Header / Cover Image for 'De deadline droom'
Header / Cover Image for 'De deadline droom'

De deadline droom

Iedereen die de middelbare school bereikt heeft moet toch zeker bekend zijn met deadlines. Sterker nog, ik kan niet eens een Nederlandse vertaling voor het woord deadline vinden, zoveel wordt hij gebruikt. Internet geeft wel dingen als tijdslimiet, maar dat is het niet echt. Als ik zeg dat je een tijdslimiet hebt van 2 weken voor een opdracht, dan weet jij niet wanneer je hem moet inleveren, want dat hangt ervan af wanneer je begint. Vanaf dat moment is het nog 2 weken.

Hoe dan ook, de meeste mensen haten deadlines ook. Veel mensen (ikzelf ook) raken al gestrest als ze horen dat ergens in de verre toekomst een deadline is voor iets. (Van “Ah nee, moet ik over een jaar al mijn studie kiezen” tot “verdikkie, ik moet voor het eind van de week dit essay van twee pagina’s nog op spelfouten nalopen”) Het is ook niet fijn, dingen moeten. Het is niet fijn om nu, op dit moment, even lekker een serie te willen kijken, maar dat niet kunnen omdat je voor 12 uur vannacht werk moet inleveren. Het is niet fijn om voordat je goed en wel weet hoe een opdracht (of je hele toekomst) eruitziet, al precies te weten hoe lang je ervoor hebt.

Maar toch ook weer wel. Veel mensen zeggen ook dingen zoals “ja, maar, als ik er geen druk op zet, dan stel ik het ook steeds uit”, of “als er geen harde deadline is, dan doe ik het gewoon niet” (wat beter werkt voor persoonlijke hobby’s en projecten dan dingen waardoor je jouw baan of diploma kunt verliezen). Als mensen een deadline hebben, worden ze zenuwachtig en kunnen ze niet stoppen met denken “aaah ik moet dit allemaal nog voor die tijd doen”, maar als ze geen deadline hebben, dan doen ze niks.

Dat is een probleem. Dat is vooral een probleem als je wél dingen wil bereiken, maar niet je hele leven lang hartverzakkingen wil krijgen. Ik merk het bij mezelf ook. Ik heb altijd eerst schoolwerk gedaan—hoewel ik er meestal geen zin in had—omdat het een deadline had, en alle andere taken niet (echt). Die persoon terug mailen? Nah, doe ik wel een keer. Mijn computer opruimen? Zodra ik tijd heb! Dat leuke nummer dat ik heb bedacht netjes uitschrijven? Meh, ik wacht wel tot de sterren op één lijn staan. Verder werken aan dat spelidee dat ik had? Misschien later, als ik beter kan programmeren.

En toch, soms, werkt het wel. Soms dan heb je dingen waar je wat speling hebt qua deadline (als in “voor het eind van dit semester” of “voor het eind van de zomervakantie”, terwijl het project echt bij lange na niet zoveel werk is), en waar je dan toch ruim binnen de tijd goed werk voor aflevert. Ik heb eens nagezocht waarom dat was, en ik heb de techniek uitgevonden. Ik noem het de deadline droom (want alliteratie) of de uitstel utopie (zelfde reden).

Het gaat als volgt:

  • Houd ergens (in je agenda, op een blaadje, etc.) de echte deadlines van projecten bij (op volgorde van inlevertijd).
  • Houd ergens anders (op dezelfde manier) exact de zelfgestelde deadlines van alles bij. Dit zijn harde deadlines. Bedenk een straf als je ze niet weet te halen. (Maak het niet te extreem. Maar een beetje extreem mag. Of doe het andersom: geef jezelf een zak chips dan en slechts dan als je een deadline haalt.)
  • Elke keer als je een nieuw ding wilt toevoegen, doe je het volgende:
    • Schrijf de echte deadline bij de echte deadlines.
    • Pak precies het middelpunt tussen het huidige moment en de deadline, en schrijf dit bij de zelfgestelde deadlines.
  • Vanaf nu moet je een een opdracht af hebben voor de zelfgestelde deadline.
  • Maar, alle tijd tussen deze deadline en de echte deadline, kun je gebruiken voor uitlopen, om het te verbeteren, om nog nieuwe ideeën te krijgen en toe te voegen, etc.
  • Uiteindelijk, aan het eind van elke dag, kijk je naar het bovenste item van de echte deadlines lijst, en als je hem nu moet inleveren, dan doe je dat.

Praktijkvoorbeeldje: je moet een verslag schrijven over waarom kabouters klein zijn. Vandaag is het 15 november, het moet uiterlijk 30 november ingeleverd. Dan is de echte deadline 30 november, en de zelfgestelde deadline 22/23 november. Je gaat lekker aan de slag, en op 23 november heb jij een verslag af. Je levert niks in—je gaat gewoon naar douchen en naar bed en genieten van het leven. Op 25 november kom je erachter dat er een veel leuker plaatje voor de voorkant is. De dag erna bedenk je dat de introductie niet goed genoeg is, en dat er nog een subkopje bij kan bij het derde hoofdstuk. Op 29 november zie je ineens dat je berekeningen van gemiddelde kabouterlengte over de jaren fout is. Uiteindelijk, op 30 november, lever je een verslag in dat heel erg goed is, én je hebt het hartstikke rustig aan gedaan.

_Maar wat als ik de deadline niet weet? _Dan is het sowieso gokwerk. Neem iets wat ver genoeg is voor veel speling, maar niet zo ver dat je maanden wacht voordat je ergens mee begint. Bijvoorbeeld, voor het schrijven van een boek (van eerste versie, tot laatste afgewerkte versie, tot publication ready), neemt men doorgaans een jaar, terwijl de meeste schrijvers in drie maanden (“één seizoen”) de hele eerste versie van het verhaal schrijven.

_Maar wat nou als de deadline veel te dichtbij is? _Maak een spandoek, zet daarop alle werkgevers/leraren/politici/etc. zijn stom, en ga dagenlang protesteren voor hun raam. Vervolgens zul je erachter komen dat sommige deadlines niet te verschuiven zijn, of mensen vertikken het gewoon, en dat je even heel hard moet werken als je deze methode toe wilt blijven passen. In enkele uitzonderlijke gevallen kun je simpelweg om meer tijd vragen, mits je wat argumenten hebt. (“Mijn hond is gestorven” of “ik heb al voor zeventien andere projecten iets te doen” is een goed argument, “maar mijn favoriete TV-programma komt vanavond op de buis” niet, evenals “de brug stond open en mijn laptop viel in het water”)