Header / Cover Image for 'Over Klimaatverandering – Deel 4'
Header / Cover Image for 'Over Klimaatverandering – Deel 4'

Over Klimaatverandering – Deel 4

Vergeet opnieuw alles wat je weet over klimaatverandering. Vergeet alles wat je denkt te weten, wat je denkt dat belangrijk is. Ik wil een verhaaltje vertellen over het leven en de mensheid. Een verhaaltje dat lezers hopelijk inspireert om een iets beter en bedachtzamer mens te zijn, wat automatisch een groot deel van het klimaatprobleem oplost. Dan hoeven we hopelijk geen enkele discussie meer te voeren; en de wereld wordt automatisch een beetje beter. Zou dat niet prachtig zijn?

In der beginne was er energie

Er was een oerknal. We weten niet precies hoe dat komt, en er zijn zelfs redenen om te denken dat we iets missen omdat ons huidige universum helemaal niet zou moeten bestaan volgens enkele theorieën, maar vanaf dat moment zijn we redelijk zeker. Die bal van energie spatte uit elkaar, maar gelukkig kon zwaartekracht deeltjes bij elkaar houden, en zo ontstonden de eerste atomen.

Uiteindelijk ontstonden sterren, en in hun hete kern werd het overgrote deel van onze atomen gemaakt (zuurstof, koolstof, etc.). Met elke ster die explodeerde en werd herboren ontstonden zwaardere elementen. Totdat ergens, toevallig of niet, de aarde ontstond. De perfecte plek en omstandigheden die uiteindelijk zouden leiden tot het ontstaan van leven.

Maar hoe ontstaat leven uit niet-leven? Nou, in de kern heeft alles te maken met energie. Levende wezens kunnen energie uit het universum halen, en dat omzetten in o.a. beweging, groei en voortplanting.

De eerste wezens—bacteriën—konden energie uit zonlicht halen, en scheidden juist zuurstof uit als afvalproduct. (Deze zuurstof zorgde onder andere voor onze oceanen en atmosfeer.)

Daarna ontstonden bacteriën die hun energie uit zuurstof konden halen. Dit was veel efficiënter, waardoor ze groter en complexer konden worden.

Miljoenen jaren verstreken, en uiteindelijk ontstonden vissen die hun energie uit planten konden halen. Planteneters. Dat was nog veel efficiënter! Ze konden groter worden, andere lichaamsdelen ontwikkelen, en uiteindelijk ontstonden de eerste amfibieën (die uit het water liepen om op het land te leven).

Nog veel later kwamen de eerste beesten die hun energie uit andere beesten konden halen. Vleeseters. Wat denk je? Nog efficiënter, en deze beesten groeiden het grootst. (Ga maar na: konijnen zijn klein en eten planten, vossen zijn groter en eten konijnen.)

Jouw eigen bundel sterrenstof

Je ziet denk ik wel waar ik heen ga. Elke diersoort is bezig met zijn deel van de energie uit het universum te grijpen, en hoe groter dit deel, hoe groter en complexer de soort kan evolueren.

Wij mensen zijn niets meer dan een logisch gevolg daarvan. Wij leerden jagen en gereedschappen maken, waardoor we zuiniger waren met onze energie en dus grotere hersenen konden veroorloven. Even later konden deze grote hersenen uitvinden hoe men eten kon bereiden met vuur, en voilà: we waren nóg efficiënter met onze energie. We konden nog grotere lichamen, hersenen en energieverbruik veroorloven.

Dit is natuurlijk en goed, onder één voorwaarde: de energie wordt uiteindelijk weer teruggegeven aan het universum.

Wanneer een plant sterft, gaat een deel van de grondstoffen op in de grond. Het wordt gebruikt door andere planten—misschien eten sommige planteneters er nog iets van—en het is teruggegeven. Het deel van de grondstoffen dat de plant niet op die manier kwijt kan, blijft onder de grond. Op die manier wordt het toch teruggegeven, en blijft de energie in balans. Na jaren en jaren van persen worden deze plantenresten aardolie.

Wanneer een dier sterft, wordt zijn lichaam ook opgenomen door de natuur. Alle energie die er ooit in is gestoken, wordt weer teruggegeven.

De aarde heeft biljoenen jaren overleefd met organismen die netjes meededen aan deze energiecyclus. Ze pakten een stuk energie, leefden er een goed aantal jaren van, en gaven het toen weer terug.

Waar ging het mis denk je? Toen de mensen energie pakten die ze niet teruggaven. Wij zijn steeds efficiënter geworden met onze energie, maar niet efficiënter geworden in het weer teruggeven. We halen olie uit de grond om energie op te wekken, maar deze energie wordt niet in een bepaalde vorm uiteindelijk weer teruggestopt.

De balans

Dit is geen houdbare situatie. Natuurlijk, het gaat eventjes goed, omdat we energie van andere plekken kunnen pikken. We kunnen alle olie opmaken, we kunnen andere dieren hun energie afpakken, maar uiteindelijk stopt het ergens. Als mensen op deze manier doorgaan, komt er een punt dat we meer energie nodig hebben om te overleven, dan er daadwerkelijk is.

Iedereen zou dit moeten begrijpen. Het is oké om jouw deel van de energie te grijpen, zolang je het maar weer teruggeeft. Je hebt voedsel, water, ruimte, etc. nodig om te overleven, dus er is niks mis met dat opeisen, zolang je moeite doet het in balans te houden.

