Voorgaande delen waren hopelijk genoeg om je te overtuigen dat klimaatverandering een ding is. En, hopelijk, dat daar verandering in moet komen. Natuurlijk is jouw impact—één persoon uit biljoenen—niet gigantisch, maar als een groot deel van de Nederlanders beter voor het klimaat zou zijn, maakt dat wel degelijk veel verschil.
Dus, wat kan je doen?
Opmerking! Natuurlijk ligt het voor een deel aan je budget wat je wel of niet waar kunt maken. Iedereen doet wat ie kan!
Reizen
Jezelf van de ene naar de andere plek vervoeren is één van de grootste boosdoeners.
Het advies is dan ook in eerste instantie simpel:
Neem zoveel mogelijk de fiets, of ga wandelen
Wat als iets verder weg is?
Verkies de trein boven de auto, en verkies de elektrische auto (of bus) boven elke andere soort
En wat als iets nóg verder weg is?
Vermijdt het vliegtuig zoveel mogelijk
Vliegtuigen zijn verschrikkelijk voor het klimaat. Alle andere vervoersmiddelen lijken extreem milieuvriendelijk vergeleken met vliegtuigen. Je zou jezelf dus kunnen afvragen of het écht belangrijk is dat je naar een heel ver land op vakantie gaat, want veel alternatieven voor het vliegtuig zijn er in dat geval niet.
Het grootste deel van de vracht, echter, zijn geen mensen maar spullen. Dus, dit kan je doen:
Probeer spullen zo lokaal mogelijk te kopen.
Check waar iets vandaan komt. Fiets naar de winkel in plaats van dat je iets online uit China bestelt. Vraag jezelf af of je überhaupt al die spullen nodig hebt.
Opmerking! Een van de grote vervuilers is de welbekende ochtendspits. Er valt veel te halen door mensen vanuit huis te laten werken, of meer woonruimte te creëren waardoor men dichterbij werk kan wonen. Ik zie ook langzamerhand dat men wel die kant op wil, maar het zou nog lang kunnen duren.
Voedsel
De andere grote boosdoener is onze veeteelt en hoe dierlijke producten worden bereid.
Ten eerste: veel broeikasgassen komen vrij bij het houden van de dieren (zoals methaan en lachgas). Ten tweede: het kost veel voedsel om de dieren te houden en “vet te mesten”. Kort gezegd: het kost ons veel meer om die dieren om te zetten in eten, dan als we het eten meteen voor onszelf zouden gebruiken.
De oplossing klinkt natuurlijk simpel:
Wordt vegetarisch, of minder vleesconsumptie zoveel mogelijk.
Er zijn mensen die zeggen dat we vlees “nodig hebben” en dat vegetarisch eten ongezond is. Negeer die mensen. Vlees heeft ons inderdaad in staat gesteld om te evolueren naar een soort met grote hersenen, omdat we snel veel energie binnenkrijgen. Maar nu—met de huidige technologie—kunnen we ditzelfde realiseren met vegetarisch voedsel.
Daarnaast is het probleem niet zo zeer dat mensen vlees eten, maar de schaal waarop vlees wordt gegeten, en de omstandigheden waaronder dieren worden gehouden. Als iedereen elke maand zijn vleesconsumptie zou minderen, zouden we terug kunnen keren naar normale hoeveelheden vleesproductie, die niet onnatuurlijk, wreed of schadelijk voor de natuur zijn.
Vegetarisch zijn is, echter, ook niet alles. De productie van zuivel en eieren vereist natuurlijk ook het houden van vee. En, om dit te realiseren, wordt teveel mest gebruikt en worden schadelijke stoffen op planten gespoten.
