goeds te halen.
Opmerking! Uiteindelijk wordt “onthuld” dat die vriendin van vader Astrid is. Dat is de beste vriendin van moeder, waar zij en Julia ook vaak komen oppassen. Dit zag ik al van mijlenver aankomen. Niet omdat ik helderziend ben, maar omdat er een paar hints in het verhaal stonden die je niet kon missen. Het is ook lastig: je wilt de lezer hints geven, maar niet té duidelijk. Aangezien de schrijfster geen detectives of moordmysteries schrijft, vergeef ik haar de overduidelijke hints :p
Eigenlijk is Astrid de grote slechterik in dit verhaal. De vader heeft tenminste eerlijk gezegd wat er aan de hand was en naar geweten gehandeld (soort van, hij heeft natuurlijk ook een paar stomme dingen gedaan), maar Astrid bleef de moeder en Julia voorliegen en doen alsof ze aan hun kant stond. Het is jammer dat niet helemaal duidelijk is waar de problemen precies begonnen. Enerzijds doet het verhaal alsof er al problemen waren en de vermeende affaire met Astrid er slechts bovenop kwam, anderzijds lijkt het alsof alles begon met de moeder die het vermoeden had dat de vader een andere vriendin had. In dat geval is Astrid zeker de grote slechterik. (Slechterikke? Slechterikenne? Is er een vrouwelijke vorm van slechterik? Slechtericarda? (Volgens het internet is Ricarda een vrouwelijke vorm van de naam Rik. Ik heb er nog nooit van gehoord.))
Zoals ik al zei “wint” uiteindelijk de moeder. Zij krijgt een goede baan, haar reputatie wordt hersteld, ze krijgt de kinderen, en ze weet de zaak van haar man voorgoed kapot te krijgen.
En daarmee kom ik terug op mijn inleiding. Dit is niet hoe de praktijk is. Dit is niet hoe de praktijk zou moeten werken. Wat heeft een lezer hieraan? Ik ben nu alleen maar gefrustreerd. Wat kunnen we hiervan leren? Wees vooral gemeen en overdreven emotioneel—dan krijg je wat je wilt en win je de scheiding! Denk je dat iemand iets vervelends doet? Probeer vooral niet de waarheid te achterhalen en ga drie keer zo gemeen terug doen! Op vele momenten in het boek worden keuzes gemaakt op basis van “kijk dan hoe verdrietig moeder is” en “ze ziet er zo hopeloos uit”. Ja, het is goed om empathisch te zijn en voor mensen te zorgen, maar dat betekent niet dat je automatisch hun kant moet kiezen. Je kunt iemand troosten en tegelijkertijd zeggen dat je niet gaat doen wat die ander wilt omdat het waanzin is.
Kortom: het boek doet veel goed, en voor iemand anders is het misschien een geweldig emotioneel en aangrijpend verhaal, maar voor mij was het dat niet. Het feit dat het boek mij zo gefrustreerd maakte, echter, zijn wel weer bonuspunten. Het geeft aan dat ik dus wel ben gaan geven om de situatie. Dat ik wel graag had willen zien dat het goed kwam of op een goede manier werd afgewerkt. Daarom een 3 uit 5 sterren.