Header / Cover Image for 'Over Godsdienst'
Header / Cover Image for 'Over Godsdienst'

Over Godsdienst

Ik heb lange tijd met een gedachte rondgelopen die ik niet goed kon uitleggen:

Ik ben niet tegen godsdienst, maar ik ben ook zeker geen voorstander.

Na vele maanden van onderzoek doen naar de Islam (en deels het Christendom) voor een boek dat ik aan het schrijven was, werd het ineens allemaal veel duidelijker, en ik wil in dit artikel uitleggen hoe het in elkaar steekt. Het doel is, zoals altijd, om mensen aan het denken te zetten en hopelijk iedereens leven te beteren. Het doel is niet om alle gelovigen af te kraken, of anderzijds terroristische aanslagen goed te praten.

Waarom hangen mensen een godsdienst aan?

Elke goede redenering begint bij de kern—wat meestal een waarom-vraag is—dus dat doe ik ook graag. Er zijn vele redenen voor mensen om een bepaalde geloofsovertuiging te hebben:

  • Ze vinden comfort in het idee dat er een God is en een hiernamaals. (Ze willen niet dat hun overleden vader echt voorgoed weg is, ze willen het idee hebben dat ze zelf op weg zijn naar iets, ze willen geloven dat er een hogere entiteit is die rechtvaardig is en de wereld zal behoeden van het kwade.)
  • Ze hebben veel aan de leefregels en moraal van hun heilige teksten. (Ook houden ze van structuur, houvast. Ze willen zeker weten dat ze het goede doen, omdat God persoonlijk heeft opgedragen dat deze en deze actie juist is.)
  • Ze geloven dat die specifieke godsdienst, met zijn heilige boek en alles wat er verder aan vast zit, de enige echte waarheid is.
  • Ze zijn ermee opgevoed (of anderzijds erin gegroeid) en hebben geen reden gevonden om uit het geloof te stappen. (Misschien weten ze niet beter of kennen ze niet anders.)
  • Ze willen wel weg, maar durven niet vanwege o.a. groepsdruk.

Natuurlijk, er zijn vast mensen te vinden met nog veel specifiekere redenen. (“Ja ik heb zo’n ketting met een kruisje eraan, die vind ik super mooi, maar ja, dan moest ik eigenlijk ook wel daadwerkelijk christen worden, anders was ik ook zo nep.”) Maar bovenstaande redenen vatten het denk ik mooi samen.

Waarmee ik het eens ben

Er zijn drie punten waarvoor ik deels sympathie voel (dit zijn de eerste drie van de lijst):

**Punt 1: **Ik snap het idee van een God en een hiernamaals. Ik zie ongelofelijk veel nare dingen gebeuren in de wereld, en ontelbaar veel afschuwelijke mensen rondlopen, en je hoopt toch dat er een God is die hen zal straffen. Dat hun toegang tot een hiernamaals ontzegd wordt. Ik snap dat je niet wilt dat er na het leven niks is, en dat dierbaren voor eeuwig verdwijnen. Hier is niks mis mee: het is, wanneer goed gebruikt, een vorm van hoop en optimisme.

  • Verdrietige anekdote: Na het plotselinge overlijden van mijn broer sprongen dagenlang meerdere gedichten en liedteksten in me op waarbij God een belangrijke rol speelt. Ondanks dat ik niet gelovig ben, voelde het toch echt en verlichtte het de pijn.
  • _Leuke anekdote: _Ik ben geboren in een rooms-katholiek gezin en heb de communie gedaan. (We zijn niet strenggelovig en inmiddels ben ik al enkele jaren niet meer in de kerk geweest.) Bij een van de lessen zei de pastor dat we God om een gunst mochten vragen, en als we elke dag baden, zou hij het vroeg of laat waarmaken. Wat deed ik? Ik bad elke dag dat hij alsjeblieft een meisje uit mijn klas verliefd op me kon maken. Ieder zo zijn eigen redenen.

**Punt 2: **Leefregels, voor de meeste mensen bekend als “normen en waarden”, zijn ook zeer belangrijk. Eigenlijk is het hele leven een avontuur waarbij je probeert uit te vinden hoe een juist persoon handelt. Je probeert je hele leven lang te leren van je fouten, en een beter mens te worden, wat je hoopt door te geven aan je kinderen. In zekere zin is een godsdienst een tweede opvoeding, naast die van je ouders.