Dus, de tweede oplossing luidt:
Minder de zuivel- en eierconsumptie
Waarom raadt je niet aan om veganistisch te worden? Hetzelfde verhaal als net: wij mensen zijn nou eenmaal deels vleeseters. We moeten wel ergens onze energie en eiwitten vandaan halen, en als veganist is dat veel lastiger. Daarnaast, eten moet wel plezierig blijven. Als zelfs eten een hel wordt, kun je je afvragen wat het leven nog waard is :p Er moet een balans te vinden zijn: een beetje veganistisch, een beetje genieten van het leven.
Opmerking! Aan de andere kant valt natuurlijk het meeste te halen. Alle bedrijven moeten biologisch te werk gaan, en succesvolle vervangers vinden. Wanneer men planten niet meer onderdompelt in kunstmest en bestrijdingsmiddelen, en niet ongelofelijke hoeveelheden vee ophokt, kan men zonder problemen blijven eten wat ze willen. Nu worden zelfs regenwouden gekapt om voedsel te groeien voor de dieren die uiteindelijk voedsel worden.
Fabrieken en Energie
Opmerking! Deze categorie kunnen de meesten niks aan doen. Het is meer voor wat de overheid en bedrijven moeten doen.
Iedereen kent wel die plaatjes met grote stofwolken uit nog grotere uitlaatpijpen van fabrieken. Het is ook een goed plaatje om mensen snel aan het probleem te herinneren. (Het zit een beetje in dezelfde categorie als de magere ijsbeer, eenzaam op een kleine ijsschots.)
Veel industriële processen hebben CO2 als afvalstof, of draaien op gigantische hoeveelheden energie.
Waar de overheid in ieder geval mee moet stoppen, is koolcentrales bouwen. Daarna moeten de meest vervuilende fabrieken weg; waar mogelijk kunnen de processen vervangen worden door zuinigere processen.
De energie die deze fabrieken verbruiken, echter, moet nog altijd ergens worden opgewekt. Zoals eerder gezegd zijn zonnepanelen en windmolens de oplossing, niet bio-brandstof. Als iedereen mee zou doen, hadden we makkelijk genoeg energie, maar daar moeten we niet van uitgaan. Ik denk dat het makkelijker is om bij alle bedrijven te beginnen. Verplicht bedrijven om voor een bepaald percentage groen te werken. Is dat zo moeilijk?
En kerncentrales? Die zijn inderdaad goed voor het klimaatprobleem, maar slecht anderzijds. De afvalstoffen die vrij komen zijn verschrikkelijk. Daarnaast, als er iets mis gaat, wordt een deel van het land lange tijd onleefbaar. Willen we dat echt riskeren?
Energie II
Ieder mens verbruikt tegenwoordig veel energie. Als je het niet direct gebruikt, dan wel indirect. (Het bedrijf waar je werkt moet voor jou de lichten aan laten of een computer aan laten staan. De pakketjes die jij bestelt kosten energie om te maken en vervoeren, en ga zo maar door.)
In het algemeen is de oplossing natuurlijk:
Minder je energiegebruik zoveel mogelijk
Maar dat is lastig. Hoe doe je dat? Hier zijn wat ideeën:
- Doe de lamp uit als er niemand meer is. (Lampen die automatisch checken of er iemand is verbruiken alleen maar meer stroom, omdat ze constant registreren.)
- Zet apparaten uit die je niet meer gebruikt. (“Standby” is alleen oké als je verwacht dat iemand het weer vrij snel gebruikt.)
- Haal apparaten uit de oplader als ze vol zijn. (Als we toch bezig zijn: zet internet uit op je computer/mobiel als je het toch niet nodig hebt. Het leidt alleen maar af.)
- Houd deuren en ramen dicht als het koud is, houd ze open als het warm is.
- Isoleer je huis goed: verminder verbruik van de verwarming of airconditioning.
- Douche korter. (Ik weet dat het lastig is, dus wat je ook kunt doen, is de straal heel dun maken of een boiler hebben die vrij snel op is en koud water oplevert.)
- Maak het huishouden energiezuinig. (Gebruik zuinige apparaten, en zet de vaatwasser alleen aan als hij vol zit. Hang was aan een waslijn of wasrek.)
