Een tijd geleden schreef ik een reeks (van 4 relatief lange artikelen) over humor. (Dit is de link naar het eerste artikel: [Over Humor I](/gewoon-een-gedachte/over-humor-i/" target="_blank" rel=)) Daarin kon ik heel veel interessante theorieën, trucjes, methodes, en meer kwijt. Onlangs, echter, bedacht ik een extra techniek om grappen op te wekken, en daar gaat dit artikel over.
De ingeving
Ik zat ergens te werken (op de universiteit) en hoorde iemand het volgende zeggen: “… moet naar huis … eten …” De puntjes representeren delen van de zin die ik niet verstond. (Ik zat redelijk ver weg. En ik heb eigenlijk geen enkele reden om andermans gesprekken af te luisteren terwijl ik serieus aan het werk ben.)
Omdat onze hersenen heel goed zijn in gaten opvullen, maakte mijn hoofd er toch meteen een volledige zin van, door de meest waarschijnlijk woorden in te vullen: “ik moet naar huis om te eten”. Niks bijzonders, toch?
Toen realiseerde ik dat hij nog iets zei na het woordje “eten”. Althans, zo leek het. Ik legde al mijn werk neer en stortte mij op de taak om de echte zin te ontrafelen. (Zoals het hoort als je iemands gesprek afluistert.) Wat zou hij gezegd hebben? Er waren vele mogelijkheden:
- “Ik moet naar huis want het eten brandt aan.”
- “Jij moet naar huis want het eten wordt zo dadelijk bezorgd.”
- “De professor moet naar huis anders krijgt hij geen eten.”
- “Ik moet naar huis om tegen het eten te vechten.”
De mogelijkheden zijn eindeloos! Ik weet alleen dat er iets van een verband is tussen “moet naar huis” en “eten”, maar ik kan zelf kiezen wat het precies is.
Een stap verder
Na deze enorm spannende gebeurtenis, begon ik het overal toe te passen. Iemand zei thuis: “de honden moeten nog te eten krijgen”. Mijn hoofd maakte ervan: “de honden moeten ons nog te eten geven”. (Wat het begin kan zijn van een vrij surrealistisch verhaal.)
Je kunt nog een stap verder gaan en zeggen: “het eten moet nog wat honden krijgen”, alsof etenswaren huisdieren hebben. Je kunt het zogenaamd verkeerd verstaan en zeggen: “de honden eten krijgers”.
Het wordt alleen maar leuker als iemand een zin zegt waar nog een extra component in zit. Bijvoorbeeld: “de honden zijn onrustig, want ze moeten nog eten krijgen”.
Daar maak je van: “de honden zijn onrustig vanwege het eten dat ze krijgen”. (Alsof we ze een pilletje geven zodat ze hyperactief worden.) Of het welbekende gezegde: “van onrustig eten krijg je honden”
Opmerking: veel van deze voorbeelden slaan (op het eerste gezicht) natuurlijk nergens op. Maar dat is het idee van komische trucjes: heel veel ideeën bedenken in de hoop dat er een paar hele goede tussen zitten. Deze techniek is bedoeld om de creatieve flow te doen stromen, niet om in één keer een comedy routine op papier te hebben.
Techniek 1: De woordenwissel
De “woordenwissel” is iets wat ik heel vaak onbewust doe. (Ik heb er zelfs lang geleden al iets over geschreven: [Woordenwissel](/gewoon-een-gedachte/woordenwissel/" target="_blank" rel=).) Het is de makkelijkste manier om een verkeerd verband te krijgen.
In haar simpelste vorm hoef je slechts het “onderwerp” en het “lijdend voorwerp” van een zin om te draaien. (En eventueel een paar woorden of voorzetsels te veranderen.)
“Ik laat altijd mijn telefoon op de grond vallen.” => “Ik laat altijd de grond op mijn telefoon vallen.”
Alternatief: “ik laat altijd mijn grond op de telefoon vallen.”
