Header / Cover Image for 'Over Humor IV'
Header / Cover Image for 'Over Humor IV'

Over Humor IV

In het vierde deel van deze reeks, kijken we naar nóg meer oefeningen voor grappige dingen schrijven. Sommige hiervan zijn specifiek nuttig voor humor, andere oefeningen (of filosofieën) kun je eigenlijk toepassen in alle vormen van creatief werk. Dus, laten we geen tijd verspillen!

Prompts

De meest algemene (en bekende) methode voor ideeën genereren is door middel van prompts. Prompt betekent zoiets als aanmoedigen, voorzeggen of influisteren, en dat is ook precies wat ze doen. Een prompt geeft je een opzet, en jij moet hem afmaken. Het geeft een vraag waarop jij antwoord moet geven.

Die vraag is altijd specifiek gemaakt om veel rare ideeën op te wekken. Een simpele vraag als “wat is je lievelingskleur?” is geen goede prompt; iets als “wie is je grootste aartsvijand en waarom?” is veel beter. Een prompt is altijd een open vraag, en moet emotie opwekken.

Kom op, geef me gewoon die prompts! Niet zo snel. Online kun je veel vaste lijsten van prompts vinden, maar het is in mijn ogen beter als je ze te allen tijde zelf kunt bedenken. Dan kom je sowieso op frisser, nieuwer materiaal, en ben je niet afhankelijk van toegang tot internet.

Ik ben daarom ook een groot voorstander van “invulprompts”. Die werken zo:

  • Pak een emotioneel werkwoord (positief of negatief).
    • Bijvoorbeeld: haten, houden van, verachten, trots zijn, gênant vinden, etc.
  • Begin een zin ermee, en vul hem vervolgens aan.
    • Bijvoorbeeld: ik haat …, ik hou van …,
  • Voeg vervolgens een reden toe:
    • Bijvoorbeeld: ik haat X, want Y en Z.

Eindeloze mogelijkheden! En als dit niet genoeg is, kun je het nog gekker maken:

  • Extra oefening: wissel je antwoorden om. Schrijf wat je haat ineens bij waar je van houdt, en bedenk dan nog maar eens een goede reden.
  • Extra oefening: pak één van je zinnen, bedenk zoveel mogelijk antwoorden als je kunt, en zet ze in een lijst. Kijk of je zoveel mogelijk dingen kunt verbinden om er een grap uit te halen.

Ik zal binnenkort een artikel schrijven waarin ik zelf deze oefeningen doe, om te laten zien hoe het uitgewerkt kan worden. (Daarvoor is in dit artikel niet echt ruimte.)

Short stories

Dit is eigenlijk een abstractere versie van prompts. Je pakt _iets—_een voorwerp of persoon of evenement of herinnering enz.—en schrijft daar een kort verhaaltje over.

Denk er niet teveel over na. Schrijf aan één stuk door alles wat in je opkomt, en stop pas als er niks meer komt. Je hoeft zelfs niet eens terug te gaan om spelfouten te verbeteren, of dingen weg te halen die niet meer (logisch) kloppen. Laat alles in eerste instantie staan.

Als je klaar bent, leg je het verhaal even weg. De dag erna lees je het terug, en haal je de meest interessante dingen eruit. Vaak is er in die zee van woorden wel iets te vinden wat daadwerkelijk grappig, interessant, of nieuw is. Pak dat eruit, gooi de rest weg, en bouw voort op jouw beste stukjes.

Extra oefening: zelfs als mensen short stories moeten schrijven, maken ze die nog te lang. Een van de belangrijkste onderdelen van schrijven is zo simpel en beknopt mogelijk zijn, maar tegelijkertijd hebben mensen daar het meeste moeite mee. Dus, als extra oefening kan je elk van je verhaaltjes proberen terug te brengen naar minder woorden.

Tel hoeveel woorden je hebt, en halveer dat. Vind de kern van je verhaal of grap, en probeer deze essentie te behouden. Heb je het gehalveerd? Doe het dan nog een keer. En nog een keer. Totdat je tegen jezelf met zekerheid kunt zeggen dat het écht niet meer korter kan.

Wees niet bang om enigszins relevante of grappige stukjes weg te gooien, als daardoor je kernidee ineens een stuk sterker en beter wordt. Denk niet alleen na over welke zinnen je wilt gebruiken, maar ook altijd over je woordkeuze in de zinnen die overblijven. Veel zinnen zijn met een andere constructie duidelijker en korter, en veel lange woorden hebben een kortere variant die hetzelfde bericht kan overdragen.

Opmerking: ooit had ik het idee om een collectie korte verhalen te schrijven. De eerste paar verhalen schreef ik zonder te weten hoe lang ze gingen worden. Even later wist ik waar ik heen wilde, en bedacht na veel wikken en wegen de woordenlimiet van 15,000 woorden. Toen ik die eerste (oude) verhalen terug las, echter, merkte ik dat ik ver boven de limiet uitkwam. Ik was verbaasd. Er gebeurde helemaal niet zoveel in de verhalen? Dus ik las ze nog een keer, deze keer met een kritisch oog, en ik kon maar liefst 2,000 woorden weghalen zonder dat het verhaal veranderde.