- Ga meer naar buiten, ga minder achter een scherm. (Dat is algemeen levensadvies.)
- Vraag je af of je al die apparaten en technische snufjes echt nodig hebt.
- Ik hoor vaak van mensen met een mobiel, tablet, laptop, en computer. Wat moet je met al die dingen!? “Ah nee, ik wil deze website lezen, maar ik moet gewoon echt een scherm hebben dat twee centimeter groter is, anders kan het echt niet!”
- Zo hebben veel mensen tegenwoordig ook een smart TV, of elektrische dekens die de hele dag aan staan. Misschien ben ik old-school, maar wat is er mis met een normale TV en gewoon een dikke deken over je heen gooien?
Opmerking! Wat is beter voor het klimaat: printen of digitaal lezen? Veel mensen lezen nu boeken en artikelen op hun apparaten, en er wordt steeds minder gedrukt. Dit is iets goeds, mits we overstappen naar schone energie. Het papier zelf is geen probleem (bossen bestemd voor papier worden heel zuinig geregeld), de inkt is vooral vervelend.
Nu wordt er al wel geëxperimenteerd met zuinige lettertypes en printmethodes, dus daar ben ik benieuwd naar. (Zuinige lettertypes? Nou, dat is een lettertype waar heel veel gaten in zitten, maar als het klein afgedrukt wordt (grootte 12/14/16) merk je dat niet en leest het normaal.)
Kortom: maak je niet al te druk daarover.
Groepsdruk en Mensen
Hierover twijfel ik. Mensen zouden meer geneigd zijn deze dingen te doen als hun vrienden erover begonnen, maar je wilt ook weer niet de geitenwollensokkenzeur van de groep zijn.
Hoe dan ook denk ik wél dat je mensen erover kunt spreken, en ergens iets van kunt zeggen als je het ziet gebeuren. En dan niet van “hé lul, loop je nou weer kip te vreten?” maar “wist je dat kip eten echt heel slecht is voor het klimaat?” en “probeer anders eens een weekje deze vervanger”. Eens zien wat er gebeurt.
Nou ben ik zelf een vegetariër, en ik fiets vrijwel altijd, en ik let op energieverbruik. Ik ben ook de persoon die zegt dat mensen met de trap moeten in plaats van met de lift, waarna iedereen grommend instemt omdat ze weten dat beweging wel goed voor ze is. (Overigens fiets ik ook omdat het gezond is, én omdat ik de bus haat.)
Hoe dan ook heb ik met mijn beste intenties nauwelijks iemand laten veranderen. Sommige dingen zijn veel te klein (zoals, checken of lampen uit zijn), en anderen juist veel te groot (ineens vegetariër worden na een leven van vlees eten). De balans is zoek.
Ik geef mezelf daarvan de schuld. Ik ben nog op zoek naar de juiste manier om deze ideeën uit te dragen. Ik ben nog op zoek naar een manier waarop ik mensen dichtbij mij kan laten inzien hoe ze beter (of “zuiniger”) kunnen leven. Want, zelfs als je niet veel geeft om het klimaat, vind ik het nog steeds een goed idee om geen onnodige spullen te kopen en goed om te gaan met de dure apparaten die je hebt. Het is een algemeen principe waarmee ik hoop mezelf en anderen een klein beetje te verbeteren.
Dat is ook de insteek van het laatste deel van deze reeks. Ik wil niet dat mensen dingen doen omdat ze “bang zijn voor klimaatverandering” of omdat “wetenschappers zeggen dat ze het moeten doen”. Ik wil dat men zelf nadenkt en hun best doet. Ik wil dat men handelt vanuit een niet-egoïstische en lieve insteek. Naar andere mensen, naar dieren, naar de hele natuur en alles wat ons gegeven is. Dus bereid je voor op een semi-filosofisch stuk.