Het is hetzelfde als met de dinosauriërs. Wanneer wezens te groot en oppermachtig worden vindt de natuur een manier om ze gewoon weg te vegen. De dinosauriërs waren zó groot, en hadden zoveel energie nodig, dat een natuurramp (inslaande komeet, verandering van temperatuur, etc.) genoeg was om ze allemaal weg te krijgen. Alleen de kleinere wezens overleefden.

In extremis betekent dit het volgende: ga bijvoorbeeld na hoeveel stroom jouw laptop verbruikt, en kijk hoe je dat kunt compenseren met iets anders. (Bijvoorbeeld bomen (laten) planten, of bezuinigen op iets anders.) Dat is niet “zorgen voor het klimaat” of “lief zijn voor de natuur”, dat is normaal. Het is hoe het hoort. Het is de basis waarop deze wereld vol leven is gemaakt.

Het feit dat heel veel mensen dat niet meer begrijpen, laat zien hoe ver we van onze kern verwijderd zijn, en hoe we ons druk maken over alleen nog maar kleine en oppervlakkige dingen. Mensen weten niet eens meer hoe ze hun eigen voedsel zouden kunnen groeien. Er wordt ons geen simpele praktische kennis van de natuur en biologie meer aangeleerd. (In plaats daarvan leren we het precieze jaartal waarin dit ene historische figuur dood ging, en dat imaginaire getallen bestaan.)

Mensen kunnen veel aanzien en bakken met geld hebben, maar niks waard zijn als er écht iets aan de hand is. Iemand kan zo ongezond leven dat hij zichzelf langzaam vermoord, maar diegene merkt het niet omdat hij alleen maar denkt aan dat hij geld moet blijven verdienen. Iemand kan verschrikkelijk slecht zijn voor dieren of de natuur, maar er wordt niks aan gedaan omdat we nauwelijks wetten hebben om die te beschermen. (Of, nog erger, omdat men er simpelweg niks om geeft of “diplomatisch” wilt zijn.) Terwijl we ze wel hard nodig hebben. Maar nee, in plaats daarvan wringt men zich wettelijk in allerlei hoeken om bedrijven voordeeltjes te geven qua belasting.

De mens heeft het enorme vermogen tot samenwerking en compassie, omdat wij goed met elkaar kunnen communiceren en in luxe leven. Wij hebben de energie en tijd over om aan andere zaken te besteden. Wij kunnen wel even een paar uur iemand helpen met spullen verplaatsen, omdat wij zekerheid hebben dat we morgen te eten hebben. Wij mensen zouden juist beter in staat moeten zijn dan de dieren, om de energie in balans te houden en goed te leven. Waarom doen we het dan niet?

Gierige aliens

In veel theorieën over het bestaan van ander leven in het universum, maakt men de volgende aanname: de aliens zijn steeds op zoek naar nieuwe planeten om op te leven. Want, dat is onze insteek, dus de aliens moeten dat ook wel hebben. Zij zullen ook vast een volle planeet hebben, of hun eigen planeet hebben verpest, en steeds andere planeten koloniseren.

Maar ja, waarom hebben we dan geen enkel teken van leven gezien? Zijn wij echt de eerste planeet met leven … of hebben aliens een manier gevonden om het leefbaar te houden op hun planeet? Hebben zij simpelweg niet de missie om het hele heelal te domineren? Zijn zij content met hun planeet en willen ze vooral met rust worden gelaten? Hebben zij wél ontdekt hoe het moet, en het idee van energie in balans houden begrepen?

Misschien zijn wij mensen de enige met het stomme idee om de ruimte in te trekken. De andere beschavingen dachten “dat is supergevaarlijk, en koud, en stom, en duur—waarom zouden we ooit weg willen hier?” en hebben gewoon hun best gedaan voor hun eigen planeet.

Een andere theorie is dat elke beschaving door een aantal filters moet, voordat het tot het eind der tijden veilig door kan leven. Het laatste filter wordt als volgt gezien: “de beschaving is in staat om zichzelf te vernietigen”. Om er doorheen te komen moet het vervolg natuurlijk zijn " … maar vindt een manier om dat te voorkomen"

Wij hebben inmiddels kernwapens; wij hebben wapens waarmee we oorlog kunnen voeren over de hele planeet. Daarnaast hebben wij de middelen om ons eigen klimaat te doen veranderen. We hebben machines waarmee we (in de toekomst) dieren genetisch kunnen modificeren, en we kunnen robots bouwen die slimmer zijn dan wij en delen van ons leven kunnen overnemen. (Er was zo’n experiment waarbij ze robots tegen elkaar lieten praten, en voor ze het wisten hadden de robots een eigen taal ontwikkelt en konden de onderzoekers er niks meer van volgen. Nu vind ik het vooral grappig, maar in de toekomst kan dat eng worden.)

Dus ik denk dat we zeker bij dat laatste filter zijn aangekomen.

En ik denk dat alles wordt opgelost als we begrijpen dat energie in balans moet blijven. Als iedereen zijn best doet zijn verantwoordelijkheid te nemen. Je neemt een deel van deze planeet om te leven, en dat deel moet je dus ook teruggeven.

Anders worden wij over honderdduizend jaar door de rest van het universum herinnert als “de gierige aliens”, terwijl zij vrolijk verder leven.