Moraal van het verhaal: die sketch van zes pagina’s? Die kan ook in vier of vijf, en daar wordt hij waarschijnlijk beter van.

Een goede overtreding

Dit is een theorie die ik op veel plekken terug heb zien komen, vaak met iets andere benamingen of uitleg, maar in de kern hetzelfde.

Elke grap is een goedaardige overtreding

Laten we dat statement even uitpakken:

  • Overtreding: een grap doet iets wat onverwacht is, of onbehoorlijk, of onbedoeld. Gemiddeld genomen is het “fout”.
  • Goedaardig: de “fout” is echter te begrijpen, en niet extreem schadelijk.

Oftewel, er moet een sprong zijn tussen het “goede” en jouw “overtreding”, maar die sprong moet klein genoeg zijn dat het publiek hem kan en wil maken.

Voorbeeld: dit is een slechte grap: “wat is groen en plakt?” “een nat stuk brood met schimmel erop”. Ja, het antwoord is onverwacht, maar de sprong om daar te komen is te groot. (Het goede antwoord was trouwens: “Kermit de Sticker”. Hierbij is de sprong klein, omdat men de groene Kermit de Kikker kent, en men kent plakkende stickers, en alles klopt dus.)

Opmerking: natuurlijk heb je ook de categorie van de anti-joke, waarin men iets compleet absurds, onzinnigs of irrelevants doet als reactie op een bepaalde opzet. Maar dat werkt alleen als het heel goed is uitgewerkt, en ondersteunt wordt met andere soorten grappen. Een voorstelling waarin alles wat gebeurt absurd en onverwacht is, en waar het publiek dus geen touw aan vast kan knopen, is niet perse heel grappig.

Oftewel, het helpt om na te denken over de volgende dingen als je jouw grappen wilt verscherpen:

  • Is het wel genoeg een overtreding?
  • Is het wel goedaardig?
  • Wat is de sprong die men moet maken, en is die van de juiste grootte?
  • Hoe moet ik de opzet schrijven om het publiek richting een valse verwachting te sturen?
  • Klopt de grap nog nadat je de punchline hebt gezien?

Zoeken naar grappen

Als je toch nog wat geforceerder (woord)grappen moet vinden, heb ik hier een uitgebreide oefening die soms voor mij werkt.

Oefening

Pak een onderwerp (een sport, schoolvak, beroep, etc.) en schrijf een aantal subgroepen op.

Ik kies “voetbal” en schrijf op: voetbal spelers, voetbal veld, voetbal uitrusting, voetbal handelingen

Bedenk vervolgens voor elke subgroep zoveel mogelijk clichés.

Voetbalspelers: amateurs, opscheppen, scheidsrechter uitschelden, oefening, professionals, matchfixing, niemand neemt de leiding, spelen niet als team, geen vertrouwen in elkaar, wisselen, blessure, we vergaten onszelf te belonen, we stonden vandaag goed als team op het veld, we vergaten te voetballen, hij verloor de bal te snel, hij was slordig aan de bal, hij had geen oog voor medespelers, hij gooit de versnelling omhoog
Voetbalveld: modderig, kunstgras, reclameborden, goals, cornervlaggetjes, tribunes, trainersgebied, middenstip, penaltystip, halflijn
Voetbaluitrusting: voetbal, voetbalshirt, scheenbeschermers, polsbandjes, voetbalschoenen
Voetbalhandeling: warming-up, penalty, hoekschop, vrije trap, counteren, de bus parkeren, spelen met poep in de broek, spelen met lood in de schoenen, krijgt veel teveel ruimte, snoeiharde overtreding, we willen deze lijn doortrekken, het is belangrijk dat alle neuzen dezelfde kant op wijzen, we kwamen slecht uit de kleedkamer, het is een spel met twee helften, gaat die bal erin krijg je een hele andere wedstrijd, het is nog vroeg in de wedstrijd, alles kan nog gebeuren

Ga door de lijst, en zoek zoveel mogelijk synoniemen, _antoniemen _(woorden met tegenovergestelde betekenis), _homoniemen _(gelijk klinkende woorden), en vage woorden (die meerdere interpretaties kunnen hebben).

Combineer ze vervolgens voor grappen!

Hieronder de beste ideeën die ik zo snel kan vinden.

  • We kwamen slecht uit de kleedkamer, en struikelden over de reclameborden.
  • Tja, gaat die bal erin, krijg je een hele andere wedstrijd. Onbegrijpelijk die nieuwe regels. Staan er ineens een stel mensen met hockeysticks op het veld.
  • De profvoetballer had een stuk minder last van die harde tackles nu hij teenbeschermers droeg.
  • Geen wonder dat ze verloren. Hun spits had totaal geen oog voor medespelers. Blijkbaar had hij ze alle twee zelf nodig.
  • Iedereen weet hoe lastig het is om te voetballen tegen een ploeg die gewoon de bus parkeert. Als we wilden scoren, moesten we de bal precies door de ramen schieten!