  • Als je kinderen moet leren om niet anderen te pesten, is het heel handig als je kunt zeggen: “God straft kinderen die anderen pesten”. Dat is veel effectiever dan: “geloof me, je gaat ergens in de verre toekomst een keer spijt krijgen van pestgedrag, en over het algemeen wordt je beloond voor goed gedrag maar niet altijd, dus—eh—niet meer pesten oké?”
  • De Koran, bijvoorbeeld, kent veel verzen die echt wel opvoedkundig verantwoord zijn. Zo is het niet toegestaan om je te laten verleiden door luxeproducten (zoals veel te vet voedsel, of snoep met gelatine (wat vrijwel al het snoep is)) of luiheid. (Dit is een oprechte opmerking: hoe vaak zie je een moslim met zwaar overgewicht?)

Punt 3: Er zijn onverklaarbare dingen die deels opgevuld zouden kunnen worden met het idee van een God. Zo weet men vanaf de big bang wat er allemaal met het universum is gebeurd … maar wat was er voor de big bang, hoe ontstond deze? Er moet eigenlijk wel een externe kracht zijn geweest die de reactie in gang heeft gezet. Dus ja, het kan best dat God er best iets mee te maken heeft, maar we hebben gewoon nog niet het bewijs gevonden.

  • Er zijn veel dingen in de wetenschap die een soort “placeholder” krijgen. Zo kan het zijn dat iemand “gelooft” dat er een bepaald deeltje bestaat (eentje daarvan had letterlijk de bijnaam God-particle), maar pas jaren later door anderen bewezen (of ontkracht) kan worden. Dus het kan best dat je ergens fervent in gelooft, en dat je uiteindelijk gelijk blijkt te hebben.
  • Maar in het geval van de wetenschap is er doorgaans wel iets van bewijs of ondersteuning voor een bepaald geloof: als iemand de hypothese dumpt dat “marsmannetjes bestaan en aan het verhuizen zijn naar de kern van de aarde”, dan moet hij daarvoor minstens een paar foto’s van marsmannetjes in piepkleine ruimteschepen aanleveren en een theorie over waarom ze aan het verhuizen zijn en hoe het lichaam van marsmannetjes in elkaar steekt om te overleven zonder atmosfeer. (Deze vergelijking liep uit de hand.)

Dus ik begrijp het wel. Ondanks dat ik ongelovig ben, deel ik nog steeds sommige levenswijsheden met verschillende godsdiensten. (Daarnaast heeft natuurlijk iedereen de vrijheid om te geloven wat hij wil, en zijn eigen mening te hebben, maar ik ga ervan uit dat dit algemene kennis is.) Toch staan enkele dingen me teveel tegen om er niet een beetje boos over te worden.

Waarmee ik het niet eens ben

Laten we eerst de keerzijde van bovenstaande punten pakken.

Punt 1

**Punt 1: **Geloven in een God en het hiernamaals kan ook juist luiheid en onverschilligheid bevorderen. Iemand doet iets verkeerd? “Nee nee, ik ga er niks tegen doen, God zal hem wel straffen.” Jij doet zelf iets verkeerd? “Het was Gods wil!” (of het nog ergere: “ik heb al om vergeving gevraagd, en God heeft mijn zondes kwijtgescholden”) Dat noem ik geen goede houding. Als er iets mis gaat in de wereld, of je het nou zelf bent of iemand anders, zou jij je best moeten doen om het op te lossen en het recht te zetten.

Daarnaast hoor je mensen wel eens zeggen “geen zorgen, God wilde opa gewoon iets eerder bij zich hebben”. Mijn reet! Als God opa nog voor de eeuwigheid in het hiernamaals bij zich kan hebben, had hij wel eventjes twintig jaar kunnen wachten. Soms gaan mensen zelfs zo ver om dingen uit te stellen of zich anders te gedragen omdat ze in de hemel nog wel tijd hebben met iemand. Mensen zoeken hun ouders niet meer op, omdat ze geloven dat ze in de hemel weer samenkomen. Mensen doen geen moeite meer voor hun zieke kind, omdat ze denken dat het een gift is om eerder naar God te worden toegezonden. (Tip: daar denkt het kind vaak anders over.)

Misschien is er een hiernamaals, misschien niet. Maar zolang je daar geen zekerheid over hebt, lijkt het me belangrijk het echte leven op aarde niet te verwaarlozen, en je tijd zo goed mogelijk te besteden. Zoals ik altijd zeg: geloof niet in God, geloof in jezelf. (Hoewel dit problemen oplevert voor zeer arrogante persoonlijkheden die zichzelf goddelijk wanen.)