Dit suggereert dat jij altijd een zak aarde meeneemt, en dat er een soort publieke telefoon is die door iedereen gebruikt wordt. Interessant.
“Ik fiets altijd naar mijn werk.” => “Ik werk altijd naar mijn fiets.”
… wat dat dan ook mag betekenen.
Iemand moet eerst zijn werk volbrengen voordat hij bij zijn fiets mag van de baas? Iemand legt asfalt aan (als werk), en zet altijd zijn fiets aan het einde, zodat hij meteen naar huis kan?)
Alternatief: “ik werk altijd op mijn fiets”
Zoals je ziet: het wekt snel bijzondere ideeën op.
Techniek 2: De onduidelijke constructie
Ook helpt het enorm om zinsconstructies te gebruiken die vaak onduidelijkheid meegeven. (Althans, als je grappen wilt schrijven. In het echte leven is niemand gecharmeerd als je expres altijd iedereen op het verkeerde been zet.)
Verwijswoorden zijn hiervoor handig. Evenals woorden of zinsdelen op een andere plek zetten in de zin. (Een plek waar ze nog steeds grammaticaal correct zijn, maar grote kans hebben verkeerd te worden opgepikt.)
“Lopend langs het strand, die palmbomen zagen er prachtig uit.” => Het lijkt net alsof de palmbomen aan het lopen waren.
“Een piraat zat op een walvis. Die keek erg boos.” => Keek de piraat boos, of de walvis?
“Een eekhoorn klom in een boom; dat was zijn laatste moment.” => Gaat de eekhoorn dadelijk ten onder, of de boom?
“Ze verliet de kamer gebroken.” => Waarschijnlijk was slechts haar hart gebroken, maar nu lijkt het alsof ze de kamer aan stukken heeft geslagen.
Een ander klassiek voorbeeld is iets van deze vorm:
“Nadat de tegenstander verslagen was, dachten de Grieken dat de Romeinen zouden vertrekken.”
Hebben de Grieken de Romeinen verslagen? Of de Romeinen de Grieken? Als de Grieken hebben gewonnen, dachten ze dus dat de Romeinen vrijwillig hun huizen en land zouden verlaten voor hen. Als de Romeinen hebben gewonnen, waren de Grieken onder de indruk dat de Romeinen helemaal niet zo geïnteresseerd meer in hen waren en terug zouden gaan naar hun eigen gebied.
Opmerking: er is een beter voorbeeld. Die heb ik ooit bij Latijn geleerd (en de lerares was erg trots op haar kennis van onduidelijk zinnen). Maar, hoe hard ik ook zoek, ik kan hem niet meer vinden. Misschien was het de Romeinen en de Germanen. Geen idee.
Techniek 3: Het causale verband
De meest effectieve truc is om twee dingen een causaal verband te geven (waar ze dat normaal gesproken niet of andersom hebben). Oftewel: in plaats van dat onderwerp A en B los zijn van elkaar, zeg je dat A de oorzaak is en B het gevolg.
Hierbij moet je wel wat creatiever zijn en bereid zijn om de zin aan te passen. (Want je kunt niet zomaar oorzaak en gevolg omdraaien en verwachten dat het altijd goed komt.)
- “Kan jij de planten nog even water geven?”
- “Ik wil planten voor mijn verjaardag, want dan mag ik eindelijk water drinken.”
- “Snel! Geef me water! Anders word ik een plant!”
- “De aarde warmt op vanwege veeteelt”
- “De veeteelt warmt op vanwege de aarde.”
- “Omdat de aarde opwarmt, ontstaat plotseling veel meer veeteelt.”
Wederom: dit is om ideeën op te wekken. Geen van bovenstaande zinnen verwacht ik direct te vinden of gebruiken in een artistiek werk. Alle voorbeelden die ik geef zijn slechts de allereerste willekeurige dingen die in me opkwamen.
Zo, hopelijk heb je hier iets aan.