Hier zie je meteen waarom ik niet goed ben in op commando grappen bedenken, zonder onderliggend verhaal :p

Karakterhumor

Veel schrijvers denken dat, om een karakter realistisch en levendig te maken, ze elk mogelijk detail over diegene moeten bedenken en vertellen. Oogkleur, haarkleur, lievelingsdier, waar ze vroeger woonde, etc. Dat is niet zo. De meeste wereldberoemde personages die mensen geweldig vinden, zijn gedefinieerd door een aantal specifieke, grappige karaktertrekken. Dat geldt voor verhalen, films, tv series, en zelfs stand-up comedy.

Ik heb het al eerder gezegd, maar hier komt ie nog een keer: elke grap wordt duizend keer beter als de karakters goed zijn. Een cabaretier, bijvoorbeeld, vertelt vaak verhalen met zichzelf als karakter. “Ik was dus gisteren in de Albert Heijn, bla bla …” Hij was helemaal niet gisteren in de AH. Hij heeft de show een jaar geleden geschreven, en wat hij gaat vertellen heeft hij waarschijnlijk gehoord van een vriend, of ergens gelezen. Maar door zichzelf als karakter in het verhaal te schuiven, wordt het meteen interessanter. Als dat niet lukt, stopt men vaak een ander herkenbaar personage in een verhaal. Cabaretiers praten dan over hun moeder, of oma, of partner, of kinderen, of die gemene viooljuf, of de testosteronbom die hun judo gaf, of de extreem zweverige levensbeschouwingdocent. Het zijn vaak stereotypes, en niet eens op de waarheid gebaseerd, maar het zet meteen een herkenbaar en grappig personage neer.

Zoals de meesten ben ik, echter, geen fan van stereotypes. Daarom ken ik een andere methode die ik nog beter vind:

Om erachter te komen hoe je karakters in elkaar steken, stel je de vraag “wat zou X doen in situatie Y?”, en probeer je zo specifiek en verschillend mogelijke antwoorden te geven voor al je karakters.

Voorbeeld: stel je hebt vier personages in je verhaal: A, B, C en D. Dan stel je misschien de vraag: wat zouden zij doen als ze bang zijn? (Ze zitten samen beneden iets te kijken, ’s avonds, en boven op de overloop horen ze voetstappen en gerinkel.)

  • Misschien gooit A een kussen tegen haar gezicht, en probeert meteen onder de bank te schuiven.
  • B zet het geluid harder; het maakt niet uit of ze iets stelen, zolang hij het maar niet hoort, en de inbrekers niet beneden komen.
  • C springt op, drukt zich tegen de muur, sluipt richting de trapdeur, en probeert met zijn mobieltje (als spiegel) zicht te krijgen op de trap en overloop.
  • D, als laatste, zegt er meteen iets van en probeert met de rest te discussiëren wat ze moeten doen (terwijl hij zelf met zijn luie reet op de bank blijft zitten).

Misschien heb je deze informatie helemaal niet nodig uiteindelijk. Maar de kans is groot dat je ergens wel iets grappigs of interessants vindt als je op deze manier over personages moet nadenken. Door je personages te definiëren aan de hand van een paar van deze vragen, zorgt dat ze realistisch en levendig zijn, maar wel simpel genoeg voor mensen om meteen te begrijpen en onthouden.

De vier geboden

Ik vond ergens de vier geboden van humor (geschreven door—je raadt het nooit—een komiek). Die zal ik hier nog delen, niet omdat het echt iets nieuws zegt, maar vooral omdat ik het wel een leuke samenvatting vond.

(Ik moet overigens leren om bronnen op te schrijven wanneer ik iets overneem van iemand. Nu raak ik alles kwijt. Je denkt: ik kan het nog wel terugvinden later, desnoods in mijn browse geschiedenis, maar dat stelt toch altijd teleur.)

  • Gij zult niet bang zijn te beledigen.
  • Gij zult aandacht hebben voor het alledaagse, details, en eigenaardigheden, groot en vooral klein.
  • Gij zult alles tot in het extreme trekken.
  • Gij zult metaforen en vergelijkingen gebruiken alsof je leven ervan af hangt.

Dan zijn we nu aan het einde gekomen van mijn onderzoek (als ik het zo kan noemen) naar humor. Er is natuurlijk nog veel meer te doen en bespreken, maar dat ga ik hier niet doen. Wel zal ik een aantal links achterlaten naar dingen die ik interessant vond. Deze gingen echter teveel over iets anders om in mijn eigen artikel op te nemen, of het is juist te specifiek of diepgaand. En ik zie geen nut in deze artikelen woord voor woord in het Nederlands overtypen op mijn blog :p

Booky books

Hieronder enkele boeken die ik tegenkwam en interessant vond. Dit is een enorm incomplete lijst natuurlijk—het is vooral een geheugensteuntje voor mezelf, omdat ik ben vergeten waarom ik deze boeken ook alweer zo enorm interessant vond.

  • The Serious Guide to Joke Writing
  • The Cheeky Monkey
  • Writing that Sitcom

En laten we dan afsluiten met het grappigste Engelse woord van de week: kerfuffle.