Punt 2

**Punt 2: **Leefregels zijn goed, maar alleen als je er een reden voor hebt. Blind de regels van iemand anders opvolgen is nooit een verstandige actie. (Om de Enige Echte Oudervraag te herhalen: “als al je vrienden zomaar in de sloot springen, spring je er toch ook niet achteraan!?” Met daarop het eigenwijze antwoord: “als ze er allemaal in springen, zullen ze wel een goede reden hebben en de school in de fik staan”)

Als iemand een mening uit en dat opvolgt met “omdat het in de Bijbel staat” of “omdat God het zo heeft opgedragen”, dan vind ik dat geen argument. Het is niet eens een slecht argument—het is geen argument. Want, wat doe je in het echt? Je vraagt door. Als iemand zegt “ik denk dat rood een slechte kleur is voor dit project, want Pietje zei dat”, dan ga je toch even bij Pietje langs om verder te horen. Het maakt me niet uit als Pietje de hoogste kleurenexpert van de wereld is, hij moet zijn argumenten geven.

Soms dan probeert men het ook te verbloemen met een verhaaltje, een soort dubbel nietsargument. Bijvoorbeeld: “Homoseksuelen zijn onnatuurlijk en moeten bestraft worden, want de man en vrouw ontstonden eerst, en niet twee mannen. Homo’s zijn een fout.” En dit zou nog best redelijk klinken in de ogen van sommige mensen. Hierin zit, echter, een berg aannames die gelovigen zouden maken en niet-gelovigen minder snel (hopelijk, anders ben ik zeer teleurgesteld). Bijvoorbeeld, de aanname dat de natuur in één keer gemaakt is en al die jaren daarna onveranderd is gebleven. Of de aanname dat wat niet natuurlijk is meteen bestraft moet worden. (Auto’s en huizen zijn ook niet natuurlijk—whatcha gonna do?) Of, nog belangrijker, de aanname dat wat in een specifiek boek van lang geleden staat sowieso waar is.

Ik kom hier later nog op terug, maar de kern van het verhaal is: mensen moeten hun leefregels niet uit een boek of instelling halen. Ze moeten hun leefregels zelf ontdekken, ze moeten zelf precies weten waarom het ene juist is en het andere niet. Hoe weet je anders of de leefregel daadwerkelijk juist is? Hoe kan je mensen anders nog aansporen tot kritisch denken en misschien zelf extra, nieuwe principes te bedenken?

(En ja, als mensen helemaal zelf hun principes opbouwen worden ze sowieso beter en rechtvaardiger. Je krijgt meteen de verschillende perspectieven, de verschillende ervaringen, de verschillende argumenten. Er zijn bijzonder weinig ervaringen en gedachtegangen die eindigen met: “… dus, logischerwijs, ik moet alle ongelovigen vermoorden.”)

Punt 3

Punt 3: Er is geen bewijs voor een God. Er is geen enkel bewijs van wat de godsdiensten beweren. Doordat vele gelovigen ergens van overtuigd zijn zonder bewijs of feiten, zijn ze veel minder snel geneigd om wetenschap of argumenten te accepteren. Het is namelijk moeilijk te verenigen: hoe kun je enerzijds proberen om je kennis en meningen op feiten te baseren, en anderzijds een groot deel van je leefstijl baseren op iets wat misschien niet eens bewezen kan worden? De meeste mensen tippen naar de kant die bijvoorbeeld weigert te vaccineren, of nog steeds denkt dat de aarde plat is, of die denkt dat geloof belangrijker is dan feiten.

Dat is zeer schadelijk. Om het punt te maken, geef ik een persoonlijke anekdote. Als kind zat ik wel eens aan de eettafel, en dan werd er nieuws uit de wetenschap vertelt door iemand … gevolgd met de opmerking (ik parafraseer) “ja ik weet niet hoor, die evolutie klinkt wel aannemelijk, maar ik geloof toch ook wel gewoon dat God het heeft gemaakt”. Als je zo’n opmerking één keer maakt, en de mensen om je heen bevestigen het (want ze hebben hetzelfde geloof), ga je het snel voor alles maken. “Ja ik weet niet hoor, ik denk toch dat de maanlanding nep was, want volgens mij knal je tegen de hemel aan als je de aarde probeert te verlaten.” “Nou zeggen ze wel dat CO2 slecht is voor het klimaat, maar ik geloof toch dat God het met een goede reden in de grond heeft gestopt.” (JA, OM IN DE GROND TE BLIJVEN. Sorry.)

De conclusie is: je mag best ergens in geloven of een bepaalde keuze op gevoel maken, maar door er een hele godsdienst omheen te maken wordt het ineens belangrijker om keuzes te maken op basis van geloof, in plaats van op basis van feiten, logica en normen en waarden. Daarnaast, zoals hierboven vermeld, als je na lange tijd nog steeds geen enkel bewijs hebt verzameld (of andere dingen die je theorie kunnen ondersteunen), kun je aan de waarheid twijfelen.

Punt 4

Punt 4: Dit is gewoon slechte opvoeding (in mijn ogen). Een ouder hoort zijn kind niet te indoctrineren of haar eigen wereldbeeld op te leggen. Je gaat er daarbij namelijk impliciet vanuit dat jouw wereldbeeld beter is dan dat van wie dan ook, en dat je veel slimmer en wijzer bent dan je eigen kind ooit gaat worden. Je moet je kind juist leren om verschillende perspectieven te zien, om naar iedereen te luisteren, om vooral zelf na te denken en keuzes te maken (en die te beargumenteren).

Natuurlijk kun je zeggen “ik heb er geen last van, dat ik nou eenmaal ben opgegroeid in een christelijk gezin, waarom moeite doen om eruit te stappen?” Dat slaat weer terug op het eerdere punt: als je niet weet waarom je iets doet, doe het niet. Het werkt niet andersom: je doet iets totdat je een reden hebt om te stoppen. (Dat is alsof je ouders tegen je hebben gezegd “meteen als je thuiskomt je huiswerk maken!”, en vervolgens maak jij je hele leven lang elke dag als je thuiskomt willekeurige huiswerkopgaven, zelfs als je al 50 bent en gewoon een goede baan hebt. Want ja, het zat al in je systeem, waarom zou je ermee ophouden?)

Ik ben nogal geobsedeerd met opvoeding, dat weet ik, maar dat komt omdat het zo enorm belangrijk is. Een kind wordt grotendeels gedefinieerd en gevormd door zijn thuissituatie en opvoeding. Ik durf zelfs te zeggen dat succes van een kind in de meeste gevallen staat of valt bij hoe de opvoeding geregeld is. (Je hebt de zeldzame tiener die wegloopt van huis en een superster wordt, maar de meesten met een slechte thuissituatie maken misschien niet eens de middelbare school af.)

Natuurlijk mag jij als ouder de opvoeding bepalen en er je eigen persoonlijkheid en mening ingooien. Maar je mag het niet op kinderen forceren. Als de tijd daar is, leg je de kinderen uit welk geloof je aanhangt en waarom. Als ze geïnteresseerd zijn, vertel ze meer, vertel ze over andere geloven, laat ze iets ervan meemaken. Maar het laatste wat we willen, zijn kinderen die opgroeien met leefregels en ideeën waarvan ze niet weten waarom ze die hebben en of ze wel een goede invloed zijn op de maatschappij.

**Opmerking: **Dit doet me denken aan een verdrietig verhaaltje. In Amerika heeft het christendom jammer genoeg nog een redelijk grote greep in sommige staten. Laatst las ik een forum van leerlingen op de middelbare school over wat ze graag anders zouden zien in het voortgezet onderwijs. De meest voorkomende reactie was: “teach us some fucking science”. (Naast, overigens, “teach us practical skills that we actually need in real life; like how to handle taxes, or buy a house, or eat and exercise properly”)

Iedereen kreeg bij biologie verhalen over de schepping en hoe men Gods werk kan zien in de wortels van een boom, maar geen evolutieleer en geschiedenis/ontwikkeling van de aarde. Ze kregen bij natuurkunde geen les over de gravitatiewet, waarschijnlijk omdat de docenten dan zouden moeten toegeven dat er een heel universum bestaat buiten de aarde. Sterker nog, het was in veel staten toegestaan om lichte lijfstraffen te gebruiken op jonge kinderen om ze te disciplineren, omdat het in de bijbel staat (Proverbs 23:13). Ik heb dit onthouden omdat ik er daadwerkelijk van schrok. Als je mij wilt laten schrikken hoef je geen horrorfilm op te zetten of spooktocht te doen—een pittige documentaire over het onderwijssysteem is genoeg :p

**Opmerking: **Dat doet me denken aan een ander verdrietig verhaaltje. Een andere student die problemen kreeg omdat hij zijn docente tegensprak. Zij (de docente) beweerde dat de wetenschap onzin was en dat biologie niet alles kan verklaren, en dat er ontelbaar veel geslachten zijn. De student zei dat de biologische wetenschappers er verdomd zeker van zijn dat er twee geslachten zijn, en vroeg waar zij haar ideeën vandaan kreeg. Hij moest meteen weg. Hij mocht alleen blijven als hij zijn handtekening zette onder een “apology contract”, en tien minuten voor de klas ging staan terwijl de rest alle verwensingen naar zijn hoofd mochten schreeuwen die ze konden bedenken. Hij is niet gebleven.

Punt 5

Punt 5: Het woord groepsdruk geeft het al een beetje weg. Het idealistische principe is: nooit iets doen puur omdat anderen het zeggen, altijd omdat jij het zelf wilt en er goede argumenten voor hebt. Het probleem is natuurlijk dat de groep soms wel degelijk gelijk heeft, en mensen zijn nou eenmaal sociale wezens. Mensen kunnen hun principes weggooien om geaccepteerd te worden binnen een groep. Eenzaamheid is een van de grootste straffen voor de meeste mensen, dus blijven ze bij een geloof, dus blijven ze binnen een vriendengroep met bepaalde standpunten die eigenlijk niet door de beugel kunnen. In bepaalde stromingen van de Islam kan het je zelfs op de doodstraf komen te staan, als je het geloof verlaat.

In het algemeen is de regel: als je mensen moet straffen om te zorgen dat ze niet weg gaan, doe jij iets heel erg verkeerd. Als een kind zó vaak niet thuis is dat een ouder moet zeggen “als je nog een keer met iemand afspreekt mag je het hele huishouden gaan doen!”, is waarschijnlijk de thuissituatie niet ideaal en moeten de ouders zelf veranderen. Als jij tegen je vriend moet zeggen “als je niet meegaat naar dat feest, ben je mijn vriend niet meer!”, moeten jullie misschien inderdaad geen vrienden zijn.

Waar iemand ook bang voor is, het geeft extra stress en ongelukkigheid. Als godsdiensten dan zogenaamd gemaakt zijn om mensen een beter leven te laten leiden, met een doel en een richting, waarom zijn mensen dan zo bang om erin te zitten? Waarom verhinderen ze mensen om de dingen te doen die hen gelukkig zouden maken, en een gevoel geven van zingeving?

Het is, technisch gezien, strafbaar. Mensen onder druk zetten om te doen wat jij wilt, door te dreigen met bijvoorbeeld de doodstraf, mishandeling of onterving. (Andersom, als iemand een pistool op jou richt en jou beveelt om het geld uit de kassa te pakken, wordt je vaak ook vrijgesproken omdat je onder druk handelde. Probeer dit niet thuis.) Dus, als het niet internationale rellen van ongezien formaat zou opleveren, zouden regeringen op basis hiervan sommige geloofsovertuigingen kunnen verbannen. Zo ver wil ik niet gaan, maar denk er zo over na: als iets technisch gezien strafbare elementen heeft, hoe kan dat ooit een positieve invloed hebben op de wereld?

(Als laatste iets om over na te denken: ouders doen wel eens een “uitje” met hun kinderen, waar de kinderen totaal geen zin in hebben. De ouders denken dat ze iets goed doen. Ze dwingen de kinderen om ergens naartoe te gaan met het idee “wij weten wel beter, dit is goed voor hun ervaring of algemene kennis, en dan komen ze weer eens buiten”. En soms hebben ze gelijk: dan gaan ze voor het eerst naar een dierentuin, en blijken “de kids” hun passie voor dieren te vinden. (In mijn hoofd praten alle ouders over “de kids”. “Hoe is het met de kids?” “Ja, ja, alles kits. Jouw kids?” “Tja, het kitst er soms nogal op, maar verder.”)

Maar soms hebben de ouders ook geen gelijk: dan gaan ze naar pretpark Hellendoorn en denken ze “jeetje wat is dit een saaie smeerboel”, en de kinderen hebben een slechte dag. Zouden ze ooit nog teruggaan naar dat pretpark? Niet waarschijnlijk. Dus het is oké om een kleine groepsdruk te hebben, maar als iemand iets eenmaal heeft geprobeerd en het bevalt niet, stop er dan mee.)

Een samenvatting

Grofweg gezien kun je gelovigen indelen in twee categorieën. (Vergeef me de terminologie; ik weet dat gematigden niet graag gematigden genoemd worden, omdat zij juist vinden dat zij de enige juiste interpretatie van het geloof aanhangen.):

  • De strenggelovigen: ze zien het heilige boek als de enige waarheid, nemen alles letterlijk, en laten hun godsdienst alles bepalen.
    • Hieronder vallen bijvoorbeeld de moslimextremisten die aanslagen plegen, of misschien de christelijken die homoseksuelen mishandelen of vinden dat hun vrouw echt minderwaardig is aan hen.
  • De gematigden: ze weten dat er een wereld buiten de godsdienst is, en interpreteren het zoals zij willen en pakken eruit wat zij willen.
    • Hieronder valt een groot deel van de gelovigen; van moslims die hun lichaam niet bedekken tot christelijken die helemaal niet geloven dat God de aarde heeft geschapen. (Fun fact: er zijn redelijk wat wetenschappers die gelovig zijn.)

En de reden dat ik geen fan ben van godsdienst, is omdat beide categorieën niet echt kloppen.

  • De strenggelovigen denken niet zelf na. Ze geloven blind een heilig boek, ze zouden iemand vermoorden als ze denken dat het heilige woord dat opdraagt. Dat is natuurlijk zeer gevaarlijk. Zoals ik altijd zeg: een persoon is zo gevaarlijk als zijn gedachten. Als die persoon niet eens zijn eigen gedachten heeft, en zijn eigen hoofd niet kan sturen, is er geen enkele rem op wat diegene kan doen.
  • De gematigden denken gelukkig zelf na, maar doen aan “cherry picking”. Ze doen alleen hetgeen waar ze zin in hebben. Ze kunnen bijvoorbeeld de goede regels uit het heilige boek negeren en alleen de regels pakken die hen uitkomen. Soms zijn het hele goed mensen (omdat ze de goede regels pakken), maar soms zijn ze verschrikkelijk (omdat ze alleen voor hun eigen gewin gaan). En de hamvraag is: als je toch doet wat je zelf wilt, waarom in vredesnaam een groot, wereldwijd, geïnstitutionaliseerd geloof aanhangen?

Ik kan geloven in een God zonder een godsdienst aan te hangen. Ik kan dromen van een hiernamaals zonder heilig boek, ik kan leven met de regel “gij zult niet doden” zonder het hele christendom daaromheen. Godsdienst kan een positieve invloed hebben, maar alleen individuele godsdienst, geen geïnstitutionaliseerde godsdienst. Hoe kan je denken dat miljoenen mensen exact hetzelfde zijn en hetzelfde geloven? Hoe kan je besluiten dat de regels opgeschreven in een oud boek belangrijker zijn dan alle ervaringen, meningen, en gevoelens van al die miljoenen mensen die het aanhangen? Ik weet zeker dat, als alle gelovigen eens met elkaar een goed gesprek aan zouden gaan, ze merken dat ze meer overeen hebben én meer verschillen hebben dan gedacht.

Dus ja, godsdienst in de huidige vorm is een slechte invloed op de wereld. (Mensen hebben het recht om dat te bekritiseren, net als gelovigen het recht hebben om hun geloof te uiten.) Maar als mensen zelf blijven nadenken, en niet als schapen achter een grote kudde aanlopen, zou niemand er problemen mee moeten hebben. Dan wordt het namelijk niets meer dan een interessante karaktertrek, een persoonlijke en beargumenteerde overtuiging, net als je lievelingsmuziekgroep of je hobby’s.

Mensen zouden van mij mogen geloven in marsmannetjes die naar de aarde verhuizen, of dat er ontelbaar veel geslachten bestaan, of dat er zoiets bestaat als een kleurenexpert, of dat je inderdaad in de vijver moet springen als al je vrienden er ook inspringen, of dat God in de vorm van een eenhoorn ooit op aarde rondliep maar door onwetende jagers is vermoord. Ik zou zelfs zo ver willen gaan om te zeggen dat mensen mogen geloven dat Hellendoorn een goed pretpark is (dat is het niet). Maar, ik zal de legendarische Maarten van Roozendaal het eindwoord laten doen: redt mij niet.